18 ROTTERDAM i Dokter Peters is nu 'landheer' op Tholen jaspass! H&r.'rt J.-i déf De eerste arts voor kleine huisdieren Rotterdam wordt morgen tachtig Rotterdams Nieuwsblad woensdag 27 april 1983 EY/RW Tholen Reeds in de .verte zie je, als je de brug van Brabant naar* het zeer vlakke Zeeuwse eiland Tholen over bent, de markante figuur van dierenarts-in-ruste Johan C. Peters. Tevens neem je "dan waar, dat dit 'rusten' maar betrekkelijk is, - .want de man, die in 1926 Rotterdams eerste arts voor kleine huisdieren was, zwoegt er lustig op los. Hij spit met zoveel 'elan in de harde klei, dat je je verbaasd afvraagt of het wel waar is, dat hij morgen tachtig jaar hoopt te worden. Dat spitten doet hij op de 2500 vierkante meter grond, waar op het witte huis staat, dat hem en zijn vrouw sinds kort permanent onderdak biedt. ,-Zes jaar geleden heeft hij het gekocht met de bedoeling er in eerste instantie de weekeinden 'door ie brengen. In de week was dokter Peters weer pre sent in zijn praktijk aan de ■Rotterdamse Walenburgerweg. Sinds kort zijn pand en prak tijk er verkocht en heeft het echtpaar Peters zich definitief "gevestigd in Oud-Vossemeer. 'Immer met een wel of niet smeulende kromme tabakspijp in de mond of de hand, banjert 'dokter Peters op enigszins overjarige klompen over zijn "Jap, rijkelijk van bloeiende bolgewassen voorziene grond. Temidden van kakelende kip- 7pen, enkele trotse fazanten, '.vadsig tegen de zon knipogen de katten en twee honden. De tienjarige zwarte bastaardher der An ka, die aan het einde van een periode van loopsheïd alsmaar wanhopig op de poot -wordt gevolgd door de lang- „haar teckel Robbie. Even later mengt zich ook de huismuis van de Petersen zich in dit ge zelschap, zonder dat de katten het diertje ook maar een snor haar krenken. (Foto links) Een blik over het wijde, vlakke land van Tholen. Foto's: Lex de Herder (Foto rechts) Met Anka en Robbie in een hoekje (van de uitgestrekte) tuin met een boek, geen vakliteratuur. Zitten is echter een zeldzame bezigheid van dokter Peters. Gekozen Dit is de rustige, vlakke we reld, die de bekende dieren arts na 56 jaar zeer drukke praktijk tot de zijne en die van zijn vrouw heeft verkozen, In 'Rotterdam zal men hem zei- den meer zien. Terwijl hij voor de zoveelste c keer de brand in één van zijn "-vele tabakspijpen steekt, ver klaart hij, dat de door hem verlaten stad nu een afgeslo ten hoofdstuk is. Gewoon om dat het hinken op twee ge dachten volgens hem niet goed is. „Wij hebben nu gekozen - voor Tholen vooral mijn I vrouw heeft het hier bijzonder naar haar zin en dan moet je niet steeds teruggaan naar i 'vroeger'. We leven thans", is de mening van de zeer vitale bijna tachtigjarige 'landheer'. Deze mening betekent overi- 1 -gens niet, dat hij nimmer meer terugdenkt aan vroeger. Aan de tijd, dat hij als zeven tienja- i'.rige op een PhdipsJaboratori- ■um werkte, maar veel liever .verder zou studeren. Een vast- -omlijnd idee ten aanzien van ,ien studierichting had hij niet, Pal voelde hij veel voor biolo- gie, Een broer en een zuster van hem studeerden medicij- •nen. „M'n vader, die afdelingschef was bij Werkspoor in Amster dam, waar ik ben geboren, kostte het alleen al aan colle gegeld twee maandsalarissen. En als hij dat voor mij ook nog .eens zou moeten betalen... Het is toch^ gebeurd; vraag me niet hoe m'n ouders de eindjes fi- nancieel aan elkaar hebben geknoopt, maar ze hebben het gedaan. Misschien pas later ben ik gaan beseffen hoe gran dioos ze eigenlijk waren, wat ze voor ons hebben over ge had." Snel De jonge Peters voelde zich •verplicht zo snel mogelijk af te studeren, nadat hij eenmaal voor diergeneeskunde had ge kozen. Over de studie, waar tenminste vijf jaar voor stond, Heed hij iets meer dan vier jaar. Nauwelijks 23 jaar oud -kwam de lange slanke jonge- man naar Rotterdam om aan He Burgemeester Meïneszïaan ëen praktijk voor kleine huis dieren te beginnen, •„"Aanvankelijk was het in Tftrecht, waar ik studeerde, 'een veterinaire hogeschool. Tijdens mijn studie werd die omgezet in de faculteit der diergeneeskunde. Het was dan ook niet langer veearts, maar dierenarts", aldus dokter Pe ters. -,,Ik was één keer van m'n le~ Ven in Rotterdam geweest, op excursie naar de veemarkt. De reden, dat ik juist deze stad uitkoos om me te vestigen, was 'dat er hier nog geen speciale praktijk voor kleine huisdie ren was. In Amsterdam en Den Haag wel. Ik weet nog goed, dat ik, zoals in die tijd de gewoonte was, in jacquet naar m'n Rotterdamse collega's ging bm me. voor te stellen. Eén van hen zei: jongen, je moet het zelf weten, maar als jij je alleen met hondjes en katjes gaat bezighouden, zul je geen droog brood verdienen. En dan te bedenken", buldert dokter Peters van het lachen, „dat er nou al een dierenarts is, die zich heeft gespeciali seerd in vogels. Nou, die man heeft heus ook wel boter op zijn brood! Maar ik geef toe, er zijn tegenwoordig aanzienlijk meer kleine huisdieren." Hoewel hij dus voornamelijk honden en katten heeft behan deld, heeft dokter Peters dat ook legio andere dieren ge daan. Zelf zegt hij ervan: ..Van vier gram tot vier ton."' De viertons dieren verbleven dan in circussen, die in Rotterdam hun tenten hadden opgesla gen, of in de Diergaarde. Met paarden had hij, zelf een goed ruiter zijnde, ook veel in mili taire dienst te maken gehad- Toen Nederland in 1939 zijn troepen mobiliseerde, was hij rese rvekapitei n-paardenarts. Hij herinnert zich nog goed, dat tijdens de bezetting een zeer beruchte S.D.'er van de Heemraadssingel, die martelen een heerlijk tijdverdrijf vond, bij hem verscheen. De tranen biggelden bij de sadist langs de goed doorvoede wangen, want zijn zwarte spanieltje was zo ziek. De haan is bijzonder goede maatjes met de bewoners van het witte Oud- vossemeerse huis, het echtpaar Peters. „Ik schrok me een hoedje, want terwijl die S.D'er in mijn spreekkamer stond te jamme ren, bevond zich daar ook een in witte doktersjas gestoken zogenaamde assistent. In wer kelijkheid was het de bij ver stek ter dood veroordeelde verzetsstrijder Koos Stempels, die tijdelijk bij ons was onder gedoken. Gelukkig had die Duitser niets in de gaten en ik heb eerlijk m'n best gedaan om dat spanieltje weer op te lappen. Dat dier kon d'r toch ook niks aan doen, dat het zo'n boef van een baas had. Men sen, die in de oorlog hun hond moesten inleveren, heb ik een bewijs gegeven, dat het dier in ernstige mate schurft had. Knipte je het hier en daar ge woon een beetje kaal en deed je een of andere vieze substan tie op de plekken. Als de dood waren de Duitsers van die honden. Dat waren ze even eens, toen ze een paard in de Diergaarde wilden vorderen. Had ik een steentje tussen de hoef en het ijzer gedaan en er mayonaise opgesmeerd, die er af droop. Nou, die vorderaars dropen gauw af..." Dokter Peters, van nature goedgeluimd... lefoon. Om bij te blijven moest je veel vakliteratuur lezen en ook symposia en zo bijwonen." Geen barst Vóór de oorlog was de hulp van Peters al enkele keren in geroepen in circussen. Hij be kent, dat hij geen barst ver stand had van leeuwen, tijgers, olifanten en wat er al zo meer in zulk een menagerie werd meegevoerd. Er was nog wei nig medische literatuur op dit gebied, wat ook nog het geval was toen hij parttime-dieren arts werd in Blijdorp. Contac ten met het buitenland waren er vrijwel niet, zodat er maar weinig ervaringen konden worden uitgewisseld. „Daarom concentreerde ik mij in het be gin zoveel mogelijk op de pre ventie, op het voorkomen van ziekten. Ik heb heel wat die ren ingeënt", herinnert de heer Peters zich. „Bang? Nou ja, natuurlijk was het niet al tijd even ongevaarlijk. Maar als Janus v.d Berg, de hoofd oppasser, zei dat het in orde was, vertrouwde ik daarop. Janus wist precies hoever hij kon gaan en dus wat ik wel en niet kon doen. Het was inderdaad een dru*», leven, 's Morgens eerst spreek uur aan de Walenburgerweg, om tien uur in de Diergaarde, vervolgens bezoek aan patiën ten thuis, van één tot twee weer spreekuur in m'n prak rijk, massa's operaties, tot diep in de nacht. En alsmaar de te- AIva Dat je af en toe ontspanning nodig hebt bij al die drukte is volgens de dierenarts-in-ruste een hoogstnoodzakelijk iets. Vandaar, dat hij bijvoorbeeld als Spaans edelman („Ik heb Spaans bloed in d'aderen") met aangeplakte baard in op tochten heeft meegereden. „Had je die Rotterdamse jo chies moeten horen: daar heb- ie Alva." Dokter Peters kan er nog heerlijk over nalachen. Zijn gastvrije en hartelijke echtge note niet minder. Hoewel hij geen praktijk meer uitoefent, betekent het niet, dat hij nog niet eens een paard, een door Ben Swaep schaap, een konijn of een an der dier met een medisch oog bekijkt. „Die mensen hier zijn enorm behulpzaam; ze hebben me on der meer geholpen bij de aan leg van de vijver en het om ploegen van de grond. Nou, als zij mijn advies dan eens vra gen, moet ik ze dan in de kou laten staan? Maar de echte be handeling laat ik natuurlijk aan de dierenarts hier op het eiland over. Het is die man z'n brood." Mevrouw Peters neemt, zoals zij reeds aan de Walenburger weg deed. een beperkt aantal katten in pension. Gewoon omdat zij het leuk vindt, want veel geld vraagt zij er niet voor. „Ze is nou eenmaal gek op die ren", verklaart haar echtge noot de aanwezigheid van kip pen, fazanten en wandelen de takken. „Het merkwaardi ge feit doet zich echter voor, dat er bij de hoenders bijna uitsluitend haantjes worden geboren. En eerlijk, ik kan geen eigen dieren opeten; er wordt hier dan ook nooit een kip geslacht. De eitjes, die we rapen, kosten goudgeld. In de winkel zijn ze goedkoper, maar het is leuk en natuurlijk zijn ze kersvers." Dissonant Zo is het leven op het land goed voor de Petersen, al heeft de dierendokter één grote te leurstelling, een dissonant, te verwerken gekregen. Het huis bevat geen ruimte voor een kleine studeergelegenhetd. waar zijn zeer vele boeken overzichtelijk kunnen worden opgesteld. Geen nood echter, dacht hij. De mogelijkheid is aanwezig er een stuk van een meter of drie aan te bouwen- De gemeente Tholen, waartoe ook Oud-Vossemeer behoort, keurde de aanvraag reeds na korte tijd goed. De in Middel burg zetelende provincie ech ter haalde een streep door de 'rekening*. Met als argument, dat het huisje door de vorige eigenaar al. was vergroot. En de bestemming was een ge* woon, eenvoudig boerestuipje, dus... w „En dat begrijp ik nou niet bast dokter Peters. „Wat ma ken nou die paar meter uit, ja voor mij heel veel." Maar hij is van nature een te goedgeluimd en relativerend mens om er lang bij stil te staan en steekt nog maar eens de brand in een verse pijp* Terug richting Steenbergen, kun je op de brug de rook wolkjes ervan uit het vlakke land zien opstijgen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1983 | | pagina 6