15 -jS
Straks bederft ook
de Betuwelijn het
fraaie landschap
Autokraakproject:
marketing in de
verslavingszorg
'Iedereen noemt ons een held,
maar het kindje is wel dood'
■'mïüS
ree
tf
4? van.f,
éSr
Papendrecht en de Betuwespoorlijn
I «jgisr
De
fp»
Rotterdams Dagblad
Zaterdag 28 augustus 1993
i
Docr Marcel Potters
Rotterdam - Noem het maar het
markeüiig-principe -wat wil de
klant? - dat nu wordt losgelaten
op de verslavingszorg. Dus geen
situatie meer waarin de van drugs
afhankelijke dader, in dit geval
notoire autokrakers, zich maar
moeten schikken naar een hulp
verleningsprogramma of thera
pie, méér een aanpak-op-maat
waarin de betrokken verslaafde
zich goed kan vinden. „Want."
voegt hoofd Verslavingszorg
Drugs H. van Laanen van het
Boumanhuis eraan toe, „de ideale
manier om verslaafden ie behan
delen, bestaat simpelweg niet..."
Wat niet wil zeggen dat politie,
justitie; reclassering, alle hulp
verleners in de stad en de ge
meente Rotterdam zonder meer
naar de pijpen van de 'doelgroep'
zullen dansen. Integendeel, bij
het ambitieuze autokraakproject
- officiële startdatum 1 septem
ber - blijft succes afhangen van
liet doorzettingsvermogen en de
wil om te veranderen bij de ver
slaafde zélf. Het verschil met
vroeger is alleen dat als de inge
sloten junk kiest voor een nieuw
leven, alle betrokkenen verplicht
zijn hem zoveel mogelijk te hel
pen.
Niet iedere autokraker komt ech-
t>-t in aanmerking voor het pro
ject, roepen Van Laanen en cake
manager S. Bouwman, coördina
tor Alternatieve Sancties bij de
reclassering, in koor. Het moet
gaan om autoruitentikkers die
vanaf volgende week woensdag
voor de tweede keer tegen de
lamp lopen, en bij wie géén 'oude'
misdrijfjes meer open staan Ille
galen doen niet mee. „Mensen
zonder vaste woon- of verblijf
plaats in Nederland, vallen af,
Da's een harde eis van justitie."
stelt Bouwman.
Motivatie
Eind juni meldde officier van jus
titie mr. A. H. van Wijk al vol trots
dat de Rotterdamse strafrechters
zich achter het project hadden ge
schaard. Dat was een voorwaarde,
omdat zij uiteindelijk hun zegen
moeten geven aan deelname aan
het project. Eerder heeft reeds
een reclasseringsambtenaar de
van twee autokraken verdachte
verslaafde in de politiecel aan de
tand gevoeld, om te peilen hoe
het met zijn motivatie is gesteld.
Van Laai en: „Optimistisch ge
sproken, gaan we ervan uit dat
een heleboel mensen zich niet
liappy voelen met het feit dat ze
in een politiecel zitten. En dat die
mensen in principe wel anders
willen, maar niet geloven dat het
anders kan. Ze hebben geen geld,
geen woning, geen partner, niets.
Een soort desperado's, alhoewel
dat misschien niet zo'n leuk
woord is."
De keuze is simpel: óf naar de
rechter en vermoedelijk twee
maanden brommen, óf naar die
zelfde rechter en vervolgens door
naar een drie maanden durend
programma dat voor iedereen be
gint in het crisis- en observatie
centrum Heemraadssingel. „We
gaan dan uitzoeken," legt Van
Laanen uit. „wat wil hij met z'n
verslaving? Wat wil iemand, wat
kan iemand? Kijk, en dan hoeft'ie
niet aan te komen met het voor
nemen binnen drie dagen clean te
zijn, want dat is irreëel."
De verslaafde ondergaat tests,
zijn intelligentie en vaardigheden
komen aan bod. Daarna doemt
weer een tweesprong op, de keuze
tussen een waarschijnlijk lange
weg naar een leven zonder drugs,
of maatschappelijke begeleiding.
In het eerste geval passeren on
der meer een 24-uursbehandeling
in de therapeutische gemeen
schap Essenlaan of De Keet in het
Delta Psychiatrisch Ziekenhuis
de revue.
„Dat duurt in ieder geval de reste
rende twee maanden," weet Van
Laanen, „en als iemand zó gemo
tiveerd is, dat hij daadwerkelijk
wil afkicken, dan kan dat. Alhoe
wel daar natuurlijk een langere
periode overheen gaat." Het ver
schil met vroeger zit 'm m de
voorfase, waarin de verslaafde al
wordt 'voorgekneed', en beter een
afweging kan maken. „Dat 'ie
zegt: goh, er is toch meer moge
lijk, misschien handig, als ik er
van afkom."
Mogelijkheid twee is maatschap
pelijke begeleiding. Slapen in Ri-
vo Torto, overdag training in so
ciale vaardigheden, werken,
sport. ..Ze kunnen gewoon me
thadon gebruiken. Drugs zijn met
toegestaan. We houden regelma
tig urinecontroles. Val je door de
mand, dan is het afgelopen. Ook
hier worden harde afspraken ge
maakt," vertelt Van Laanen. Na
twee maanden volgt eveneens
een exit-gesprek, met mogelijk
een verdere invulling van de toe-
S. Bouwman (rechts), case
manager van het autokraak
project, en H. van Laanen van
het Boumanhuis: 'Als iemand
zó gemotiveerd is, dat hij
daadwerkelijk wil afkicken,
dan kan dat.' Foto Jaap Rozema/
Rotterdams Dagblad
komst. Na de drie maanden - dat
geldt in alle gevallen - is de ver
slaafde vrij om te doen wat hij wil.
De twee maanden celstraf, die tot
dan toe boven zijn hoofd hing.
worden dan omgezet m een voor
waardelijke straf. Wie stopt of al
eerder is afgehaakt heeft zijn
kans dan overigens gehad. Het is
eens. maar nooit meer. bij het au
tokraakproject.
Het resocialisatie team van de af
deling Sociale Zaken en Werkge
legenheid van de gemeente kan
een eindstation zijn. Die kan de
verslaafde helpen bi] het zoeken
naar woonruimte, scholing of ar
beid, of bemiddelen bij schuldsa
nering. „Het unieke van dit pro
ject is," besluit Van Laanen. ,.aat
alle instanties, die op d't gebied
werkzaam zijn. de handen ineen
slaan. Alle bestaande bezigheden,
alle kennis, wordt op die manier
gebundeld."
Soft? Bouwmans, een beetje gepi
keerd: „Loop maar eens een
maandje mee." Van Daanen ver
volgens: „Als het soft was ge
weest, hadden de verslaafden
zich wel massaal vrij willig aange
meld. Nee, die men-en moeten
hun complete levensstijl verande
ren en dat kost moeite. Het is
nooit leuk als anderen zich met
jouio leven bemoeien. Dat zou ik
zelf ook niet leuk vinden."
De ruston
sche boerde
rijen aan de
Parallelweg
in Papen
drecht, pa!
langs rijks
weg 15, moe
ten straks wij
ken voor de
Betu
wespoorlijn.
Een echte
dat volgens
de bewoners
niet. Foto Ad
Molendijk
Papendrécht
DordrechCj
Oud-AJbfas
In mei presenteerde minister
Maij-Weggen van Verkeer en Wa
terstaat het definitieve tracé
voor de Betuwespoorlijn, de
veelbesproken goederenverbin
ding tussen het Rotterdamse ha
vengebied en Duitsland. Het ka
binetsplan, waarover de Tweede
Kamer waarschijnlijk in novem
ber een besluit neemt, riep hier
en daar nogal wat verzet op. Het
Rotterdams Dagblad neemt een
kijkje op diverse plaatsen langs
het voorgestelde traject. Van
daag de tiende aflevering: de Pa
rallelweg in Papendrecht.
Door Gert Onnink
Papendrecht - Grazend vee op
uitgestrekte groene weiden, de
wind die de bomen langzaam in
beweging brengt, een enkele boer
aan het werk en in de verte een
bos. Eigenlijk detoneert in deze
fraaie en vooral rustige omgeving
alleen de drukke rijksweg A15,
die niet alleen het uitzicht be
derft, maar ook heel wat herrie
produceert. En als het aan minis
ter Maij-Weggen van Verkeer en
Waterstaat, met direct in haar
kielzog de Nederlandse Spoorwe
gen, ligt dan razen hier, even bui
ten Papendrecht, over een tijdje
ook goederentreinen over de nog
aan te leggen Betuwespoorlijn.
Bundeling van geluid, noemen de
plannenmakers het idee om de
omstreden spoorverbinding pal
langs de rijksweg aan te leggen.
Dan valt hei met de totale herrie
wel mee, is de uitleg. Wanneer de
Betuweroute vanaf het eiland IJs-
selmonde de rivier de Noord on
dergronds heeft gepasseerd, loopt
de lijn na de bocht door polder
Nieuwland vrijwel evenwijdig
aan rijksweg 15. En dit blijft, met
een enkele uitzondering, tot aan
de grens met Duitsland het geval.
Voor de bewoners van de vijf his
torische boerderijen aan de Paral
lelweg in Papendrecht heeft dat
verstrekkende gevolgen. De NS
heeft voor haar ambitieuze kar
wei ten noorden van de autover-
RlddeiVeft
H. I. Ambacht
Alblasserdam
Birwd recht -fg?
Zwl]ndf«htï^2&®^
Dordrecht
Glessendam
Gorfnchem
Heerjansdam
SlledrecM
Papendrecht
IXfPlad/2 60893/ anp
binding een strook van ongeveer
honderdtien meter breedte nodig.
De bewoners kunnen zich dus
langzaam maar zeker gaan opma
ken voor de sloop van de in 1938
gebouwde steeën, waarvan er nog
één daadwerkelijk voor agrari
sche doeleinden wordt gebruikt.
De in Sliedrecht geboren Cees
van Rees werkte jarenlang in de
scheepsbouw. Na zijn pensioen
kocht hij een lap grond van 17,6
hectare aan de Parallelweg in
buurgemeente Papendrecht. in
clusief boerderij. De hoeve werd
ingrypend verbouwd cn het land
verpacht. „Hier in de zitkamer
hebben de koeien nog gestaan,"
zegt mevrouw Van Rees. Met haar
man hoopt ze op duidelijkheid,
het liefst heel snel. En op vervan
gende grond, dolgraag even ver
derop de polder in.
Over de herrie van de ook al voor
oorlogse rijksweg zit Van Rees
niet in. „Nee, dat hoor je al lang
niet meer. Ja, bij een file, dan
schrik je op van de stilte." Illusies
dat de aanleg van de Betuwelijn
nog wordt afgeblazen, hebben ze
niet. „Je gelooft toch niet dat
Maij-Weggen wakker ligt van een
boer die met een rot ei gooit. Pro
testen halen niks uit. Dat ding
komt er. kijk maar eens naar wat
er een containers hier langs rij
den. Dat is de laatste jaren alleen
maar erger geworden," merkt
Van Rees op. „Er gaat straks een
hoop moois verloren," stelt zijn
vrouw vast. „En dan kan je nog
heel hoog tot aan het plafond
springen, hei heeft nelaas geen
enkele zin." Gelukkig hebben ze
van de gemeente Papendrecht de
verzekering gekregen dat er nieu
we woonruimte komt, zegt Van
Rees.
De laatste
Buurman G. Vink woont tiental
len meters verder en is de laatste
'echte' boer aan de Parallelweg.
Hij is van de derde generatie
Vink, die als veehouder met een
veestapel van 75 dieren twintig
hectare grond beheert. „Wij zijn
denk ik één van de laatste boeren
van Papendrecht. Met Van Os, de
fruitteler van hiernaast. En dat op
dertigduizend inwoners. Er zui
len er straks niet veel overblij
ven," verwacht Vink. „Nee, een
echte verrassing is het niet. Voor
dit stuk Betuwelijn zijn nooit al
ternatieven of andere varianten
geweest. Eigenlijk weet je het al
tweeenhalf jaar dat je hier weg
moet."
Waarheen weet het gezin Vink.
met twee opgroeiende kinderen,
niet. „Je kan moeilijk naai' de
nieuwbouw nietje koeien," merkt
zijn. vrouw Els gevat op. Verplaat-
ring van het bedrijf in noordelijke
richting, wordt weer beperkt door
het Alblasserbos. „Daar moet je
ook weer op een bepaalde afstand
van wegblijven," weet Vink.
In de volgende bebouwing aan de
Parallelweg zetelt Jan Vink (geen
familie van zijn buurman) met
zijn Bioderij, een voormalige
boerderij van waaruit natuur
vriendelijke produkten worden
verhandeld. „Het is hier allemaal
puur natuur," lacht Jan Vink, die
met zijn vijf medewerkers nu al
anderhalf jaar lang handig in
speelt op de laatste jaren weer
heersende gedachte dat alleen ge
zond eten goed is. „We gebruiken
geen conserverings- of kleurstof
fen in onze boerderijprodukten,"
zegt hij, staande tussen de dozen
yoghurt, kwark, kaas en andere
melkprodukten. Groothandelaar
Vink bedient vanuit zijn ingrij
pende verbouwde stee zo'n 65 su
permarkten in heel Nederland,
tot aan Arasterdam en Amers
foort toe.
Pannekoeken
Het jongste succesnummer van
De Bioderij is de ambachtelijke
pannekoek, die in Papendrecht
volgens oud, natuurlijk recept
wordt gebakken en daar ook met
tien stuks tegelijk in een plastic
zakje wordt gestopt. „Ik ben er
pas mee bezig, ze doen het echt
heel goed. Ik lever onder meer
aan Centerparcs en Gebroeders
De Jong. Een pakje om zo in de
supermarkt mee te nemen, tien
voor vijf gulden, die twintig da
gen goed blijven. En je kan ze
koud en warm eten, echt heer
lijk," prijst hij zijn jongste topper
aan.
De rest van het anderhalve hecta
re grote terrein, waar opa Vink in
1938 zjjn boerenbedrijf begon, ge
bruikt kleinzoon Jan Vink voor
de opslag van caravans. Ook hij
zal met zijn handeltje moeten wij
ken voor de gevreesde goederen
treinen. Vink wil, gelet op de fa
miliebanden, zeker in de buurt
blijven.
Na een bezoek aan de laatste van
de vijf bedreigde boerderijen zit
er niets anders op dan met de au
to te keren. Want plotseling blijkt
wat de bewoners al een tijdje wis
ten: de Parallelweg is niet alleen
figuurlijk, maar ook letterlijk een
doodlopende weg...
Door Martijn Verwaaijen
De laatste vakantieweek. Maan
dag moeten ze weer naar school
en is het lieve leventje voorbij.
Maar om nou te zeggen dat Tama
ra en Eliana Blaauw en Sandra
Lammers zich in alle rust hebben
kunnen voorbereiden op het
nieuwe schooljaar is wel heel erg
overdreven. Want sinds vorige
wreek zaterdag is het allemaal ui
termate hectisch geweest in huize
Blaauw en Lammers.
Die zaterdag verdronk in de plas
van het Zuidelijk Randpark in
Barendrecht een 9-jarig Marok
kaans meisje. Omstanders keken
toe terwijl slechts een handjevol
het water in dook in de hoop het
kind te redden. Onder hen Tama
ra (15) en Sandra (13), die na uren
wanhopig zoeken ontredderd te
rug naar de kant kwamen. De 13-
jarige Eliana bleef aan de kant,
behield haar tegenwoordigheid
van geest en probeerde zo good cn
zo kwaad als dat ging de hevig in
paniek geraakte vriendinnetjes
en het zu sje van het slachtoffer op
te vangen.
De commotie over het uitblijven
van hulp van pakweg 200 toe
schouwers brak pas maandag
goed los, toen alle media er mel
ding van maakten. En toen de
meisjes voor ó1 camera van het
actualiteitenprogramma Nova
ook nog vertelden over racisti
sche opmerkingen was het hek
helemaal van de dam.
De rol die de drie in het drama
hebben gespeeld, heeft het leven
van de twee Vreewij kse gezinnen
in elk geval drastisch veranderd.
„Het probleem waar zeker Tama
ra mee kampt is, dat zij zo plotse
ling vanuit niets in een heldenrol
is gemanoeuvreerd," zegt haar
moeder, An ja Blaauw. „Iedereen
roept dat het fantastisch is ge
weest wat ze hebben gedaan,
maar Tamara worstelt nog alfjd
met het feit dat dat kindje wel
dood is. Ze vindt zich ook hele
maal geen held. Zo zijn onze
dochters opgevoed. Als je ziet dat
iemand in nood is, dan ga je,
klaar."
Haar man Henk knikt instem-
fcamearta BIcöCuuD
|-fen)r «n Qraet'SlcöUiX
mend „Toch heb ik me er over
verband dat er zo ontzettend veel
over is gesproken, en dan vooral
over die racistische opmerkin
gen. Terwijl dat een incident was,
niet goed te praten, maar het was
ook niet zo dat iedereen aan de
kant dat soort uitlatingen deed.
Ik vind het belangrijk dat het
mensen aan het denken heeft ge
zet. En wat de meisjes betreft, na
tuurlijk zijn wij trots dat zij er wel
alles aan hebben gedaan. Ze moe
ten zelf ook dat gevoel krijgen.
Dat ze alles hebben geprobeerd
om dat kindje te redden."
Contact
Eliana blikt terug op haar week.
„Niet echt leuk," zegt ze. „En dan
vooral met als ik in bed lig. Dan
moet je proberen in slaap te ko
men en ga je aan leuke dingen
proberen tc denken, maar dat is
steeds weer mislukt. Ik moet de
hele tijd aan die kinderen den
ken. Aan die vriendinnetjes en de
familie vooral. Ik zou ook heel
graag contact willen hebben met
Nataseha. dat meisje dat ook m de
boot zat toen het gebeurde. Aan
haar zit ik vooral te denken. Ik
zag die kinderen met elkaar spe
len, ze hadden hartstikke lol. En
dan gebeurt er zo iets ergs. Dat
he, dat laat me met los. Ik heh ook
nichtjes in die leeftijd waar ik
steeds aan denk."
Thuis proberen Henk en Anja er
zo veel mogelijk met hun doch
ters over te praten. Al valt dat wat
Tamara betreft niet mee. Profes
sionele hulp heeft ze al afgewe
zen „Ik krop het liever op. Dan ga
ik ergens alleen zitten en begin ik
te schelden of te janken. Ik hou er
niet zo van om erover te praten.
Natuurlijk heb Lk ook slapeloze
nachten, nog steeds. En het is niet
leuk om 's ochtends met een nat
kussen wakker te worden. Maar
eerlijk gezegd vind ik het alle
maal wat overdreven. Al die aan
dacht, dit interview nu ook weer.
Maar ik kan nou eenmaal moei
lijk nee zeggen. En iedereen blijft
maar roepen dat ik een held ben.
Maar zo voel ik dat absoluut niet.
Dat gevoel had ik alleen gehad als
ik dat meisje had gered."
Juichen
Net als Tamara is ook Sandra
geen echte prater. Toch weet ze
haar gevoelens te verwoorden als
ze zegt: „Ik probeer veel te la
chen, maar ik denk er heel vaak
aan. Ik vind ook niet dat ik vrolijk
mag zijn. Bij basketbal bijvoor
beeld, dan scoor je en ga je jui
chen. Maar waarom eigenlijk? Er
valt niets te juichen, denk ik dan.
Dc eerste nacht heb ik mijn jon
gere broertje by mc genomen,
omdat ik iemand dicht bij me wil
de hebben. Want vooral 's nachts
heb ik er problemen mee. Dan
moet ik er steeds weer aan den
ken."
Sandra's moeder maakt zich
zichtbaar zorgen. „Het is nooit
een kroelkind geweest, maar de
afgelopen week kwam ze steeds
weer bij me. Ja, ik maak me
zorgen, want alle drie hebben ze
er grote problemen mee. Hoe ver
werken ze het, hoe moet dat
straks op school? Dat houdt mij
bezig op dit moment. Gelukkig
uit Sandra het nu wat meer. Want
toen het net was gebeurd en ik er
met haar over wilde praten, klap
te ze helemaal dicht."
Het zal, vrezen de ouders van de
meisjes, niet meevallen om de
draad weer op te pakken. Maar
helemaal aan het einde van het
gesprek denkt Tamara toch een
manier te weten om het alsnog
van zich af te praten. „Ik zou heel
graag een keer om de tafel willen
zitten met de mensen die óók het
water zijn ingegaan. Dat lijkt mij
prima, want zij weten precies wat
wij hebben meegemaakt."
Ü-sg:
Het is een hectische weekgeweest voor van links naar rechts Sandra, moeder Anja Blaauw,Tama
ra, vader Henken Eliana. Foto Jaap Rozema'Rotterdams Dagblad