a 'Ik had Pepijn nu liever in zandbak dan in boekje' r Dat beestje kon er pas in Rotterdam weer uit' WATERWEG J SCHIEDAM VLAARDINGEN I MAASSLUIS Vader Otto de Vos schrijft over dood van zes-jarige zoon Rood Geel Mannendiner' Fortuna VI: de ene anecdote is nog smeuïger dan de andere a enkjjg 'Ygnjinf lUil", dUüHUttË i «t wmi Rotterdams Nieuwsblad dinsdag 19 maart 1991 Helderziend De Rotterdamse Dineke Meyer vereert morgen de spirituele vereniging Harmonia met een bezoek. Zij verzorgt in wijkcentrum Nieuwland aan het Dr. Wi- bautplein een avond met helderziende waarnemin gen en psychometrie. De toegangsprijs bedraagt 7,50 gulden en de aanvang van de spirituele bijeenkomst is om 20.00 uur precies. Spreekuur Mensen die problemen hebben op het gebied van ontslag, uitkeringen, studiefinanciering, huisves ting en subsidies kunnen voor gratis hulp terecht bij de Schiedamse afdeling van het Christelijk Natio naal Vakverbond. Morgenmiddag houdt het CNV van 14.00 tot 15.00 uur, ook voor met-leden, spreek uur in het zalencentrum van Christelijk Sociaal Be langen aan d e Lange Ha ven 73. Zestig jaar trouw Het echtpaar Willem en Magdalena Den Held werd gisteren in verpleegtehuis Driemaasstede ter ere van hun zestigjarig huwelijk in het zonnetje gezet. Burgemeester Reinier Scheeres bracht het paar In de middag een bezoek om bruid en bruidegom te fe liciteren met het heuglijke feit Sehiespoor Tijdens de maandelijkse Schiespoordag van de mo delspoorclub is het clubgebouw aan de Westerkade zaterdag vanaf 10.00 uur toegankelijk voor belang stellenden die het gerenoveerde viaductkwartier op de modelbaan willen bewonderen. Een twaalftal modelspoorliefhebbers heeft een half jaar gewerkt aan de bouw van de miniatuur woon wijk met slooppanden, bioscoop, smalle straatjes, een heuse rosse buurt, oude lantaarnpalen, straat- meubilair en veel mini-publiek. De club is voorne mens verder ook nog een kermis en een Nederlands heuvellandschap ie laten verrijzen. Tijdens de open dag is er gelegenheid om kleine reparaties te laten uitvoeren en tevens is er een ruilbeurs. De toegang sprijs bedraagt slechts één gulden voor volwassenen en twee heitjes voor kinderen. Wereldwinkel Wethouder Agnes van Ardenne opent vrijdag 22 maart in de Wereldwinkel aan de Hoogstraat een tentoonstelling over zuivere kleding. De stoffen af komstig uit de derde wereldlanden, zijn met de hand geweven waarvan de bedrukking en weefpatronen zonder meer de exotische herkomst verraden. De kledingverkoop die na de opening van start gaat, is niet alleen een directe ondersteuning voor de leve ranciers uit India, Tanzania, Guatemala en Bangla desh maar tevens een protest tegen het EG-beleid. De wereldwinkel is alle dagen van de week, behalve zondag en maandag, geopend. Bomen .Aan de Dr.A.Schweitzerdreef en de Coldenhove- laan te Maassluis worden vijftien bomen geplaatst. Ze zijn aangeboden door de aannemingsbedrijven Van Dijk en Kroes uit Maasland in verband met de officiële ingebruikneming van genoemde straten. De schenking is door de gemeente in dank aan vaard. door NATHALIE LANS Vlaardingen - „Van het sterven van Pepijn heb ik niets geleerd. Ik ben er niets wijzer van geworden. Wel armer. Wat ik schrijf ss bedoeld als eerbetoon, als hulde aan ons lief- deskmd". Zo omschrijft de Vlaardinger Otto de Vos de dood van zijn zoon in Mo nument voor Pepijn, een boek dat geheel is gewijd aan het verlies van zijn kind. Vanaf deze week ligt het in de boekhandel. Gisteren was het precies een jaar geleden dat Pepijn de Vos op 6-jari- ge leeftijd volkomen onverwacht stierf. Nadat hij in de badkamer op zijn hoofd was gevallen, overleed hij vier dagen later aan de gevolgen van een bloeding. Nooit ziek „Pepijn was eigenlijk nooit ziek. We werden binnen drie dagen ge confronteerd met eerst een jongetje dat je gezond uit judo-les haalt, dat een appeltje en een liga eet op de achterbank van de auto, en dat daarna plotseling een dodelijk ziek kind blijkt te zijn", vertelt Ötto de Vos, Ai snel na de dood van Pepijn be gon de vader te schrijven over het dramatisch ongeval. Elke dag trok hij zich een paar uur terug in zijn werkkamer om te werken aan het verhaal over zijn zoontje. Hij deed dat niet uit therapeutische overwegingen of met de gedachte aan een boek. „Ik heb niets van me afgeschreven. Het schrijven is niet zuiverend ge weest. Door te schrijven is wel de tijd voorbij gegaan. Ik heb Pepijn als het ware nog een tijdje bij de hand kunnen nemen, zoals je dat doet met een kind". Na een paar maanden was het ver haal af. Het is een eerbetoon voor Pepijn geworden. „Ik heb een mo nument voor Pepijn geschreven. En een monument leg je niet in een laatje", vindt Otto de Vos. Na over leg met zijn vrouw Liduine besloot hij het verhaal te publiceren. Fantasie Het boek is geen verhaal geworden over de dood. Het is een verhaal over Pepijn. De schrijver vertelt wat voor soort jongetje Pepijn was. Daarbij worden herinneringen af gewisseld met de gevoelens en emo ties van een vader. Otto de Vos schrijft over de ge heimpjes die Pepijn met zijn zus Jasmijn had, hoe Pepijn op Vlie land krekels ving en over de fanta sieën die hij met Pepijn deelde. „Honderden verhal» hebben wij hem verteld en vooi gelezen. Zijn fantasiewereld draaide om india nen, ridders, goede en slechte men sen, slangen en andere spannende beesten", vertelt Otto. Fragment „De begrafenisondernemer moet gebeld. De Volkskrant en de NRC moeten worden bericht. Welke vragen moeten we straks stellen? Wat mogen we niet vergeten? Maar ook: Wat eten we vanavond? Wie doet de boodschappen en maakt het huis aan kant? Tegen de middag komt meneer Waayers, de begrafenisondernemer. Hij moet even wennen, maar al snel ontwikkelt zich een plezierige verstandhouding. Dat Liduine en ik in de achterliggende dagen al les, wat nu van belang is, besproken hebben, maakt dat het maken van duidelijke afspraken vlot verloopt. We willen alles zélf doen.De kist zal worden gedragen door de zwa gers en broers. De bloemen zullen op een aparte baar worden gedra gen door vier buren. In de aula zal onze zwager Jan de sprekers inlei den. We berekenen hoeveel auto's er nodig zijn. Hoeveel envelopDen voor de kaarten, Hoe lang we de aula nodig zullen hebben. Jeroen heeft inmiddels een bandje opgenomen met de muziek die we willen horen. 'Gregorianische Gesange. Benediktiner der Abtei St.Maurice St.Maur, Clervaux'. ('Pap, mag de gregoriaanse plaat op?' 'Zondagmorgen'.) Goed, dan kunnen we nu een graf huren of kopen. We willen een graf kópen. Dan moeten we een plekje uitzoe ken. Kunnen we gelijk het bandje testen in de aula. Meneer Waayers rijdt vooruit. Liduine, Ad en ik er achteraan. Eerst een plek gezocht. Het lijkt wel winkelen. Er is nog een mooi hoek plaatsje vrij. Veel hoge, al bijna volgroeide bomen gelukkig. Mei doorn! En dan naar de aula. We oefenen het afspelen van de band. Liduine en ik zitten op de eerste rij in het midden. Waar we donder dag ook zullen zitten. Tegenover de plaats waar de kist zal staan. Pe- pijns witte kist. Speciaal gespoten. Want witte kisten stonden niet in het kistenboek. Wel talloze andere. Met de prachtigste houtnerven in duurzaam fineer. Of in massief eiken, dat spreekt. We hebben ook afgezien van barokke handgrepen. We willen eenvoudige handgre pen, meegespoten met de kist. Alles kan. We lopen nog eenmaal het pad dat we ook donderdag willen gaan. Onze voetstappen knerpen over het fijne witte grint". In 'Monument voor Pepijn' laat hij dan ook alle helden uit Pepijns fan tasiewereld afscheid nemen bij het sterfbed van zijn zoon. „Ik heb ge schreven over de fantasiewereld die Pepijn en ik hadden. In het zie kenhuis had de zuster op zondag, vlak voor zijn dood, als laatste uit Sin bad de Zeeman voorgelezen. In 'Monument voor Pepijn zegt Sin- bad aan de rand van het bed dan ook tegen de 'dokter: „Ik was de laatste die in zijn hoofd zat". De grote fantasie die Pepijn had, komt in het boek duidelijk naar vo ren. Zijn vader heeft in zijn eerbe toon de helden die in Pepijns we reld zo'n grote rol speelden niet achterwege gelaten. „Maar het ver haal is pure non-fictie", legt Otto uit. „Alles is realiteit Tot het num mer van ons buis toe". Gedenkteken De schrijver heeft 'Monument voor Pepijn' niet gepubliceerd om een bepaalde groep mensen te bereiken of om ouders, die ook een kind heb ben verloren enige steun te geven. Het boek kwam niet in de eerste plaats tot stand als een wegwijzer voor anderen, ook was het schrij ven voor Otto de Vos geen manier om de tijd te doden. „Het is vooral bedoeld", benadrukt vader Otto. „bijna letterlijk, als een gedenkteken voor Pepijn. Wie het verhaal leest, moet iets proeven van het kind dat hij was". Een spe cifiek lezerspubliek heeft de schrij ver niet voor ogen: „De lezers zijn, denk ik, mensen die willen weten. Die willen begrijpen". Een gedenkteken is ook te zien op de zachtgele omslag van het boek. Het is een paal op het strand waarop een kruis en de naam Pepijn de Vos zichtbaar zijn. „Voor mij is die paal het monument voor Pepijn", zegt Otto. Tijdens de afgelopen zomer vakantie op Vlieland sneed hij het kruis en de naam van zijn zoon in het hout. „Ieder iaar gaan wij op vakantie naar Vlieland. Toen we voor het eerst zonder Pepijn op het eiland waren, ben ik 's avonds naar het strand gegaan en heb ik met een mes zijn naam in paal 48 gesneden. Want op die plek zijn we heel ge lukkig geweest. Bovendien symbo liseert het door wind en water ver weerde hout voor mij de voortzet ting van het bestaan. Over 100 jaar staat die paal er waarschijnlijk nog". Fictie Na het eerbetoon dat Otto de Vos voor zijn zoon schreef, heeft hij zijn gen niet neergelegd. Een volgend oek is zelfs al in een ver gevoiderd stadium. In tegenstelling tot het boek dat gisteren is uitgekomen, is het tweede verhaal voor een deel fictie. „Het is een verhaal waarin vooral de gevolgen van een ramp, van een persoonlijk drama, worden be schreven. Het non-fictie gedeelte speelt nog steeds in onsgezin. De es sentie blijft het verlies van een jong kind. Maar de 'setting' is anders. Het verhaal speelt zich in zeven da gen af, anderhalf jaar na de dood van het kind", legt de schrijver uit. De verschuivingen in de sociale contacten, de gruwelijke woede en het verdriet van Otto en zijn gezin na het verlies van Pepijn, zijn m dit verhaal de belangrijke onderwer pen. „In mijn eerste verhaal stond Pepijn centraal. Het ging over de realiteit. In dit verhaal wordt de realiteit vermengd met verbeel ding". Precies een jaar na de dood van zijn zoon heeft Otto de Vos 'Monument voor Pepijn' voor zich liggen. De schrijver is blij dat de uitgever alles Otto de Vos 'Ik heb ge schreven over de fantasie wereld die Pe- Sijn en ik had- en'o Foto Gerrit de Heus. in het werk heeft gesteld om ervoor te zorgen dat het boekje op de sterf dag van Pepijn uit kwam.Juist op dit moment is het boekje iets tast baars. Maar", voegt De Vos eraan toe. „het zal iedereen duidelijk zijn dat ik Pepijn op dit moment liever in de zandbak nad gehad en niet in een boekje". Monument roof Popifd WJO k koop tij do tritmdo oookhondof. Hol both Ml 79p*g!non It ultgogovon door Ambo. oor DONALD BAX en PAUL VAN DEN BOSCH aardingen Mocht de op volle toeren draaiende -ommissie public relations van Fortuna Vlaardin- ~en in al haar wijsheid besluiten het 'Rood Geel annendiner' in een vastgeankerde traditie om te etten, dan behoeft zij geenszins een post 'amuse- - ent' in de begroting op te nemen. et enige dat Arie Noordhoek, ik Bouman en Hans Smiet in at geval te doen staat is de onbe- ldigde conférenciers Carel kemann'en Clarence Engelha- e onmiddellijk contractueel ast te leggen. arel Akemann, in het dagelijks even manusje-van-alles aan de echterhand van bondscoach Ri- - us Michels, mag graag vol zelf spot beweren dat ze in Zeist, op et bondsbureau van de KNVB, wel eens het laze rus van al die ortuna-verhalen van mij krij- en'. In De Serre, waar het 'Rood -eel Mannendiner' zaterdaga- -ond succesvol ten doop werd ehouden, kon het selecte gezel- ~hap Fortunezen, allen oud- -rste elftalspelers uit de periode 960-1980, maar geen genoeg an krijgen van de briljante cau- eur. "et verbale een-tweetje met -lèrenee Engelhage, binnen ortuna VI befaamd door zijn iekkeloze imitatie van het erkwaardige Amsterdams van in us Michels, was niet ingestu deerd, maar had een dergelijk oge amusementswaarde, dat - en rondgang langs enkele thea tre zeker niet zou misstaan, "atuurlijk is het 'Rood Geel annendiner' afgekeken van parta, waar de traditie en de erinnering aan oude, roem- chtigere tijden nog altijd welig 'eren. „Maar eigenlijk doet For- una het bn de eerste keer al veel -ter. Bij Sparta noemen ze het n mannetjesdiner. Mannetjes? ij Fortuna VI voetballen alleen ónnen", sprak Akemann, die Ike dag wel een ogenblik verte erd aan zijn grote voetballïefde enkt, hoewel hij al bijna twintig aar in Zeist woont ncyclopedie emann is Fortuna's wande- en de anecdoten-encyclopedie. én fraaie wil hij echter nooit eer vertellen. Dat is die over nsul De Wildt, van wie de verlevering wil dat hij soms te ui was om 's ochtends vroeg uit 'e veren te gaan onrde velden te euren. Hij zette daarom op za- rdagavond een klomp op het Ikon. zodat hij 's ochtends kon aststellen of het had geregend, oen Fortuna eens met een ge vende selectie kampte, klom- as zen op het balkon en gooiden de klomp vol met water. Akemann vertelde het voorval ooit smake lijk in een interview en kreeg het prompt aan de stok met ver ontwaardigde nazaten van de consul. Sindsdien is het verhaal van rijn repertoire afgevoerd... In plaats daarvan schotelde Akemann het geboeide gehoor een andere voor. Die van scheidsrechter Huub Lausberg uit Culemborg, die ooit in Utrecht in dezelfde trein stapte, als waarmee Fortuna zich op uit bundige wijze naar Zwartemeer spoedde. Natuurlijk werd de goede man onmiddellijk uitge nodigd voor een potje kaarten. Om de schijn van onpartijdig heid nog een beetje op te houden, verliet de arbiter de trein op een ander station dan de Vlaarding- se selectie. „Kwam Lausberg later de be stuurskamer van Zwartemeer binnen", gniffelde Akemann achter zijn catheder en de gehele zaal met hem, „en zaten wij daar natuurlijk al. Dus hij 2ich heel beleefd aan iedereen voorstel len. Komt-ie bij m'n vader, die toen nog secretaris van de club was. 'Goedemiddag, meneer Akemann. Prettig u te zien'. Zegt mijn vader; 'Joh, ik heb toch de hele middag met je zitten klaverjassen...". Robuust Leen Boon (44) lacht. Hij wordt nog vaak herinnerd aan zijn ver leden als robuuste voorstopper in Fortuna's eerste, waarin hij van z'n negentiende tot z'n ach tentwintigste levensjaar acteer de. De vrienden onder medespe lers en supporters, die hij toen maakte, komt hij nog altijd te gen, wanneer hij met TSB 5 ('Ik moet toegeven, TSB is en blijft mijn grote liefde') uitkomt tegen bijvoorbeeld DVO 4 en H V O 6. Boon, die voor zijn komst naar Fortuna nog drie jaar speelde bij Sparta, bewaart de beste herin neringen aan de periode onder Jan van Baaren. „Dat was een trainer met gevoel voor voetbal humor, Je kon een dolletje met hem uithalen en hij dolde terug. Heerlijk. De sleehste trainer? Piet de Wolff, zonder twijfel. Die voelde dat voetbalsfeertje juist totaal niet aan". Voor het familie-album. Jan Roodbol, Frans Stans, Bcp de Ruiter, René Pas, Aad Reijgersberg (staand v.l.n.r.). Barend Keijkoop, Ger Pijl en John Corver (zittend v.l.n.r,) waren het 'stan gen' nog niet verleerd. „Die Reijgersberg", sprak Roodbot laat op de avond, „die kan wat weg- stouwen zeg. Net een pedaalemmer. Als je op z'n tenen gaat staan, doet-ie z'n mond open". Foto P.S. Molkenboer. Leen Boon (links) en Ed Verweel halen herinneringen aan een ontzettend fijn Fortuna-verleden op. Terwijl Boon (44) in het vijfde van TSB, z'n oude liefde, nog wekelijks tegen een balle tje trapt, houdt Verweel (54) z'n conditie nog een klein beetje op peil met wat voorzichtige trimloopjes. Foto P.S. Molken- boer. 1970 in de voorhoede het vuile werk opknapte voor topscorer Jan Bouman, durft de benaming 'betaald voetbal' eigenlijk niet in de mond te nemen. „We kre gen", herinnert de 54-jarige in woner van Spijkenisse zich, „vijf gulden voor een training. We trainden drie keer per week, soms vier, tel uit je winst. Ik werkte bij de Shell en ging dan met het bootje over naar Vlaar dingen. Dan was ik 's avonds om een uur of tien thuis en had ik vijf piek verdiend. In die jaren moest je minimaal 1500 gulden per seizoen verdienen. Ach, ik heb nooit erg in geld gehad". Coryfeëen Hij had die periode nooit willen missen. Spelen tegen coryfeëen als Abe Lenstra, Faas Wilkes en Frans de Munck, in elk stadion in Nederland, de nostalgie druipt van zijn woorden af. „Ik kijk op zondagmiddag wel eens naar dat programma van Jack van Gel der. En als ik dan die oude beel den weer zie, schitterend. De meer in hun mars dan de miljor nairs van vandaag de dag", meent Verweel, wiens sportieve dadendrang nu beperkt blijft tot een beetje trimmen om het nog goed geconserveerde lichaam niet te laten uitdijen. „Ed was een speler die constant aandacht vroeg", vult Jan Bou man aan. „Hij was sterk aan de bal, werkte goed met z'n li chaam. Als hij diep ging, wist ik precies waar ik moest staan en meestal hoefde ik de bal alleen maar in te tikken. Ik zal nooit vergeten dat we met 8-2 van Haarlem wonnen. Ik maakte er vijf in die wedstrijd. Alle vijf uit een voorzet van Verweel. Ed was een echte liefhebber. Een type als Aad Reijgersberg, maar met meer bezieling. Die Reij gersberg had zo veel in huis, maar soms leek het wel alsof hij er helemaal geen zin in had. Hij beleefde het gewoon niet". Bouman kan de Fortuna-forma tie van die jaren moeiteloos uit het hoofd opdreunen: Hooij- mans. Baksteen, Jansen, Kooi- Ook de huidige eerste elftalspelers waren aanwezig. Uiteraard was Ron Hofman (midden) een van de gangmakers. Jack den Herder (links) en Eric Teunisse luisteren ademloos naar een sterk verhaal van de aanvaller, die kennelijk aangeeft dat hij ooit zó'n grote snoek heeft gevan gen. Hoewel menig speler De Serre ruimschoots na het middernachtelijk uur verliet, werd de volgende dag Oud-Beijerland in eigen huis met 5-0 afgedroogd. Foto P.S. Molkenboer. Verburgh, Tamas, Bouman, Verwed en Van den Berg. „Ak het een beetje draaide, kwamen schouwers", aldus Bouman, die zich in het seizoen 1960-1961 top scorer van het betaald voetbal Henk Groot, Joop Schuman van Herades en Bouman namen in dat seizoen ieder 38 treffers voor man uit de grond van zijn hart, „was m'n fijnste seizoen". De serieuze ondertoon verdwimt al ras. Het 'diner' is boven alles een verzamelplaats voor histori sche anecdotes, de een nog sme uïger dan de andere. De nog piepjonge Cees Bouman die tij dens een korte stop op een sta tion naar de restauratie werd ge stuurd om een blad bier te halen en bij terugkeer louter lachende gezichten ziet die hem vanachter een stijf gesloten treinportier te gemoet glommen. Of een potje pokeren onderweg naar weer een verre plek ergens in den lan de, waarbij Jan Roodbol z'n maatie Loet Christ zowel letter lijk als figuurlijk uitkleedde. Biefstuk En, niet te vergeten, de escapa des van Roel Hiwat, die ook in De Serre het hoogste woord voerde. Die Hiwat bestond het om in een stationsrestauratie, kennelijk ue poel waar vee» Vlaardingse ongein een inspira tiebron vond, uit te roepen dat de trein op het punt van vertrek ken stond. Om vervolgens dood gemoedereerd z'n voetbalspe len bij elkaar te rapen en, terwijl hij naar de uitgang banjerde, van een andere tafel zo maar de bief stuk van een bord pakte en al kauwend verder liep alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was. Roodbol, die in de nadagen van zijn carrière bij het Klaaswaalse SSS de lijnen uitzette als speibe- palende middenvelder, was in wezen het prototype van een iets meer dan modale semï-prot Eentje die de slogan 'een dag niet gelachen, een dag niet geleefd nog steeds op het lijf is geschre ven. „We kwamen terug van een wedstrijd tegen Heracles. De trein stopt ergens en we zien op het perron een leuk mokkeltje lopen met een hondje. Wij na tuurlijk fluiten en gillen. En wat gebeurt er? Dat hondje reageert en springt de trein in. Een secon de later klappen de deuren dicht en dat beestje kon er pas in Rot terdam weer uit", lacht de han delaar in pluimvee-artikelen. De uitsmijter komt van Carel Akemann, die het niet kon nala ten de complimenten aan het adres van de organisatie vaneen humoristisch tintje te voorzien. „Rikkie, ik ben vereerd dat uf voor deze avond ben uitgeno- digd", sprak hij tegen Rik BoU" man, de zoon van interim-trai ner en oer-Fortunees Jan. „1* heb het al door, Je vader kon be ter voetballen, maar jij kan beter denken". Er was niemand in D® Serre, die daar harder om lachte^j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1991 | | pagina 2