Uit-Journaal 25 wm&m Vier eeuwen geleden werd in Schoonhoven Marichgen Ariëns op de brandstapel gezet gia I i I §g §1 ksa - - mmmi Hfilja Rotterdams Dagblad Donderdag 1 augustus 1891 Marichgen was, 20 bleek tijdens de rechtszitting, rond het jaar 1520 geboren in Proyen (vermoe delijk Poederoyen), een gehucht in het westen van de Bommeler- -^pit jaar. precies vier eeuwen geleden, werd de ongeveer 70-jarige Marichgen Ariëns in Schoonhoven door de baljuw £in schepenen ter dood veroordeeld, pijp 18 december 1591 stierf zij op de brandstapel voor het stadhuis. Een ge metselde ring in het plaveisel op de sbrug voor het fraaie stadhuis herinnert bok nu nog aan de plaats, waar voor de laatste keer in de geschiedenis van de Noordelijke Nederlanden een vrouw werd verbrand, verdacht van hekserij. V' Door Joop de Jonge De Schoonhove- naren waren maar wat blij toen op 4 oktober L591 Marichgen Ariëns, 'de ver vaarlijke heks' en 'de handlan ger van de dui vel* zoals menig een haar noem de, gevangen werd genomen om dat zij zich schuldig zou hebben gemaakt aan tovenarij. Pal voor het huis van schepen Fop Janszoon aan de Oude Haven in Schoonhoven had de feeks - van wie werd gezegd dat zij een verhond met de duivel had geslo ten - weer eens toegeslagen. „Ga wegwaarnaar sta Je te luiste ren," had Marichgen een jongen op een schandalige wijze toege snauwd. Prompt werd de knaap betoverd. Zijn haar stond meteen recht overeind ('Des jongens hair opt hooft croimpel, verklaarden getuigen van het voorval. De jongen ging vreselijk tekeer, waarop de omstanders de heks hardhandig hadden gedwongen de jongen te zegenen. Prevelend en met tegenzin legde de heks haar handen op het hoofd van de jongen. Terstond werd hij weer normaal en zijn haren ook, ver klaarden de te hoop gelopen buurtbewoners. De maat was vol voor schout en schepenen, temeer omdat het be paald niet de eerste keer was dat de gifmengster voor de nodige op schudding had gezorgd in het an ders zo rustige Schoonhoven. Langzamerhand voelde niemand zich meer echt op z'n gemak als Marichgen weer eens rondschar relde in de stad; dag in dag uit was ze bezig in te spelen op de angsten van de inwoners, Marichgen was nu eenmaal een vreemd wezen, een in zich zelf ge keerd oud wijf dat haar tijd ver sleet met het rondbrengen van hoogst twijfelachtige poedertjes en zalfjes. Waar de zwer vende Marich gen vandaan kwam wisten de Schoonhoven a- ren niet precies, althans tot op dat moment niet. Een uitvoerig proces, met vele getuigenverkla ringen, dat door de baljuw en de zeven schepenen werd gevoerd zou meer duidelijkheid brengen en - wat veel belangrijker was - bevestigen dat Marichgen beze ten was van de duivel; kortom een heks voor wie slechts één straf goed genoeg was: de dood. -t j; JtoWMBg f waard. Gètïdüwd was*z%jibojt ge weest, wel had ze een halfjaar sa men gewoond met Michiel de Kuiper ui t Nieuwpoort. Ook had de Marichgen in 159(1 nog even in Utrecht gewoond en daarvóór in Vianen 'onder den wyndlmoelen. ende wesende ge- much despemet (nagenoeg wan hopig) van armoede'. Daar, in Vianen, was het gebeurd. Op een avond, toen Marichgen door Vianen zwierf, kwam ze een lange, in het zwart geklede jonge man tegen. Marichgen, die de jon geman aanzag voor de wacht, riep 'hola', waarop hij haar aansprak. Wilt gy my geloeoentsal u an ders gaen ende beter mit u weesen; icfc sal u. brengen dair ghy ge- ïtouch ende geen gehreck hebben Klare, veelbelovende taal. maar de bijna 70-jarige armoedzaaier Marichgen begreep direct wie haar zo'n gunstig aanbod deed; namelijk 'de fijant der helle'. Ge schrokken was ze naar haar huis gerend en had die nacht met haar kleren aan geslapen, 'Sanderdaechs, smoigens vrouch in de dageraidt' toen Marichgen opstond 'om haar gevouch te doen oen de stede veste' (om haar behoefte te doen aan de stads gracht) was ze de knaap weer tegen gekomen. On der de molen had hij Marichgen aangesproken en haar opnieuw een zorgeloze toekomst beloofd mits zij God zou loochenen. Marichgen zwichtte en als belo ning ontving ze een stuk goud. Op zijn beurt nam de jongeman een stukje van Marichgens rech ter ringvinger en een stukje na gel. Sindsdien was de vinger 'blauencout'. De jongeman vertelde Marichgen dat hij Heynken heette en haar naam zou Marichgen Heynkens zijn. Daarna hadden ze gemeen schap. Nadat hij was vertrokken vond ze in haar bed in plaats van het stuk goud, 'vuiligheid dat veel weg had van kinderdrek'. Ook had ze een potje ontvangen met een soort zalf, dat leek op mensen zaad of kikkerdril. Degene die het in zou nemen of er mee zou wor den bestreken werd betoverd. Marichgen beloofde alles te zul len doen wat de vijand haar zou bevelen. En daarmee was het hek van de dam. In Vianen had Marichgen de schoenlapper Balthazar bier laten Een witte ring in het plaveisel op de brug voor het stadhuis herinnert aan de plaats waar Marichgen 400 jaar geleden werd gewurgd en verbrand. Foto Arcnief drinken, dat was vermengd met het slijm van lissen. De schoen lapper was prompt betoverd; vol slagen gek geworden. Ook Ariaen Lenerts, een vrouw uit Vianen, had kennis gemaakt met de duistere praktijken van Marichgen. In 1587 had Marich gen bezoek gehad van de duivel, zo verklaarde zij tijdens de rechtszitting. De duivel had haar toen toevertrouwd dat Ariaen haar 'geen goet gunde'. Marichgen was daarover zeer gekwetst en wensfte Ariaen de moeilijkheden die zij zelf had gekend toe, alsme de een rits afschuwelijke ziekten en kwellingen. De duivel stemde daar volledig mee in en gaf Ma richgen zelfs verlof alles met Ariaen te doen wat ze vilde. Kort daarna, op een avond, had Marichgen een bezoek gebracht aan Ariaen en haar wat zelfge maakte zalf op het hoofd ge smeerd. Ariaen was 'terstont zeer cranck' gewor den. Drie jaar later had de duivel Ma richgen in Utrecht opnieuw be zocht en terwijl ze lag te slapen had hij haar naar Vianen ge bracht. Daar vond ze Ariaen, zit tend bij het vuur. Marichgen nam haar op, wierp haar op bed en streek zalf op de hand; 'welcke kant terstont lam was'. Tijdens het uitvoerige proces kwamen nog meer kwalijke za ken aan het licht zoals de betove ring van de zakkendrager Adriaen Bouwenszoon. Op een keer, toen Marichgen in de tuin van zakkendrager haar kleren zat te vlooien, had de duivel haar weer bezocht en haar gezegd dat ook Neeltje, de wouw van de zak kendrager, haar niets goeds gun de. Woedend was Marichgen over zoveel misverstand geworden. De volgende dag had Marichgen bij Ghys de Schipper een witte brood gekocht waarin ze zalf streek. Ze had het brood aan Neeltje gegeven die ervan had ge geten, zodat ze werd betoverd en ziek; haar onderlijf raakte geheel verlamd. 'Hüdde icfc van dat hair, icfc zoude ons Lieve Vrouwe dair een hoey- ken uati maicken', zei Marichgen tegen de dochter van de oliehan- delaar Cryn Aelbertszoon, die be kend stond om haar weelderige haardos, Marichgen haalde een paar haren uit een kam die op een kist lag. Toen het meisje bukte om olie af te meten, legde de heks haar dat haar op het hoofd zodat ook zij werd betoverd. Marichgen gaf al haar daden toe. Misschien wel uit angst voor de folteringen die haar te wachten stonden indien ze zou ontkennen. Unaniem waren de baljuw en de zeven schepenen in hun vonnis, temeer omdat zij ook nog eens een halfjaar met Michiel de Cuy- per uit Nieuwpoort 'in onechten huijs' had samengewoond: 'Overwegende dat deze zaken lei den tot de ondergang van vele goed mensen, ingaande tegen goddelijke en wereldlijke praktij ken, wetten en voorschriften en dat dit soort dingen voorbeeldig bestraft behoort te worden; Na rijp beraad en overweging van alles terzake dienende; Rechtdoende uit naam van de Hoge Overheid; Veroordelen de verdachte ge bracht te worden naar de plaats waar men gewoon is criminele justitie te doen, na aldaar ge wurgd te zijn, tot stof te worden verbrand'. Nog dezelfde dag, 18 decem ber 1591 werd Marichgen Ariaensdochter op de Stenen Brug voor het stadhuis van Schoonhoven ge wurgd en ver brand. Het was de laatste vrouw in de Noordelij ke Nederlanden die, verdacht van hekserij, stierf op de brandstapel. Marichgen was overigens niet de enige vrouw die in die merkwaar dige L6e en 17e eeuw moest te recht staan wegens tovenarij. Voorzover bekend zijn er in 'Ne derland' tussen 1500 en 1613 on geveer 155 vrouwen ter dood ver oordeeld wegens tovernarij. In verhouding vonden veel van de tovenarijprocessen plaats in de streek langs de grote rivieren. De meeste slachtoffers waren, net als Marichgen, oude, straatarme vrouwen. Ook kwamen er wel mannelijke tovenaars voor de rechter, maar die waren in de minderheid. Zo ook vrouwen met geld en relaties omdat zij veelal zich beter konden verdedigen voor de rechtbanken. Met de dood van Marichgen Ariëns kwam wel het einde aan een periode van heksenvervol ging in zicht; een periode die reeds hoogtij vierde onder de Ro meinen en de Germanen. De Romeinen kenden de 'strix'; een heks, die overdag gewoon vrouw was, maar 's nachts met goede of kwade bedoelingen door de lucht vloog. Ook bij de Germaanse volkeren was het begrip bekend ;van een kabbalistische heks. Daarnaast geloofde men in de godin Holda, beter bekend als vrouw Holle. Zij was vooral actief in de winter maanden. Als Holda haar bed op schudde begon het te sneeuwen. Zij maakte het land vruchtbaar, strafte luiheid en beloonde ijver. Maar als ze kwaad werd had ze ook minder aangename kanten, dat betekende namelijk storm. Vrouw Holle vloog dan door de lucht, samen met een horde woes te geestverwanten Het volksgeloof in een geest die door de lucht reisde, samen met dode zielen, was ook verspreid in Frankrijk, Italië en in mindere mate in de Nederlanden. In de loop van de dertiende eeuw veranderde in het volksgeloof het beeld van de nachtelijke verschij ningen. Het werden nu aardse fi guren in plaats van godinnen in het wit. Duivels, die in de gedaan te van een vrouw of man de aarde bezochten. Ook de kerk begon strenger op te treden, want wie zich afgaf met dergelijke wezens, gooide het op een akkoordje met demonen. Af en toe werd er zelfs een bezeten non terechtgesteld, die werd verdacht van tovenarij. In deze duistere tijden, de mid deleeuwen, bestonden er naast de gewone behekste man of vrouw en ook zogeheten vroede vrou wen; hexa's die de oude kennis bewaarden. Ze waren vertrouwd met de natuur, leerden van de dieren en gebruikten kruiden om de kwalen van het lichaam te ge nezen. Voor hartepijn hadden ze veel gevraagde magische liefdes drankjes. Deze hexa's leefden vaak in klei ne gemeenschappen aan de rand van het bos. Zij gaven hun kennis door aan meisjes, die hen opvolg den. Ze genoten alom achting en ontzag, zelfs van de eerste chris tenmonniken. Maar toen de ab dijen in de wouden werden neer gezet en met hen de beschreven boeken kwamen, verdwenen de hexa's. Vanaf dat mo ment waren boe ken heilig en tel den vrouwelijke intuïtie en ver beeldingskracht niet meer mee. Immers, het ko piëren van boe ken was monni kenwerk, dus mannenwerk. Vanaf die tijd werden de tovena ressen, hexa's en druïden ge vreesd en geschuwd. Ze hielden zich bezig met voorspellingen, de al genoemde liefdesdrankjes, schoonheidszalfjes en magische formules. Marichgen paste precies in dit beeld. Overigens niet alleen zij, want tal van vrouwen werden aan het eind van de middeleeuwen en het begin van de renaissance ge zien als de bron van het kwaad. 'Een monster dat wel het schone aangezicht heeft van een leeuw, maar het lijf van een stinkende geit en de staart van een giftig ser pent', schreven de Keulse Domi- canen geestelijken Henricus In- stitoris en Jacob Sprenger in hun boek Heksenhamer 1487). In dit standaardwerk, dat als lei draad diende voor heksenvervol- gers, werden vrouwen geschetst die bijzonder veel lijken op Ma richgen Ariëns; er is, dat staat vol gens baljuw en schepenen vast, een verbond met de duivel, er is seksueel verkeer met, en toewij ding tot de 'fijant nut helle', ze vliegt al dan niet op een bezem door de lucht van Utrecht naar Vi anen, ze is mager en rommelt bo vendien met kruiden. Het enige wat Marichgen niet deed, was zich veranderen in een dier, bij voorbeeld een kat of een muis. Ook was niet komen vast te staan dat ze deelnam aan de bij eenkomstvan heksen, de zogehe ten heksensabbat; geheime'bij éénkomsten die werden gehóu den in de nacht van 30 april op.3 meHWalpurgisehnacht). -■ De heksen kregen dan eeri seih,.; dat zij alleen konden horëri, smeerden zich in met heksenzalf en vlogen vervolgens terug op een bezem naar een geheime plaats. Daar volgde dan een lie derlijk samenzijn met de duivel. Van dergelijke 'vluchten' was wat Marichgen betreft niets geble ken, maar voor de rest.. Marich gen was een heks, zo bleek tij dens het proces. Vooral het met succes 'zegenen' van het jongetje in Schoonhoven - op hardhandi ge wijze en op aandringen van de omstanders - was het beste be wijs dat Marichgen een tovenares was, Het zou haar precies 400 honderd jaar geleden het leven kosten. 'Vierhonderd jaar geleden..'. Een moment om bij stil te staan, meent de VW Schoonhoven die een groot aantal evene menten rondom de verbranding van Marichgen heeft georganiseerd. Zo kan er gedurende de gehele zomer een 'heksentoer' worden gemaakt tussen Schoonhoven en Oudewa ter, dat bekendheid geniet om zijn heksenwaag; er komen grie- zeltochten en een heksenbal, ex posities in het teken van heksen terwijl Klazien uit Zalk heksen en kruidenboeken signeert. Ook zet de VW zich in voor de aanleg van een kruidentuin en er zal een plaquette worden ont huld. Tenslotte zal de plaatselijke toneelvereniging Arto Post Labo- ro het op 18 december 1591 ge voerde proces naspelen. De kruiden- zak van Ma richgen Ariëns; het enige tastba re bewijs dat wordt be waard in het stadhuis van Schoonho ven. Foto Archief

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1991 | | pagina 2