Bundeling in maritiem onderwijs ROTTERDAM Voor 'andersdenkende' Engelbregt is in Rotterdam geen plaats meer La Duchesse Drie instituten gaan samen doorCEESDEGRAAFF Hij is feitelijk naar Ant werpen gevlucht, omdat hij het in het Rotterdam se niet meer uithield. Hij ergerde zich aan allerlei zaken, vooral op het ge bied van het verkeer en de politiek. Toch is hij meer dan vijftien jaar voorzitter geweest van de Stich ting Wijkbelangen Scheepvaart kwartier. Vorige week nam hij afscheid, bijna zeventig jaar oud, geplaagd door rugklachten, maar met een ongebroken vitali teit: J.W.M. Engelbregt, accoun tant „Ik ben in Rotterdam geboren en getogen en heb er ook jaren lang gewoond, maar ik heb er geen moment spijt van, dat ik weg ben", vertelt hij. „Ik ben be gin juni naar Antwerpen ver huisd. Ik houd van de sfeer hier, je zit hier zo vreselijk veel plezie riger dan in Rotterdam". Hij verduidelijkt: „De vrijheid, die je hier proeft is geweldig. Je wordt niet in een keurslijf ge drongen, zoals in ons eigen land of in Rotterdam, In de wijkraad heb ik altijd gevochten voor een stuk vrijheid, bewegingsruimte en parkeermogelijkheden. Maar in Rotterdam kan dat allemaal niet. Hier in Antwerpen heb je brede wegen, groene golven en zelfs een singel in de stad, waar je 90 kilometer mag rijden. In Rotterdam is het gewoonweg ir ritant; ze staan je overal te van gen. In het Scheepvaartkwartier zetten ze een politiebusje ver dekt neer en dan gaan ze met vier of meer agenten parkeer bonnen uitdelen. Het zit de heer Engelbregt zo hoog. dat hij nog even doorgaat: „Veertig procent van het scheepvaartgebeuren was in het Scheepvaartkwartier geconcen treerd. En dan gaan ze mensen, die er zakelijk moeten zijn met de auto bekeuren. Ze dwarsbo men het bedrijfsleven inplaats van het te stimuleren. Rotter dam jaagt de bedrijven de stad uit met zijn parkeerbeleid. Zo maakt de stad zichzelf onmoge lijk. Als ik van hier uit de wijk Berchem naar het centrum van Antwerpen wil, ben ik er in ze ven minuten. Vanaf Capelle naar het centrum van Rotter dam duurde het voor mij drie maal zo lang. En dat betekent, dat alles, ook zakendoen, drie maal zoveel tijd en dus geld kost. Daar heb ik al die jaren als voor zitter van de wijkraad tegen ge vochten". Kantoorbaan De heer Engelbregt zag in 1920 het levenslicht in Rotterdam- West. Hij ging naar school, deed de hbs en kon op zijn achttiende jaar als assistent-accountant op kantoor beginnen. Net voor de oorlog, februari 1940, moest hij in dienst. Gevochten heeft hij feitelijk niet. „Net voor de inval van de Duitsers hadden wij pa- trouilledienst in Utrecht. Bij het uitrijden van de poort van de ka zerne werd een chauffeur door sluipschutters doodgeschoten. Wij gingen daarop de stad in op zoek naar meer sluipschutters, NSB-ers, die het moreel van het leger probeerden te ondermij nen". Soldaat Engelbregt kon na de overgave van ons land in juli weer afzwaaien. Hij keerde te rug naar Rotterdam en nam zijn kantoorbaantje weer op. „Naast het werk studeerde ik en zo wist ik het diploma belasting recht te halen. Ik was om zo te zeggen aardig op weg om regis ter-accountant te worden, toen in 1942 ex-militairen werden op geroepen om zich bij de Duitsers te melden. Ik vroeg op ons kan toor, Moret was dat, om een be- wijsje dat wij voor Duitsers wel gevallig werk deden om zo on der die oproep uit te komen. Mij werd verteld, dat Moret dat principieel niet deed, maar het hogere personeel kreeg zo'n be- wijsje wel. Toen mij ook nog te verstaan werd gegeven, dat het in hoge mate ongepast was om meneer Moret daar zelf over op te bellen, ben ik van het ene mo ment op het' andere vertrokken ensehippersknechtgeworden". De heer Engelbregt legt uit, dat schippersknechten waren vrij gesteld van de opkomstplicht. Met zijn kantoorpak nog aan moest hij 'zijn' schip in de haven zoeken. „Ik werd schattend op genomen door de schipper en zijn vrouw, kreeg opdracht om de luiken te openen en nog de zelfde avond voer ik mee naar Hoek van Holland. Pas drie da gen later ben ik even op kantoor komen zeggen, dat ik niet meer kwam", zegt hij grijnzend. Hij heeft bijna twee jaar aan boord van de sleepaak gevaren tot de laatste reis van 'zijn' boot naar Temeuzen. „Het waren gevaar lijke reizen met de steeds dich terbij komende strijd. We voeren in konvooi naar Terneuzen en ik had een autoband naast me lig gen voor het geval dat... In Ter- neuzen werden we bevrijd door de Canadezen en de Polen. De Duitsers hadden ons schip nog gevorderd en waren ermee over de Westerschelde naar Vlissin- gen gevlucht. Daar is de aak even later de grond in geboord", vertelt hij. En hier in Terneuzen begon een glanzende loopbaan voor de jon ge Engelbregt. Als schippers knecht had hij zijn grootste schat gekoesterd: een zelf aangelegd cahier over de belastingwetge ving. „Tijdens mijn studie had ik in een schoolschrift allerlei za ken over de belastingwetgeving opgeschreven, zoals de mogelijk heid voor vrijstelling, verminde ring van aanslag,■■uitzonderings bepalingen, enzovoort. Dat had ik zowel per onderwerp als per wet gedaan, omdat je als student anders zo het spoor in de belas tingwetgeving kwijt kon raken. Toen ik me bij de belastingin specteur in Terneuzen meldde, werd ik op dat cahier aangeno men. Ik werd meteen controle rend accountant bij de belasting dienst". Belastingman Zonder enige terughoudendheid vertelt hij, dat hij bij veel men sen langs is geweest en er heel wat van de geldzuivering heeft weten te redden door allerlei na- heffingen. Toen Breda werd be vrijd ging de belastingdienst weer beter functioneren. Het was ongehoord, dat iemand die niet door de belastingdienst zelf was opgeleid controlerend amb tenaarkon zijn. Hij werd alsaan- slagregelend ambtenaar aan het werk gezet „Ik heb heel wat mensen het vuur na aan de sche nen weten te leggen", vat hij zijn taakuitvoering op deze post sa men. „Ik had er blijkbaar een neus voor om ongerechtigheden op te sporen". Toch was de belas tingdienst slechts een tussenstap. Na de bevrijding kwam hij weer bij een accountantkantoor te recht, en deed hij er de belasting zaken. Dat heeft tot de zomer van 1947 geduurd. „Ik wilde er even uit en vroeg het kantoor een week verlof voor eigen re kening. Dat was absoluut onbe spreekbaar. Ik voelde me zo in mijn vrijheid beknot, dat ik me prompt ziek meldde. Later ben ik op staande voet ontslagen. Het was dat jaar een schitterende zo mer en ik ben met mijn broer met de kano twee maanden door Nederland gaan varen. We zijn zelfs met de kano het IJsselmeer overgestoken", herinnert hij zich. Accountant Na zijn lange vakantie met zijn broer ging hij bij een belasting consulent in Rotterdam werken. Een jaar later solliciteerde hij bij het accountantskantoor van J.A.C. Mulder, die voor drie da gen in de week een belastingcon sulent zocht „Dat kwam mij pri ma uit", vertelt de heer Engel bregt. „Ik wilde weer gaan stu deren en had zelf al een grote klant, die tijd van mij vroeg. Blijkbaar heb ik nogal indruk gemaakt, want al na drie maan den vroeg de heer Mulder mij om met hem te associëren en zo ontstond het kantoor van Mul der en Engelbregt. Jarenlang heb ik van al zijn cliënten de 'heffingen ineens' geregeld. Die heffingen vormden een onder deel van de geldzuivering, maar de belastingdienst legde soms krankzinnig hoge aanslagen op, die in geen verhouding stonden ten opzichte tot het getrokken profijt. Het kwalijke was, dat de belastingdienst maar wat deed". Hij vertelt, dat deze zaken hem heel veel werk hebben gegeven. „Je moest een periode van zo'n tien jaar bij cliënten doornemen om alle cijfers op tafel te krijgen en zo resultaat te boeken. Ik leerde van die cliënten hun hele hebben en houden kennen. Maar zo kon ik ink wat zaken gunstig laten aflopen en het af bluffen, wat belastinginspec teurs telkens weer probeerden, met mijn kenis van de wet en van de jurisprudentie handigpa- reren". Eigen baas „In 1960 is meneer Mulder over leden", vervolgt hij. „Ik heb toen het kantoor onder mijn eigen naam voortgezet. Mijn kantoor groeide tot een bedrijf met vier vestigingen, Rotterdam, Zeist, Utrecht en de Betuwe, en vijf J.W.M. Engelbregt, druk in de weer met repareren van een on derdeel voor z'n computer. compagnons. Ik had nog altijd de wat je noemt dure klanten en toen bleek, dat mijn compagnons de zaken anders wilden regelen dan ik, heb ik het compagnon schap opgezegd en me uit de zaak teruggetrokken metal mijn cliënten. En dat zelfs zonder er voor te hoeven betalen", voegt hij er trots voor zijn handigheid aan toe. En zo begon hij weer he lemaal voor zichzelf, maar nu onder de naam J.A.C. Mulder, zijn overleden vroegere compag non. Zijn loopbaan is verder gauw verteld. Hij heeft een aantal goe de jaren gekend en kon in 1983 zijn accountantskantoor gunstig overdragen aan kantoor H.C. Seelen. „Dat kantoor heeft vrij wel alle cliënten die ik had kun nen behouden en dat is knap, want meestal valt toch wel een derde weg", zegt hij. De heer En gelbregt mocht bij 2ijn afscheid een vijftal commissariaten aan houden van bedrijven, waarvan hij ook accountant was geweest. Wijkbelang Zijn werk voor de Stichting Wijkbelangen Scheepvaart kwartier is op een wat vreemde manier begonnen. „Ik had wat onroerend goed in Rotterdam, had op de vereniging van huis- en grondeigenaren mijn mond opengedaan en was dus meteen bestuurslid. Onze vereniging werd aangezocht om namens de huiseigenaren in een commissie t zitting te nemen om de renovatie van de wijk Cool voor te berei den. Al op de eerste vergadering viel die deftige meneer Engel bregt al op tussen een groep wat haveloze mensen", zegt hij zelf. „Het bestaan werd me in die commisie snel onmogelijk ge maakt. Ik was feitelijk als 'an dersdenkende' niet welkom in dat 'rooie' groepje. Die houding is hoogst onhebbelijk! Ik nam me ook voor om te voorkomen, dat in ons Scheepvaartkwartier ook een rode garde de scepter zou gaan zwaaien' Met kapper De Haan en de hui dige secretaris mevrouw Visser- Franzen begon de heer Engel bregt met de voorbereiding van een wijkraad, ook al omdat er de nodige problemen waren. „De noodzakelijke ophoging van de Westzeedijk betekende nogal wat, zoals het afbreken van pan den en het afsluiten van toe gangswegen naar de wijk. En de noodwinkels op het Westplein waren wel afgebroken, maar het puin lag er nog steeds". Unieke opzet Hij zegt: „Ik heb de statuten van onze stichting opgezet en die zijn nog steeds uniek. Wij zijn het enige wijkorgaan in ons land, waarin bedrijfsleven en bewo nerssamen zitting hebben. Beide groepen hebben belang in de wijk. Nog steeds kan iedereen, die belang in de wijk heeft, of hij er woont of niet, lid worden. Wij kermen ook een democratie, die je nergens ziet: Een minderheid van twee personen kan op een vergadering al besluitvorming tegengaan. Zij kunnen een her overweging afdwingen voordat er op een volgende vergadering een besluit valt, Het is daardoor onmogelijk om op een vergade ring een minderheid te over stemmen. In mijn ogen is zoiets ook heel ondemocratisch". Trots voegt hij eraan toe, dat er nog nooit een beroep op deze clausu le is gedaan. Alleen al het be staan ervan dwingt mensen naar elkaar te luisteren. Vanaf de eerste vergadering was de heer Engelbregt voorzitter. „Ik heb veel weerstand moeten overwinnen, zowel van de ge meente als bij het bedrijfsleven, waar het vertrouwen eerst ont brak. De gemeente kan nu niet meer om de wijkraad heen en krijgt ook de kans niet om de be woners en het bedrijfsleven te gen elkaar uit te spelen. De ge meente of de PvdA heeft tenslot te het hoofd in de schoot gelegd en de wijkraad geaccepteerd". „Onze kracht is altijd geweest, dat we als wijkraad de gemeente juridisch hebben aangepakt", legt accountant Engelbregt uit. „We gingen desnoods tot de Kroon toe, zoals bij het bestem mingsplan, waarvoor de ge meente liefst vijf nieuwe con cepten heeft moeten maken. Het eindresultaat is voor een groot deel het werk van mijn wijk raad". Knutselaar Hij geeft toe, dat zijn huiselijk le ven wel sterk onder zijn werk en de activiteit voor de wijkraad heeft geleden. Toen hij in Baren- drecht woonde, sliep hij vaak drie of vier avonden per week op kantoor en bracht hij alleen het weekeinde thuis door. Nu hij zich met zijn vrouw in Antwer pen heeft teruggetrokken, heeft hij tijd voor een veelheid aan in teresses. Hij knutselt graag als dingen stuk gaan en heeft dank zij die reparaties goed inzicht in techniek gekregen. „Ik ben niet te beroerd om een kapot onder deel van een copieerapparaat te vervangen of desnoods zelf te produceren, nu het uit de handel is". Ook aan zijn huis in Frankrijk doet hij het nodige zelf, metse len, elektriciteit aanleggen, het maakt hem niet uit. Hij pakt al les zelf aan. Hij heeft een kleine verzameling mineralen en fos sielen, bijeengegaard tijdens wandelingen op vakanties. En enkele jaren geleden heeft hij een computer aangeschaft voor de automatisering van zijn clién- tenkring. Hij koestert zijn com puter nog steeds en heeft zelfs het jubileumnummer van de wijkkrant erop getypt en samen gesteld. Incidenteel werkt hij nog als accountant, maar moet hij toegeven, hijzelf is daarbij zijn grootste klant. ADRES: Maasboulevard 9, Schiedam (tel.4264626); DE KAART: Voorgerechten (16) van 10 tot 39,50; hoofdgerechten (15) van ƒ39,50 tot 65. Menu's van 65, 79,50 en 95. ONZE BESTELLING: Eendeborstfilet, compositie van wild, kalfsentrecote, fazant. De talrijke restaurants van naam en faam, die Schiedam herbergt, moeten gezamenlijk meer aan de weg timmeren. Zij zouden er verstandig aan doen de handen ineen te slaan om bij voorbeeld in de Rotterdamse agglomeratie maar ook in Delft, Gouda en Den Haag meer bekendheid te verwerven. Dat zei Schiedams burgemeester Reinier Scheeres op 31 oktober jongstleden bij de offieiéle her opening van net restaurant La Duchesse aan de Maasboulevard in Schiedam. Het stond Scheeres nog goed bij dat Michael van Bruggen en Ka rin Tukker met hun vorige res taurant, Sans Rivale aan de 's- Gravelandseweg in Schiedam, hoge ogen gooiden. Zij eindigden eens als eerste in deze rubriek. De twee jonge ondernemers na men La Duchesse over van de Rotterdamse horeca-exploitant Jan de Groot. Dit restaurant is jarenlang voor de gemiddelde beurs veel te duur geweest De twee beloof den een stuk op de prijsladder af te dalen, met behoud van1exqui- se gerechten van hoge kwaliteit. Laten wij u niet in het ongewisse laten: voor de gemiddelde beurs is het nog nauwelijks op te bren gen. Voor een werkelijk voor treffelijk diner, waaraan tot in de details uiterste zorg was be steed, betaalden we het lieve sommetje van 230 gulden. Al bij de entree begint de kwali teit. Soepel werden we van de jas ontdaan en naar binnen geleid. Naar de serre voor het aperitief en het bestuderen van de kaart. ■Men is bij La Duchesse meteen gast en wordt als zodanig behan deld. Die serre ziet er met de marmeren vloer (met vloerver warming) en rustige, lichte tin- ten prachtig uit De zitjes en dra perieën zijn onmiskenbaar van Jan des Bouvrie. De inrichting van de eetzaal ook trouwens. De bedrijvigheid in de halfopen keuken maakt de sfeer ontspan nen en zelfs wat informeel. x Op de kaart (de mijne met prij zen in potlood erachter gekrie beld, die van Sophie zonder, wat haar alleen maar razend nieuws gierig maakte) hadden we toch. wel iets aan te merken. Wij von den, ondanks de tijd van het jaar, de verhouding tussen vis-, wild en vleesgerechten niet helemaal in orde. Ik kon vinden wat ik wilde, Sophie had meer moeite. Aan tafel werd meteen ïjswater ingeschonken, - het schoteltje schijfjes stokbrood, keurig in een waaier neergelegd („Het kost niks extra en het staat zo mooi", zei Sophie) kwam meteen op ta fel. Mijn eega had uiteindelijk geko zen voor eendeborstfilet met da dels en mandarijn op een bedje van verschillende slasoorten. Het mooie rode vlees was prima, de dressing was precies goed, een fraai gerecht. De compositie van wild, 'wildsymfonie' op de kaart, j De stand: j 90 Chez Marianne. Badhotel (Rockanje) 8S.5 I deed daarvoor niet onder. De stukjes ree en zwijn en het stukje kwartel was heerlijk en stond op de grote vierkante zwarte bor den heel feestelijk. Sophie had besloten tot de kalfs entrecote. De shii-takesaus deed het goed erbij, een roomsaus, maar toch niet te zwaar. De stuk jes shii-take in de saus waren echter gegrilld en daardoor aan de droge kant. Het flinke stuk vlees was precies goed gesau- teerd en in een dergelijke entou rage verwacht men niet anders. Apart werd Sophie een schotel tje gebracht met wat haricots verts, een stukje aardappelqui- che, zuurkool en croute, spruit jes, rode kool en witlof. Ik had geroosterde fazant geko zen. De smakelijke vogel werd getrancheerd opgedaan, op ook al zo'n groot vierkant zwart bord. Een beetje heerlijke zuur kool met een enkel stukje uitge bakken spek en enkele schijfjes rookworst. Alles bij elkaar een stevige hap. Een paar toefjes aardappelpuree completeerden het geheel. Merkwaardigerwijs was die puree volkomen smake loos. Toen de gérant (of was het de ei genaar?) kwam informeren of het ons smaakte, heb ik hem dat maar eerlijk verteld. De man ex cuseerde zich, verdween naar de keuken, wisselde daar onopval lend enkele woorden (door de halfopen keuken was dat te zien) en kwam heel rustig terug met de mededeling 'dat er door krui den iets aan zou worden gedaan'. De stijl waarmee dat werd opge lost (al had ik er op dat moment niets aan), was klasse! De hoeveelheid eten, die op de borden kwam, leek wat weinig. Heel grote eters, zo dachten wij, zouden er wellicht niet genoeg aan hebben. Voor ons, die toch ook tot de flinke eters mogen worden gerekend, was het wel voldoende. Op advies namen wij er een fles heerlijk frisse Beaujolais Nou veau bij, de soepele wijn dronk wel heel lekker weg uit de grote glazen. De koffie mag, geser veerd in glimmend gepoetst zil ver, heel goed worden genoemd. Een aangenaam besluit van een heel plezierige avond. De pun ten, zo besloten wij op de terug weg naar huis, zullen hoog uit vallen. Net als de rekening, De Punten: Voorgerecht: 9 (telt dubbel: 18); hoofdgerecht: 8,5 (telt dubbel: 17); bediening: 9,5; wijn: 8,5; kof fie: 8,5; prijs/kwaliteit: 6,5 (telt drie maal 19,5); sfeer 9,5; totaal 90,5 punten. De derde plaats die La Duchesse hiermee haalt is na tuurlijk prima. Als de prijsladder inderdaad wat verder was afge daald, zou de topplaats zonder twijfel zijn gehaald. Groteren daardoor sterker. Oók voor het nautisch- en transport- onderwijs in ons land gaat het die kant steeds meer op. Nadat in het hoger onderwijs de bunde ling van krachten inmiddels al is doorgevoerd, komt die er voor het middelbaar plus de andere vormen van beroepsonderwijs in deze sector nu eveneens snel aan. Drie onderwijs-fusiepartners hebben in het kader van de bin nenkort in te voeren wet over sectorvorming en vernieuwing in deze tak van onderwijs, een intentieverklaring voor hun sa mengaan ondertekend. Rotter dam kan, als alles loopt zoals de drie het zich voorstellen, vol gend jaar op 1 augustus het grootste maritieme opleidings centrum van Europa binnen zijn grenzen hebben. Men is het in principe eens over de vorming van één bestuurlijk dak boven drie instellingen. Dat zijn: de Stichting Lager-en Mid delbaar Nautisch-Teehnisch On derwijs Zuid-Holland waar van het Maritiem Technisch In stituut Anthony van Hoboken (MTI) in Rotterdam het belang rijkste onderdeel is de Stich ting Vervoer- en Havenoplei- dingen (SVH) en het Koninklijk Onderwijsfonds voor de Scheep vaart (KOF). Zij zullen het mi nisterie deze maand nog laten weten dat de aaneensluiting er wat hen betreft komt. Ze konden trouwens ook moeilijk anders, want de drie instellingen komen met hun leerling-aantallen op dit ogenblik elk afzonderlijk niet aan het voor zelfstandigheid geldende getalscriterium van 600. En als daaraan niets veran dert, dan zou dat over enige tijd tot opheffing kunnen leiden. Zinvol ,-Het moest echt", zegt directeur E. Hietbrink van het MTI An thony van Hoboken. „Een grote fusie zoals wij die nu willen, is zinvol. Het is een verstandig be sluit". De rechtspersoon boven het nieuwe geheel gaat Stichting Scheepvaart en Transport On derwijs heten, maar het toekom stige onderwijs-instituut zelf heeft nog geen naam. Bekend is uiteraard ook voor welke be drijfstakken de gebundelde op leidingen bestemd zullen zijn: zeevaart (opleidend vooral voor de maritieme officier, de gecom bineerde stuurman/werktuig kundige); zeevisvaart; havens, transport en logistiek; Rijn- en binnenvaart. Met de komende fusie ziet het er eveneens naar uit dat Rotterdam straks een baggeropleiding zal hebben, nu het KOF ook haar in Delfzijl gevestigde baggerschool naar Rotterdam wil overplaat sen. De bedrijfstak zelf voelt MTI-directeur E. Hietbrink: 'Het moest echt'. daar eveneens voor, maar de ge meente Delfzijl zegt er alles aan te zullen doen de school te be houden. De rijksoverheid, die uiteindelijk goedkeuring zal moeten geven, heeft nog geen besluit genomen. Hietbrink: „Mocht de verplaatsing uit Delf zijl om wat voor reden dan ook niet doorgaan, dan overwegen wij in Rotterdam toch een eigen baggeropleiding te starten". Centraal Het zal volgend jaar in de nieu we Rotterdamse constellatie om een groot aantal leerlingen gaan: zo'n 900 in het middelbaar en duizend in het lager beroepson derwijs. Plus nog eens ongeveer duizend deelnemers aan de di verse leerlingstelsels en een nog onbekend aantal mensen dat via (betaald) contract-onderwijs zal worden opgeleid Hietbrink denkt uiteindelijk ook aan één onderkomen voor het grote onderwijs-instituut, want verspreid liggende gebouwen werken de eenheid nu eenmaal niet in de hand. Persoonlijk geeft hij de voorkeur aan een vestiging op de toekomstige Kop van Zuid (Wilhelminakade/ Rijnhaven). „Dat is het aller mooiste punt". De waterkant van Delfshaven waar de SVH-school Jan Backx staat of het zuidelijke Waal havenge bied, waar de SVH twee andere schoolgebouwen heeft, zijn eveneens geschikt „Beide liggen dicht bij de rivier en dat is voor scholen als die van ons toch wel van belang", meent Hietbrink. Het Maritiem Technisch Insti tuut Anthony van Hoboken zit voorlopigeehter nog meteen an der huisvestingsprobleem: er is in het gebouw aan de Willem Buytewechstraat (de vroegere 'machinistenschool') te weinig ruimte voor de ongeveer 350 leerlingen die er nu dagelijks de lessen volgen. Ir.J.D. Ruys, se cretaris van het MTI-bestuur, licht dat toe: „We hebben er steeds meer disciplines bij gekre gen, waardoor extra ruimte moest worden gecreëerd voor praktijk-activiteiten zoals radar- simulators. Er zijn te weinig the orie-lokalen, we moeten te veel improviseren. Als het nog gek ker wordt, zullen we elders loka len moeten bijhuren". In dat verband wordt er gedacht aan het (leegstaande) gebouw van de vroegere gemeentelijke zee vaartschool aan de Pieter de Hoochweg, in de directe omge ving. Fusiegolf Nadat eerder in Rotterdam het middelbaar nautische en werk tuigkundige onderwijs werden samengevoegd en bovendien de scheepsgezellen -opleiding (lbo) van het in de Coolhaven liggen de schip 'De Nederlander* werd aangehaakt, kreeg het MTI er in de fusiegolf die de laatste ja ren door het vaderlandse onder wijs spoeltvier maanden gele den de scheepswerktuigkunde- opleidingen van zowel Scheve- ningen als Den Briel bij en ook de zeevisvaart-school van Stel lendam. De Scheventngse leer lingen zijn inmiddels naar Rot terdam overgeheveld; met de jongelui van de Brielse school Maarten Tromp' (een opleiding voor operationele techniek) gaat dat tezijnertijd eveneens gebeu ren. De zeevisvaart-opleiaing in Stellendam is een geval apart. „Wij hebben die school er uit pië teit bij genomen", vertelt Hiet brink. „Je kunt het ook nautisch fatsoen noemen. Want het ver dwijnen van déze opleiding zou beslist een verarming voor ons land zijn geweest". Zeevisvaart De 'School voor de Zeevisvaart', twiijtig jaar geleden door één van de drie Goereese visserij- verenigingen opgericht, zit de laatste paar jaar met de moeilijk heid dat er zich te weinig nieuwe leerlingen aanmelden. Ruys: „De jongeren van Goeree hebb- ben nauwelijks interesse. Er is de afgelopen jaren waarschijnlijk te veel negatieve publiciteit over de visserij geweest Vangstquota, politie-optredens en dat soort .dingen, die stimuleren niet echt En «och zal de vissersvloot be mand moeten blijven. Men-weet misschien ook onvoldoende dat een zeevisvaart-opleiding niet uitsluitend voor een baan op de vissersvloot is bestemd. Via ons instituut kunnen leerlingen na melijk tal van vervolg-oplei din gen krijgen, die allerlei moge lijkheden bieden voor andere carrières op zee. We hebben nog niet z6 lang geleden'hetzelfde probleem voor de Rijn- en bin nenvaart gehad, waarvoor ook niet veel animo bestond. Dat is intussen gelukkig veranderd. Het aantal leerlingen is daar nu stabiel".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1989 | | pagina 2