17
Buitenlandse leerling
leraar
vernieuwing
De sfeer van een dorp in een
stad in wording
WÊBBSm
Dordrecht is blij met anderstalige kinderen
Centraal Wonen
in Spijkenisse:
-
Rotterdams Kieuwsblad
zaterdag
20 maan 1982
gemengde
kennis
nemen van
eikaars
culturele
achtergrond
Dordrecht „Buitenlandse kinderen zijn
een stimulans voor het basisonderwijs."
Die ongewone uitspraak komt van Henk
Klein, een onderwijzer die jarenlang les gaf
op een school met buitenlandse kinderen en
die nu chef ts geworden van
het bureau onderwijs aan an
derstaligen in de gemeente
Dordrecht.
De Dordtse onderwijzer
noemt zijn uitspraak heel lo
gisch. „De culturele aehter-
fronden van buitenlandse
inderen zijn zo anders, dat
jc gewoon niet langer klassi
kaal les kunt geven. Je rnoet
die leerlingen wel apart be
naderen als onderwijzer, en
die individuele benadering is
een van de uitgangspunten
van het nieuwe basisonder
wijs." Buitenlandse leerlin
gen dwingen dus tot vernieu
wing van het onderwijs. De
onderwijzer zal daardoor in
de toekomst achter zijn bu
reau vandaan moeten ko
men.
Onder leiding van Klein ex
perimenteert de gemeente
Dordrecht volop met onder
wijs aan buitenlandse kinde
ren. En tot ver in de omtrek
is er belangstelling voor die
experimenten. Zo komt de
zer dagen zelfs de Duitse on
derwijsminister over, om van
de Dortse aanpak te leren.
Toch heeft men ook in Dord
recht nog niet het ei van Co
lumbus gevonden waar het
gaat om onderwijs aan bui-
tenlandertjes. Dat zal ook die
Duitse minister ervaren als
hij enkele dagen rondstapt
op Dordtse scholen. Wel is
men in die stad een stapje
verder dan in andere ge
meenten in het land.
Het onderwijs aan buiten
landse kinderen is een pro
bleem dat aanvankelijk vrij
overzichtelijk leek. De on
derwijzers die als eersten te
maken kregen met andersta
ligen gingen er vanuit dat
het gehele probleem zou zijn
opgelost als ze eenmaal de
Nederlandse taal machtig
zouden zijn. De buitenlan
ders zouden dan immers de
normale lessen kunnen vol
gen. Van dat idee is het on
derwijs teruggekomen. De
verschillen blijken de taai
barrière tc boven te gaan. De
achtergronden van bijvoor
beeld Turkse leerlingen zijn
zo anders, dat Nederlandse
lessen vaak onbegrijpelijk
blijven, ook al zijn ze nog zo
verstaanbaar.
Postkantoor
Henk Klein put uit eigen
praktijk, als hij een voor
beeld geeft van de moeilijk
heden. „Als je een lesje geeft
over een postkantoor, begrij
pen Turkse leerlingen daar
vaak maar weinig van. Een
postkantoor in Nederland is
heel iets anders dan in Tur
kije; die Turkse kinderen
hebben een postkantoor uit
eigen land in gedachten en
begrijpen niet waarover je
praat. Die verschillen zijn zo
groot dat er nauwelijks klas
sikaal les valt te geven."
De culturele verschillen bin
nen een klas zullen steeds
meer aandacht krijgen in de
lessen. Landelijk spreekt
men van 'intercultureel on
derwijs' maar in de praktijk
komt daar nog niet zo heel
erg veel van terecht. Er zijn
nauwelijks leermiddelen die
voor dat intercultureel on
derwijs kunnen worden ge
bruikt. De gemeente Dord
recht is daarom maar zelf
materiaal gaan ontwikkelen.
Het meest in het oog sprin
gende materiaal dat Dord
recht heeft vervaardigd, is
een Turks project. Henk
Klein; „Wc hebben een heel
bekend Turks volksverhaal
als uitgangspunt genomen,
waarin de cultuur duidelijk
herkenbaar is. Het is het ver
haal van een Turks jongetje,
wiens vader en moeder over
lijden. Hij wordt dan opge
voed door een tante in het
verre Palestina, een land dat
totaal anders is. Die verschil
len spelen in het hele ver
haal door en zijn voor de
buitenlandse kinderen heel
herkenbaar. Zij maken hier
immers iets dergelijks mee."
„Maar ook Nederlandse kin
deren zullen vaak dergelijke
ervaringen hebben: als zij
gaan logeren bij een tante in
Friesland komen ze ook in
een heel andere omgeving
terecht. Zo'n project leidt
dan tot uitgebreide gesprek
ken over de verschillen in
cultuur. Als je ziet wat er
naar aanleiding van zo'n
project loskomt op school...
Het blijkt de kinderen enorm
te boeien."
Kameel
Intercultureel onderwijs
moet volgens Henk Klein op
elke schooi worden gegeven,
ook al zijn er nauwelijks of
geen buitenlandse leerlingen.
„Er komen in de maatschap
pij immers steeds meer
vreemdelingen. In 1990 zal
het aantal zijn verdubbeld of
zelfs verdrievoudigd, zo is
berekend. Via het onderwijs
zal dan een mentaliteitsve
randering moeten worden
aangekweekt. Maar als je da
gen met zo'n project bezig
bent, en er komt opeens een
vader de klas binnen stappen
met de vraag: Wat motten
die rotturken hier; die horen
op een kameel in de woes
tijn; dan vraag je je toch af
waar je mee bezig bent."
Het contact met de ouders
krijgt in Dordrecht veel aan
dacht. Vooral de buitenland
se ouders, die zich nauwe
lijks met het onderwijs van
hun kinderen bemoeien, pro
beert men erbij te betrekken.
Daartoe zet Dordrecht ou-
dercomité's op, per nationali-
door
Richard
Stomp
Buiten
landse
leerlingen
dwingen het
onderwijs
tot aandacht
voor het
individu.
teit. Klein: „Opvallend daar
bij is de grote drempelvrees
die bij buitenlandse ouders
bestaat. Maar nu bijvoor
beeld het Marokkaanse ou
dercomité een paar maal
bijeen is geweest, is de
belangstelling sterk gegroeid.
Die mensen blijken behoefte
te hebben aan een geduldige
uitleg over het Nederlandse
onderwijssysteem. Daar blij
ken ze vaak mets vanaf te
weten."
Het probleem van de buiten
landse leerlingen zal in de
toekomst vanzelf kleiner
worden, meent de Dordtse
onderwijzer. Bij volgende ge
neraties zal het in ieder ge
val anders zijn, omdat het
mensen betreft die al langer
in Nederland verblijven.
Daarom is volgens Klein
geen algemeen beleid voor
de lange termijn mogelijk.
Het probleem verandert er
gewoon te snel voor. Om de
gaten, die daardoor dreigen
te ontstaan, op te vullen, kan
uitstekend gebruikt worden
gemaakt van projecten zoals
ze bijvoorbeeld in Dordrecht
worden ontwikkeld.
De belangstelling voor die
projecten is groot. Zo groot
zelfs, dat Dordrecht het ver
menigvuldigen en verzenden
van de projecten niet meer
zelf aankan. Met bemidde
ling van het ministerie heeft
men nu weten te bereiken
dat een commerciële uitgeve
rij het project uit zal geven.
iHet Turkse volksverhaalpro
ject zal door Educa Boek op
de markt worden gebracht.
Verder is men in Dordrecht
bezig met een ander Turks
project en bestaan er ook
plannen voor een Marok
kaans verhaal.
Bovendien wordt er gewerkt
aan een methode voor hel
onderwijs in de Turkse taal.
Klein: „De methoden die
daarvoor gebruikt worden
komen uit Turkije, maar dat
materiaal is gedrukt op zulk
slecht papier dat het nauwe
lijks bruikbaar is. Bovendien
is het helemaal op de Turkse
situatie geschreven, dus ook
dat is niet ideaal. Daarom
willen twee Turkse onder
wijskrachten een eigen me
thode laten schrijven. Alleen
moeten die twee leerkrach
ten wel worden vrijgemaakt
en daarover moet nog met
het rijk worden onderhan
deld."
Maar het onderwijs aan bui
tenlandse leerlingen moet
zich volgens Klein niet al
leen tot het lager onderwijs
beperken. „Het is natuurlijk
onzin dat die kinderen tot
het vierde jaar thuis de moe
dertaal spreken, daarna op
de kleuterschool alleen Ne
derlands, om op de lagere
school weer onderwijs in ei
gen taal en cultuur te krij
gen. Zoiets zou gewoon moe
ten doorlopen, Wij hebben
hier een gediplomeerde
Turkse kleuleronderwijzeres
en daarin zijn wij landelijk
vooralsnog de enige."
Een volledig wederzijds ac
cepteren van de verschillen
de culturen acht Klein een
utopie. „Dat bereik je niet,
het enige wat je kunt probe
ren is dat de mensen kennis
nemen van eikaars achter
gronden. En daaraan zijn wijl
m Dordrecht bezig."
Spijkenisse Relaties komen er tot stand, maar vinden er
;evengoed een einde; feesten tot in het vroege ochtenduur zijn
«de bewoners niet vreemd, evenmin als veel lachen, maar aan
Ide andere kant vallen er ook harde woorden en vloeien er
tranen. Verder is roddelen een geliefd tijdverdrijf.
Kortom, niets menselijks is
He bewoners van het cen
traal wonen-project in de
wijk De Hoek in Spijkenisse
Vreemd. In de zestig wonin
gen - verdeeld over tien
blokken van elk zes woon
eenheden - voelt het meren
deel van de honderddertig
Hcwoners zich thuis in het
dorpse sfeertje, alle plat
vloerse grappen van de bui
tenwacht over één enorme
fatras en één grote douche
ruimte ten spijt...
Misverstanden over dit
project bestaan nog steeds.
Öe bewoners merkten en
Herken het bijna dagelijks in
Kun familiekring, onder
vrienden en op het werk.
Zondags komen er nog wei
eens groepjes wandelaars
aapjes kijken" in het ty
pisch vormgegeven wijkje en
sommige ouders schijnen
hun kinderen gewaarschuwd
te hebben „maar niet om te
gaan met de kinderen uit het
cw-project". Onbekend
njaakt in bepaalde kringen
flog steeds onbemind.
Het idee voor het project da
teert van vijf jaar terug, uit
gaande van enkele centraal
wonen-projecten zoals die el
ders in den lande gestalte
kregen. In Spijkenisse werd
de vereniging Centraal Wo
nen opgericht. Een woonom
geving scheppen waarin
niensen mét en niet naast el
kaar leven was het doel.
Geen commune, zoals wel
tvordt gesuggereerd, maar
P611 eigen woninkje voor ie
der, waar men desgewenst
van de nodige „privacy" zou
«innen genieten.
de uitwerking van de
Wannen kwamen de mensen
Van het eerste uur in de pro
blemen. Het terrein waarop
project gebouwd zou
gorden, het ontwerp van de
^stapelde woningen...het
sfrookte niet met hun idea
al, en zij haakten af. Hun
Fterk werd overgenomen
Centraal Wonen in Spijke-
door een groep die bereid
was enkele concessies te
doen, en zo kon vorig jaar op
21 september de eerste wo
ning opgeleverd worden.
Twee maanden later zat het
complex bestaande uit
vijf-, vier-, drie- en twee-ka
merwoningen vol. Tijd
voor een officiële opening is
er nog niet geweest; dat gaat
op 8 mei plaatsvinden.
Buurman
Voor het doen slagen van
een dergelijk project is het
van veel belang dat de deel
nemers elkaar goed kennen.
door Ton van der Vliet
lp de voorbereidingsfase
werkten de aspirant-bewo
ners daar aan door middel
van onder meer nachtenlan
ge gesprekken en weekend
bijeenkomsten. „Kies je ei
gen buurman" was de leuze
waarmee men leden voor de
vereniging werfde. Dat viel
in de praktijk niet helemaal
waar te maken. De bouw
kundige opzet vormde al een
struikelblok. Eén woonblok
ook wel cluster genaamd
bestaat uit een vijf-, een
vier-, een drie- en dne
tweekamerwoningen. Dat
beperkt de keus al in ruime
mate. Elk blok bestaat min
of meer automatisch uit en
kele gezinnen en voor de
rest uit alleenstaanden of
tweepersoonshuishoudens.
Emotioneel was het voor de
leden ook moeilijk om uil te
spreken „jou wil ik wel, en
jou per se niet als buurman".
Ander punt was dat er ook
mensen van „buitenaf" aan
getrokken moesten worden
om alle woningen bewoond
te krijgen. Dat heeft een fi
nancieel achtergrondje. De
vereniging huurt als het
ware het gehele complex van
de opdrachtgever NCHB uit
Amsterdam. Op haar beurt
st k*
int de vereniging bij haar le
den-bewoners weer huur,
welke afhankelijk van de
woninggrootte Ligt tussen
ƒ450.- en ƒ670.- per maand.
Om de boekhouding sluitend
en vooral de huren betaal
baar te houden was het zaak
alle woningen verhuurd te
krijgen. Omdat de vereni
ging toen circa veertig leden
telde waaronder ook nog
kinderen en het complex
ruimte biedt aan een veel
voud daarvan, was het zaak
snel huurders te zoeken. En
zo kon het gebeuren dat zich
mensen aandienden, die
puur om woonruimte verle
gen zaten en verder nauwe
lijks binding hadden met de
gedachte achter het project.
Toch kregen ook zij een
plaatsje in het complex toe
gewezen. Wat niet wegneemt
dat men verwacht, dat ook
die „woon ruimte-zoekers"
zich in de loop der tijd wel
zullen aanpassen aan de cen
traal wonen-gedachte.
Sfeertje
En dat zou moeten komen
door het aanstekelijke „dorp
se karakter" van deze
nieuwbouwwijk in een groei-
gemeente. Een sfeertje van
gezellig-onder-elkaar zoals
Ron het omschrijft. Hij is af
komstig uit een Zeeuws
dorpje en had het al snel
slecht naar z'n zin toen hij
verhuisde naar een flatwo
ning op de Zalmplaat in
Hoogvliet. Hij zegt; „Speciaal
het dorpsidee heeft mij van
begin af aan bijzonder aange
sproken, Als ik nu de wijk
binnenkom proef ik een be
paald sfeertje, en dat bevalt
me prima".
An net heeft dezelfde erva
ring. Ervaring met een ver
gelijkbare woonvorm deed ze
tijdens haar studie op, toen
ze met meerdere studenten
een flatwoning bewoonde.
„Zo met elkaar is het best ge
zellig. Overigens niet zo iets
als een commune hoor, want
dat spreekt me niet aan. Zelf
stel ik veel prijs op m'n pri
vacy, en dat lukt hier best.
Je trekt eenvoudig de deur
achter je dicht. We zitten
trouwens in een vrij „nuch
ter" blok. De centraal wo
nen-gedachte komt er nu pas
een beetje uit. In ons blok
zijn we ook nog maar net be
gonnen met het schoonma
ken van de centrale ontmoe
tingsruimte".
Teleurstelling
In elk van de tien blokken is
zo een centrale ruimte aan
gebracht. Aanvankelijk zou
dat de spil worden van het
project. Daar zouden geza
menlijk maaltijden bereid en
genuttigd gaan worden, en
daar zouden de contacten ge
legd moeten worden, aldus
de eerste plannen. De prak
tijk wijst anders uit, want in
de ruimtes is in de huidige
vorm bijvoorbeeld geen keu
kenblok opgenomen. Als er
gezamenlijk gegeten wordt,
is het vaak bij een van de be
woners in huis, maar dat
gaat natuurlijk ook goed.
Toch mist een aantal bewo
ners nog wel „spontane" con-
takten. Zoals Jan bijvoor
beeld, wiens echtgenote Son-
ja voorzitter van de vereni
ging is. Als er mensen bij
hen over de vloer komen, is
dat in de ogen van Jan nog
te vaak met een reden. Ze
hebben een klacht over de
verwarming die het niet
goed doet, of iets dergelijks.
Vaak is het nog een plicht
matig binnenkomen, terwijl
dat in feite lijnrecht staat te
genover de bedoeling van
centraal wonen. Sonja: „Je
leest weieens zo'n afschuwe
lijk bericht in de krant dat
iemand geruime tijd dood in
huis heeft gelegen zonder dat
iemand het merkt. Pas
kwam ik tot m'n schrik tot
de ontdekking dat zoiets hier
ook kan gebeuren".
Het feit dat veel van de be
woners vaak moeite hebben
om initiatieven te nemen
wekt ook nog weieens wre
vel. Teveel laat men nog af
hangen van de mensen die in
het bestuur van de vereni
ging of in een commissie zit
ting hebben, en aldus een
soort van „voortrekkers-
stempel" opgedrukt hebben
gekregen. Agnes kan zich
daar ook nog weieens aan
storen. Ze is al geruimte tijd
lid en met bepaalde idealen
aan het centraal wonen be
ginnen. ,.En dan is het te
leurstellend om te merken
dat je bij sommige activitei
ten de mensen er echt bij
moet slepen". Jan voegt daar
aan toe dat, hoe graag som
migen ook zouden willen,
het eenmaal niet mogelijk is
mensen te dwingen spontane
dingen te doen.
Barbecue
Wat dat betreft zijn de ver
wachtingen. voor de komen
de zomer hooggespannen, In
de achterliggende maanden
hebben de bewoners het zo
druk gehad met verhuizing
en inrichting van hun nieu
we woning dat ze aan het ei
genlijke centraal wonen nog
niet helemaal zijn toegeko
men, zo heeft men de in
druk. Veel activiteiten speel
den zich bovendien tijdens
de wintermaanden binnens
kamers af, wat het leggen
van contacten ook enigszins
in de weg staat. Nu al is
(daarin een kentering merk
baar. Er wordt hard gewerkt
om de gemeenschappelijke
tuinen „zomerklaar" te ma
ken, waaruit vanzelf contac
ten ontstaan. Links en rechts
worden spades en kruiwa
gens geleend en er zijn spit-
en koffiezetploegjes gefor
meerd. Plannen voor barbe
cue-feesten zijn in voorberei
ding en er wordt ook al ge
sproken over softbal- en
voetbalcompetities.
Erik is een van de jongere
bewoners die het zomerge-
beuren enthousiast tegemoet
zien. Stilletjes aan breidt hij
z'n kennissenkring binnen
het project uit. In het begin
verbleef hij vrij veel in 21n
tweekamerwoning, simpel
weg om te genieten van de
vrijheid nu hij zelfstandig
woonde. Het nieuwtje is er
nu wat af en eigenlijk komt
hij nu pas toe aan het cen
traal wonen: „Van de zomer
heb je hier volgens mij het
idee dat je op een camping
zit. Iedereen zit dan gezellig
buiten, tuindeuren wagen
wijd open, kortom dé moge
lijkheid links en rechts
praatjes aan te knopen en
wat beter kennis te maken".
En in dat opzicht lopen de
volwassenen eigenlijk flink
achter bij de kinderen die
rijkelijk aanwezig zijn bin
nen het project. Juist toen de
toekomstige tuinen nog be
hoorlijke modderpoelen wa
ren hebben zij ai spelender
wijs met elkaar kennis ge
maakt en ze kunnen het
goed met elkaar vinden. De
ouders zijn het er over eens
dat deze vorm van wonen
juist voor kinderen veel posi
tieve aspecten bevat. De toe
komst zal leren of dat zo is.
Enkele schoolartsen zijn in
elk geval geïnteresseerd in
het project en dan speciaal
naar de ontwikkeling van de
kinderen daarbinnen.
Hoe de bijna 14-jarige Jeroen
over centraal wonen denkt is
wel duidelijk: onder geen en
kel beding wil hij terug naar
het rijtjeshuis waar hij eerst
woonde