fifïHHUUlS
Het verkeerde
paard
Verbeter-
ZET HIER JE NAAM
Sinterklaas
houdt
van kleuren!,
le bedrijf
Doek
2 e bedrijf
Doek
3e bedrijf
Doek
Opkomst
acteurs
Applaus
Cadeaii's
Sinterklaas is Iaat in de middag
met rijn oudste Zwarte Piet naar
het dorpje Dommelen gereden. Ze
hebben, maar één zak cadeautjes
bij zich, want er wonen niet zo
veel mensen. Er staan vijf boerde
rijen, een kerkje, en om het plein
wat huizen. Ze besluiten eerst
maar wat te eten in een piepklein
restaurantje op het plein. Piet
bindt het paard aan een hekje en
legt een dek over zijn rug. Er staat
nóg een paard. Het is een schim
mel, net als het paard van de Sint
En het heeft, óók een dek.
Als Sinterklaas en Piet naar bin
nen gaan, komt de baas van het
andere paard net door de achter
deur naar buiten. Hij heeft bood
schappen weggebracht en nu gaat
hij terug naar de boerderij. Als hij
de twee schimmels ziet blijft hij
even verbaasd staan. „Welke is
nou van jou. Harm?" mompelt hij.
Het is nogal donker bij het restau
rant Hij kan het echt niet goed
rien. „Deze is het denk ik", zegt
hij en hij springt er op. Het paard
van Sinterklaas wordt een beetje
zenuwachtig. Er zit iemand op zijn
rug en dat is vast niet Sinterklaas.
Die doet dat veel rustiger. Toch
loopt hij gedwee de straat uit. Na
een poosje begint hij te draven.
„Zo, zo Lena, je hebt er zin in",
lacht Harm. Meestal sukkelt Lena
maar zo'n beetje voort Het paard
gaat steeds harder lopen en lie
ve help, wat doet hij nu? Hij
neemt een aanloop en springt op
het dak! „Lena, niet doen
schreeuwt Harm, „dadelijk' breek
je je benen. O, help!" Harm heeft
hoogtevrees en hij klemt zich vast
aan de hals van het paard.
Sint en Piet hebben een paar bo
terhammen gegeten met soep er
bij. Nu kunnen ze er weer even
tegen. Sinterklaas klimt op de
paardenrug. „Vort maar Schim
melde", zegt hij. Oef. wat loopt
het paard langzaam. „Je bent toch
niet ziek, hè? Kom, we moeten
hier al die daken nog op". Zwarte
Piet geeft het paard een tik op de
bil. Het helpt niets. Het paard
loopt rustig de straat uit en dan?
Dan gaat hij de stoep op en bonst
met rijn snoet tegen het raam van
één van de huizen. „Ja, ja, ik kom
er aan", roept een stem. Het raam
gaat open en er verschijnt een
hand met een homp brood er in.
Smikkel, smakkel doet het paard.
Een toneelstukje voor kinderen.
Om op te voeren 'tussen de
schuifdeuren'. Eventueel met de
tekst in de hand. Het kan door
drie of, als er één een dubbelrol
speelt, twee kinderen worden op
gevoerd. Of dat jongens of meisjes
rijn maakt eigenlijk niet uit. De
oudere.kunnen aan het eind voor
Sinterklaas en Zwarte Piet spelen
door de cadeautjes uit te delen.
Twee kinderen ritten met wat oud
speelgoed naast elkaar te klunge
len.
Vincent' Wat'denk jij dat je
krijgt?
Mieke: I
Hè? Wat bedoel je?
Vincent' Nou, voor Sinter
klaas natuurlijk, gekkie.
Mieke: Oh, bedoel je dat. Ik
weet 't niet Maar vast iets heel
moois. Dót weet ik zeker.
Vincent Hoe kan je dat nou
zeker weten, man? Misschien
krijg je wel helemaal niks!
Mieke: Daar ben ik anders
helemaal niet bang voor. Volgens
mij krijg jij zelf niets.
Vincent Oh nee? Zal ik jouw
vertellen dat ik toevallig wel lek
ker een Ieren bal krijg.
Mieke: Dat mocht je willen.
Vincent Wedden? Je zal het
rien. Ik heb siiekum in de kast
gekeken bij papa en mamma.
Daar liggen de cadeautjes, op de
bovensta plank achterin.
Mieke: Oooh, dat mag niet!
Dat ga ik vertellen.
Vincent: Doe niet zo stom
joh. Als je dat doet, zeg ik dat jij
laastst hebt gespijbeld. Zo!
Mieke (denkt even na, trekt
een beetje kwaad gezicht): Goed,
ik zal niks zeggen. Maar dan moet
jij me vertellen wat ik krijg.
Vincent Dat weet ik niet. Ik
heb alleen naar de cadeautjes ge
keken waar mijn naam op stond.
Mieke: Rotjong! (Loopt dan
weg. Vincent kijkt haar na en
haalt de schouders op, mompelt
iets onverstaanbaars).
Op is het brood. „Heb jij Schim
mel vanmorgen geen eten gege
ven?", vraagt Sint een beetje boos
aan Piet. „Ja hoor baas, haver en
paardenkoeken en wortels". „Hij
bedelt gewoon maar bij een huis.
Schande", zegt Sint. „Vooruit
Schimmel, het dak op". Sint viert
de teugels, maar het paard loopt
rustig door. Wat is dót nu? Anders
vliegt Schimmeltje de daken op
en nu wil hij niet?
„Help, help", klinkt het opeens
boven hun hoofden. „Er staat een
paard op het dak met een man",
2egt zwarte Piet „Dat is mijn
schimmel", roept Sinterklaas,
„maar waar zit tk dan op?" Hij
springt op de grond en bekijkt zijn
paard eens goed. „We hebben het
verkeerde paard gepakt", zegt hij.
Piet fluit naar het paard op het
dak. Dat begint opeens te steige-
door Anke
ren. „Nee, oh, help, ik word zee
ziek", roept Harm. Met een bons
staat de schimmel op de' grond.
Harm hangt aan zijn hals en ziet
bleek van schrik. „Ik denk dat dit
uw paard is", zegt Sinterklaas, „ze
liep naar een huis en toen kreeg
ze brood". .Ja. dat doet Lena al
tijd", zegt Harm verlegen, „daar
woont oude Jannus en een eindje
verderop woont vrouw Groters.
Daar krijgt ze altijd een wortel".
Maar Sint en Piet zijn al verdwe
nen. Harm kijktverbaasd rond,
„Joehoe", hoort hij boven zich. Ze
staan al op het dak! „Alsjemenou,
het lijken wel acrobaten", zucht
Harm, „dat paard kan wel in het
circus". Hij blijft nog even staan
kijken hoe het paard steeds op een
ander dak springt Piet laat dan
een paar pakjes in de schoorsteen
glijden en hup, daar zweeft het
paard naar het volgende dak.
Het is bijna niet te geloven. Harm
schudt zijn hoofd. Dan klopt hij
Lena op dé hals en springt1 op
haar rug. „Alé Leentje, rustig aan
hè?" Lena maakt een een heel
mal sprongetje. Ze vindt het paard
van Sinterklaas erg-aardig. „Rus
tig, rustig. Je woont in Dommelen
en je baas heet geen Sinterklaas",
zegt Harm. Dan schudt Lena haar
manen en loopt kalm de straat uit
Kinderen
krijgen
geschenken.
Blij is de één,
jaloers de
ander.
Wachten op de Sint
Max komt even later op.
Max: Hoi!
Vincent Hoi!
Max: Je hebt ruzie met Mie
ke hè?
Vincent: Hoe weet jij dat?
Max: Ik zag d'r net kwaad
weglopen. Ze noemde je een...
(fluistert Vincent iets in het oor).
Vincent (kwaad): Dat zet ik
haar betaald!
Max en Mieke zitten naast elkaar
op een bankje (of twee naast el
kaar geschoven stoelen).
Max: Ik zou maar uitkijken.
Vincent is wat van plan omdat je
hem hebt uitgescholden.
Mieke: Dat weet ie dan zeker
van jou hè.
Max (beetje verlegen): Ik
kon toch ook niet weten dat hij
daar kwaad om zou worden?!
Mieke: Nee zeker. Dat rit er
anders nogal dik in.
Max: Ach kom, dat is 'ie toch
zo weer vergeten. Als we ^straks
de cadeautjes krijgen, denkt ie
nergens meer aan.
Vincent komt weer op, terwijl
Max net is weggegaan.
Vincent Zo!
Mieke: Wat. zó?
Vincent Jij krijgt dit iaar
niets! (Kijkt triomfantelijk)
Mieke: Wèèèt?
Vincent Net wat ik zeg. Je
bent toch niet doof?
Mieke: Hoe kan dat nou?!
(Gaat bijna huilen) Jq weL en
Max ook en ik niet? Dat ls ge
meen! Dat is niet waar!
Vincent Welles- Ik heb jouw
cadeautjes uit de kast gehaald en
verstopt (Lacht haar uit)
Mieke: Vuile- (Rent weg)
Vincent Hè, hè. Ze gelooft
het nog ook.
Max komt weer op.
Max: Leuk hoor Het is Sin
terklaasavond en Mieke zit te hui
len op haar kamer. Heb je nou je
zin?
Vincent Ik heb gezegd dat
ik haar cadeautjes heb verstopt.
Moet ze maar met zo stom zijn om
dat te geloven,
MaxJij moet met zo stom
zijn om zoiets te zeggen. Ga maar
door
Hans Dalmeljer
gauw zeggen dat het een geintje
was.
Vincent Nee.
Max: Zeg dat nog 's?
Vincent Ik denk er niet aan.
Ik doe het niet' Klaar!
Max: Je mag kiezen: ik sla je
kapot of ik zeg het tegen mamma.
Vincent Hei ene kan je niet
en het andere moet je niet wagen.
Dan zal ik je eens wat laten zien.
Vincent loopt daarna zonder nog
iets le zeggen weg. Max krabt op
zijn hoofd en weet niet wat hy
moet doen.
Vincent ril alleen op het bankje
als Mieke met de neus in de lucht
aan hem voorbij wil lopen.
Vincent (grijpt haar arroh
Mieke?
Mieke (bits): Laat me los!
Vincent (laat haar arm met
een loc): Luister eens?
Mieke: Wat moet je joh?
Vincent Het is met waar
hoor.
Mieke: Wat niet?
Vincent Nou, dat van jouw
cadeautjes. Dat ik die heb ver
stopt.
Mieke: Dat weet ik allang.
Vincent Hè? Hoe kan dat?
Mieke: Van Max.
Vincent Verdone. Da's niet
eerlijk.
Mieke: Ennehwaarom
vertel jij het me nu?
Vincent Tja, ik eh....
Mieke: Nou?
Vincent; Nou. ik vond het
toch een beetje lullig. Dus eh... 't
Is toch Sinterklaas vandaag?
Mieke: Zal ik jou eens wat
zeggen? Max en ik zijn ook gaan
kijken in de kast-
Vincent Echt?
Mieke: Ja.
Vincent En krijg ik die bal?
Mieke: Ha. je hebt jezelf ver
raden! Je hebt dus met gekeken!
Vincent (bedremmeld): Ei
genlijk niet nee. Ik durfde niet.
Mieke: Ha, ha, ha!
Mieke gaat af. Max komt weer op.
Vincent Wat krijg jij?
Max: Daar had Mieke je goed
te pakken hè? Wij hebben wel m
de kast gekeken, maar de cadeau
tjes waren al weg. Papa en mam
ma zijn je aan het zoeken. We
gaan beginnen met uitdelen!
Zwarte Piet heeft een grapje
uitgehaald en een vreemd
rijmpje gemaakt. Als je goed
leest kun je het zelf njmend
maken, door steeds het laatste
woord van de volgende regel
te veranderen.
Ome Klaas heeft een koude
nek
dat is in de winter niet zo
vreemd.
Maar straks vat hij misschien
nog kou
Daarom heeft de Sint voor u:
(luister goed nu allemaal)
een lekkere, warme wollen
das!
En voor Tante Marjolein
(die heeft altijd reuze lol)
heeft Piet ook wat meege
bracht
zodat ze zich een ongeluk
giert.
Voor het kindje in de wieg
heeft Sint, (denk niet dat ik nu
jok)
een grote, lieve teddybeer
en zo heeft hij nog wel wat an
ders.
Dat zullen jullie dadelijk zien
of anders volgend jaar, wel
licht
Vele groeten van Sint en Piet
Dit is het einde van het vers.
Sinterklaas vindt deze teke
ning erg saai. Alleen maar wit
en zwart Willen jullie hem blij
maken en de plaat heel mooi
kleuren? Je kan er een prijs
mee winnen! Er zijn drie leef
tijdsgroepen. Eén groep van
vier tot en met zes jaar, één
van zeven tot en met negen
jaar en één groep van tien tot
en met twaalf jaar. Voor elke
groep zijn er drie prijzen. Een
waardebon van vijftien gul
den, één van tien gulden en
één van zeven gulden vijftig.
Schrijf bij de kleurplaat je
naam, adres en leeftijd- Ver
geet dat vooral niet Stuur je
plaat vóór 5 december naar
Anke, Verwersdijk 6-8, 2611
NH, Delft Op de envelop zet
je, links bovenaan. Sinter
klaaskleurplaat.