4 EXTRA Kasteel Altena geeft deel geheimen prijs (l él-U na, 6ïCj eJf SrJêh-7z èht w. Dankzij naspeuringen van amateurs j Twaalfjarig bestand ÏJsselstein Apart verhuurd '■eis, si R wouwdag e Juli 1981 VD/SC/WW Amateur- archeoloog Wim Weve, tevens secretaris van de Stichting Altena, bezig met het uitzoeken van een veelheid aan scherven- materiaal. Delft Eens lag ten noordwesten van Delft, zo'n 200 meter ten zui den van de Kastanje wetering, het kasteel Altena. Omstreeks 1950 waren hier nog drie aan elkaar grenzende omgrachte terreinen herkenbaar. Op het middelste ter rein stonds sinds 1435 het kasteel Altena en op het westelijk terrein bevond zich een uitbreiding uit de eerste periode van de zestiende eeuw. Op het oostelijk terrein, het enige dat nog herkenbaar is, stond sinds de zeventiende eeuw een boerderij, die in herbouwde mo derne vorm nog steeds aanwezig is. De verbinding met Delft liep via de Laan van Altena, thans ge deeltelijk de W. H. van Leeuwen laan, die even ten noorden van de Wateringse poort op de Watering- seweg uitkwam. De Stichting Altena is bezig met een archeologisch en historisch onderzoek naar de" geschiedenis van het voormalige huis Altena, dat nog niet is afgerond. Na vol tooiing ervan verschijnt een uit gebreide publicatie. Toch is er al veel bekend over Altena. De be naming kasteel bestond in de mid deleeuwen nog niet. Men sprak toen van huis; pas later is men de grote verdedigbare adellijke hui zen kasteel gaan noemen. Het landgoed Altena wordt voor het eerst in 1403 vermeld, wanneer ene Foykijn genoemd wordt als ambtsman over onder andere Al tena. Vóór 1435 2ijn twee eigena ren bekend; Vrouwe van Cruii- ninghen. en Goeswijn van de Poe 11. Van 1435 tot 144? woonde er ene Gerrit, een bastaardzoon van Gerrit van Egmond, baljuw van Delüand, die genoemd wordt als stichter en bouwer van het huis Altena. In 1505 had de familie Van Al- monde het kasteel en het land goed in bezit. Vermoedelijk woon de Jan van Almonde er van 1505 tot 1564, gevolgd door Abraham van Almonde. Het landgoed bleef tot de zeventiende eeuw familie bezit, maar het gebouw zelf werd in 1572 grotendeels gesloopt om te verhinderen dat de naderende Franse troepen er zich in zouden verschansen, om van daaruit Delft te kunnen veroveren. Ook andere gebouwen rondom Delft vielen in die periode onder de slo pershamer. Over de grondigheid van de sloop van Altena zijn de bronnen onvolledig. In ieder ge val is de waterput onbruikbaar gemaakt, werd de trappetoren ge sloopt en zijn de ramen verwij derd. Het lot van het huis in de periode kort na 1572 is onduide lijk. Pas over de situatie aan het begin van de zeventiende eeuw is wat meer bekend. Wel worden aan het einde van de zestiende eeuw verschillende per sonen op 't Altena vermeld, waar van het niet onmogelijk is dat dit de bewoners van de boerderij naast het kasteel zijn geweest Wanneer op die plaats voor het eerst een boerderij is gebouwd is niet bekend. Op een kaart, die tussen 1611 en 1615 werd uitgege ven, is de boerderij wei aangege ven. In de zeventiende eeuw is het kasteel volgens een nieuwe apzet op de oude fundamenten herbouwd. Hierbij zijn veel sporen iit de middeleeuwse periode ver dwenen, wat het archeologisch onderzoek naar die periode be- moelijkt. Ook het afgraven van het terrein voor de aanleg van volkstuinen heeft grondsporen doen verdwijnen, zodat alleen de onderzijde van de funderingen werd aangetroffen. Desondanks is er voldoende in de grond achter gebleven om voor de Stichting Al tena het hoofd over te breken. De opgraving heeft tot dusver het volgende beeld opgeleverd: om streeks 1250 zijn er op de plaats van het latere huis menselijke ak- tiviteiten geweest. Dit blijkt uit gegraven slootjes en mestkuilen, waarvan de opvulling door aan wezig schervenmateriaal uit de tweede helft van de dertiende eeuw moet dateren. Het lijkt erop dat, gezien vergelijkbare vondsten bij het slot Keenenburg te Schip luiden, er sprake is van een boer derij uit de dertiende eeuw. Waar deze precies heeft gelegen is nog niet bekend. Wellicht oostelijk van het kasteel, waar thans nog een boerderij staat op een vrij hoog gelegen omgracht terrein. In 1435 werd het huis Altena gebouwd- De gevonden fundering hiervan meet 7 bij 14 meter. Wel licht hebben er houten gebouwtjes bij of tegenaan gestaan, maar hiervan zijn nog geen overtuigen de sporen gevonden. Een ronde beerput ten zuiden en een af valkuil 15 meter ten zuid westen van dit gebouw horen bij dezelfde bouwfase. De afmetingen van het bijbehorende erf zijn van wege de rond 1525 begonnen uit breiding van het complex nog niet vast te stellen. Westelijk van het hoofdgebouw werd een voor burcht aangelegd, waarvan een deel is opgegraven. Omdat in late re tijd de bovenlaag is weggegra- ven, zijn de hoger gelegen funde ringen en andere grondsporen waaronder het oude loopvlak verdwenen. Het reconstrueren van het gebouw aan de hand van diepere funderingen levert nogal wat problemen op. Naast bodem onderzoek zou archiefonderzoek nadere gegevens kunnen opleve ren over het uiterlijk van het middeleeuwse Altena. In het ge meente-archief van Delft bevin den zich twee tekeningen die het huis Altena vóór 1572 moeten weergeven. Deze tekeningen zijn pas in de achttiende eeuw gemaakt. Eén daarvan laat schetsmatig een vier kant gebouwencomplex zien met een binnenplaats en op twee hoe ken, ter weerzijden van de in gangspoort, twee grote ronde to rens. De gevonden grondsporen zijn echter in geen enkele relatie te brengen met deze afbeeldingen. De tweede tekening vertoont op het eerste gezicht meer overeen komst met de fundering, maar blijkt bij nadere beschouwing evenmin te kloppen. Het kan zijn dat deze tekening is gebaseerd op de werkelijkheid, maar dan pas in tweede of derde instantie. De te kening dateert immers uit de achttiende eeuw en is een copie van een oudere afbeelding, of is gebaseerd op overleveringen of beschrijvingen, wat de betrouw baarheid niet ten goede komt Op een kaart uit 1550 komt Alte na ook voor. De minuscule afbeel dingen van de gebouwen op deze kaart zijn vrij schematisch. Altena wordt in aanzicht getekend, met twee hoge torens links en recht yan een woonvleugel die voorzien is van een klein spitsje. Daarvoor zijn enkele onduidelijke aanbouw sels te zien; of dit eventueel de voorburcht is is niet duidelijk. De reeds genoemde afbeelding uit de achttiende eeuw geven meerdere torens en torentjes te 2ien, terwijl in het veld slechts de funderingen van één grote toren en één van een klein torentje van de voor burcht zijn gevonden. Wellicht bevatte het niet opgegraven deel van de voorburcht meerdere to rentjes. Overigens is het huis in 1572 niet geheel met de grond ge lijk gemaakt; er bleven nog muur- resten overeind staan. Hiervan is een afbeelding bekend, waarvan vele copieën bestaan. Het zijn te keningen en prenten van diverse vaak anonieme makers. De oudst bekende versie dateert van het einde van de zeventiende eeuw. Uit de thans bekende gegevens is de herbouw van het huis Altena te stellen op 1612. Volgens de stadsbeschrijver Van Bleyswijck zorgde Joris de Bije (of De Bie) voor de herbouw. Deze De Bije werd in 1600 eigenaar van Altena. In 1613 wordt zijn testament 'buij- ten Delff op den huijse van Alte na' ondertekend, terwijl het 'de hoffstede van Altena met het be waterde huijs' als erfgoed noemt. In dat jaar is het huis Altena dus weer bewoonbaar. De al eerder genoemde kaart die tussen 1611 en 1615 werd uitgegeven geeft echter geen bebouwing op het hoofdterrein aan. De opdracht voor deze kaart werd gegeven in 1606, zodat de herbouw waar schijnlijk na die datum heeft plaatsgehad. Het jaartal 1612 voor de afsluiting van de herbouw wordt ontleend aan fragmenten van gebrandschilderde ramen, die bij de opgraving in de voormalige gracht aan de oostkant van het huis werden aangetroffen. Na reconstructie blijkt dat deze ramen een wapenschild onder een helmteken bevatten, met daaron der het jaartal 1612. Het is één van de eerste jaren van het Twaalfjarig Bestand, een periode van betrekkelijke rust in de Tach tigjarige Oorlog, waarin men zijn onroerend goed buiten de stad minder bedreigd door oorlogshan delingen kon achten. Dankzij een aantal afbeeldingen is er een vrij goed beeld op te bouwen van het uiterlijk van het huis Altena na de herbouw. In bijna alle gevallen is op deze prenten de noordoost kant van het gebouw afgebeeld. Dit is ook het geval bij de teke ning die Roeland Roghman rond 1647 van Altena maakte. De afge beelde gebouwen komen goed overeen met de fundamenten die bij de opgraving zijn teruggevon den. Bij de herbouw wera voor een belangrijk deel gebruik ge maakt van de fundamenten van vóór 1572. Wel werd aan de noordmuur een nieuwe traptoren gebouwd, ge flankeerd door twee trapgevels, met loodrecht op iedere gevel een kap. Rechts van dit hoofdgebouw stonden twee kleine gebouwtjes, die waarschijnlijk als keuken dienst hebben gedaan. Daarachter was een nieuwe waterput ge maakt Voor de afvallozing werd gebruik gemaakt van stortkokers, die op de gracht uitkwamen. Om dat de grachten tot ongeveer 1700 regelmatig werden schoonge maakt, is het aantal bodemvond sten van Altena uit de zeventien de eeuw gering. Daar van de zuid en westkant van het gebouw geen afbeeldingen bekend zijn, ia daar minder over te zeggen. De muren van vóór 1572 zijn daar ten hoog ste als tuinmuur gehandhaafd en mogelijk stonden op dat deel van het terrein enkele kleine opstal len. De oude voorburcht was ver dwenen; het terrein werd als boomgaard gebruikt Bij de stichting in 1425 was Altena door Gerrit van Egmond in eigen dom gegeven aan de heren van Usselstein. Wel had Van Egmond het direct in leen terug ontvan gen. Die procedure was niet onge bruikelijk, want op die manier kwam onroerend goed onder be scherming van de hoge adel, ter wijl het in de praktijk in beheer bleef bij degene die het weggaf. Zo bleef Altena tot de opheffing van het leenstelsel bij de grond wet van 1798 eigendom van de leenkamer van Usselstein. Als erfleen kwam het toe aan de erf genamen van Gerrit van Egmond. In 1572 was Abraham van Almon de leenman van Altena. Deze fa milie genoot aanzien in Delft. Abraham was burgemeester van Delft en hoogheemraad van Delf land. Hij was getrouwd met Maria de Groot, een halfzuster van de vader van Hogo de Groot Bij zijn dood in 1593 ging Altena over op zijn zoon Jacob, terwijl twee van zijn dochters een deel kregen van het bijbehorende land Jacob stierf in 1600 en liet Altena na aan zijn jongste zuster Maria van Almonde. In haar naam kreeg haar man Joris de Bije het huis Altena in erfleen. Deze Joris was een aanzienlijke figuur, want als thesaurier generaal had hij het beheer over de financiën van de Verenigde Nederlanden. Bij testa ment lieten hij en zijn vrouw Al tena na aan hun zoon Dirk de Bije, die het al in 1622 in bezit had, zes iaar voor de dood van zijn vader. Over Dirk is weinig be kend, evenals over andere leen- volgers tot 1667. Na zijn dood in 1630 kwam het goed in handen van zijn broer Abraham, waarna het in 1645 aan diens nagelaten weeskind Abraha in leen werd gegeven. Over de bewoners van Altena be staat weinig zekerheid. Het lijkt logisch aan te nemen, dat de leen mannen het huis ook als woon verblijf hebben gebruikt, maar er is geen enkele vermelding bekend die daar op duidt. In de archieven staan wel een groot aantal namen vermeld van lieden die op Altena woonachtig zijn geweest. Het is echter zelden duidelijk of het de bewoners zijn van de boerderij of van het huis. Enige duidelijkheid verschaft een acte uit 1647. In april van dat jaar verhuurt Jacob de Bije als voogd van Abraha de Bije het huis voor een kleine pe riode aan een engels edelman. Ook worden een luitenant kolonel en een kolonel als huurders ge noemd. Dat kan betekenen dat het huis in ieder geval sinds de dood van Abraham de Bije in 1645 verhuurd was. De acte vermeldt verder dat 'den huiisman ofte boer aldaer woon- ende gehouden (zal) sijn en blij ven schoon te maecken ende hou den de gracht off grachten ofte wel t water om deselve huijsinghe geleegen'. Daaruit blijkt dat het huis en de boerderij met de lande rijen apart verhuurd waren. De aparte verhuur blijkt ook uit een acte waarin Willem Willemszoon en zijn vrouw Engeltgen Comelis- dochter een schuld bekennen van 2568 gulden 'over vier iaren soo huijs, lant als boomgaert huijer de hoffstede Altena, gelegen buij- ten Delff in de gerechte van Vrij enban'. Omdat enkele burgers van Delft borg voor hen staan mogen ze opnieuw huren, behalve de boomgaard, die bij het 'groote huijs' is verhuurd. Over de situa tie van het huis Altena blijft nog een groot aantal vragen open. De Stichting Altena hoopt te zijner tijd een vollediger beeld te kun nen geven. De leden zijn nog druk bezig met het inventariseren van het mate riaal, dat tijdens een grootscheep se opgraving in 1979 aan het licht is gekomen. Het onderzoek heeft tevens een groot aantal aanwijzin gen opgeleverd over de omvang en de aard van het kasteel com plex. De uiteindelijk waargeno men verschijnselen hebben de verwachtingen overtroffen. Het kunnen reconstrueren van een aantal gebouwen op het binnen terrein was iets waarop wel ge hoopt werd, maar waarmee gezien vele eerder verrichte opgravingen op kasteelcomplexen niet gere kend kon worden. Tussen de drie eilanden bestaat onmiskenbaar een relatie. Het beeld is volledig gebaseerd op archeologisache ge gevens, die aangevuld moeten worden met uitgebreid archiefon derzoek. Het archeologisch onderzoek is tot dusver beperkt gebleven tot het gebied waar het huidige grondge bruik dit niet in de weg stond. Ook in de omgeving van het op gegraven terrein bevinden zich nog archeologische gegevens in de bodem. Een deel van de voor burcht bevindt zich nog onder volkstuintjes en het huidige ter rein van de boerderij bevat zeker nog sporen van de bebouwing uit de zeventiende eeuw en mogelijk nog oudere bewoningssporen. Deze zullen zich uitstrekken over een gebied begrensd door de Kas tanjewetering, de provincialeweg. Meeslaan en het fabrieksterrein van Gist-Brocades. Bij dreigende bodemverstoring in dit gebied dient er nader archeologisch on derzoek te komen ter aanvulling op datgeen wat thans bekend is. l- "i f i Tekening van het kasteel Altena, zoals het er In 1572 zou hebben uitgezien. De tekening werd echter in de achttiende eeuw gemaakt. Tekening van het kasteel Altena zoals het er uitgezien moe! hebben vóór 1572. Ook deze tekening is in de achttiende eeuw vervaardigd. Bron: De Stad Delft, cultuur en maat schappij tot 1572 en 1572 tot 1667.) Altena rond 1647, Deze tekening is de meest gedetailleerde weergave uit de zeventiende eeuw van het herbouwde huls. Recon structie van een gebrand schilderd raam uit de oostgevel van Altena. De fragmenten tonen een wapenschild met het jaartal 1612. jïSiöêfi« Op het terrein van Altena zijn nog fragmenten te zien van grachten en wallen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1981 | | pagina 4