SIflD/STREEK Schiedam heel lang geleden Koninginnelaanwachten tot het winter wordt Plenn Groende rattenvanger van Vlaardingen: De rat: een oude vijand *1 aaa Hwffdto 9 tun 1881 VB/SC/WW ^IlWRnrnnmrnnitimmiinimiiimiiiimiimiiinimiiuiiiiinnmiiiimiiMiiimininiuwiiuiiiMiuiiniiiiMiiiiiiiiiiiuiinNiiuiiiuiuiiiiim^ In 1275 kreeg het do; bij de Dam in de Schie g stadsrechten van Aleida p van Henegouwen. De ontwikkeling tot een be- s langrijke plaats voor de omgeving, die door de gunstige ligging op gang H was gekomen, werd met s behulp van politieke mo- Heven verstevigd. Sehiedaro is als stad ïo'n 700 jaar oud, maar de bewonings- geschiedenis binnen de hui- is digr gemeente gaat verder 3 terug. Dit blijkt regelmatig 3 uit de vele bodemvondsten, S die worden gedaan. Zij tonen aan dat eeuwen geleden mensen probeerden neb een bestaan te verwerven. Vaak - lukte dit, even zo vaak zagen - zij hun plannen gedwars- boomd. In 1953 werden, bij de bouw van een dok bij Wil ton, op grote diepte bewo- ningssporen aangetroffen. De gevonden scherf, afkomstig van een pot met een spitse bodem, was ongeveer 5500 jaar oud. De mensen, die deze potten fabriceerden, beston den voornamelijk van de Jacht, de visserij en het ver zamelen van eetbare vruch ten. Omstreeks 3500 jaar voor Chr. gingen zij, onder in vloed van boeren uit Mid den-Europa, ook graan ver bouwen en geiten houden. Hun aardewerk wordt ge kenmerkt door grove potten met spits toelopende bodems. Tussen deze periode, onge veer 3400 tot ongeveer 400 jaar voor Chr. zijn geen spo ren in de Schiedamse bodem gevonden. Mogelijk komen zij te voorschijn bij archeolo gisch onderzoek in de bin nenstad. Van 400 jaar voor Chr. tot het begin van de jaartelling woonden hier de zogenoemde Ijzertijd-mensen. Zij leefden in drieschepige woningen van hout: huizen met in het midden twee rijen staanders om de dakconstructie te dra gen. De wanden waren ge maakt van gevlochten tak- door Ingena Vellekoop en Albert Brouwer ken en met klei tochtvrij af gedicht. De woningen ken den een woonvertrek met een haardplaats van zandige klei om een veenbrand te voorkómen. Mens en vee leefden 's winters onder één dak. Dit viel af te leiden uit de dikke lagen mest, die meestal werden afgedekt met een laag kruiselings gelegd riet. Regelmatig werd zo voor een nieuwe vloerbedekking gezorgd. Op het aardewerk komen versieringen voor van nagelindrukken, lijnmotie- ven of bewerking met een kammetje. Uit de periode vanaf de jaartelling tot onge veer 250 jaar na Chr., de Ro meinse tijd, zijn vele vond sten gedaan, De grootste on derzochte vindplaats lag ter hoogte van Novotel. Hier werd een boerderij met bijge bouwen uitgegraven. De oudste fase was een twee- schepig gebouw van 3,75 bij 16.50 meter, opgetrokken met slechts één staander. De jon gere fasen behoorden tot het drieschepige type met twee rijen staanders. Onder de bij gebouwen bevond zich een graanschuur, opgebouwd naar Romeinse principes. De inheemse graanschuur be stond veelal uit een vier- of veelhoekig paalhuisje. Hier echter waren vier balken op enige afstand van elkaar in de grond ingegraven, waarop staanders werden geplaatst, die een verhoogde vloer ge dragen zullen hebben. Een voorbeeld van de geleidelijke romanisering van de bevol king. Uit een vindplaats 60 meter westelijker kwamen zeker 12G0 scherven te voorschijn. Opvallend was, dat er slechts drie scherven van inheems materiaal waren. De andere behoorden tot het geïmpor teerde aardewerk, onder an dere uit Rheinzabern. Bij de meeste vindplaatsen valt het tegenovergestelde te consta teren. Onder de losse vond sten kunnen een mantelspeld en vijf stukken lood, vermoe delijk gebruikt als netver- zwaring, genoemd worden. Na de tweede helft van de derde eeuw trokken de men- Het oudste historisch bezit'van Schiedam, In de kelder van het museum. Uit de periode van de jaartelling tot aan 250 jaar na Christus zijn veel vondsten gedaan. sen weg. De stijgende water spiegel ontnam hun waar schijnlijk de kansen tot een redelijk bestaan. Pas uit de tiende/elfde eeuw zijn weer bewoningssporen aantoon baar in de Noord-Kethelpol- der. Om zich tegen het water te beschermen woonden zij op terpen. Ondanks grote overstromin gen, die dit gebied in deze periode teisterden, wist de mens 2ich staande te houden. De strijd tegen het water leidde tot de dam in de Schïe, waaraan Schiedam kon ont staan. ^iiiiiiiinflitiuninniiiHiiiiiniiminmimimmimrminnmMiumiiiiiiinniiiiiiniiiiM 'Een niet aflatende strijd Vlaardingen Met een gezicht dat meer verbazing over zo'n rare vraag uitdrukt dan moeite met het zoeken naar een wel overwogen antwoord, zegt Pleun Groen zonder meer „Nee" op de vraag of hij ooit voor het beroep van gemeentelijke ratten vanger is terugge deinsd. ...Nou ja, het zou toch kunnen..rat- ten zijn tenslotte agressieve en vieze beesten. Pleun Groen (56) heeft binnen het Gemeentelijk Reinigingsbedrijf min of meer lijn eigen „winkel tje". Hij werd daar zeven jaar geleden benoemd tot gemeentelijk bestrijder van ongedierte. Dat houdt meer in dan alleen het vangen en bestrijden van ratten, hoewel dat natuur lijk voor buitenstaanders het meest spectaculair is. Er zijn ruim 35.000 soor ten ongedierte, waarvan de schadelijkheid afhangt van de concentratie of de lokatie. „Veel werk laten we tegen- woordig over aan de Rotter damse Reinigingsdienst," zegt Groen, „die zijn beter uitgerust dan wij. Uitgassen en ontsmetten deden wij vroeger ook wel, maar het komt eigenlijk nog maar weinig voor." In het gebouw van de reinigingsdienst aan de Hoflaan staan nog de gro te gasinstallaties waarmee vroeger hele inboedels onts met konden worden. Een be tegelde, kille ruimte waar men door een ruitje het re sultaat kan bekijken. J>ie installatie wordt nu niet meer gebruikt. Er wordt hoogstens een auto in gepar keerd" vertelt de heer Kos ter, hoofd van de reinigings dienst. ,Jn mijn nieuwe kan toor komen nog wel een paar atributen uit de oude doos. Mooie koperen gasketeltjes en opgepoetste oude bestrij- dingsapparaten." Diploma's Om ongedierte te lijf te mo gen gaan moet men tegen woordig over een diploma beschikken. De Rijksdienst voor de Ongediertebestrij- ding heeft de opleiding ge deeld in twee fasen. Pleun Groen heeft het A-diploma en de heer Koster beert ook het B-gedeelte met succes voltooid. Voor ieder stuk staat een studie van een jaar. De oude ontsmettingsruimte herbergt tegenwoordig een hermetisch, met een dikke kluisdeur, afgesloten kast. De doodskop op de deur duidt erop dat er geen kin derspeelgoed in opgeborgen zit. De rattenvanger bewaart daarin al zijn verschillende soorten vergif. In een grote AI eeuwenlang wordt over de hele wereld de rat ge vreesd als de verspreider van ziekte en verderf, Een Ijverige, aktieve, slimme en hardwerkende knager. Tot de achttiende eeuw kende men in Europa alleen nog de zwarte rat. „Kattus rattus" is zijn volle naam. In 1727 moest hij echter plaats maken voor een nog agressievere soortgenoot: de bruine rat» de riooirat of de Rattus Norvegicus. Het jaartal 1727 is met vrij grote nauwkeurigheid vastgesteld. De rat bereikte in dat jaar namelijk voor het eerst de andere oever van de Wolga en heeft zich daarvandaan In een huiveringwekkend tempo over de wereld verspreid. In 1803 werden zij overal ter werelds gesignaleerd. De rat plant zich ene enorm snel voort Eén rattenpaar kan in nauwelijks één Jaar een kwart miljoen nako melingen hebben. De zwarte rat (een goede klim mer) Is verdreven naar de zolders en komt in Neder land nauwelijks meer voor. De riooirat (een zwem mer) moet echter voortdurend bestreden worden. Het is een alleseter die er niet tegenop ziet om zelfs kalveren te lijf te gaan. Het dier heeft uitstekende zintuigen en laat zich maar heel moeilijk vangen. De riooirat richt emorm veel schade aan. Zijn knaagtanden staan werkelijk voor niets: zelfs koper en leiding worden doorgeknaagd. De Rattus Norvegi cus is verspreider van een hele serie ziekten, waar van pest, tyfus, hondsdolheid, ziekte van Well, gele koorts en de rattebeefcdekte vooral het vermelden waard zijn. Wie ratten signaleert doet er goed aan direct de ge meentelijke instanties in kennis te stellen. Want rat tenvangers zoals die Hameln voorkwamen hebben we niet meer! De vijand: de bruine riooirat, de „Rattus Norvegicus". Pleun Groen vult zijn rattekistjes. betonmolen menet hij haver korrels met een olauwachtig goedje. Cumaline is de naam van dat spul en hoewel het voor mensen betrekkelijk onschadelijk is kan je er toch maar beter afblijven. „Vroeger werden allerlei ar- senicumpreparaten gebruikt, maar de gevolgen daarvan, waren niet zo leuk. Vogels en huisdieren gingen ervan dood en ook voor mensen was het erg gevaarlijk." legt Pleun Groen uit. „Cumaline is een soort anti-vitamine K. Het maakt dat je bloed niet meer stolt en ratten sterven na zo'n dag of vier, viif aan inwendige bloedingen.' Behalve tegen ratten moet ambtenaar Groen ook ten strijde trekken tegen wes pennesten hinderlijke con centraties bijen, muizenpla gen in schoolgebouwen en faraomxeren. Tegen al deze soorten ongedierte heeft de beer Groen andere soorten gif: in gasvorm, vloeibaar of vast Kistjes Gemeentewagen nr.71 is de wagen van Pleun Groen. Om tien uur 's morgens vertrek ken we voor een lange stads- rit langs alle plaatsen waar van klachten zijn gekomen of waaraan de Ongediertebe- strijder nog wat nazorg wil besteden. Groens opvolger, medewerker en invaller Wil lem Schreuder rijdt ook met ons mee, omdat hij over twee weken „de winkel" alleen Achterin de bestelwagen moet gaan beheren in ver- staat het houten kistje dat de band met Groens vakantie. rattenvanger altijd op zijn route meeneemt Daarin zit ten een heleboel plastic zak jes met vergiftigde haver. Verder staat er de grote gas- spuit, waarin dodelijk gas zit tegen wespen. „Ja bij wespennesten moet je altijd goed oppassen. Met één keer spuiten moet je het hele nest uitgeroeid hebben, want een boze wesp kan erg ge vaarlijk zijn. Bovendien sta je meestal op een ladder en neb je maar één hand be schikbaar. Ik draag daarbij altijd wel een beschermings masker, maar toch..." Geen voorkeur Een rondritje met de wa gen m van de heer Groen brengt je in alle wijken van Vlaardingen. „Ratten hebben geen voorkeur. Ze leven in grote groepen, waaruit steeds weer nieuwe groepen ont staan. Iedere groep heeft zijn eigen territorium dat heel streng bewaakt wordt Een rat uit een ander nest wordt onmiddellijk gedood. Op die manier zit er overal wel een rattenkolonie, al moet ik er wel bii zeggen dat ze vaker in oude wijken worden ge signaleerd dan in de nieuw bouw." De eerste „klant" is de Vlaardingse Jachtclub aan de Broekpolderweg. De be heerder verwachtte ons ken nelijk al, want een prima ge zette „boerenbak" koffie staat al klaar. Pleun vertelt dat de schuurachtige opstal len van de Jachtclub iedere dag op zijn route liggen. Drie „rattekistjes" staan rond het gebouwtje. Uit elk daarvan is behoorlijk veel gevreten. „Die kistjes zijn aan de zij kanten open. In het midden ligt het gif. Vogels en andere dieren kunnen er dan niet bij en ratten zijn altijd wel zo nieuwsgierig dat ze toch even in een zo'n kistje krui pen." „Als mensen ratten hebben gesignaleerd rond hun huis, zoek ik eerst de plaats op waar ze het vaakst komen. Daar leg ik dan van die opengescheurde zakjes vergif neer. Wordt er van gegeten dan kom ik een dag later te rug. Net zo lang tot er niets meer wordt opgegeten. Ja, soms proberen ze je wel te Konlnglnnelaanflats: wachten tot het weer koud wordt bulten... Vlaardingen Het initia- tiefkommitee Koningin- nelaanflats is nog steeds niet veel wijzer geworden van alle klachten, die zijn geuit over kou en tocht in de flats. Een gesprek dat onlangs is gehouden met het gemeentelijk woning bedrijf, dat de flatwonin gen in eigendom heeft, heeft niets concreets opge leverd. „We komen wel eens kijken, als het weer tocht of te koud is," zo was in grote lijnen de toe zegging van het woning bedrijf. Mexrouw van der Heide, con tactpersoon van het initiatief comité, is al een jaar of drie aan het proberen iets aan het probleem te doen. Telkens als het in de winter koud wordt, daalt de temperatuur in de flats beneden de grens die aanvaardbaar mag worden ge noemd en treedt een enorme tocht op. „Het helpt allemaal niks, al die moeite. Soms denk ik wel eens: het begint me flink de keel uit te hangen. Vooral omdat die inspannin gen altijd op dezelfde mensen moeten neerkomen. Vooral op het ogenblik gebeurt er niet veel; het is buiten mooi weer, dus de mensen hebben er nu geen last van. Maar ik denk dat de klachten wel weer zul len binnenstromen, als het een strenge winter wordt" Enquête In de afgelopen winterperiode heeft het initiatiefkommittee onder de bewoners van de flats een enquête gehouden naar de gemiddelde tempera turen en de optredende tocht verschijnselen. Daar kwamen schrikwekkende resultaten uit Sindsdien is er briefwisse ling geweest met de exploitant van de verwarming, terwijl ook met de gemeente, en met name het woningbedrijf, in tensief contact is geweest Concrete resultaten zijn echter uitgebleven. Het woningbe drijf zou bereid zijn om op pro- visoriche wijze de ergste tocht gaten dicht te spuiten met kit, maar dat wordt door de bewo- nersgroep als een lapmiddel gezien. „Vervanging van kromme deuren roet goede sluitingen, een betere isolatie, afdichten van de ruimtes tus sen de pui en het beton is wat we vragen. Dat zal gezien de bezuinigingen van de gemeen te wel 'een zaak van lange adem gaan worden," zo schrijft het initiatiefkommittee in de wijkkrant van Holy-zuid. beduvelen door de ene dag niets te eten en dan terug te komen als het gevaar gewe ken is. Maar ik heb ze wel in de gaten. Noem dat maar een soort instinct" Ondernemend Zeven jaar ervaring hebben ervoor gezorgd dat Pleun Groen zijn vijanden kent „Ratten zijn slimme, onder nemende beesten. Ze kunnen een enorme aktieradius heb ben en ze zijn voortdurend op zoek naar voedsel. Daarbij zijn het uitstekende knagers: koperen leidingen heb ik wel eens kapot geknaagd gezien." De volgende klant is een me vrouw in een benedenwo ning in het centrum. Onder de vloer hoort ze regelmatig knagen en trippelen. Pleun Groen trekt voorzichtig de vloerbedekking weg. Zijn maat, Willem, werkt met een schroevedraaier twee plan ken los en Pleun laat zijn blik in het gat ronddwalen. „Ja duidelijk. Kijk maar, hier zijn uitwerpselen en daar knaagsporen. „Ja maar" vraagt de vrouw des huizes, „waar komen die beesten dan vandaan?" „Er moet ergens moet een gat zit ten waardoor ze naar binnen kunnen" antwoordt de rat tenvanger. En jawel, buiten blijkt een tochtroostertje ver dwenen te zijn. „Dat moet natuurlijk zo snel mogelijk worden gemaakt" zegt Pleun tegen de mevrouw, „en mor gen kora ik wel weer kij ken." Bij een flat blijken er hele gangen voor de ingang te zijn gegraven. Aan de Schie- damseweg zijn er in de tuin gaten gesignaleerd, maar nergens vinden we een spoor van de aktieve knagers zelf- „Ja ze zijn schuw en slim. Ratten laten zich niet zo ge makkelijk vangen. De enige manier om ze te bestrijden is serieus achter iedere klacht aan te gaan."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1981 | | pagina 4