KUNST/RfV
Muziek zonder ego
i
De rijkste
kluizenaar
van Spanje
I
I
Bachvereniging
heeft alles mee
voor de toekomst
Per aspera'is snel vergeten
Anton Webern
wordt nu echt
geschiedenis
NATIONAAL THEATER IN PRAAG NA ZEVEN JAAR HEROPEND
,£r';
Salvador Dali: bezeten van de dood,
maar niet stervende
Rotterdams Nieuwsblad
maandag
5 december 1983
Wie is er bang voor
'De Biecht vaders'
Koninklijke Schouwburg, Pen
Haag; Haagse Comedie met 'De
Biechtvaders' van Vincenzo di
Malt ia. Vertaling: Frêdêrique van
der Velde. Regie: Lodewijk de
Boer. Dekor en kostuums: Harry
Wïch. Met Wim de Haas, Wim van
Rooy, Alfred van den Heuvel, Lu
cas Die tens en Ene van Veen.
Herhalingen: 7 t/m 9 en 11 t/m 16
december in Den Haag, 15 februa
ri in Rotterdam.
Den Haag Reeds na en
kele rauwe uitbarstingen
van de twee oudere pries
ters in 'De Biechtvaders',
slaat de herkenning toe. Dit
tien jaar oude stuk is een
broertje van Edward Al-
bee's 'Who is afraid of Vir
ginia Woolf'. En aan dit ef
fect van déja vu kleeft een
aantal boeiende voor- en
nadelen.
'De Biechtvaders' doet met zijn
scherpe dialogen en geladen
atmosfeer beslist niet onder
voor zijn beroemde voorgan
ger, en reikt op sommige pun
ten zelfs verder. Maar het
schokeffect dat 'Virginia
Woolf destijds teweeg bracht
door Renèe de Haan
kan zich niet herhalen. Albee
baarde namelijk niet alleen op
zien met het ontsluieren van
de huwelijkse desillusie. Het
was vooral de niets ontziende,
bikkelharde vorm waarin hij
zijn personages neerzette, die
theatergeschiedenis maakte.
Met opzet koos Vincenzo di
Matti het zelfde verhaalstra-
mien voor 'De Biechtvaders*.
Twee oudere priesters, die hun
vrome toewijding aan de kerk
allang niet meer hoeven uit te
dragen, krijgen bezoek van
een kersverse pastoor en zijn
kapelaan. Verbijsterd kijken
'de groentjes' toe hoe de twee
gastheren vloeken, zuipen, en
elkaar voortdurend treiteren.
Ongewild raken ze in de te
leurstellingen en twijfels van
deze oudere priestergeneratie
verwikkeld. De problematiek
binnen deze Roomse wereld is
veelzijdig: (homo)seksualiteit,
geloven in God of in het insti
tuut kerk, generatieconflicten
en het jarenlang samenleven
van een pastoor en zijn kape
laan.
Centraal staat echter de strijd
die de méns in de priester le
ven binnen het kerkelijk
keurslijf. In een niet te stuiten
stroom van vuiligheid gulpt
alle wrok van de oudere kape
laan naar buiten. Een rol
waarin Wim de Rooy zich zo
volledig geeft, dat het soms te
veel is. Zijn woest kapottrap-
pen van heilige huisjes komt
beestachtig over, maar is hier
en daar te grotesk voor het be
oogde realisme. Wim de Haas
als oudere pastoor lukt dat be
ter. Met een boeventronie bul
dert hij zijn gezag naar de jon
ge collega, om even later als
een geraffineerd oudje 'per on
geluk' de verkeerde dingen te
zeggen, of geknakt in elkaar te
zakken.
Met 'De Biechtvaders' staat de
toekomst van de kerk op het
spel, op basis van een hypo
criet verleden. De vraag is wie
voor die ontluistering tegen
woordig nog bang is. Want
evenals de vulkanische vorm
is ook dit thema niet nieuw
meer. 'De Biechtvaders* is nog
het boeiendst in de vergelij
king tussen een huwelijk en
het samenleven van twee
Ontheiliging van het bis
schopskleed in 'De Biechtva
ders' met v.l.n.r. Wim de Haas
en Wim van Rooy. (Achter: Al
fred van den Heuvel).
geestelijken. En. er wordt één
mystieke vraag opgeworpen
die onopgehelderd blijft: Wat
is de functie van de zelfmarte-
laar die op het achtertoneel
van het overigens prachtige
dekor verschijnt?
Grol» Kerk, Haarden: Koor en or
kest van de Nederlandse Bach
vereniging o.l.v. Jos van Veldho
ven, m.m.v. solisten; werken van
J.S. Bach.
Naarden De Nederlandse
Bachvereniging heeft het afge
lopen weekeinde in een feeste
lijke stemming doorgebracht.
Want de in 1921 opgerichte
vereniging kon, na het uittre
den van vrijwel alle dissidente
oude koorleden die met diri
gent Charles de Wolff meegin
gen, in de Grote Kerk van
Naarden een geheel nieuw,
jong, overigens veel kleiner
koor presenteren. En daarbij
ook als noviteit een ei
gen orkest, spelend op authen
tieke barokinstrum enten of
kopieën daarvan.
Er was zoveel belangstelling
om in een veijongde, conform
de 'authentieke' uitvoerings
praktijk functionerende Bach
vereniging mee te zingen en te
spelen, dat de samenstelling
van koor en orkest geen enkel
probleem is geweest. De trou
we donateurs en andere aan
hangers van de eerbiedwaardi
ge Nederlandse Bachvereni
ging trokken weer op naar
Naarden, waar zij geschokt
of verrast konden vaststel
door Aad van der Ven
len dat de recente koerswijzi
ging heel duidelijk hoorbaar is.
Onder leiding van Jos van
Veldhoven, die als vaste repe
titor van het koor is aange
steld, werden van Bach twee
cantates ('Gott ist meïn König'
en 'Am Abend aber desselbi-
gen Sabbats') en het Magnifi
cat in D uitgevoerd op een op-
merkelijk veerkrachtige en
verfijnde manier. Dit afies ge
heel overeenkomstig de ideeën
over deze muziek die in de ja
ren zestig en zeventig gestalte
kregen.
Koorzang en orkestspel waren
nog wat voorzichtig, maar de
basis voor een goed functione
rende Nederlandse Bachvere-
niging-nieuwe-stijl is in elk
geval gelegd. Op naar het
Weihnaehtsoratorium en van- f
zelfsprekend de Matthaus-Pas-
Den Haag Het verschil
tussen de componisten Oli
vier Messiaen en Ton de
Leeuw in hun relatie tot de
muziek van het verre oos
ten is dat tussen een toerist
en een onderzoeker,
Messiaen is uit Azië terugge
komen met een aantal in klad-
boekjes genoteerde traditione
le ritmen plus The Readers Di
gest uit de hindoestaanse en
boeddhistische religie. Ton de
Leeuw heeft zich langdurig
verdiept in de structuur van
de Aziatische muziek en in de
spirituele houding waaruit
deze voortkomt. In dat opzicht
is Messiaen met hem vergele
ken een amateur.
Ton de Leeuw bewondert
Messiaen dan ook om andere
redenen. En op zijn verzoek
speelde het Residentie-Orkest
zaterdagavond wel degelijk
Messiaen: 'Sept Hakai' voor
piano, slagwerk en klein or
kest uit 1962.
Vrijwel het hele concert stond
in het teken van Ton de
Leeuw in verband met de uit
reiking van de Johan Wage-
naarprijs aan hem op die
avond. Hij mocht het program
ma samenstellen, dat, naast
Stravinsky en Messiaen, drie
van zijn eigen werken bevatte.
Het 'voorprogramma', bestaan
de uit de radiofonische, ten
dele elektronische compositie
'Over de dood en de tijd' van
Gilius van Bergeijk, stond
daar los van. De presentatie
van. een van de opmerkelijk-
Koninklijk Conservatorium, Den
Haag: Residentie-Orkest o.l.V. Lu
cas Vis, m.m.v. Thoo Bruins (pia
no) en Jane Manning (mezzoso
praan); werken van Van Bergeijk,
Stravinsky, Messiaen en Ton de
Leeuw.
ste, interessantste produkties
die in dat genre in ons land
zijn vervaardigd, hield ver
band met het feit dat Gilius
van Bergeijk de Willem Pij-
perprijs ontving voor dit werk.
Er werd nog een prijs van de
Johan Wagenaarstichting op
deze avond uitgereikt, name
lijk de Kees van Baarenprijs
aan Louis Andriessen voor
diens compositie 'De Tijd'. Om
teehnisch-organisatorisehe re
denen kon dat werk niet wor
den uitgevoerd."
Objectieve componisten be
door Aad van der Ven
staan niet, net zo min als er
objectieve kunst bestaat, Maar
Ton de Leeuw behoort in elk
geval tot de minst ego-gerichte
componisten van deze tijd.
Zijn muziek vanaf de jaren
zestig bezit iets van een boven
het persoonlijke uitstijgende
betovering, een magische wer
king, die hem tot een zeker In
ons land unieke componist
maakt. In 'Symphonies for
wind instruments', heel scherp
en precies uitgevoerd onder
leiding van Lucas Vis, worden
de klanken geordend tot inge
nieuze, verrassende combina
ties van vormen en kleuren,
die, twintig jaar nadat deze no
ten zijn gecomponeerd, nog
steeds de frisheid van een ex
periment bezitten.
Vervolgens één van de meest
recente stukken van Ton de
Leeuw: 'And they shall reign
for ever', gebaseerd op frag
menten uit het bijbelboek
Apocalyps, voor mezzoso
praan, klarinet, hoorn, piano
en slagwerk. Ook weer een
voorbeeld van toepassing van
elementen uit de oud-Europe-
se en de Aziatische muziektra
dities. Heel weinig na-oorlogse
componisten hebben een der
gelijke naadloze integratie van
zulke uiteenlopende aspecten
In hun muziek gerealiseerd.
Een schitterende uitvoering
door de Britse mezzosopraan
Jane Manning, die ten slotte
ook als soliste optrad in 'Hai
ku II' (1967/1968), een werk
waarin alleen het 'structurele
ruimte-aspect' (de zangeres
maakt een wandeling door de
zaal, zingt op enkele door de
componist vastgestelde 'hal
tes') enigszins gedateerd is.
Er was ook een voorbeeldige
uitvoering van Stravinsky's
'Symphonies d'instruments I
vent' vanwege het feit dat Ton
de Leeuw in zijn 'Symphonies'
dat stuk heeft geciteerd. Ton
Hartsuiker, voorzitter van het
bestuur van de Johan Wage
naarstichting, overhandigde de
prijzen en liet niet na te wijzen
op de halvering van de subsi
die van de kant van de ge
meente Den Haag, waardoor
de Johan Wagenaarstichtin^
in haar functie ernstig is hJ
knot.
Vis
ope
aan
Vla
din
rijk
stai
dep
Hol
bed
i
HOT Theater, Den Haag: Dans
groep Krisztina de Chatel met
'Per at per a'. Choreografie: Kritz-
tina de Chëtel. Muziek: Bèla Bar-
tók. Kostuums: Marianne Strate
gies Ucht: Matthias Vogel*. Te-
vent op het programma; 'Wieder-
Den Haag Na door pech
achtervolgd te zijn gebrek
aan repetitieruimte en boven
dien een blessure kon het
gezelschap van de Hongaarse
choreografe Krisztina de Cha-
tel zaterdag eindelijk de pre
mière geven van 'Per aspera'.
Het is een vijftien minuten du
rend werk, dat gemaakt is in
opdracht van de Rotterdamse
Kunststichting in het kader
van de stimulering van vrije
en ongebonden choreografen.
Ten opzichte van het eerdere
werk van De Chatel worden
er in dit ballet meer samenge
stelde en vloeiende bewegin
gen gebruikt, waardoor het
minder sterk gestructureerd is.
'Per aspera' wordt echter niet
gekenmerkt door gevoelsont
ladingen'. De emotionaliteit
wordt vrijwel geheel beperkt
tot de muziek (Bartoks sonate
voor twee piano's en slag
werk), de cyclaamrode kos-
door Caroline Willems
tuums en de cirkelpatronen
van het licht.
In de choreografie is een. ont
wikkeling te zien van lage,
aan de grond gebonden tot op
waartse bewegingen. De vijf
dansers Jerry Boeye, Marij
ke Huijbregts, Yvonne van
Laake, Josje Neuman en Lili
an Vos verschuiven daarbij
geleidelijk naar het midden
van het podium. Aanvankelijk
is het bovenlichaam naar ach
ter gekanteld, naar het einde
toe komen ze steeds meer
rechtop, om te eindigen met
onrustige armbewegingen en
sprongen, waarbij de knieën
steeds opgetrokken worden.
Hoewel alle dansers in een ei
gen ritme werken, wordt een
gevoel van eenheid niet door
broken.
Het slot verwijst weer naar
eerdere choreografieën van
Krisztina de Cha tel. Als een
geordende groep engelen be
wegen de dansers zich sereen
naar een lichtbron, daarbij de
gedachte achter de titel 'per
aspera ad astra' (door lijden tot
glorie) duidelijk makend.
Het enige bezwaar is, dat de2e
choreografie van De Chatel
zich niet aan het netvlies vast
hecht: ze laat zich in korte tijd
weer vergeten. Dit in tegen
stelling tot het eveneens ge
danste 'Wiederkehr', dat door
de zich tot irritatie toe herha
lende bewegingen niet meer
uit de gedachten te bannen is.
Het gezélschap van Krisztina de Chatel in "Per aspera'.
Pubol De Cadillac met het
opvallende blauwe nummer
bord uit Monaco staat afgedekt
met een plastic hoes in de ga
rage van Salvador Dali's 800
jaar oude kasteel in Pubol. Zo
als vrijwel al het andere dat
vroeger deel uitmaakte van
zijn extravagante en luxueuze
levensstijl, is de grote wagen
van geen nut meer voor de
surrealistische meester, die ge
rekend wordt tot de rijkste
kunstenaars ter wereld.
Dali, 79, heeft zich terugge
trokken om als een kluizenaar
zijn laatste levensdagen te slij
ten achter de muren van het
kasteel op een heuveltop, dat
uitziet over het Catalaanse ge
hucht Pubol. „Hij is bezeten
geraakt van zijn eigen dood en
praat er onafgebroken over",
zegt Robert Descharnes, een
intieme vriend van de kunste
naar, een van de weinigen die
hem nog met enige regelmaat
ziet.
Wie echter in zijn omgeving
verkeert wordt voortdurend
aan Dali's aanwezigheid herin
nerd. Om de paar minuten
belt hij, klaarblijkelijk geïrri
teerd, een van de vier ver
pleegsters die continu aanwe
zig zijn. Ze hebben alle reden
tot bezorgdheid: Dali weegt
minder dan 50 kilo, weigert
vast voedsel en slaapt weinig.
Gewoonlijk staat hij 's mor
gens op, maar hij moet hulp
hebben bij het lopen. Hij gaat
niet meer naar buiten. Op een
paar na blijven de ramen dag
en nacht gesloten.
Descharnes spreekt de berich
ten tegen dat Dali in feite op
zijn sterfbed ligt. „De dokters
zeggen dat er niets emstigers
met hem aan de hand is dan
dat hij erg verawakt is, als ge
volg van een zeer negatieve
houding tegenover vrijwel al
les. Hij is ten prooi aan grote
zwaarmoedigheid", aldus Da
li's vriend. „Wanneer ik het
met hem probeer te hebben
over alledaagse dingen, zegt
hij dat ik hem niet met onbe
nulligheden moet lastigvallen.
En alles behalve de dood is on
benullig voor Dali",
Descharnes, een Franse kunst
historicus, is een van de drie
mannen die tot Dali's kring
van intimi behoren: 'Dalx's
trojka', worden ze wel ge
noemd. De anderen zijn de
Spaanse advocaat Miguel Do-
me nech en de Catalaanse
schilder Antonio Pitxot. Er is
vrijwel altijd één van deze drie
in het kasteel te vinden, sa
men met de verpleegsters en
de leden van de huishouding.
„Hij ziet ons niet graag ver
trekken", zegt Descharnes.
Volgens Descharnes werkt
Dali op het ogenblik nauwe
lijks. Veel werk van de mees
ter staat in een atelier in het
kasteel. Het zal eens onderdak
vinden in een stichting in het
naburige Figueras, Dali's ge
boorteplaats. Intussen houdt
de Guardïa Civil een oogje in
het zeil.
Descharnes zegt dat de vraag
naar Dali's werk zeer groot is,
maar dat geen der werken in
het atelier te koop is. „We
worden wel eens opgebeld
door mensen die meedelen dat
ze de andere dag in hun privé-
vliegtuig aankomen op het
vliegveld van Gerona, met
cheques van miljoenen dollars.
Maar we moeten ze vertellen
dat hun komst naar het kas
teel zinloos is. Dali verdient
meer dan. genoeg aan de rech
ten op zijn werk".
De door koning Juan Carlos
tot markies van Pubol verhe
ven surrealist is volgens zijn
vriend helder van geest, on
danks zijn obsessie met de
dood. Hij leest af en toe, maar
stelt nauwelijks belang in wat
er in de wereld gebeurt. Als
regel ontvangt hij geen bezoe
kers.
„Zijn bezetenheid met de dood
Is uitermate subjectief. Hij
heeft nog steeds enorme reser
ves. Hij is als een burcht. Dali
kan niet worden vergeleken
met een gepensioneerde kan
toorbediende die zit te ontbin
den voor het televisietoestel.
Dali is anders", aldus Deschar
nes.
ADVERTENTIE
Da Doelen (kleine zeal), Rotter
dam: herdenkingsconcert Anton
Webern door leden van het Rot
terdams Philharmoniach Orkest
m.m.v. sopraan Marjenne Kwek-
silber, pianist David Golub, saxo
fonist Ed Bogaard en Willem Vos,
toelichting.
otterdam Hoe actueel is An
ton Webern? Zo stil het rond
om deze teruggetrokken fi
guur uit de vriendenkring van
Schönberg (de 'Weense
School') was, met zoveel tam
tam werd hij in de vijftiger ja
ren door vele moderne compo
nisten, Stravinsky voorop, hei
lig verklaard. Het zou Webern
zelf mateloos hebben verbaasd,
maar zijn tijdgenoten nog veel
meer. De Amerikaan, die eind
1945 Webern per ongeluk
doodschoot, heeft beslist niet
beseft, wat voor 'culturele
wandaad' hij beging.
Afgelopen zaterdag was het
exact honderd jaar geleden,
dat Webern in Wenen werd
geboren. Een gegronde reden
voor diverse leden van het
Rotterdams Philharmonisch
Orkest om deze Schönberg-
leerling, die in belangrijkheid
zijn leraar zeker evenaarde,
eens van allerlei kanten te be
lichten. Weberns composities
zijn veelal zeer kort en voor
kleine bezettingen, zodat er
een afwisselend programma
valt samen te stellen. De
avond, onder auspiciën van
het Rotterdams Philharmo
nisch Orkest, werd door artis
tiek adviseur Willem Vos van
commentaar voorzien.
Hoe komt nu zo'n Webern-
programma op ons over? Het
revolutionaire, het 'moderne'
van deze werken blijkt verle
den tijd: zijn miniatuurkunst
fascineert nog, maar shockeert
niet meer. Het was heel g
dat men aan de hand van
vroege werkjes voor strijk
kwartet nadrukkelijk Weberns
laatromantische start (Wagner
en Strauss) belichtte en zijn
snelle, maar logische ontwik
keling via vrije atonaliteit
naar de toepassing van Schtin-
bergs twaalftoonstechniek,
waaruit de denker Webern
verregaande consequenties
trok, die hem vooral in de zes
tiger jaren actueel maakten.
We zijn nu enigszins aan dit
muzikaal pointillisme ont*
H
door Peter Visser
groeid: ook Webern lijkt lang
zamerhand historie te worden
De uitvoeringen waren van
wisselend niveau. Heel be
hoorlijk spel werd geleverd
door de twee kwartetten uit
het Rotterdamse orkest: het
Daniel Kwartet, dat met royö'
le klank de vroege kwartet-
werken belichtte en het wat
soepeler, lichter klinkende Lë*
Couffe Kwartet, dat een sub
tiel pleidooi hield voor
'Sechs Bagatellen' en het ma
gistrale kwartet opus 28 (1938)
Helaas bleek pianist David
Golub niet in staat de stilte als
belangrijk element in Weberns
werk voldoende te doen uitko
men. Veel beter waren rijn
liedbegeleidingen: de liederen,
kregen door Marjanne Kwek-
silber trouwens heel indrin
gende, soms bijna overdreven
vertolkingen. De humor in dit
overwegend serieuze oeuvre
kwam aan de orde in het
merkwaardige kwartet voor
viool, klarinet, tenorsax _en
piano, waarbij vooral saxofo
nist Ed Bogaart een prima VI'
pering gaf van deze 'lichtge
wicht -Webern.
Praag Het Nationale Thea
ter in Praag is heropend na
een renovatie die zeven jaar
heeft geduurd. De werkzaam
heden zijn uitgevoerd door de
beste architecten en kunste
naars van Tsjechoslowakije.
De verbouwing heeft 350 mil
joen gulden gekost.
Het Nationale Theater is het
symbool van de Tsjechische
nationale aspiraties uit de tijd
dat het land nog deel uitmaak
te van de Habsburg-monar-
chie. Tijdens de dertigjarige
oorlog werden de protestantse
rebellen in Bohemen (Tsje
chië) door de Habsburgse staat
verslagen, waarna de Tsjechi
sche taal en cultuur zoveel
mogelijk werden uitgebannen.
In het begin van de 19e eeuw
drong de Tsjechische bevol
king steeds meer aan op de
bouw van een theater voor het
Tsjechische drama, dat door de
nationalisten nieuw leven was
ingeblazen. In 1845 werd toe
stemming verleend, maar ge
brek aan fondsen en onenig
heid over ligging en ontwerp
maakten dat het 38 jaar duur
de voordat het theater gereed
was. In 1881, kort voor de ope
ning, werd het gebouw door
brand verwoest. De officiële
verklaring luidde dat de brand
wijten was aan onachtzaam
heid van werklieden in het
theater, maar veel Tsjechen
beschuldigden, de Duitse be
volking van Praag, een grote
minderheid die zich tegen het
groeiende Tsjechische nationa
le bewustzijn verzette, van op
zettelijke brandstichting. Twee
jaar later kwam het theater
alsnog gereed.
Opera
De officiële heropening had
onlangs plaats met een uitvoe
ring van de nationalistische
opera 'Libuse' van Bedrich
Smetana. Deze opera werd ook
uitgevoerd tijdens de officiële
ingebruikneming van het
theater, precies honderd jaar
geleden. 'Libuse' beschrijft de
stichting van de stad Praag en
wordt in Tsjechoslowakije
slechts bij bijzondere gelegen
heden opgevoerd.
De organisatie van de gala-a
vond waarmee het theater
werd heropend heeft gepro
beerd de rivaliteit tussen Tsje
chen en Slowaken niet node
loos aan te wakkeren. Presi
dent Gustav Husak, de eerste
genodigde van de galavoorstel
ling, en de prima donna van
de opera, Gabriela Benackova-
i
-Capova, zijn beiden Slowa
ken, Maar een Tsjech, premie*
Lubomir Strougal, hield oe
openingstoespraak-
De Praagse bevolking ver
dringt zich momenteel voor
het theater om een glimp op t*
vangen van het renaissan-
ce-interieur, uitgevoerd ïn
traditionele tonedkleuren
rood, ivoor en goud. Volg*03
de architect is voor het op*
knappen van de 'gevel en het
interieur zes kilo 24 karaak
bladgoud gebruikt. Voor
komende jaar zijn de më^
plaatsen voor de voorsteik11"
gen al uitverkocht.
C
Vlaa
porti
Vlaa
geiru
Vlaa
teerc
van
in d<
maal
maal
circa
Oost
wore
kej-s