Rotterdam Vierde zeesleper vandie naam is overbodig geworden Vijfentachtig jaar Tweede - Derde Eerste reis Grijs 'Supersleper' Rotterdams Nieuwsblad fil woensdag S j**W 5 oktober 1983 1 W - "'irC 'n Zwarte Zee zal nooit meer varen... De tweede Zwarte Zee, samen met een andere sleper van Smit en een dok in de haven van Montreal (1912). De grijs geschilderde Zwarte Zee tijdens de Tweede Wereldoorlog, ten anker liggend in West-Afrika. Zwarte Zee. Negenduizend paardenkrachten kon hij leve ren en daarmee was hij ooit de sterkste ter wereld. Zwarte Zee, de vierde zeesleper die zo heette. De laatste jaren terug gezakt naar de middenmoot van de vloot van Smit Interna tionale; overvleugeld door mo dernere boten met meer kracht. En sinds kort, in een slechte sleepvaart- en ber- gingsmarkt, definitief overbo dig geworden, afgeschreven. Op het punt van uit-de-vaart-ne- men, onverwacht toch nog inge schakeld voor een allerlaatste slee preis: met de Griekse slooptanker Adamantios van Aruba naar Kaoh- siung in Taiwan. Half september is het konvooi vanaf het Antillen- eiiand vertrokken en half december wordt 1t in Taiwan verwacht. Daar na volgt het absolute einde; verkoop misschien, maar waarschijnlijker is sloop. Zelfs de naam zal worden weggepoetst, 20 heeft de rederij be sloten, Nooit zal een Smit-sleepboot Zwarte Zee meer heten. Voor nos talgie is in het harde zeesleepvaart- bestaan géén ruimte. Zwarte Zee: synoniem voor kracht, durf en sleepvaart-historie. Vier maal prijkte de naam op een zeesle per en even zovele malen werden de prestaties van die boten fameus. De laatste Zwarte Zee is twintig iaar oud inmiddels en hij past niet lan ger in het Smit-concept; ontwikke lingen in de zeesleepvaart voltrek ken zich immers snel. Het vermo gen is te gering geworden, de inzet baarheid eveneens. Samen met het zusterschip - Witte Zee ook een oude sleepvaartnaam, maar toch niet zó aansprekendis hij afge dankt. Voorgoed. Vijfentachtig jaar geleden koos de rederij L. Smit en Co. de Zwarte Zee als naam voor een zeesleepboot en dat was 45 jaar na het moment waarop de Kinderdijkse scheeps bouwer/reder Fop Smit met het in de vaart brengen van de raderboot Kinderdijk een sleepvaartbedrijf was gestart. Die eerste Zwarte Zee werd in 1898 gebouwd bij een Kin derdijkse werf, die ook L. Smit heette. Het was een boot van 540 bruto ton, met een stoom vermogen van 1.500 pk, een zusterschip van de Roode Zee. Samen met de Noordzee (van 750 pk) bracht het tweetal vóór de eeuwwisseling een 12.000 tons dok van dd Tyne-rivier in Engeland naar de Poolse haven Stettin. De Zwarte Zee en de Oceaan zeulden in 1902 getweeën een dok van de Tyne naar de Bermuda's en vervol gens brachten ze ook nog een dok naar Durban. Een reis van bijna 8.000 mijl: nog nooit vertoond. L. Smit en Co, stootte de eerste Zwarte Zee na zes jaar af. De boot ging in 1904 naar Rusland, kreeg Svir als naam en 'vocht' in 1905, tij dens» de Russisch-Japanse oorlog mee in de roemruchte Slag bij Tsus hima. Z'n laatste jaren sleet de sle per in het Verre Oosten, met Wladi- wostok als uitvalsbasis. Nog voordat het jaar 1904 om was, had L. Smit en Co. opnieuw een Zwarte Zee in de vaart. Een sleper van hetzelfde trekkaliber: 1.500 pk en een vrijwel eender uiterlijk. Ge bouwd op een werf met een beken de naam, in een bekende plaats J.en K. Smit in Kinderdijken een boot die zich meermalen heeft be wezen met het verslepen van in En geland gebouwde dokken. De eerste trip van allure speelde zich af ïn 1908, toen de Zwarte Zee II met de (tweede) Roode Zee en de halver wege de reis naar Montevideo te hulp geroepen Oceaan na zeven maanden varen een dok van 7.000 ton afleverden in Callao (Peru): een moeizame reis, met veel storm en pech. Twintig jaar later, in 1928 dus, trok de Zwarte Zee samen met de s De beroemde Zwarte Zee uit 1933. 9 De Zwarte Zee I vertrok in 1903 met een dok naar Durban. door Brdm Oosteruvijk Roode Zee, de Indus en de Schelde een sectie van een 50.000-tons dok van de Tyne naar Singapore. Een reis die beroemd is geworden en die door nogal wat 'Hollands glorie' werd omgeven. In '33 was het ook met deze Zwarte Zee gedaan: de boot werd verkocht aan de Nordischer Bergungs Verein in Bremerhafen en hij werd als Al batross in 1944 bij Saint Nazaire tot zinken gebracht. De Fransen heb ben 'm na de oorlog gelicht, ver bouwd en met slechts één van de twee oorspronkelijke schoorstenen heeft het schip daarna nog een paar jaar onder de naam Taureau z'n werk verricht. Negentïenhonderddrieéndertig: cri sistijd, volop. Op zee ging het in de sleepvaart en in de bergerij hard te gen hard. Smit's concurrent Wijs muller had 't uiterst moeilijk en moest tegen een aantrekkelijke prijs zelfs vier sleepboten aan de Rotter damse rederij verkopen. Vooral de met de Duitsers, in de jaren twintig opgelaaide concurrentie was fel. Vooral vanuit de Ierse stationspost Queenstown bestreden Smit en de gevreesde rederij Bugsier elkaar: de eens zo sterke Seefalke zat de Zwar te Zee II letterlijk in het vaarwater als het ging om hulpverleningen op de Atlantische Oceaan. L. Smit en Co's toenmalige directie maakte daar ondér leiding van Murk Leis een eind aan door bij de Kinder dijkse werf met dezelfde naam een boot te bestellen die alles moest slaan en die de eerste Nederlandse zeesleepboot zou worden met diesel- - motoren. Het werd opnieuw een Zwarte Zee, de derde. Het schip moest krachtig, snel en bedrijfszeker zijn en de Zwarte Zee III heeft wat dat aangaat nooit voor teleurstellingen gezorgd. De twee, op één schroefas werkende motoren produceerden samen 4.200 pk: een kracht die tot dan toe nog nooit in een zeesleper was gestopt. De Zwar te Zee werd Nederland's beroemd ste zeesleper en dat aureool hangt -nog altijd boven dit, intussen alweer zeventien jaar geleden bij Frank rijk Rijsdijk in Hendrik Ido Am bachtgesloopte schip. De sleper, ÖT» Oe laatste Zwarte Zee, die aan z'n (aatste sleepreis bezig is. die van 1962 tot 1966 nog als Ierse Zee heeft gevaren, mocht er zijn: 2'n zeewaardigheid was enorm, de ac commodatie ruim en comfortabel, de lijnen waren fraai. De eerste grote sleepreis van de Zwarte Zee was een transatlantische overtocht met de zwaar beschadigde en met 14.000 ton olie geladen En gelse tanker Valverda, die met een gemiddelde vaart van bijna acht mijl van Curasao naar Hamburg werd gebracht. Een groot deel van z'n zeven eerste bestaansjaren heeft de Zwarte Zee, vooral 's winters, doorgebracht met stationsdiensten op de Noord-Atlantische Oceaan. In bar weer is toen heel wat succesvol le hulp verleend. In mei 1940, bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, lag de Zwarte Zee in* de Zeeuwsvlaamse haven Breskens. De Koninklijke Marine had de boot, samen met en kele andere Smit-slepers, gevorderd ten behoeve van de bewaking van de vaderlandse zeegaten. Kapitein van de Zwarte Zee was de toen reeds met veel faam omgeven Teun Vet, die op de tiende mei opdracht kreeg de gedeeltelijk afgebouwde torpedobootjager Isaac Sweers van Vlissingeo naar Southampton in Engeland te slepen. En dat lukte. In augustus 1940 werd de Zwarte Zee bij een luchtaanval op Fal mouth getroffen, maar Vet en zijn bemanning slaagden erin de sleep boot met slagzij op het strand te zet ten. De boot kon worden geborgen en na een opknapbeurt voer de Zwarte Zee vervolgens de hele oor log in dienst van de Geallieerden. Uiteindelijk heeft het schip zo'n 300.000 ton kostbare seheepsruimte boven water kunnen houden; meestal ongewapend varend, af en toe slechts beschermd door aan boord geplaatst geschut, dat dan door Engelse kanonniers werd be diend. s- In de loop van de oorlog was de in grijze tinten 'verpakte' Zwarte Zee naar het Caribische gebied ge stuurd, waar geallieerde tonnage Teun Vet, de legendarische kapi tein van de derde Zwarte Zee. nogal wat last had van Duitse on derzeeboten. Bij het verslepen van een, door een torpedo in de machi nekamer getroffen tanker werd de Zwarte Zee zelf op een keer ook door een U-boot aangevallen. De voor de sleper bestemde torpedo raakte echter de toen reeds diep in het water liggende, op sleeptouw genomen lamme tanker, die direct in brand vloog. De tros werd snel gekapt en even later werd een sloep van de sleper door mitraiileurvuur van de boven water gekomen on derzeeboot tot brandhout geschoten. Gezagvoerder Teun Vet zag nog maar één kans en dat was: rammen. De Zwarte Zee overvoer nog net de onder water duikende U-boot en gooide 'm twee dieptebommen ach terna. De U-boot werd vernietigd. De volgende klus werd het versle pen van een droogdok, van New Orleans naar Freetown in West- Afrika, in de eerste maanden van '44. Het gebeurde onder bescher ming van bewapende trawJers en enkele Amerikaanse marinesche pen. Tijdens de oversteek werden vier in de buurt varende Liberty- schepen getorpedeerd: schepen d~:e allemaal door de Zwarte Zee en de escorte-schepen in veiligheid kon den worden gebracht. Ook het dok kwam vervolgens veilig aan. Samen met de Roode Zee bracht de zeesle per aansluitend een dok van Dakar in Senegal naar Bïzerta in Noord- Afrika en pal daarop leverde de Zwarte Zee z'n aandeel in het ver slepen van haven-onderdelen, in het kader van de invasie bij Nor- mandië. 'Werk' dat werd gewaar deerd en waarvoor de bemanning werd geeërd met de aan kapitein Vet verleende onderscheiding 'Dis tinguished Service Order*. De Zwarte Zee kwam ondanks veel el lende de oorlog door, maar voor ne gen andere Smit-slepers gold dat niet; zevenendertig opvarenden van deze boten verloren het leven. Tot en met '57 zou de Zwarte Zee de sterkste zeesleper van de Smit-vloot blijven en pas 24 jaar nadat de boot in de vaart was gekomen, werd hij in kracht overtroffen: door de Cly de, die een vermogen van 4.500 pk leverde. Vijf jaar later haalde Smit de naam Zwarte Zee van 't schip af. Zwarte werd door Ierse vervangen en dat had te maken met hel plan een nieuwe sleper te bestellen: een schip van 9.ÖÖÜ pk, waarvoor de tot een begrip geworden naam Zwarte Zee werd gereserveerd. L.Smit en Co. sprak toen over een 'supersleper', over een gigant die as sistentie moest kunnen verlenen aan de in tonnage en afmetingen grootste schepen en tevens aan de boorinstallaties die de oliemaat schappijen voor de exploratie van gas en olie op zee in die tijd steeds meer gingen inzetten. In 1963 kwam de rederij met deze, ditmaal weer door de werf van J. en K. Smit ge bouwde sleepboot voor de dag. De vierde Zwarte Zee het vlagge- schip van de vloot en, zoals gezegd, op dat moment de sterkste ter we reldkon zonder hulp van andere schepen een mammoettanker van 200.000 ton aan de tros nemen en dankzij de grote bunkercapaciteit (950 ton) een dergelijk schip over een zeer grote afstand verslepen. Kort na de indienststelling gebeur de dat trouwens al, toen dc in moei lijkheden verkerende Noorse tanker Bergerus in één keer over een af stand van 4.000 mijl werd versleept Smit had succes met de nieuwe Zwarte Zee en het schip bleef dan ook niet alleen: in '66 volgde de 'zuster' Witte Zee, nu dus ook 'slachtoffer' van de vlootsanermg. Weer twee jaar later kwam de Rode Zee van 11.000 pk in de vaart en vervolgens ook de Noordzee en de Poolzee, van dezelfde kracht Net als z'n voorgangers heeft ook de laatste Zwarte Zee bergen werk verzet: getrokken aan hulpbehoe vende tankers, aan sloopschepen en aan allerlei andere zware objecten. In de jaren zestig heeft de laatste Zwarte Zee de eerste booreilanden die op de Noordzee voor het zoeken naar olie en gas werden neergezet, vanuit de Golf van Mexico naar West-Europa gebracht. Ruim vier jaar geleden was de sleepboot be trokken bij het bergen van twee met elkaar gebotste mammoettan kers in het Carabische gebied. De Zwarte Zee slaagde er toen in de 292.000 ton metende Aegean Cap tain bij Trinidad in veiligheid te brengen. Dat was de laatste, echt spectaculai re daad van de boot. Sindsdien is het pure, grote werk vooral door slepers met méér pk's verzet. Van de huidige negen Smit-boten heeft er slechts één een geringer vermo gen dan de Zwarte Zee en de Witte Zee: de Smit Salvor van 6.000 pk. De andere zijn allemaal krachtiger: twee van 22.000 pk —de Smit Lon don en de Smit Rotterdam (vanaf volgend voorjaar zelfs drie, als de Smit Singapore gaat varen)twee van 16.000 pk -—de Smit Houston en de Smit New Yorkdrie van 11.000 pk Noordzee, Poolzee en Rode Zeeen één van 10.000 pk, de Smit Hunter.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1983 | | pagina 5