Bundeling in maritiem onderwijs
ROTTERDAM
Voor 'andersdenkende' Engelbregt
is in Rotterdam geen plaats meer
La Duchesse
Drie instituten gaan samen
doorCEESDEGRAAFF
Hij is feitelijk naar Ant
werpen gevlucht, omdat
hij het in het Rotterdam
se niet meer uithield. Hij
ergerde zich aan allerlei
zaken, vooral op het ge
bied van het verkeer en
de politiek.
Toch is hij meer dan vijftien jaar
voorzitter geweest van de Stich
ting Wijkbelangen Scheepvaart
kwartier. Vorige week nam hij
afscheid, bijna zeventig jaar oud,
geplaagd door rugklachten,
maar met een ongebroken vitali
teit: J.W.M. Engelbregt, accoun
tant
„Ik ben in Rotterdam geboren
en getogen en heb er ook jaren
lang gewoond, maar ik heb er
geen moment spijt van, dat ik
weg ben", vertelt hij. „Ik ben be
gin juni naar Antwerpen ver
huisd. Ik houd van de sfeer hier,
je zit hier zo vreselijk veel plezie
riger dan in Rotterdam".
Hij verduidelijkt: „De vrijheid,
die je hier proeft is geweldig. Je
wordt niet in een keurslijf ge
drongen, zoals in ons eigen land
of in Rotterdam, In de wijkraad
heb ik altijd gevochten voor een
stuk vrijheid, bewegingsruimte
en parkeermogelijkheden. Maar
in Rotterdam kan dat allemaal
niet. Hier in Antwerpen heb je
brede wegen, groene golven en
zelfs een singel in de stad, waar
je 90 kilometer mag rijden. In
Rotterdam is het gewoonweg ir
ritant; ze staan je overal te van
gen. In het Scheepvaartkwartier
zetten ze een politiebusje ver
dekt neer en dan gaan ze met
vier of meer agenten parkeer
bonnen uitdelen.
Het zit de heer Engelbregt zo
hoog. dat hij nog even doorgaat:
„Veertig procent van het
scheepvaartgebeuren was in het
Scheepvaartkwartier geconcen
treerd. En dan gaan ze mensen,
die er zakelijk moeten zijn met
de auto bekeuren. Ze dwarsbo
men het bedrijfsleven inplaats
van het te stimuleren. Rotter
dam jaagt de bedrijven de stad
uit met zijn parkeerbeleid. Zo
maakt de stad zichzelf onmoge
lijk. Als ik van hier uit de wijk
Berchem naar het centrum van
Antwerpen wil, ben ik er in ze
ven minuten. Vanaf Capelle
naar het centrum van Rotter
dam duurde het voor mij drie
maal zo lang. En dat betekent,
dat alles, ook zakendoen, drie
maal zoveel tijd en dus geld kost.
Daar heb ik al die jaren als voor
zitter van de wijkraad tegen ge
vochten".
Kantoorbaan
De heer Engelbregt zag in 1920
het levenslicht in Rotterdam-
West. Hij ging naar school, deed
de hbs en kon op zijn achttiende
jaar als assistent-accountant op
kantoor beginnen. Net voor de
oorlog, februari 1940, moest hij
in dienst. Gevochten heeft hij
feitelijk niet. „Net voor de inval
van de Duitsers hadden wij pa-
trouilledienst in Utrecht. Bij het
uitrijden van de poort van de ka
zerne werd een chauffeur door
sluipschutters doodgeschoten.
Wij gingen daarop de stad in op
zoek naar meer sluipschutters,
NSB-ers, die het moreel van het
leger probeerden te ondermij
nen". Soldaat Engelbregt kon na
de overgave van ons land in juli
weer afzwaaien. Hij keerde te
rug naar Rotterdam en nam zijn
kantoorbaantje weer op.
„Naast het werk studeerde ik en
zo wist ik het diploma belasting
recht te halen. Ik was om zo te
zeggen aardig op weg om regis
ter-accountant te worden, toen
in 1942 ex-militairen werden op
geroepen om zich bij de Duitsers
te melden. Ik vroeg op ons kan
toor, Moret was dat, om een be-
wijsje dat wij voor Duitsers wel
gevallig werk deden om zo on
der die oproep uit te komen. Mij
werd verteld, dat Moret dat
principieel niet deed, maar het
hogere personeel kreeg zo'n be-
wijsje wel. Toen mij ook nog te
verstaan werd gegeven, dat het
in hoge mate ongepast was om
meneer Moret daar zelf over op
te bellen, ben ik van het ene mo
ment op het' andere vertrokken
ensehippersknechtgeworden".
De heer Engelbregt legt uit, dat
schippersknechten waren vrij
gesteld van de opkomstplicht.
Met zijn kantoorpak nog aan
moest hij 'zijn' schip in de haven
zoeken. „Ik werd schattend op
genomen door de schipper en
zijn vrouw, kreeg opdracht om
de luiken te openen en nog de
zelfde avond voer ik mee naar
Hoek van Holland. Pas drie da
gen later ben ik even op kantoor
komen zeggen, dat ik niet meer
kwam", zegt hij grijnzend. Hij
heeft bijna twee jaar aan boord
van de sleepaak gevaren tot de
laatste reis van 'zijn' boot naar
Temeuzen. „Het waren gevaar
lijke reizen met de steeds dich
terbij komende strijd. We voeren
in konvooi naar Terneuzen en ik
had een autoband naast me lig
gen voor het geval dat... In Ter-
neuzen werden we bevrijd door
de Canadezen en de Polen. De
Duitsers hadden ons schip nog
gevorderd en waren ermee over
de Westerschelde naar Vlissin-
gen gevlucht. Daar is de aak
even later de grond in geboord",
vertelt hij.
En hier in Terneuzen begon een
glanzende loopbaan voor de jon
ge Engelbregt. Als schippers
knecht had hij zijn grootste schat
gekoesterd: een zelf aangelegd
cahier over de belastingwetge
ving. „Tijdens mijn studie had ik
in een schoolschrift allerlei za
ken over de belastingwetgeving
opgeschreven, zoals de mogelijk
heid voor vrijstelling, verminde
ring van aanslag,■■uitzonderings
bepalingen, enzovoort. Dat had
ik zowel per onderwerp als per
wet gedaan, omdat je als student
anders zo het spoor in de belas
tingwetgeving kwijt kon raken.
Toen ik me bij de belastingin
specteur in Terneuzen meldde,
werd ik op dat cahier aangeno
men. Ik werd meteen controle
rend accountant bij de belasting
dienst".
Belastingman
Zonder enige terughoudendheid
vertelt hij, dat hij bij veel men
sen langs is geweest en er heel
wat van de geldzuivering heeft
weten te redden door allerlei na-
heffingen. Toen Breda werd be
vrijd ging de belastingdienst
weer beter functioneren. Het
was ongehoord, dat iemand die
niet door de belastingdienst zelf
was opgeleid controlerend amb
tenaarkon zijn. Hij werd alsaan-
slagregelend ambtenaar aan het
werk gezet „Ik heb heel wat
mensen het vuur na aan de sche
nen weten te leggen", vat hij zijn
taakuitvoering op deze post sa
men. „Ik had er blijkbaar een
neus voor om ongerechtigheden
op te sporen". Toch was de belas
tingdienst slechts een tussenstap.
Na de bevrijding kwam hij weer
bij een accountantkantoor te
recht, en deed hij er de belasting
zaken. Dat heeft tot de zomer
van 1947 geduurd. „Ik wilde er
even uit en vroeg het kantoor
een week verlof voor eigen re
kening. Dat was absoluut onbe
spreekbaar. Ik voelde me zo in
mijn vrijheid beknot, dat ik me
prompt ziek meldde. Later ben
ik op staande voet ontslagen. Het
was dat jaar een schitterende zo
mer en ik ben met mijn broer
met de kano twee maanden door
Nederland gaan varen. We zijn
zelfs met de kano het IJsselmeer
overgestoken", herinnert hij
zich.
Accountant
Na zijn lange vakantie met zijn
broer ging hij bij een belasting
consulent in Rotterdam werken.
Een jaar later solliciteerde hij bij
het accountantskantoor van
J.A.C. Mulder, die voor drie da
gen in de week een belastingcon
sulent zocht „Dat kwam mij pri
ma uit", vertelt de heer Engel
bregt. „Ik wilde weer gaan stu
deren en had zelf al een grote
klant, die tijd van mij vroeg.
Blijkbaar heb ik nogal indruk
gemaakt, want al na drie maan
den vroeg de heer Mulder mij
om met hem te associëren en zo
ontstond het kantoor van Mul
der en Engelbregt. Jarenlang
heb ik van al zijn cliënten de
'heffingen ineens' geregeld. Die
heffingen vormden een onder
deel van de geldzuivering, maar
de belastingdienst legde soms
krankzinnig hoge aanslagen op,
die in geen verhouding stonden
ten opzichte tot het getrokken
profijt. Het kwalijke was, dat de
belastingdienst maar wat deed".
Hij vertelt, dat deze zaken hem
heel veel werk hebben gegeven.
„Je moest een periode van zo'n
tien jaar bij cliënten doornemen
om alle cijfers op tafel te krijgen
en zo resultaat te boeken. Ik
leerde van die cliënten hun hele
hebben en houden kennen.
Maar zo kon ik ink wat zaken
gunstig laten aflopen en het af
bluffen, wat belastinginspec
teurs telkens weer probeerden,
met mijn kenis van de wet en
van de jurisprudentie handigpa-
reren".
Eigen baas
„In 1960 is meneer Mulder over
leden", vervolgt hij. „Ik heb toen
het kantoor onder mijn eigen
naam voortgezet. Mijn kantoor
groeide tot een bedrijf met vier
vestigingen, Rotterdam, Zeist,
Utrecht en de Betuwe, en vijf
J.W.M. Engelbregt, druk in de
weer met repareren van een on
derdeel voor z'n computer.
compagnons. Ik had nog altijd de
wat je noemt dure klanten en
toen bleek, dat mijn compagnons
de zaken anders wilden regelen
dan ik, heb ik het compagnon
schap opgezegd en me uit de
zaak teruggetrokken metal mijn
cliënten. En dat zelfs zonder er
voor te hoeven betalen", voegt
hij er trots voor zijn handigheid
aan toe. En zo begon hij weer he
lemaal voor zichzelf, maar nu
onder de naam J.A.C. Mulder,
zijn overleden vroegere compag
non.
Zijn loopbaan is verder gauw
verteld. Hij heeft een aantal goe
de jaren gekend en kon in 1983
zijn accountantskantoor gunstig
overdragen aan kantoor H.C.
Seelen. „Dat kantoor heeft vrij
wel alle cliënten die ik had kun
nen behouden en dat is knap,
want meestal valt toch wel een
derde weg", zegt hij. De heer En
gelbregt mocht bij 2ijn afscheid
een vijftal commissariaten aan
houden van bedrijven, waarvan
hij ook accountant was geweest.
Wijkbelang
Zijn werk voor de Stichting
Wijkbelangen Scheepvaart
kwartier is op een wat vreemde
manier begonnen. „Ik had wat
onroerend goed in Rotterdam,
had op de vereniging van huis-
en grondeigenaren mijn mond
opengedaan en was dus meteen
bestuurslid. Onze vereniging
werd aangezocht om namens de
huiseigenaren in een commissie t
zitting te nemen om de renovatie
van de wijk Cool voor te berei
den. Al op de eerste vergadering
viel die deftige meneer Engel
bregt al op tussen een groep wat
haveloze mensen", zegt hij zelf.
„Het bestaan werd me in die
commisie snel onmogelijk ge
maakt. Ik was feitelijk als 'an
dersdenkende' niet welkom in
dat 'rooie' groepje. Die houding
is hoogst onhebbelijk! Ik nam me
ook voor om te voorkomen, dat
in ons Scheepvaartkwartier ook
een rode garde de scepter zou
gaan zwaaien'
Met kapper De Haan en de hui
dige secretaris mevrouw Visser-
Franzen begon de heer Engel
bregt met de voorbereiding van
een wijkraad, ook al omdat er de
nodige problemen waren. „De
noodzakelijke ophoging van de
Westzeedijk betekende nogal
wat, zoals het afbreken van pan
den en het afsluiten van toe
gangswegen naar de wijk. En de
noodwinkels op het Westplein
waren wel afgebroken, maar het
puin lag er nog steeds".
Unieke opzet
Hij zegt: „Ik heb de statuten van
onze stichting opgezet en die zijn
nog steeds uniek. Wij zijn het
enige wijkorgaan in ons land,
waarin bedrijfsleven en bewo
nerssamen zitting hebben. Beide
groepen hebben belang in de
wijk. Nog steeds kan iedereen,
die belang in de wijk heeft, of hij
er woont of niet, lid worden. Wij
kermen ook een democratie, die
je nergens ziet: Een minderheid
van twee personen kan op een
vergadering al besluitvorming
tegengaan. Zij kunnen een her
overweging afdwingen voordat
er op een volgende vergadering
een besluit valt, Het is daardoor
onmogelijk om op een vergade
ring een minderheid te over
stemmen. In mijn ogen is zoiets
ook heel ondemocratisch". Trots
voegt hij eraan toe, dat er nog
nooit een beroep op deze clausu
le is gedaan. Alleen al het be
staan ervan dwingt mensen naar
elkaar te luisteren.
Vanaf de eerste vergadering was
de heer Engelbregt voorzitter.
„Ik heb veel weerstand moeten
overwinnen, zowel van de ge
meente als bij het bedrijfsleven,
waar het vertrouwen eerst ont
brak. De gemeente kan nu niet
meer om de wijkraad heen en
krijgt ook de kans niet om de be
woners en het bedrijfsleven te
gen elkaar uit te spelen. De ge
meente of de PvdA heeft tenslot
te het hoofd in de schoot gelegd
en de wijkraad geaccepteerd".
„Onze kracht is altijd geweest,
dat we als wijkraad de gemeente
juridisch hebben aangepakt",
legt accountant Engelbregt uit.
„We gingen desnoods tot de
Kroon toe, zoals bij het bestem
mingsplan, waarvoor de ge
meente liefst vijf nieuwe con
cepten heeft moeten maken. Het
eindresultaat is voor een groot
deel het werk van mijn wijk
raad".
Knutselaar
Hij geeft toe, dat zijn huiselijk le
ven wel sterk onder zijn werk en
de activiteit voor de wijkraad
heeft geleden. Toen hij in Baren-
drecht woonde, sliep hij vaak
drie of vier avonden per week op
kantoor en bracht hij alleen het
weekeinde thuis door. Nu hij
zich met zijn vrouw in Antwer
pen heeft teruggetrokken, heeft
hij tijd voor een veelheid aan in
teresses. Hij knutselt graag als
dingen stuk gaan en heeft dank
zij die reparaties goed inzicht in
techniek gekregen. „Ik ben niet
te beroerd om een kapot onder
deel van een copieerapparaat te
vervangen of desnoods zelf te
produceren, nu het uit de handel
is".
Ook aan zijn huis in Frankrijk
doet hij het nodige zelf, metse
len, elektriciteit aanleggen, het
maakt hem niet uit. Hij pakt al
les zelf aan. Hij heeft een kleine
verzameling mineralen en fos
sielen, bijeengegaard tijdens
wandelingen op vakanties. En
enkele jaren geleden heeft hij
een computer aangeschaft voor
de automatisering van zijn clién-
tenkring. Hij koestert zijn com
puter nog steeds en heeft zelfs
het jubileumnummer van de
wijkkrant erop getypt en samen
gesteld. Incidenteel werkt hij
nog als accountant, maar moet
hij toegeven, hijzelf is daarbij
zijn grootste klant.
ADRES: Maasboulevard 9, Schiedam (tel.4264626);
DE KAART: Voorgerechten (16) van 10 tot 39,50; hoofdgerechten
(15) van ƒ39,50 tot 65. Menu's van 65, 79,50 en 95.
ONZE BESTELLING: Eendeborstfilet, compositie van wild,
kalfsentrecote, fazant.
De talrijke restaurants van naam
en faam, die Schiedam herbergt,
moeten gezamenlijk meer aan de
weg timmeren. Zij zouden er
verstandig aan doen de handen
ineen te slaan om bij voorbeeld
in de Rotterdamse agglomeratie
maar ook in Delft, Gouda en
Den Haag meer bekendheid te
verwerven.
Dat zei Schiedams burgemeester
Reinier Scheeres op 31 oktober
jongstleden bij de offieiéle her
opening van net restaurant La
Duchesse aan de Maasboulevard
in Schiedam.
Het stond Scheeres nog goed bij
dat Michael van Bruggen en Ka
rin Tukker met hun vorige res
taurant, Sans Rivale aan de 's-
Gravelandseweg in Schiedam,
hoge ogen gooiden. Zij eindigden
eens als eerste in deze rubriek.
De twee jonge ondernemers na
men La Duchesse over van de
Rotterdamse horeca-exploitant
Jan de Groot.
Dit restaurant is jarenlang voor
de gemiddelde beurs veel te
duur geweest De twee beloof
den een stuk op de prijsladder af
te dalen, met behoud van1exqui-
se gerechten van hoge kwaliteit.
Laten wij u niet in het ongewisse
laten: voor de gemiddelde beurs
is het nog nauwelijks op te bren
gen. Voor een werkelijk voor
treffelijk diner, waaraan tot in
de details uiterste zorg was be
steed, betaalden we het lieve
sommetje van 230 gulden.
Al bij de entree begint de kwali
teit. Soepel werden we van de jas
ontdaan en naar binnen geleid.
Naar de serre voor het aperitief
en het bestuderen van de kaart.
■Men is bij La Duchesse meteen
gast en wordt als zodanig behan
deld. Die serre ziet er met de
marmeren vloer (met vloerver
warming) en rustige, lichte tin-
ten prachtig uit De zitjes en dra
perieën zijn onmiskenbaar van
Jan des Bouvrie. De inrichting
van de eetzaal ook trouwens. De
bedrijvigheid in de halfopen
keuken maakt de sfeer ontspan
nen en zelfs wat informeel. x
Op de kaart (de mijne met prij
zen in potlood erachter gekrie
beld, die van Sophie zonder, wat
haar alleen maar razend nieuws
gierig maakte) hadden we toch.
wel iets aan te merken. Wij von
den, ondanks de tijd van het jaar,
de verhouding tussen vis-, wild
en vleesgerechten niet helemaal
in orde. Ik kon vinden wat ik
wilde, Sophie had meer moeite.
Aan tafel werd meteen ïjswater
ingeschonken, - het schoteltje
schijfjes stokbrood, keurig in een
waaier neergelegd („Het kost
niks extra en het staat zo mooi",
zei Sophie) kwam meteen op ta
fel.
Mijn eega had uiteindelijk geko
zen voor eendeborstfilet met da
dels en mandarijn op een bedje
van verschillende slasoorten.
Het mooie rode vlees was prima,
de dressing was precies goed, een
fraai gerecht. De compositie van
wild, 'wildsymfonie' op de kaart,
j De stand: j
90
Chez Marianne. Badhotel (Rockanje)
8S.5 I
deed daarvoor niet onder. De
stukjes ree en zwijn en het stukje
kwartel was heerlijk en stond op
de grote vierkante zwarte bor
den heel feestelijk.
Sophie had besloten tot de kalfs
entrecote. De shii-takesaus deed
het goed erbij, een roomsaus,
maar toch niet te zwaar. De stuk
jes shii-take in de saus waren
echter gegrilld en daardoor aan
de droge kant. Het flinke stuk
vlees was precies goed gesau-
teerd en in een dergelijke entou
rage verwacht men niet anders.
Apart werd Sophie een schotel
tje gebracht met wat haricots
verts, een stukje aardappelqui-
che, zuurkool en croute, spruit
jes, rode kool en witlof.
Ik had geroosterde fazant geko
zen. De smakelijke vogel werd
getrancheerd opgedaan, op ook
al zo'n groot vierkant zwart
bord. Een beetje heerlijke zuur
kool met een enkel stukje uitge
bakken spek en enkele schijfjes
rookworst. Alles bij elkaar een
stevige hap. Een paar toefjes
aardappelpuree completeerden
het geheel. Merkwaardigerwijs
was die puree volkomen smake
loos.
Toen de gérant (of was het de ei
genaar?) kwam informeren of
het ons smaakte, heb ik hem dat
maar eerlijk verteld. De man ex
cuseerde zich, verdween naar de
keuken, wisselde daar onopval
lend enkele woorden (door de
halfopen keuken was dat te zien)
en kwam heel rustig terug met
de mededeling 'dat er door krui
den iets aan zou worden gedaan'.
De stijl waarmee dat werd opge
lost (al had ik er op dat moment
niets aan), was klasse!
De hoeveelheid eten, die op de
borden kwam, leek wat weinig.
Heel grote eters, zo dachten wij,
zouden er wellicht niet genoeg
aan hebben. Voor ons, die toch
ook tot de flinke eters mogen
worden gerekend, was het wel
voldoende.
Op advies namen wij er een fles
heerlijk frisse Beaujolais Nou
veau bij, de soepele wijn dronk
wel heel lekker weg uit de grote
glazen. De koffie mag, geser
veerd in glimmend gepoetst zil
ver, heel goed worden genoemd.
Een aangenaam besluit van een
heel plezierige avond. De pun
ten, zo besloten wij op de terug
weg naar huis, zullen hoog uit
vallen. Net als de rekening,
De Punten:
Voorgerecht: 9 (telt dubbel: 18);
hoofdgerecht: 8,5 (telt dubbel:
17); bediening: 9,5; wijn: 8,5; kof
fie: 8,5; prijs/kwaliteit: 6,5 (telt
drie maal 19,5); sfeer 9,5; totaal
90,5 punten. De derde plaats die
La Duchesse hiermee haalt is na
tuurlijk prima. Als de prijsladder
inderdaad wat verder was afge
daald, zou de topplaats zonder
twijfel zijn gehaald.
Groteren daardoor sterker. Oók
voor het nautisch- en transport-
onderwijs in ons land gaat het
die kant steeds meer op. Nadat in
het hoger onderwijs de bunde
ling van krachten inmiddels al is
doorgevoerd, komt die er voor
het middelbaar plus de andere
vormen van beroepsonderwijs
in deze sector nu eveneens snel
aan.
Drie onderwijs-fusiepartners
hebben in het kader van de bin
nenkort in te voeren wet over
sectorvorming en vernieuwing
in deze tak van onderwijs, een
intentieverklaring voor hun sa
mengaan ondertekend. Rotter
dam kan, als alles loopt zoals de
drie het zich voorstellen, vol
gend jaar op 1 augustus het
grootste maritieme opleidings
centrum van Europa binnen zijn
grenzen hebben.
Men is het in principe eens over
de vorming van één bestuurlijk
dak boven drie instellingen. Dat
zijn: de Stichting Lager-en Mid
delbaar Nautisch-Teehnisch On
derwijs Zuid-Holland waar
van het Maritiem Technisch In
stituut Anthony van Hoboken
(MTI) in Rotterdam het belang
rijkste onderdeel is de Stich
ting Vervoer- en Havenoplei-
dingen (SVH) en het Koninklijk
Onderwijsfonds voor de Scheep
vaart (KOF). Zij zullen het mi
nisterie deze maand nog laten
weten dat de aaneensluiting er
wat hen betreft komt. Ze konden
trouwens ook moeilijk anders,
want de drie instellingen komen
met hun leerling-aantallen op
dit ogenblik elk afzonderlijk niet
aan het voor zelfstandigheid
geldende getalscriterium van
600. En als daaraan niets veran
dert, dan zou dat over enige tijd
tot opheffing kunnen leiden.
Zinvol
,-Het moest echt", zegt directeur
E. Hietbrink van het MTI An
thony van Hoboken. „Een grote
fusie zoals wij die nu willen, is
zinvol. Het is een verstandig be
sluit".
De rechtspersoon boven het
nieuwe geheel gaat Stichting
Scheepvaart en Transport On
derwijs heten, maar het toekom
stige onderwijs-instituut zelf
heeft nog geen naam. Bekend is
uiteraard ook voor welke be
drijfstakken de gebundelde op
leidingen bestemd zullen zijn:
zeevaart (opleidend vooral voor
de maritieme officier, de gecom
bineerde stuurman/werktuig
kundige); zeevisvaart; havens,
transport en logistiek; Rijn- en
binnenvaart.
Met de komende fusie ziet het er
eveneens naar uit dat Rotterdam
straks een baggeropleiding zal
hebben, nu het KOF ook haar in
Delfzijl gevestigde baggerschool
naar Rotterdam wil overplaat
sen. De bedrijfstak zelf voelt
MTI-directeur E. Hietbrink: 'Het
moest echt'.
daar eveneens voor, maar de ge
meente Delfzijl zegt er alles aan
te zullen doen de school te be
houden. De rijksoverheid, die
uiteindelijk goedkeuring zal
moeten geven, heeft nog geen
besluit genomen. Hietbrink:
„Mocht de verplaatsing uit Delf
zijl om wat voor reden dan ook
niet doorgaan, dan overwegen
wij in Rotterdam toch een eigen
baggeropleiding te starten".
Centraal
Het zal volgend jaar in de nieu
we Rotterdamse constellatie om
een groot aantal leerlingen gaan:
zo'n 900 in het middelbaar en
duizend in het lager beroepson
derwijs. Plus nog eens ongeveer
duizend deelnemers aan de di
verse leerlingstelsels en een nog
onbekend aantal mensen dat via
(betaald) contract-onderwijs zal
worden opgeleid
Hietbrink denkt uiteindelijk ook
aan één onderkomen voor het
grote onderwijs-instituut, want
verspreid liggende gebouwen
werken de eenheid nu eenmaal
niet in de hand. Persoonlijk
geeft hij de voorkeur aan een
vestiging op de toekomstige Kop
van Zuid (Wilhelminakade/
Rijnhaven). „Dat is het aller
mooiste punt". De waterkant
van Delfshaven waar de
SVH-school Jan Backx staat
of het zuidelijke Waal havenge
bied, waar de SVH twee andere
schoolgebouwen heeft, zijn
eveneens geschikt „Beide liggen
dicht bij de rivier en dat is voor
scholen als die van ons toch wel
van belang", meent Hietbrink.
Het Maritiem Technisch Insti
tuut Anthony van Hoboken zit
voorlopigeehter nog meteen an
der huisvestingsprobleem: er is
in het gebouw aan de Willem
Buytewechstraat (de vroegere
'machinistenschool') te weinig
ruimte voor de ongeveer 350
leerlingen die er nu dagelijks de
lessen volgen. Ir.J.D. Ruys, se
cretaris van het MTI-bestuur,
licht dat toe: „We hebben er
steeds meer disciplines bij gekre
gen, waardoor extra ruimte
moest worden gecreëerd voor
praktijk-activiteiten zoals radar-
simulators. Er zijn te weinig the
orie-lokalen, we moeten te veel
improviseren. Als het nog gek
ker wordt, zullen we elders loka
len moeten bijhuren". In dat
verband wordt er gedacht aan
het (leegstaande) gebouw van de
vroegere gemeentelijke zee
vaartschool aan de Pieter de
Hoochweg, in de directe omge
ving.
Fusiegolf
Nadat eerder in Rotterdam het
middelbaar nautische en werk
tuigkundige onderwijs werden
samengevoegd en bovendien de
scheepsgezellen -opleiding (lbo)
van het in de Coolhaven liggen
de schip 'De Nederlander* werd
aangehaakt, kreeg het MTI er
in de fusiegolf die de laatste ja
ren door het vaderlandse onder
wijs spoeltvier maanden gele
den de scheepswerktuigkunde-
opleidingen van zowel Scheve-
ningen als Den Briel bij en ook
de zeevisvaart-school van Stel
lendam. De Scheventngse leer
lingen zijn inmiddels naar Rot
terdam overgeheveld; met de
jongelui van de Brielse school
Maarten Tromp' (een opleiding
voor operationele techniek) gaat
dat tezijnertijd eveneens gebeu
ren. De zeevisvaart-opleiaing in
Stellendam is een geval apart.
„Wij hebben die school er uit pië
teit bij genomen", vertelt Hiet
brink. „Je kunt het ook nautisch
fatsoen noemen. Want het ver
dwijnen van déze opleiding zou
beslist een verarming voor ons
land zijn geweest".
Zeevisvaart
De 'School voor de Zeevisvaart',
twiijtig jaar geleden door één
van de drie Goereese visserij-
verenigingen opgericht, zit de
laatste paar jaar met de moeilijk
heid dat er zich te weinig nieuwe
leerlingen aanmelden. Ruys:
„De jongeren van Goeree hebb-
ben nauwelijks interesse. Er is de
afgelopen jaren waarschijnlijk te
veel negatieve publiciteit over
de visserij geweest Vangstquota,
politie-optredens en dat soort
.dingen, die stimuleren niet echt
En «och zal de vissersvloot be
mand moeten blijven. Men-weet
misschien ook onvoldoende dat
een zeevisvaart-opleiding niet
uitsluitend voor een baan op de
vissersvloot is bestemd. Via ons
instituut kunnen leerlingen na
melijk tal van vervolg-oplei din
gen krijgen, die allerlei moge
lijkheden bieden voor andere
carrières op zee. We hebben nog
niet z6 lang geleden'hetzelfde
probleem voor de Rijn- en bin
nenvaart gehad, waarvoor ook
niet veel animo bestond. Dat is
intussen gelukkig veranderd.
Het aantal leerlingen is daar nu
stabiel".