Eerste leraar David Hirsch zou zijn ogen niet geloven t Raadsleden willen nieuwe organisatie voor Sober Juffrouw van het jaar fietst alle collega's eruit Jeugd 140 jaar oude Rudolf Mees Instituut gebruikt handen inplaats van stem m 'Geld blijft beschikbaar, Surinamers niet de dupe' Nu staat ge barentaal centraal op de scholen gemeen schap voor doven. Foto Ronald Goudberg* Cor Vos Door Annemiek Veelenturf Rotterdam - Niet voor niets heette het Rudolf Mees Insti tuut 140 jaar geleden 'Inrig- ting voor Doofstommenon derwijs'. In die tijd zag men doven vooral als mensen die niet konden spreken. En pra ten, dat zouden ze leren op het instituut, onder de bezielende leiding van de eerste leer kracht, de Duitser David Hirsch, die speciaal voor dat doel naar Rotterdam was 'ge haald. Als Hirsch heden ten dage een be zoek zou brengen aan de scholen gemeenschap aan het Amman- plein zou hij van de ene verbazing in de andere vallen. Hij zou zijn ogen niet geloven. De kinderen hoeven niet langer op hun han den te zitten. Ze worden juist ge stimuleerd die volop gebruiken. Het accent is geheel verschoven van spreek- naar gebarentaal als communicatiemethode voor do ven. Die 'ommezwaai' is misschien wel het meest kenmerkend in de ge schiedenis van het Rudolf Mees Instituut. „De gebarentaal is de moedertaal van de-doven," moti veert directielid F. R.V. Lands bergen. „Als ze klein zijn, zie je dat doven in de brabbelfase stop pen met geluiden maken. Al heel vroeg gebruiken ze gebaren om te laten zien wat ze willen." Nog maar twintig jaar geleden móesten de leerlingen van het Rudolf Mees Instituut leren spre ken. Een grote opgave, want iede re letter apart moest worden aan geleerd. „Een esje trekken is een bekende uitdrukking in de do- venwereld." Om nuances en gevoelens over te brengen, doet de gebarentaal niet onder voor het spreken. „Ze voe ren heel diepzinnige gesprek ken," zegt Landsbergen. Nadeel is natuurlijk dat mensen die de gebarentaal niet onder de knie hebben, ook niet met hen kunnen communiceren. „Wij proberen het spreken wel te ontwikkelen," reageert Landsbergen. „Maar daarmee komen doven meestal minder ver. Er zijn heel veel do ven, daar versta je niets van." 'Wenken' Sinds David Hirsch de scepter zwaaide op het schooltje, dat in de begintijd aan het Rode Zand was gevestigd, is er wel meer veran derd. In zijn boekje 'Wenken bij de opvoeding van doofstommen' spreidt Hirsch nog een opmerke lijke opvatting over doven ten toon. „Dat de doofstomme zich ook dikwijls door eigenwijsheid, .v Het Rudolf Mees Instituut in vroeger tijden. Alie kinderen móesten toen nog leren spreken. Foto Rudolf Mees Instituut iichtgeloovigheid en wraakzucht onderscheidt, is in het algemeen een gevolg van de bekrompen heid zijns geestes..," aldus de le raar. Landsbergen haalt de schouders op. „Dat was destijds de algemeen geldende mening," zegt hij. „Over mensen die niet aan de norm voldeden, werd heel nega tief gedaan. En de norm was ho ren." In het onderwijs aan dove kinde ren neemt de ontwikkeling op so ciaal-emotioneel gebied tegen woordig een grote plaats in. „Ont zettend veel mensen hebben pro blemen met de opbouw van hun persoonlijkheid. Voor doven geldt dat nog eens extra, vanwege hun anders-zijn. Ze kunnen daar door moeite hebben de zaak op het goede spoor te houden." Zelfvertrouwen Zelfvertrouwen opbouwen is daarom heel belangrijk. Daarbij helpt het 'voorbeelden' te zien. Zo komen regelmatig volwassen do ven op school die laten zien wat ze met hun leven hebben gedaan, Vorig jaar waren dove kunste naars te gast. De kinderen zagen dat poëzie in gebarentaal als kunstvorm tot de mogelijkheden behoort. Heel nieuw is de ontwikkeling van het 'totaal leerplan' in het on derwijs aan doven. Deze methode moet de effectiviteit van het on derwijs vergroten. „In het leer plan wordt geprobeerd samen hang te krijgen tussen taalont wikkeling en kennis," vat H. J. de Snoo, voorzitter van de directie, deze vorm van onderwijs samen. „We proberen de kinderen een aantal begrippen aan te reiken die we in de loop der jaren uitdie pen. Zo kan het onderwerp 'het gezin en ik', waarover de kleintjes leren, op latere leeftijd uitgroeien tot onderwijs over staatsinrich ting." De grote vraag die leerkrachten in het dovenonderwijs nu bezig houdt, is of zij het tweetalig on derwijs moeten invoeren. De ge barentaal die dove kinderen nu leren, is gebaseerd op het Neder lands. Maar uit onderzoek bliikt steeds duidelijker dat doven van nature een eigen taal ontwikke len. „Die taal kan je beschouwen als een échte taal," zegt De Snoo. „Met eigen grammatica en al." Het probleem is dat invoering van deze taal in het onderwijs een to taal andere onderwijsvorm vraagt. De eigen gebarentaal van doven is bovendien veel moeilij ker te leren voor horenden. „De volgorde is anders," zegt De Snoo. Hij doet in gebaren het zinnetje 'ik ga naar huis' voor. „In de eigen taal is-dat 'huis ik'. Dat gaat veel sneller." Het Rudolf Mees Instituut, ge noemd naar de Rotterdamse nota bele die de instelling gedurende zijn leven met grote donaties heeft gesteund, bestaat zondag op de kop af 140 jaar. Pas volgende maand start een reeks festivitei ten vanwege het jubileum. Op 18 juni is een reünie. De dag daarna staat in het teken van een fancy fair. In september organiseert het instituut onder meer een zwem- marathon. Door Sander Sonnemans jj^ Scfiïedam - De klas. haar colle ga's en vriend John hielden het allemaal geheim. Daarom was het voor haar een grote verrassing om zaterdagmorgen 5 december door televisiepresentator Bas Wester weel om acht uur uit bed te wor den gebeld. Tijd om zenuwachtig te worden kreeg ze niet want be neden stond al een taxi te wach ten die haar naar de televisiestu dio in Hilversum zou brengen. „Ik was nog boos op mijn vriend omdat hij had gezegd dat een kennis van ons op dat tijdstip zou bellen," kan de Schiedamse on derwijzeres Sylvia Blom er nu hartelijk om lachen. „Wij hadden net een huis gekocht en die ken nis was dat ook van plan. Hij zou ons die ochtend bellen voor wat informatie. Ik heb nog aan John gevraagd waarom dat niet op vrij dagavond kon." j Nu, ruim vijf maanden later; is de 29-jarige leerkracht van de Sint i Josefschool aan de Nassaulaan in Schiedam in het bezit van een gouden krijtje en de titel 'Neder landse schooljuf van het jaar'. Ze vindt het helemaal te gek en is apetrots. En volgens haar leerlin gen is dat volkomen terecht. „Zc is echt waanzinnig goed," zegt Dennis. „Ze doet leuk en weet overal wel iets van af." „En," vult zijn klasgenote Sanne aan, „de juf vertelt altijd hele leuke I dingen. Over vakanties en zieh- |i zelf en zo." „Ze heeft gigantisch I veel humor," doet Merlin er nog een schepje bovenop. „Maar als je te luidruchtig bent kan ze je ook Gouden juf Sylvia Blom met pet) te midden van haar ieerlm- gen: „Het compliment voor mijn werk hebben zij gegeven. OuderVFotobureau Dijkstra Soms Is het groot nieuws. Een andere keer een klein bericht In de krant. En het komt zelfs voor dat nieuws In het grote aanbod verloren gaat en niet eens de krant haalt. Er gebeurt nu eenmaal zo veel In de we reld. Maar op zaterdag gaat het Rotterdams Dagblad nog even verder met een gebeurtenis die In de voorbije dagen voor Ie mand heel bepalend Is ge weest. Want begrippen als 'groot' en 'klein nieuws' zijn nogal betrekkelijk. Vraag maar aan de betrokkene. Vandaag met één blik weer stil krijgen." Kortom, niets dan lof voor juf Syl via. Daarom besloot één van de kinderen, de U-jarige Angelique Pols, een brief te schrijven naar de makers van Alles Kits, een pro gramma van KRO, AVRO en NCRV dat wekelijks op zaterdag morgen van acht tot elf uur wor den uitgezonden. Zij prees haar leerkracht aan voor de verkiezing van 'onderwijzeres) van de week' en kreeg niet veel later te horen dat de juf was uitgekozen. „Ik werd opgehaald door een taxi en dacht dat iemand een grap met mij uit wilde halen," herinnert 'gouden juf Sylvia zich. „Onder weg werd mij verteld dat ik naar Hilversum werd gebracht voor de live-uitzending van Alles Kits. Ik vond het tamelijk eng omdat ik niet wist wat er allemaal met me zou worden uitgehaald. Om tien uur stond ik voor de camera's en moest ik allerlei vragen over mijn leerlingen beantwoorden." Naar aanleiding van haar deelna me aan het tv-programma kwam Blom evenals 21 andere docenten uit het land, vanzelf in aanmer king voor de finales die eerder de ze week in het Autotron te Ros malen plaatshadden. Na verschil lende onderdelen te hebben afge werkt eindigde de goedlachse Schiedamse bij de laatste tien fi nalisten. Blom: „Het was een toffe beleve nis. Niet alleen al mijn leerlingen maar ook enkele ouders waren meegereisd om mij aan te moedi gen. Het spel 'De juiste toon' was het rotste onderdeel van de dag. Alle leerkrachten moesten met de zanger Gordon, en zijn muziek vind ik niet om te pruimen, zijn hit 'kon ik nog maar even bij je zijn' meekwijlen. Ik heb dat num mer dus tien keer aan moeten ho ren. Vreselijk was dat." Hoe dan ook. Sylvia Blom drong door tot de laatste vier, van wie zij de enige vrouw was. In de alles bepalende ronde moest ze een dictee maken, kinderprogram ma's raden en waterfietsen. Met drie mannen als tegenstan ders dacht ze uitgeschakeld te worden voor de titel. „Maar gelukkig heb ik stevige bil- en kuitspieren zodat ik ook met waterfietsen won en tenslotte uit geroepen werd tot onderwijzeres van het jaar. Ik heb mijn collega's er dus letterlijk uitgefietst. Ik heb er een weekendje uit en een gou den krijtje mee gewonnen. Die prijzen zijn wel leuk maar daar til ik niet zo zwaar aan. Het feit dat een van mijn leerlingen mij heeft aangemeld voor do verkiezing 'juf van de week' is het grootste com pliment dat je ooit van een klas kan krijgen." Door Peter Louwerse Rotterdam - Ingewijden zagen al lang aankomen dat de stichting Sober niet zo zuinig met geld om sprong als de naam misschien doet vermoeden. De externe ac countants van de Surinaamse welzij nskoepel hadden er vanaf 1990 een hard hoofd in. Sinds dat jaar konden de boekhoudkundige rekenmeesters de jaarrekeningen van Sober met de beste wil van de wereld niet goedkeuren. De financiële ellende voor Sober begon in 1990. In dat jaar zag de accountant af van een oordeel. Reden: „De administratieve orga nisatie voldeed niet aan de mini maal daaraan te stellen eisen." Het jaar daarop kreeg Sober op nieuw een dikke onvoldoende: „Het wachien is op een reactie van Sober op een aantal door het administratiekantoor gestelde vragen." Ook over 1992 wacht So ber nog steeds op een goedkeu ring door de accountant. Dat zijn, op zijn zachtst gezegd, geen feiten die wijzen op een goed geoliede financiële admini stratie. De beschuldigingen van de gemeente aan het Sober-be- stuur liegen er dan ook niet om: „Wanbeleid" staat er keihard in de ambtelijke toelichting, „Be stuurlijk disfunctioneren". Voor zitter drs. A. Hooplot van de stich ting Sober is echter niet onder de indruk van die aantijgingen. „De zaak is heel eenvoudig," zegt hij zelfbewust. „We krijgen te weinig geld, en we krijgen het te laat." Altijd achteraf Hooplot wil desnoods opstappen als hij gedwongen wordt: „Als ik het veld moet ruimen, doe ik dat," verzucht hij. „Het gaat niet om mij." Toch vindt hij dat hem en zijn mede-bestuursleden geen en kele blaam treft. „We hebben her haaldelijk tegen de gemeente ge zegd dat we vooraf willen weten waar we aan toe zijn," zegt hij als reactie op de kritiek dat Sober al tijd uitging van de eigen begrotin gen, „Maar ze zeggen het altijd achteraf, en nooit vooraf. En wij doen gewoon de dingen die altijd gesubsidieerd zijn, meer niet." Zonodig laat de voorzitter zich bijstaan door zijn secretaris drs. K. R. Westzaan, die de argumen ten op schrift levert. „Hier zijn de cijfers," zegt de voorzitter. „We krijgen 1.5 miljoen subsidie. Daar gaat af: 1,1 miljoen voor perso neelskosten, 220.000 aan huur, 30.000 aan het administratiekan toor en 24.000 gulden aan de tref centra. Dan mag u zelf uitrekenen wat wij overhouden voor onze ac tiviteiten. Het is gewoon te wei nig. We maken onze bestuurskos- ten niet eens op." Ook op onze op merking dat je je uitgaven op je inkomsten moet afstemmen en niet andersom heeft Hooplot een pasklaar antwoord: „De gemeen te moet duidelijk zijn," stelt hij, „Als ze ons weg willen bezuini gen, moeten ze dat gewoon zeg gen. Dan hadden ze zich dat geld voor dat dure onderzoeksbureau kunnen besparen." Maar hoe zit het met de kinderc rèche zonder toestemming? wer pen wij tegen. En met het pand aan de Van Eversdijckstraat? En is het niet verdacht dat de accoun tant geen verantwoording wil ne men voor de jaarrekeningen? Waar is dat geld allemaal geble ven? Nu veert drs. Hooplot op. „Niemand heeft kunnen bewijzen dat we hebben gefraudeerd," zegt hij eerst fel, Over het pand aan de Van Eversdijckstraat: „U denkt toch niet dat hier in het bestuur een stelletje idioten rondlopen die zomaar een pand gaan kopen. We hebben dat pand op verzoek van de gemeente gekocht." Dit laatste wordt bevestigd door de ambtelijke toelichting. De bezwa ren tegen de crèche 't Zonnest raaltje vindt Hooplot maar mug- gezifterij. „Die crèche is uit nood geboren, voldoet aan alle eisen, maar de gemeente wil het gewoon niet." Bodemloze put Het onderzoeksrapport van CampsObers is volgens de Sober- voorzitter van nul en generlei waarde. „Ze hebben precies opge schreven wat de gemeente hen heeft ingefluisterd." zegt Hooplot. „Het is allemaal gedic teerd. Ik heb twintig minuten met die heren gepraat. Veel dingen in dat rapport kloppen gewoon niet. We hebben een goede relatie met de trefcentra. We zijn helemaal nooit gewaarschuwd door de wet houder. Als je het rapport leest, is het Sober, Sober, Sober. Maar over de gemeente lees je niets." Op de vraag of de gemeente niet eerder had moeten ingrijpen (de stichting zat vier jaar achter elkaar in de min!), wenst wethou der J. van der Schalk niet in té gaan. Hij wil trouwens geen enkel commentaar geven op deze zaak. „We zijn met de advocaat van So ber in gesprek over een sane ringsplan," zegt zijn voorlichtster Ilie Trienekens. „Het zou prettig zijn als dit in windstilte bespro ken kon worden." PvdA-raadslid Sytske de Vries zét wel degelijk vraagtekens bij het functioneren van de controleren de ambtenaren. „Je verwacht van de gemeentelijke diensten en van de subsidiënten dat ze zich be hoorlijk verantwoorden, anders gooi je het geld in een bodemloze put." Volgens de sociaal-demo- crate had het nooit zover mogen komen. „Tussen de beslissing en de verantwoording van de subsi die zitten jaren. Die cyclus moet gestruetureerder. Als je besluit om subsidie toe te kennen vcör het komende jaar, dan moet 'je over het voorgaande jaar al de ge gevens hebben." vj Pas op de plaats Ze beschouwt de stopzetting van de subsidie aan Sober als een sig naal. „Vergelijk het maar met de Karl Hormannstichting. Een pas op de plaats. Maar het geld blijft beschikbaar voor het Surinaamse welzijnswerk. Er moet een nieu we instelling komen, gericht op functies die nuttig zijn." Over Hooplots verweer kan Syts ke de Vries kort zijn: „Men heeft initiatieven ondernomen zonder dat daar dekking tegenover stond. Neem de kindercrèche het Zonnestraaltje. Eerst geven zè geld uit, en later zeuren ze dat ze niks krijgen." Haar partijgenoot Henk Oedai- ram vindt dat het Surinaams wel; zijnswerk niet mag lijden onder de problemen bij Sober. „We moe ten de zaak saneren," meent Oedairam. Hij krijgt bijval van Sjaak van der Tak (CDA): „We moeten een nieuwe organisatie oprichten. Je moet nooit verder gaan met iets dat fail kant slecht is." Detail Saillant detail in de hele zaak is uat Sober-voorzitter Hoopiot te: vens voorzitter is van de Nederi landse afdeling van de NDP, dè politieke partij van Bou terse. Er gaan geruchten dat de Sober-ac.- commodatie wordt gebruikt voor NDP-vergadering. Raadslid Henk Oedairam noemt de combinatie Sober-NDP dan ook 'niet geluk kig'. „Mensen uit Suriname vluchten sinds de coup van Bou- terse hier naar toe. En dan is hét wang als je wordt opgevangen door NDP'ers," meent Oedairam. „Maar we leven in een democra tie, iedereen mag lid zijn van een partij, zolang ze maar niet anti democratisch is." Drs. Hooplot heeft voor die kri tiek geen enkel begrip: „Onzin, grote onzin," reageert hij verbe ten. „Ik vind dit niet terzake, zo kun je eindeloos doorgaan," Waarop zijn penningmeester drs. Westzaan hem bijvalt: „Mensen mc-t maatschappelijke problemen komen hier echt niet bij meneer Hooplot terecht, hoor."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1993 | | pagina 1