TER PLAATSE Cees van der Geer past niet in beperkte plaats Kunststichting Pssst Amigo BQTÏÏWMM 19 i GEGETEN EN GEDRONKEN MARITIEM Zijn maritieme humor scoort ICAPlTlli ZITTEN AAN DE GROND hoog SéPglSr'"" Jan Noordegraaf hanteert een verrassende combinatie Rotterdams Nieuwsblad zaterdag 3 februan 1990 i door CEES DE Q RAAFF 'Met de opening van de Kunstzaal in de Witte de 'Withstraat is er voor hem bij ,de Rotterdamse Kunststieh- ting nog maar een beperkte 1 plaats. Zoals er voor de hele 'beeldende kunst bij de j Kunststichting nog maar een j beperkte plaats is; het stimu- j leren van jonge kunstenaars. I Dat is het resultaat van bezuini- j gingen en beleidsoverleg binnen 'gemeentelijke en semi-gemeen- itelijkle instellingen. De hoofd- i rollen zijn weggelegd voor het Centrum voor Beeldende Kunst jen de Artotheek. Hoofdrolspeler Cees van der Geer, ruim twintig f' ar de 'galeriehouder' van de unststichting, staat niet langer j voor het voetlicht. Hij heeft bij de sluiting van 'zijn' Galerie '•Westersingel 8' feestelijk af- sclieid genomen, zoals dat heet. Cees van der Geer heeft met zijn 58 jaar de opkomst en teruggang van de Kunststichting van nabij meegemaakt Toen hij er Iri 1968, op uitnodiging van de net be noemde directeur Adriaan van 1 der Staay, zijn werk begon, was de Kunststichting nog echt klein. Hij vertelt: „Ik nam de i taak over van Piet Vastenhout. We deden met een paar mensen i al het werk, nota's schrijven, ex- posities samenstellen tot de in- 1 richting en het aanbrengen van de verlichting toe". Eersiedag Hij herinnert zich die eerste dag ibij de Kunststichting nog goed, „Het seizoen moest beginnen en er was nog geen tentoonstelling, jlk heb toen snel een expositie van drie Rotterdam se fotografen in De Doelen georganiseerd; Pe ter Martens, Chris Stapels en Hans Katan. De volgende expo sitie was 'Grazige Weiden' van Willem Westbroek", zegt hij te- 1 rugmijmerend. 'Hij gaat er niet dieper op in, maar zegt eenvoudig: „En zo is het allemaal verder gegaan. Twintig jaar lang ben ik de gale- riehouder van de Kunststichting gebleven. De Kunststichting werd in de loop van de jaren stee'' groter, zegt hij. „Het Lijn baancentrum kwam erbij. We kregen een taak in de stadsver- fraaiing. Er waren op een gege ven moment alleen al achttien mensen op de afdeling tentoon stellingen, Dat was in ae tijd van de 'De Kijkkist'. Een paar jaar geleden is de afdeling opgehe ven en alleen msjn collega Gosse en ik zijn overgebleven". Kunstzalen Cees kijkt terug op een handje vol kunstzalen. „Kunstzaal Zuid was een merkwaardig gebouw tje op palen op het Zuidplein", vertelt hij. „Het was oorspronke lijk een stuk van de bouwkeet van de nieuwe Bijenkorf en had ook de honingraatvorm, zo'n zeshoek. Wij hebben het verla ten, toen theater Zuidplein klaar was met daarin expositieruimte. Het gebouwtje is nog even jonge rencentrum geweest, maar wat er daarna mee is gebeurd, weet ik niet Jammer, want het was een bijzonder elementje van Bij enkorf-architect Marcel Breuer". Hij noemt vervolgens de exposi tieruimte van de Kunststichting in De Doelen en in Het Venster, beide boven straatniveau. „Onze expositieruimte in De Doelen is gefrustreerd door allerlei andere activiteiten in het concertge bouw. Onze zaal was een door gang van de ene ruimte naar de andere met alle gevolgen van dien", Vandalisme Cees van der Geer kan nog ver ontwaardigd worden over de be schadigingen, die door passanten werden aangebracht. „Het was soms regelrecht vandalisme, zo als het uitdrukken van een peuk op een aquarel, die nota bene on der glas lag of het met een balpen schaamhaar aanbrengen op een naakt We kregen daardoor steeds sterker behoefte aan ruimte met een eigen gezicht. Toen we het pand Westersingel 8 kanden krijgen, hadden we voor het eerst ruimte op straatniveau. Galerie Westersingel 8 heb ik al tijd als een bijzonder prettige ex positieruimte ervaren. Dat was voor de Kunststichting pas een echte galerie". Met spijt in zijn stem vertelt hij, dat de opening van het Kunst huis het einde van de galerie en van de expositieruimte in het Venster betekende. Jongejaren De beeldende kunst heeft altijd een grote rol in het leven van Cees van der Geer gespeeld. Hij werd eind 1931 in het centrum van Schiedam geboren in een middenstandsgezin. Wat later kreeg hij er nog een broertje bij. Hij herinnert zich uit zijn jeugd, dat zijn vader de zaak heeft moe ten opgeven wegens reuma. „Ik ken hem alleen maar als een in-, valide", vertelt hij. „Ik was ze ven jaar, toen hij die vreselijke ziekte kreeg en binnen twee jaar was hij volslagen invalide. Hij heeft heel erg geleden en was helemaal krom van de reuma". Cees weet nog goed dat hij zelf niet zo sterk was. „Ik was ook geen vechtersbaas. Mijn jongere broer Johan was veel sterker. Als we samen vochten, won hij altijd. Maar het had ook voorde len, want als ik op straat ruzie kreeg, sprong Johan er meteen in om me te ontzetten". Zijn jonge jaren zijn niet gemak kelijk geweest. „Door de ziekte van mijn vader was onze horizon beperkt. De oorlog kwam daar nog eens boven op. De eerste oorlogsjaren zijn we nog op zo mervakantie naar familie van mijn moeder in. Deventer ge weest en voor zover mogelijk hebben we van die kant altijd hulp gehad. Maar mijn vader kon er in de hongerwinter niet op uit om voor eten te zorgen. Het enige, dat ons bezighield was overleven". Drankindustrie Toch kwam de jonge Cees in 1944 op de Mulo, om een paar weken later de school al gesloten te vinden. „In 1948 kwam ik van de Mulo af, maar ik kan niet van een gedegen opleiding spreken", zegt hij eerlijk. Zoals een Schiedammer be taamt, ging ook Cees naschool in de drankindustrie werken. Hij kwam bij Hasekamp en Co maar zegt „Ik was als kantoorbedien de niet zo'n succes. Mijn taak was het bijhouden van het statiegeld. Ik heb na een jaar of vier nog ge probeerd om het diploma boek houden te halen, maar zag het al lemaal eigenlijk niet zo zitten". Wat Cees wel zag zitten, was het tekenen van kalenders, etiket ten en dat soort zaken. Hij kon het uitstekend vinden met 'me- neer Gerrit', die het talent van Cees in tegenstelling tot 'meneer Louis' kon waarderen. „Als kind al tekende ik graag", vertelt hij. „En vanaf mijn zestiende was ik serieus in kunst geïnteresseerd. Ik ging zelf tentoonstellingen bezoeken en bezocht regelmatig het Schielandhuis waar de Kunststichting al sinds 1948 ex posities organiseerde. En zater dags kocht ik de NRC voor de bijlage, waarin Kees Droeman over beeldende kunst schreef". In het onderwijs Van de ene op de ander dag ver liet Cees van der Geer de jeneve rindustrie en werd onderwijzer. „Daar was een enorm tekort aan", vertelt hij. „Op aanraden van een vriend van me heb ik me aangemeld voor een spoed cursus en van Hasekamp mocht ik een half uur eerder van het werk weg. Ik haalde mijn diplo ma en was onderwijzer". Hij weet nog goed, dat hij op de Piet Heinschool in Delfshaven aan de slag kon „Ik kreeg een tweede klas met 52 kindertjes en lag bin nen een maand met angina op bed. Ik was totaal niet gewend mijn stem te gebruiken". Met plezier denkt hij nog terug aan zijn tijd als onderwijzer. „Toen ik op de Piet Heinschool begon, waren de klassen net ge- j mengd. En toen ik in 1968 weg- j ging, hadden we al klassen met Turkse, Marokkaanse en Spaan- se kinderen. We zijn als school j nog in de publiciteit geweest om- dat we met succes een actie had- i den gehouden voor een zwem bad op het schoolplein". Nog altijd voelt hij de emotie als hij denkt aan de klassen, die hij de laatste jaren had. „Je kreeg de kinderen in de vijfde en ging met ze mee over naar de zesde. Twee jaar trok je vrij intensief met die kinderen op. Het was al om kwart voor acht beginnen met bijlessen vor de kinderen, die later naar de hbs of het gym nasium wilden. En na schooltijd had je een soort clubwerk met schaken, dammen, handenar beid en voetbal. Daarvoor kreeg je dan als onderwijzer vijf gul den per uur. In die tijd maakte ik Cees var, der Geer en beelden de kunst horen bij elkaar. met de kinderen al achter in de klas tentoonstellingen, van da gelijkse boodschappen tot zaken, die ik bij het museum van Land en Volkenkunde leende". Maar Cees deed meer. Hij was inmiddels getrouwd en had drie dochters. „Ik nam de kinderen van school stuk voor stuk mee naar huis om een keer mee te eten en mijn vrouw en kinderen te leren kennen. Ik deed dat heel bewust om te laten zien dat een 'meester' ook gewoon een mens was. Want kinderen konden heel hoog tegen een meester op zien". Galerie 'Punt 4' In die jaren als onderwijzer raakte Cees ook meer en meer in het Schiedamse kunstwereldje verzeild. Hij was bij alle exposi ties te vinden, in het Stedelijk Museum van Schiedam, bij de kunstenaarsgroep S 45 en bij ex posities van Schiedamse kunste naars „Zo leerde ik Frans van der Heijde kennen, die galerie Punt 4 was begonnen in een hof je achter de Rotterdamsedïjk. Hij vroeg me of de galerie niks voor mij was. Ik heb het maar gepro beerd. Het werk gebeurde in de avonduren en in de weekeinden. Ik leidde een soort dubbelleven. Mijn vrouw steunde mij daarin en heeft die vijfjaar, van 1963 tot 1968, vol overgave achter de ga lerie gestaan". Hij vertelt dat hij halverwege die periode nog een keer met de ga lerie is verhuisd naar een wat betere plek: de Put aan de Rot terdamsedijk. „Het lukte op een gegeven moment aardig", zegt hij en met enige trots meldt Cees: „Zelfs Boymans heeft nog din gen van mij gekocht en ook het Stedelijk Museum. Soms zie ik op een expositie die stukken nog wel eens terug". Historisch besef Niet alleen in de kunstwereld was Cees van der Geer in Schie dam actief. Hij was lid van de Stichting De Schiedamse Ge meenschap, die kunst en cultuur namens de gemeente beheerde, werd in de jaren bij de Kunst stichting burgerlid van de Schie damse Welstandscommissie en is een van de oprichters van de Historische Vereniging in Schie dam. Het is dus niet gek uit zijn mond te horen: „Ik voel me in hart en nieren Schiedammer. Ik heb er ook altijd gewoond op een korte tijd na mijn scheiding na, toen ik in Rotterdam op kamers zat. Maar ik bewaar ten opzichte van Schiedam wel een flinke kriti sche afstand. Ik heb een soort haat-liefde verhouding. Ik hou van de stad, maar ben niet blind voor wat er allemaal is afgebro ken en kapotgemaakt". Cees van der Geer zat in de ac tiegroep Brandersbuurt, die zich tegen de sloop van het typerende stadsbuurtje verzette. Hij was ook te vinden op de barricaden tegen de grootse metroplannen uit het verleden. „Toen hadden Rotterdam en de RET het onzali ge idee om de metro naar Schie dam en Vlaardïngen te laten doorlopen. Kun je je het voor stellen, vraagt nij, een metro door het stadscentrum van Schiedam met een brug dwars over de historische Lange Ha ven?". Hij gruwt nog bij het idee. „Het heeft niets met nostalgie te maken", 2egt hij nadrukkelijk. „Maar je bent iets aan het verle den verplicht. Geschiedenis zorgt voor continuiteit en brengt het besef van betrekkelijkheid mee. Daarom ben ik ook redac teur geweest van het blad 'Scye- dam' en heb ik een boek ge schreven over Van Diggelen, de eerste Schiedamse fotograaf. En nog steeds'ben ik een fervent verzamelaar van beeldmateriaal over Schiedam". Kunstcriticus Schrijven is allang een hobby van Cees. „Toen ik voor de klas stond, heb ik al als medewerker voor de stadsredactie van Het Vrije Volk en het Rotterdams Nieuwsblad in Schiedam ge werkt. En eenmaal bij de Kunst stichting kwam ik als medewer ker terecht bij Het Parool. Tot de opheffing van het Rotterdams Parool heb ik er een column over beeldende kunst gehad", legt hij uit. Daarna is hij voor Sijthoff Pers beeldende kunst gaan doen. Dui delijk is dan ook dat het afscheid van Cees van der Geer bij de Kunststichting nog lang geen af scheid van de beeldende kunst in al zijn facetten zal zijn. Stil op een flatje zitten oud te worden, is niks voor hem. DOOR TH EO VANDERLOON ADRES:Stadhuisplein 17(te!.4138180) 1 DE KAART: Voorgerechten (12) van 4,25 tot 8; hoofdgerechten (13) van 17,50 tot 25,75. Verderop de kaart tortilla's, taco's en gecombineerde schotels. ONZE BESTELLING: Tomatensoep, gazpacho, kip met rijst Anda- i luz, steak Barbacoa. j „We beginnen natuurlijk met I een glaasje tequila", zei collega Willem om in de sfeer te blijven, nadat we een plaatsje hadden ge- I zocht in het betrekkelijk nieuwe i Mexicaanse restaurant Pssst I Amigo aan het Stadhuisplein. Hoe hetprecies moest, wisten we j ook niet. Op de film (hier kan geen sprake zijn van een 'spa- ghetti-western', welllicht wel j van een ehili-westem) hadden we wel eens gezien dat de echte tequila-drinker eerst wat zout op de rug van de hand strooit, dat oplikt en vervolgens de pittige inhoud van het glas achterover te slaan. Dat hebben we maar niet ge daan. Een heel klein beetje zout op de natgemaakte vinger likten we op en voorzichtig namen we een klein slokje van het zeer pit tige distillaat „Lekker", stelde Willem vast, terwijl het spul mij sterk deed denken aan een krui sing van gin en spiritus. Intussen snoepten we van de tortilla chips, die met een tamelijk scherp, doch smakelijk sausje op tafel waren gezet. r Pssst Amigo heeft grote, vrolijk gekleurde en daardoor niet al te duidelijke kaarten, die naast I drankjes, voor- en boofdgerech- i ten ook een kolom tortilla's, ta- J co's en gecombineerde schotels bevat. Sporten Willem meldde vrolijk die avond nog te moeten sporten, zo- dat zijn maal in elk geval niet uit ,al te zware gerechten zou be staan. Hij wade beginnen met een soep en hij koos voor de to- I matensoep, natuurlijk heel ly- ;nsch 'sopa de tomate' was ge- 'noemd. Het bleek een pittige soep, met gesmolten kaas engeu- nge oregano. Veel indruk maak te de soep echter kennelijk niet op Willem. Toen ik hem vroeg hoe die soep smaakte, zei hiir „Soep? Oh ja, welke soep had ik ook al weer?" Dt besloot tot de gazpacho, de koude komkommer/tomaten- soep, die uit het Zuiden van bpanje stamt. De tomatenbrij was goed gevuld met inderdaad stukjes komkommer en lekker gekruid. Gazpacho, al dan niet niet de toevoeging 'Andaluz' ken tic m allerlei verschijningsvor- i men. Zo dik als deze had ik 'm oog nooit Maar de smaak was al- j teszins redelijk. j Willem nam de kip met rijst, die dan ook 'polio con arroz' heette, j met de toevoeging 'Andaluz', De stand: 1. Au Bon Coin (Dordrecht)... 2. De Aardbeienboom (Nleuwerkerk) ...91,5 91 La Ligne(Zwijndrecht) a. La Duchesse (Schiedam) 91 90,5 5. Johannahoeve (Capelle a/dlJssel) 90 6. Raadskelder B9,5 7 Malanp (Rr.hl«r!amt 88.5 8.1 p RistrnnuntfH.l. Amhachti88 9. Hazelbag (Hstievoetsluis) 87,5 87 32. Pssst Amigo... hun voedsel is ook heel geschikt voor de Duitse markt: veel en eerder Zuidspaans dan Mexi caans derhalve. Het tamelijk forsbemeten ovale bord was ge heel gevuld met de brokjes ge braden kip, minstens een polle pel rijst met kerne en paprika e.t wat rauwkostsalade. Was het door de verhalen die hij vertelde of was het de kwaliteit van het eten dat Willem ervan weer hield een grote eetlust tentoon te spreiden? Hij was in elk geval nog steeds niet onder de indruk. Wel constateerde hij' een fiks pit tige smaak, die hem noopte het voorhoofd af te wissen. Rode bonen Ik had een steak besteld. Op zo'n zelfde ovale bord kreeg ik een stuk vlees van behoorlijke afme ting, goed gegrilled, maar niet overal even mals. Er was een beetje tomatensaus op gegoten. Heet lekker erbij waren de grote rode bonen met chili, flink pittig. Ook ik kreeg er rauwkost bij. Flinke eters, die Mexicanen en niet echt verfijnd van smaak. We dronken er sangria bij- zoete Spaanse wijn, gekruid met ka ncel en met suiker, cognac, gin, blokjes citroen en sinaasappel en aangelengd met wat spuitwater. De vederlichte wijn was naar ons gevoel iets te veel aange lengd, waardoor de eerste slokjes te veel 'prikkelden'. De wijn dronk evenwel zo gemakkelijk weg, dat we nog maar een twee de karaf bestelden. We merkten er niet van. Althans dat dacht ook Willem, tot hij een uurtje la ter aan het sporten was... De bediening was heel vriende lijk, dat wel. De dames droegen heel fleurige, min of meer fol kloristische jurken. Wel vonden wij dat onze bestellingen, of het nu de tequila, het opnemen of het tweede karafje wijn was, lang wegbleven. Hij komt ons voor, dat het in het soort zaak als Pssst Amigo vlotter zou moeten gaan. De sfeer in de 2aak is (voorna melijk door het licht en de grote planten.) best aardig, veel leuker dan de bezoeker bij binnen komst verwacht. De wat kale ta feltjes en stoeltjes doen cafetaria achtig aan, maar de aankleding verdoezelt veel. Pssst Amigo mag zich met beklagen over ge brek aan klandizie. Het was er lekker vol en dat draagt natuur lijk ook bij tot de sfeer. De rekening, die wii kregen ge presenteerd, viel alleszins mee. Met zijn tweeën betaalden we ruim onder de honderd gulden. Het is geen wonder dat de Rot terdamse vestiging van het Pssst Amigo-concern kennelijk voor al bij jonge mensen in ae tame lijk korte tijd van haar bestaan een behoorlijk populariteit heeft verworven. De Punten: Voorgerecht 7 (telt dubbel: 14); hoofdgerecht: 7 (telt dubbel: 14); bediening: 5,5; wijn: 7,5; koffie: 8,5; prijs/kwaliteit: 7,5 (telt drie maal 22,5); sfeer 7,5; totaal 79,5 punten. Pssst Amigo reikt niet verder dan een plek onder aan de middenmoot. redactie: Bram Oosterwijk tel. 405.65.17 Humor, fantasie en realiteit. Met die, in de meeste van zijn verhalen en gedichten soms verrassend uitpakkende combinatie heeft auteur Jan Noordegraaf inmiddels een hoge klassering in onze mari tieme literatuur veroverd. Vooral z'n op feiten gebaseerde humoristische verhalen die sinds 1986 in boekvorm worden gebundeld, scoren hoog. Eind van dit jaar komt het met zo'n veertig korte verhalen gevulde vierde deelq'e in die reeks alweer uit. Het gaat 'Kapitein, de schroef is foetsie' heten. Noordegraaf (62) werd géborén aan de oever van de Nieuwe Wa terweg, in Schiedam. Zijn mari tieme diepgang deed hij op tij dens een jarenlange carrière als radio-officier/telegrafist op schepen van een groot aantal Nederlandse rederijen; later was hij service-technicus in de Rot terdamse haven en automatise ringsdeskundige bij Radio-Hol land. Tijdens zijn vaarperiode begon Jan zijn eerste verhalen al te - schrijven. Hij zegt daar nu over: „Bij gebrek aan walcontacten werden ze grotendeels aan de golven prijsgegeven". 'Zeeman met verlof' was in 1964 zijn eer ste gepubliceerde bundel. Vier iaar later had hij twee romans; De wereld is een schip' en 'Tankvaart op Bangkok'. Containeritis Eén yan de aardigste verhalen in het nieuwe boek van de in Haar lem wonende Noordegraaf is 'Containeritis', waarin hij de steeds verder om. zich heen grij pende containerisatie op een hu moristische manier beschrijft Het gaat zo: 'De ACF 10, staande voor Atlan tic Container Flat nummer 10, om belastingtechnische redenen onder de vlag van de Maan va rende, schoof hoog en dus niet diep geladen massaal door de Nieuwe Waterweg, passeerde 'n paar tobbers, nam de bocht bij de Rotterdamsche Droogdok Maat schappij en voer langzaam naar de eigen ACF-kade, waar onder een woud van kranen, wolken krabbers vol containers stonden opgesteld. Het was een oerlelijk schip, waarop de wetten van de aërodynamica kennelijk geen rol speelden, maar onzichtbaar onder water was ze gestroom lijnd als een dolfijn. Een paar sleepboten dreven bedelend naar voren om assistentie te ver lenen bij het meren, voor zover dat nodig was, want het schip had naar alle kanten straalpij- pen en boegschroeven ter be schikking, zelfs naar onderen te richten, om modder weg te bla- De omslag van Noordegraafs eerste boekje in de reeks: 'Goede morgen kapitein, we zlttBn aan de grond'. zen en ondiepten te kunnen pas seren, Aan de kade stond al een zieken auto klaar, wachtend op kapitein Hans van der Horst, eens 'n bril jant student aan de Rotterdamse zeevaartschool Anthony van Hoboken, nadat dringend om af lossing per ambulance was ver zocht, omdat hij alles te recht hoekig zag. Na twaalf reizen op een containerschip werd alles in zijn brein herleid tot TEU-stan- daardmaten. Schepen aan de kim, zon en maan, sterren, palm bomen, stuurlieden, auto's van agenten, maaltijden, het giro kompas, z'n computerscherm, het radarbeeld, z'n eigen fysieke onderdelen en zelfs z'n bloedei gen vrouw zag hij in rechthoekig Formaat verschijnen. Als hij je aankeek, stonden er rechthoek jes in zijn ogen, en da^was na tuurlijk niet normaal, vonden zelfs zij van de rederij die het schip hadden ontworpen en daarna met minimale beman ning met toestemming van het betrokken ministerie zeewaarts gestuurd hadden, onder het mot to 'Op zee gebeurt toch nooit wat'! Eerste stuurman Ronald Janse had persoonlijk per Satcom ge meld dat de kapitein vreemd deed, naar aanleiding van het feit dat deze de zon rechthoekig zag opkomen, z'n sextant greep en de rechte onderkant van die zonne-contalner op de kim bracht om een bestek te maken, waar omheen hij op de zeekaart notabene 'n rechthoekje plaatste, en dat was vreemd, heel vreemd, want daar hoorde 'n rondje pot lood om. Hij sprak over de ster ren als ruimtelijke TEU's en week in het Kanaal voor 'n meeyw uit, omdat hij die voor *n flying container had aangezien. 'Kapitein', had Janse gezegd, je moet 's effe in survey, want er zijn ook goeie ronde dingen op deze wereld, zoals de bulbsteven, de billen van de kok, een bitter- of voetbal, de verpakking van moedermelk en de schroef is ook rond. Nee, kapitein, even de wal op en het dok in, dan kan ik in tussen een reisje als kapitein ma ken, niettan? Niet dat dit er wat toe doet, maar 't is mooi meege nomen nu je toch containeritis hebt. ik word er soms ook stapel van, en spreek die lui van het ziekenhuis maar 's ernstig toe, dat ze de rederij, de KNRV en de ontwerpeis van schepen op hun lazer geven, die denken dat wij automaten zijn, robots tussen het verlof in; vierkant denken en zelf lekker aan de wal blijven om nog gekkere schepen, ladingsys temen en aangepaste opleidin gen te maken... Die lui denken geeontaineriseerd, kapitein en daar krijg je het van! Doe 'r wat aan en kom dan gezond eh, ge rond weer terug aan boord om je rechtmatige positie als rondbor stige zeeman weer in te nemen, "n rechthoek 'n rechthoek te la ten, je niet af te vragen wat er in die TEU's zit, of je de stabiliteit van het schip geweld aan doet, of er atoombommen of condooms in die containers zitten, want dat is allemaal voor je geregeld en je aan te passen als toevallig zeeva rend tussenpersoon in de trans portketen van deur tot deur! Het beste, kapitein. Hou je haaks'. En dat laatste had hij niet moeten zeggen, want haaks betekent rechthoekig, en de kapitein barstte in tranen uit, want hij werd toch begrepen aan boord„, Kapitein van der Horst zag in de ambulance waarmee hij naar het ziekenhuis werd overgebracht een aangepaste container op wielen. Daar werd bloed afgeno men, waarbij de gebruikte naald in een zogenaamde waste-con tainer werd gestopt, en dat gaf hem voldoende vertrouwen deze beproeving te kunnen doorstaan en die lui aan de wal 'n lesje in container-efficiency te geven. Gelukkig bleven de bloedlichaampjes niet rechthoe kig en dat viel mee'. Het eind van het verhaal: 'En zo is het gekomen dat kapitein Van der Horst in plaats van patiënt als adviseur van-de GMD in het ziekenhuis verbleef en wie thans naar het Dijkzigtziekenhuis of de daarnaast gelegen universi teitsgebouwen kijkt, kan het re sultaat zien: net gestapelde con tainers. Niettan? Let maar 's op hoe dal 'Manhattan aan de Maas' er straks uitziet'! Jan Noordegraaf, sinds enige tijd redacteur van het maritieme maandblad 'De Blauwe Wim pel', is van plart de komende ja ren nog heel veel op papier te zetten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1990 | | pagina 1