14 'De rest van je leven vul je rebussen in9 Doven en slechthorenden leren weer communiceren |r; Rotterdams Nieuwsblad maandag 27 december 1982 RZ/RV/KY/RW De Rotterdamse Ammanstiehting' bestaat dit jaar 25 jaar. De stichting, die zich bezig houdt met doven en slechtho renden, vormt met verschillende scholen en een audiolo- gisch centrum een voor Nederland unieke bundeling. Aan het jubileum heeft de stichting vooralsnog weinig aan dacht geschonken, maar er zijn voornemens om de eerste maanden van 1983 een open dag te houden. Vooruitlopend daarop brengen wij vandaag een pagina groot verhaal over een van de activiteiten van de stichting. Wij kozen voor een cursus communicatietechniek, zoals die wordt gegeven aan een kleine groep mensen met hoorstoor- nissen. De cursus is bestemd voor die mensen die plots doof geworden zijn, voor slechthorenden die met een boorappa raat niet voldoende kunnen horen en voor slechthorenden die verwerkingsproblemen hebben. Doordat hei om een kleine groep mensen met hoorstoornis- sen gaat, zou een te sombere indruk kunnen ontstaan van de mogelijkheden die slechthorende mensen hebben. Wij wijzen er daarom met klem op dat de ervaringen, die in dit verhaal zijn weergegeven, persoonlijke ervaringen zijn van gehoorgestoorden met de grootste problemen, en niet gel den voor alle mensen die moeite krijgen met het horen. In het verhaal zijn namen zoveel mogelijk weggelaten. Verschillende deelnemers aan de cursus hadden hierom ge vraagd. Rotterdam Mannen met forse snorren zien ze liever niet bij de 'Ammanstiehting. Daar kunnen doven en slechthorenden niet mee com municeren. Wanneer de snor haren als een scherm voor de mond hangen, wordt liplezen immers tot een onmogelijk heid. Het is een van de zaken waar je als horende niet bij stilstaat, maar die van het allergrootste belang zijn voor gehoorge stoorden. Directeur drs. P.H. van der Veen werd bij zijn komst enige jaren geleden zelfs geadviseerd baard en snor maar af te scheren. „Zo drastisch hoeft het gelukkig niet", glimlacht de nog steeds bebaarde enbesnorde direc teur nu. „Maar het is wel be langrijk dat je mond goed zichtbaar is." We zitten met de Amman-di- recteur bij de laatste les in de cursus communicatie. Een ex tra les, want eigenlijk was de cursus net afgelopen. Maar terwille van de publiciteit wilden de twaalf cursisten (zeven slechthorenden, drie doven en twee partners) nog wel voor een extra sessie naar het hoge Ammangebouw te- genover de voormalige vee- r markt komen. Die bereidheid om een krant U, te woord te staan is voor veel auditief gehandicapten een t." overwinning op zichzelf, want net als het aanvaarden van de eigen mogelijkheden is het naar buiten toe erkennen van de handicap een onvoorstel baar moeilijke stap. Toch i heeft men die stap gedaan. Want misschien kan een arti- kei in de krant het begrip voor gehoorgestoorden doen toenemen. Liplezen - In de wandeling wordt ge- sproken van een cursus liple- j zen, maar in feite is dat geen t juiste term. „Het gaat om veel meer", ,zegt logopediste me- vrouw N. van der Vlies- Struijk. „Gebaren (natuurlijke i gebaren als ondersteuning) zijn minstens even belangrijk. Met liplezen alléén kan nie- mand een gesprek volgen!" Zij spreekt zo zorgvuldig als je van een logopediste zou ver wachten en ondersteunt haar betoog met besliste en vooral duidelijke gebaren. Het leslokaaltje is klein. In het midden staan tafels tegen elkaar aangeschoven tot een groot vierkant. Daaromheen aan drie zijden de cursisten. Aan de vierde kant logopedis te mevrouw Van der Vlies, goed zichtbaar voor iedereen. Op een van de hoeken staat een overhead-projector, die &p een groot scherm de teksten projecteert, die door maat- i* schappelijk werkster me- vrouw C.C.M. Laurey met een viltstift op een transpa- s1 rante rol worden geschreven. V Zo verschijnt op het scherm een samenvatting van wat be- J sproken wordt. Als steuntje --•voor mensen die iets hebben moeten missen. I Gespannen |'-De sfeer is duidelijk gespan- pfnen. Het is niet prettig als mensen van de krant naar je handicap komen kijken. Aan vankelijk zal ook het commu niceren moeilijk gaan. „Ik ben vandaag duidelijk niet in vorm. Als ik eerlijk ben: ik ben nogal gespannen", zegt een mevrouw. Meer mensen in de groep blijken daar last van te hebben. Ook ik voel mij niet op mijn gemakkelijkst. Later zal de maatschappelijk werkster daarover zeggen: „Veel men sen zijn bang voor doven en slechthorenden; ze weten niet hoe ze er mee om moeten gaan. Iedereen heeft de nei ging om met een wijde boog om dingen heen te lopen die hij niet begrijpt" De les begint. De cursisten moeten woordjes opschrijven die mevrouw Van der Vlies zonder dat er iets van te horen valt voorzegt. De stand van de mond is de enige informatie die de cursisten hebben. De woordjes zijn op zich eenvoudig: slik, zat, bed, put, klep. De logopediste zegt elk woord twee keer en be weegt haar mond zoals alleen een logopediste dat kan. De klas hangt aan haar lippen; in door Richard Stomp Foto's: Ben Blumers dit geval zelfs bijna letterlijk. Zelf probeer ik mee te schrij ven. Mijn lijstje klopt nïet erg; in plaats van 'slik' heb ik 'zeg', in plaats van 'bed', 'pech' en 'put' wordt zelfs 'boor'. Ik breng er bedroe vend weinig van terecht. Al leen het woordje 'zat' weet ik te raden. Maar ook de groep slechthorenden blijkt grote moeite te hebben met deze oe fening. Eigenlijk zijn alleen de doven goed in het liplezen; zij moeten wel, want zij zijn de mensen die hélemaal niets van de spraak horen. Hoe do ver iemand is, hoe belangrij ker liplezen voor hem kan zijn. Maar ook de doven kunnen niet Alles aflezen. Sommige klanken zijn eenvoudigweg nïet te zien, omdat ze bijvoor beeld achter in de keel wor den gevormd. Bovendien heb ben verschillende klanken dezelfde mondbeweging. Nïet alle fouten zijn dan ook echt fout Bed en pet zijn hetzelfde; een gehoorgestoorde moet uit de context begrijpen welk woord goed is: een bed heb je niet op je hoofd, in een pet slaap je niet. Televisiespelletjes Daarna wordt geoefend met woorden uit een bekende reeks. Eerst twee cijfers bene den de twintig, daarna dagen van de week, maanden van het jaar, kleuren en de catego rie bekende televisieprogram ma's. Het heeft iets weg van woordjes raden in een televi siespelletje. Nu het onderwerp bekend is, ligt de score veel hoger. Een cursiste: „Het is een stuk makkelijker als je een beetje weet wat er kan komen. Als je weet waar een gesprek over gaat is het mak kelijker te volgen." De overhead-projector die tij dens de cursus wordt gebruikt maakt" lawaai. „Dat is "ver- Aan drie zijden van de samengescboven tafels de cursisten. De logopediste is voor ieder een goed zichtbaar. Logopediste mevrouw Van der Vlies. schrikkelijk irritant", zegt een mevrouw. Achtergrondgeluid is altijd storend, en kan ge sprekken soms onverstaan baar maken voor slechthoren den. Door het hoorapparaat kan het betreffende geluid zo worden versterkt, d^t het zelfs kan gaan overheersen. Zo kan het gedachtenloos spe len met een plastic koffiebe- kertje een ondraaglijk lawaai opleveren. Voor in de klas staat een bandrecorder en aan twee zij den van het lokaal staan spea kers. Als de logopediste de band start is verkeerslawaai te horen: optrekkende auto's, getoeter en remgeluiden. Op normale toon leest zij daarna een verhaaltje voor? het ge zicht verborgen achter een blaadje papier. Het is voor slechthorenden zichtbaar moeilijk te volgen door het storende achtergrondlawaai. Mevrouw Van der Vlies: „Het is belangrijk om meteen in te springen zodra je het niet meer kunt volgen. Als je lan ger wacht verlies je de draad van het het gesprek." Directeur Van der Veen: „Dat doet mij denken aan mijn eindexamen Frans. Dat ging over een piéton, over een voetganger dus. Maar veel leerlingen dachten dat het over een python, een slang ging. Het hele verhaal door moesten zij proberen het ver haaltje zo uit te leggen, dat het klopte met die slang. Dat is als probleem precies het zelfde met een slechthorende die een belangrijk, woord ver keerd verstaat. Het hele ver haal wordt zo moeilijk te vol gen." Moeilijk De cursisten vinden het moei lijk om nu, na twaalf lessen, te vertellen wat de cursus hen heeft geleerd. „Dat blijkt later pas precies, nu zijn %ve er nog teveel mee bezig." Vast staat wel dat het in de cursus om meer ts gegaan dan spraakafzien alleen. „Ik ben veel meer van mijzelf gaan1 begrijpen; ik ben het feit dat ik slechthorend ben gaan ac cepteren." zegt iemand. Volgens logopediste mevrouw' Van der Vlies is die acceptatie een van de moeilijkste, stap pen. „Vooral bij de plots do ven, de mensen die van de ene dag op de andere doof worden, is dat welhaast on overkomelijk. Zo was er on langs een mevrouw die haast agressief werd toen over de cursus werd gesproken. „Ik doe daar niet aan mee hoor", zei ze. „Ik kijk u gewoon niet aan; ik wil niet liplezen, ik wil weer horen..." Toen 2ij twee weken later te rugkwam was zij een totaal ander mens. Zij bleek met een hoortoestel toch meer te ho ren dan verwacht. Zij straalde en popelde om met de cursus te beginnen, In twee weken was zij volkomen veranderd. Bij anderen duurt het vaak langer. Soms gaan er maan den of zelfs jaren overheen voordat iemand het volledig heeft geaccepteerd." Aan die verwerking van de eigen slechthorendheid wordt op de cursus in Rotterdam veel aandacht geschonken. Het gaat bewust niet alleen om een technische cursus in het liplezen. „Alleen liplezen vinden wij onvoldoende", vertelt maatschappelijks werkster mevrouw Laurey. „Op andere plaatsen in het land gebeurt zoiets wel; dan werkt een logopedist alleen: de cursus die de mensen dan krijgen vinden wij te be perkt." Ook de cursisten uit Rotter dam denken er op die manier over. Ander mens „Een slecht gehoor hebben betekent veel meer dan alleen maar niet goed kunnen horen. Je wordt een ander mens: je gaat anders reageren, wordt trager in alles wat je doet. Ik kan nu redelijk gesprekken volgen, maar het blijft eigen lijk de gehele dag op je tenen lopen. Dat is erg vermoeiend: je moet alles de gehele dag omzetten in je eigen taal. „Het is absoluut niet alleen het horen dat je verliest. Je raakt ook een stukje van je zelf kwijt Je kunt je eigen spitsvondigheid niet meer kwijt. Ik ben de ik niet meer die ik vroeger was. Ik ben niet meer de vrouw die flit send kon reageren. Je eigen ik gaat daar een beetje onder door." „Je moet dingen bij jezelf ont dekken. Als ik vroeger de pressief was, zette ik een stuk klassieke muziek op. Dan wist ik dat Ik mij snel weer beter voelde. De laatste tijd hielp dat niet; de muziek deed mij plots niets meer. Lange tijd heb ik gedacht dat Ikzelf erg aan het vervlakken was. Tot dat mij tijdens gesprekken op deze cursus duidelijk werd dat ik bepaalde tonen niet meer kon horen. Het was mijn ge hoor dat vervlakte. Daardoor kon ik de mooie tonen van violen bijvoorbeeld niet meer horen." Een ander is slechthorend vanaf haar geboorte. „Ik had nog nooit de tonen van een harp gehoord. Natuurlijk had ik het instrument wel gezien, maar het geluid dat erbij hoorde, kende ik niet. Totdat ik met mijn gehoorapparaat vlakbij een harp ben gaan zit ten. Toen hoorde ik voor het eerst het prachtige geluid dat zo'n instrument voortbrengt." Verschrikking Eén van de aanwezigen wordt behalve, slechthorend „ook steeds meer slechtziend. Voor hem is het allemaal extra moeilijk. Op zijn werk on- vlucht hij tijdens schafttijd de kantine. Hij kan heel moeilijk spraak aflezen. En door het gerammel van kopjes, borden en bestek is de akoestiek in kantines slecht. „Kantines zijn een verschrikking", bea men de anderen. Een dove man is jarenlang bang geweest om aan sport te gaan doen. Hij was bang door anderen niet geaccepteerd te worden. Nu doet hij aan tbody-building, samen met ho- Yende mensen. Een teamsport zou veel moeilijker zijn. „Je moet oppassen dat je je hardhorendheid niet aangrijpt als smoes. Dat je jezelf er niet mee bedriegt Dat je, als je heel verlegen van aard bent, niet je gehoor de schuld geeft van het feit dat je geen con tacten legt. Dat kan dan ge woon aan je verlegen aard lig gen. Je moet oppassen dat je jezelf niets wijsmaakt. Daar schiet je geen steek mee op." Een dove vrouw plaatst daar bij een kanttekening. „Ik ben een cursus gaan volgen met allemaal horende mensen. Maar het feit dat je doof bent, maakt dat je er nooit echt bij zult horen. Als er aan het eind van de tafel een grap wordt gemaakt ben jij de eni ge die niet lacht, omdat die grap jou ontgaat." Feestjes Ik kom zelf met een voor beeld uit mijn kennissen kring: een slechthorende man die geen feestjes meer be zoekt, omdat hij tóch niet vol waardig aan de gesprekken kan deelnemen. De gehele groep heeft dergelijke erva ringen. „Ik was een keer op een feest je en na een tijdje verstond ik zelfs mijn linker- en mijn rechter buurman niet meer. Toch ben ik zolang mogelijk blijven zitten. Je probeert im mers de contacten die je hebt te behouden?" De vrouw van een volledig dove man moet op feestjes re gelmatig constateren dat haar man in de loop van de avond stil en alleen in een hoekje belandt, waar niemand meer aandacht aan hem besteedt. „Dan kun je maar een ding doen: je jas pakken en weglo pen. Wij hebben dat regelma tig moeten doen..." Hoe tevreden de cursisten na twaalf lessen ook zijn, ze kun nen geen van allen volledig met anderen discussiëren. (De slechthorenden kunnen goed discussiëren, de doven kun nen helemaal niet met ande ren discussiëren). De lesjes van de logopediste volgen gaat nog wel. Maar zij is een uitzondering. Zij is iemand die overdreven goed articu leert, handen en voeten bij het praten gebruikt. Iemand die is getraind om met dove mensen te communiceren. Dat kun je niet vergelijken met de dagelijkse praktijk in de harde maatschappij. „Ik kreeg een keer een man op bezoek die van nature met zijn hoofd heen en weer schudde. Die man was voor mij niet te volgen. Een goede communicatie met zo iemand is niet goed mogelijk." „Het afgelopenSinterklaas feest kwam mijn,-kleindoch- terje bij mij zitten. Ze '".had hele, verhalen, je. vertéllen."Tk heb er niets van kunnen'vol gen,.- ---- - „Gisteren had ik een vergade ring. De voorzitter had eei grote snor en had bovendiei een pijp in zijn mond. On danks mij verzoek wilde hj die pijp niet wegleggen. He was een belangrijk overleg. II heb toen gedreigd op te stap pen, als hij geen rekening wil de houden met mijn slechu gehoor. Omdat devoorzittel de bijeenkomst tot een goec einde wilde brengen heeft hij aan mijn verzoek voldaan. Ir. dit geval had ik macht. Maai in andere situaties vraag je soms tevergeefs om een beetje, begrip." Aanpassen Op de cursus van de Amman stiehting Ieren slechthorenden en doven zich aanpassen aan de maatschappij. Zou anders om niet beter zijn: horenden die zich aan hen aanpassen.' Moet er kortom niet een cursus zijn voor de horenden? Zitten niet de verkeerden in het leslokaaltje? Een onverdeeld ja of nee valt niet als antwoord op deze vraag te verwachten. Even wordt emotioneel gereageerd op de opmerking. Een enke ling voelt wel voor een derge lijke ommekeer. Anderen re lativeren: „Het is uiteindelijk toch zo dat wij ons zullen moeten aanpassen aan de maatschappij." „Als horenden zich bewust gaan instellen op de oiet-horenden, dan gaat veel van de spontaniteit ver loren. Daarom vind ik het na tuurlijker als wij ons aanpas sen." In theorie is de logopediste mevrouw Van der vlies het wel eens met een. aparte cur sus voor horenden. Er zijn im mers zoveel kleine dingetjes die het makkelijker zouden maken. Duidelijk articuleren tijdens het spreken, zoveel mogelijk natuurlijke gebaren maken, iemand aankijken tij dens het gesprek. Het zijn eenvoudige dingetjes die ie dereen kan verzinnen, maar je staat daar als horende eevoudïgweg te weinig bij stil. We leven in een jachtige maatschappij die in het geheel niet is ingesteld op mensen met een verminderd gehoor. Maar als horenden konden begrijpen wat het is om doof te zijn of slechthorend zou er al heel wat verbeteren. In dat verband zou het wel goed zijn als er een aparte cursus voor horenden zou zijn." Rebussen Een uiteindelijke conclusie valt over een cursus als van de Ammanstiehting niet te ge ven. Daarvoor zijn de indivi duele verschillen te groot' ook mensen die slecht kun nen horen zijn Immers indivi duen. De een houdt grote moeite met communicatie, een ander overwint zijn schroom en legt vrij makke lijk contacten. Voor de mees ten is de ervaring als volgt: je kunt weer communiceren met anderen, maar de finesses ontbreken. Je zult altijd delen van de gesprekken moeten missen en die delen moet' je dan uit de rest van het ver haal zien te begrijpen; De meest simpele waarheid spreekt een man afkomstig uit Zeeland'. „Als je doof bent of slechthorend, ben je de rest van ie leven bezig met het in-, •"vullen-van rebussen.'"Sbc -

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1982 | | pagina 3