2 BS™ Zuster Raymunda, de 'laatste non', verlaat het Sint Franeiscus Gasthuis Recept Strips Uitgesproken Dagpuzzel 'Heel jammer dat er geen opvolgster meer komt' Twee walvissen terug naar zee Basil slaapt op een kleedje naast het bed Camembertflappen Zwerver Rotterdams Dagblad Maandag 15 januari 1996 Op latere leef tijd Krijgen mensen de behoefte om over hun oor logsherinne ringen te pra ten, ervaart Aad van Deu tekom. Archieffoto Rotterdams Dagslad/CorVcs „Ik ben geen hulpverlener of psy chiater, maar ik merk dat mensen van mijn leeftijd, die dingen heb ben meegemaakt in de oorlog, nu behoefte hebben om erover te pra ten." Daarmee verklaart de 72-jarige Aad van Deutekom het grote aan tal reacties op 2ijn oproep in deze krant aan overlevenden van het Duitse strafkamp Ohrbeck. Niet minder dan 38 maal heeft de tele foon gerinkeld sinds het verhaal in de laatste krant van 1995 werd gepubliceerd. En dan ging het lang niet altijd over Ohrbeck, maar ook over de oorlogsjaren in .Kassei waar Van Deutekom zelf -verbleef en waarover hij een com pleet archief heeft samengesteld. Een voorbeeld. Alle speurtochten langs instanties ten spijt had een man nooit kunnen achterhalen waar zich het graf van zijn in de oorlog in Kassei omgekomen schoonvader bevindt. Van Deute kom kon -meer dan een halve eeuw later - zo in zijn archief vin den dat de schoonvader in Frank furt was herbegraven. „Ja, dat be tekende veel voor die man." Maar ook gingen sommige tele foongesprekken 'zo maar' over Kassei. „De mensen zijn dank baar, dat ze een potje kunnen ou wehoeren. Dat er eindelijk eens iemand naar hen luistert," be grijpt Van Deutekom. Het oor spronkelijke doel - overlevenden van kamp Ohrbeck achterhalen - is daarnaast ook bereikt. „Ik heb vijftien zeer bruikbare reacties gekregen van mensen uit Rotter dam en omgeving, die het alle maal hebben meegemaakt. Die heb ik uitgetikt en vorige week aan Volker Issmer gestuurd." Issmer is de historicus uit Osna- brück, die onderzoek doet naar de omstandigheden in het kamp. Hij is opgetogen over de respons ('on gelooflijk') en is van plan om vol gende maand naar Nederland te komen, om de verhalen persoon lijk uit de mond van de overleven den te kunnen optekenen. „Een tijdje terug, in 'Taxi', stapte Fred Emmer achter in. En die greep eerct in z'n kruis om z'n hele hachie eens even goed te gaan leggen. En dat is dan iemand die het nieuws heeft gepresenteerd. Heel apart en heel grappig." Schaatsster CarlaZijlstra in TV Magazine of' 'U' 'ArchieffotoANP/ToussaintKlu'rters Horizontaal;!, apparaal^chinese afstandsmaat;- 8T persoonlijk vnw.; 10. jong dier; 13. gevangenis; 15. ultraviolet; 16. duw; 18. bergruimte; 19. böóJft; Zt vldetöagr J&fcal- 23. persoonlijk vnw.; 34. voegwoord; 25. ge raspte snuiftabak; 27, los neerhangend; 29. en andere; 30. koud; 32. ach ter; 33. grond om een boerderij; 35, Griekse Ietter; 36. voorzetsel; 38. de onbekende; 39. st akker. Verticaal: 2. boom; -3.kippeprodukt;4. tangens; 5. lid woord; 6. vereni ging; 9,rijstdrank; U, grote boor; 12. muzieknoot; 14, slurfdier; 16, paar- ..dekracht; 17.gods- - dienst; 20. vol groeid; 22. dierlijk 'produkt; 25. smalle -■strook; 26. maan mand; 27. te zijner -plaatse; 28. twee tal; 31. persoonlijk vnw.; 34. gezond; ■35. een zekere; 37. 'thans; 38. niet par keren. Oplossing dagpuz zel vrijdag Horizontaal; 1. esp; 5. bal; 7. premier; 8. aai; 9. das; 11. lente; 14. li; 16. op; 17. erg; 18. reu; 19. er; 20. do; 22. plaat; 25. tal; 27. aar; 29. contant; 30. vet; 31. del. Verticaal: 2. Spa; 3. pril; 4. amen; 5. bede; 6. ara; 8. aal; 10. sap; 12. engel; 13. terra; 15. Ier; 16. oud; 19. ent; 21. oor; 22. plot; 23. ante; 24. tand- 26. .ace; 28. Ate. Door Blanehefleur Brassinga Zuster Raymunda van de Congre gatie der Zusters Augustinessen, de 'laatste non' van het Sint Fran eiscus Gasthuis, neemt morgen afscheid. En dat betekent tevens het einde van een samenwerking tussen de congregatie en het gast huis, die 103 jaar heeft geduurd. „Noem me alsjeblieft geen non," begint zuster Raymunda haar re laas. „Ten eerste klinkt het niet meer van deze tijd en ten tweede: nonnen dragen een habijt. Wij zusters doen ons werk echter al lange tijd in gewone burgerkle ding," verklaart ze. „Ik zal het werk gaan missen maar het gasthuis zal niet hele maal uit m(jn leven verdwijnen. Ik ben nog vrijwilligster in het kerkkoor en zing elke zondag sa men met de andere zusters voor de patiënten in het gasthuis. Dus ik zal wel contact met de zieken blijven houden," zegt zuster Raymunda. De samenwerking tussen de Zus ters Augustinessen en het Sint Franeiscus Gasthuis dateert al van 26 mei 1892, de officiële ope ning van het gebouw aan de pert 129 in Rotterdam. Begin mei van dat jaar arriveerden er uit Delft vijf Zusters Augustinessen: moeder Theresia, die tot overste was benoemd, en de zusters Hip- polyta, Monica, Ambrosia en Ma ria. Zij vestigden zich op de twee de etage van een pand, waarin op de eerste etage een kapelletje werd ingericht en twee zalen - met in totaal twaalf bedden - in gereedheid werden gebracht, pet doel vap ,desamenwerking tussen- de-Zusters'Augustinessen en het'gasthuis: het kosteloos ver plegen van arme zieken. De zus ters deden echter meer dan het verzorgen van patiënten: ze werk ten ook in de wasserij, in de keu ken, hef'kahtóoh eh bedienden de telefooncentrale. En dit alles: pro Deo. Ze kregen wel gratis kost en inwoning, maar pas in 1970 was er voor het eerst sprake van een sala ris. Verhuizing Het gebouw aan de Oppert werd echter al snel te klein en in 1902 verhuisde het gasthuis naar de Schiekade. Ook de communiteit van zusters breidde zich uit en di- Zuster Raymunda voor het beeld van Sint Fran eiscus in de tuin van het gasthuis, 'ik hoop dat ik mijn nieuw stukje leven goed kan in vullen'. Foto Jaap Rozema/ Rotterdams Dagblad verse zusters namen de zorg voor de wijkverpleging op zich. Op het moment dat zuster Raymunda in 1961 haar intrek, nam in het Sint Franeiscus Gast- huis.diad ze onmogelijk kunnen bevroeden dat ze er ooit nog eens de laatste religieuze zuster zou worden. Want in dat jaar zat ze er nog met 125 andere zusters in tern. „We hadden daar aan de Schieka de allemaal een klein kamertje, boven in de nok van het gasthuis. Er stond een bed - een plank met een matras-, een tafeltje, een kast en een wastafel, meer niet. Beneden in het souterrain had den we een eet-zitkamer. Daar za ten we in onze vrije tijd," blikt ze terug naar haar beginperiode. Hoewel zuster Raymunda vurig hoopte in het Sint Franeiscus bin nen de verpleging te worden ge plaatst, bleek voor haar toch een andere carrière weggelegd. Zo werkte zij aanvankelijk bij de te lefooncentrale, maakte vervol gens een uitstapje naar de afde ling inkoop, maar werd binnen de civiele dienst al snel benoemd tot hoofd interne dienst. Wel iets an ders dan haar aanvankelijke stre ven „de medemens te kunnen dienen door patiënten te verple gen," maar daarover zegt zij nu: „In mijn functie binnen het gast huis heb ik ook een andere ma nier gevonden om, zij het achter de schermen, heel veel voor pa tiënten te kunnen doen." En dat deed ze, met hart en ziel. „Ik heb al het werk met plezier gedaan. Natuurlijk waren er 'ups and downs', maar die horen er gewoon bij," zegt de 65*jarige zuster Raymunda. Haar werkterrein was dan ook breed en bijzonder gevarieerd. „Ik zorgde voor de linnenvoorzie- ning, de reeeptionele dienst, de afspraken over honderden verga deringen -inclusief de verzor ging van de audiovisuele appara tuur - en de verzorging van de re presentatie binnen het zieken huis," vertelt de zuster. Ze voerde deze taken natuurlijk niet alleen uit, dat deed zij samen met haar medewerkers. „We werkten alle maal nauw samen. Je kunt niet buiten elkaar," aldus de gepensio neerde. Nieuwbouw Wat zuster Raymunda uit haar 35- jarige loopbaan bij het Sint Fran eiscus nooit zal vergeten, is de tweede verhuizing van het gast huis, op 16 december 1975, van de Schiekade naar de nieuwbouw aan de Kleiweg. De zusters vestig den zich in hun nieuwe klooster aan de Kleiweg 314. Een modem gebouw met een kapel, éénper soonskamers en een communitai- re woonkamer. Zuster Raymunda: „Die verhui zing was grandioos. Vijf uur in de ochtend begonnen v/e met het verplaatsen van de patiënten. En twaalf uur later lagen alle zieken al in het nieuwe gasthuis. Het was een hele optocht. In een stoet wer den de zieken naar de Kleiweg vervoerd, begeleid door de politie. De zusters bleven achter om de troep op te ruimen. Ja, die dag zal ik nooit vergeten," blikt ze met enige weemoed in haar stem te rug. Jammer Het aantal zusters Augustinessen in het gasthuis werd echter klei ner en kleiner- en morgen ver laat ook zuster Raymunda als laatste het gasthuis. „Ik vind het heel jammer dat er geen opvolg ster komt," zegt ze erover. Het betekent het einde van een periode die meer dan een eeuw heeft geduurd en waarin de Zus ters Augustinessen onvermin derd niet volle inzet hebben mee gewerkt aan de geest van dienst baarheid en verzorging van zie ken in het gasthuis. Deze geest - 'Elkander dienen in liefde' - blij ven ze bevorderen in het vrijwilli gerswerk en in hun dagelijks ge bed in de kapel van het gasthuis. 'Servire invicem in cantate'- 'Elkander dienen in liefde'. Dit ideaal hebben de Zusters Augus tinessen vanaf het eerste uur ge realiseerd en zijn dit ook geduren de twee wereldoorlogen blijven doen. Morgen wordt met het vertrek van zuster Raymunda die periode afgesloten. „Ik hoop dat het Sint Franeiscus Gasthuis nog heel lang gasthuis mag zijn voor pa tiënten," luidt haar afscheids- wens. En voor zichzelf? „Ik hoop dat ik mijn nieuw stukje leven goed kan invullen..." Ondanks de onvermoeibare pogingen van Australische natuurbe schermers om zes vorige week gestrande walvissen tenig in. zee te zetten, is een ran de dieren overleden.'. - Twee andere walvissen hebben het gered en zwommen hun vrijheid tegemoet. De walvissen waren per vrachtwagen naar een riviermonding ge bracht. waar tientallen vrijwilligers zich om hen'bekommerden'. Zo' werden de walvissen met zonnebrandcreme ingesmeerd om hén te gen te felle zon te beschermen, werden de dieren regelmatig op hun andere zij gerold, werden hun vinnen in beweging gehouden en wer den ze gemasseerd om splerverkrampingen tegen te gaan. Later zijn de walvissen naar open zèe gebracht. Twee zwommen op eigen kracht verder, de vier anderen niet De vermoedelijk oudste walvis stierflater. De overgebleven dieren worden verder verzorgd door vrijwilligers. De walvissen verbleven sinds hun stranding in het zoutwaterzwem bad van een hotel De familie Inwood uit het Nieuwzeelandse Stanley Brook zal nog weieens terug denken aan die gedenkwaar dige dag, nu alweer twee ja&r geleden: de dag dat het big getje Basil James het leven van de Inwoods binnenstap te. Want Basil mag dan als big vooral voor dochter Eliza beth een leuk speelkame raadje zijn geweest, kleine varkentjes worden groter en groter en vooral zwaarder en zwaarder. En in het geval van Basil zelfs 122 kiiogram. Voor de Inwoods maakt het alle maal niet uit. Hun kolossale 'huisdier' stekkert nog ge woon, net als twee jaar geie- Bereiding; Laat de plakjes blader- Ingrediëntent deeg ontdooien. Verwarm de oven (4 stuks): 4 voor op 2G0-220graden C. Snijd de plakjes room ette korst van de halve camem- boterblader- -bért en snijd de zachte kaas in deegfdiep- blokjes. Fel de knoflookteen en vries), 1/2 ca- ;pgrs deze boven de peterselie uit. membert, 1 Meng de blokjes camembert met flinke teen de peterselie en knoflook. Leg de knoflook, 1 plakjes deeg opeen met bakpapier eetlepel bedekte bakplaat en schep de vul- gehakte peter- ling op de plakjes. Bevochtig de selie, 1 eïer- randen van het deeg met water en dooier, zee- klap het deeg over de vulling dicht. zout. Duw de naden met de vingertop pen of tanden van een vork opeen. Roer de eierdooier los en bestrijk het deeg hiermee. Strooi wat zee- zout (of gewoon zout) op elke flap en bak ze in het midden van de "oven gaar in ongeveer 15-20 minu ten- Laat de flappen op een rooster .uitdampen. Serveer de flappen lauwwarm of koud als voor- of lunchgerecht, bij een lekkere kop soep of gewoon bij een glaasje wijn, bier of fris. den, door het huis en heeft zelfs een eigen kleedje naast het bed in de slaapkamer, r Reuters Niemand weet hoe oud hij is ge worden, De schattingen lopen uit een van rond de zeventig tot zelfs verin de negentig. Ook over zijn naam en afkomst doen tal van verhalen de ronde. Hij zou een aan lagerwal geraakte textielba ron zijn geweest, een berooide, maar ooit welgestelde Fransman, of iemand die veel geld had ver diend met het leggen van pijplei dingen in Saudi-Arabïë, maar die door een hebzuchtige echtgenote aan de bedelstaf was geraakt. Zelf heb ik nooit beter geweten dan dat hij een Belg was, die in lang vervlogen tijden rechter kan 2ijn geweest. Kort voor de jaarwisseling schijnt hij te zijn overleden. In z'n slaap? Overreden? Verdronken? Hoe dan ook: hy leeft niet meer, Jaren geleden had ik - in het ka der van een reeks artikelen over armoede - op de trappen van het postkantoor in Schiedam een ge sprek met hem. Dat wil zeggen; hij stond mij een audiëntie toe, want zo sjofel als hij was, zeiJiy „Ik ben bereid tot praten - maar niet te lang, want de tijd dringt: mijn reis naar de eeuwigheid is nagenoeg ten einde, dus is haast geboden." Vervolgens sjokte hij weg, stak de Koemarkt over, slen terde café Het Vierkantje binnen en zei: „Ik trakteer. U betaalt." Toen al begreep ik dat er niet zo maar een zwerver tegenover mij zat. Een indruk die nog versterkt werd door zijn vraag: „Waarover wenst u met mij van gedachten te wisselen?" Da's geen taal voor een door alles en iedereen verla ten, in vuilnisbakken snuffelende armoedzaaier. „Over het verleden," zei ik en pakte mijn blocnote. Hij schrok: „Er wordt niet genotuleerd. Schrijf wat u wüt, maar geen be wijsmateriaal - ik wil het later kunnen ontkennen." En na een korte pauze: „Het verleden dus..." Hierna begon hij te vertellen. Hoe hij ooit België had verlaten, nadat hij door een Jaloerse magistraat" op een zijspoor was gezet. „Want ik vonniste niet volgens de richt lijnen." Vandaar mijn conclusie dat hij 'iets'bij de rechtbank moet zijn geweest. „Ik werkte naar m'n gevoel," ver volgde hij. „Hoe dikker iemands portemonnee, hoe zwaarder de straf. Dat mocht dus niet. Hoeveel geld iemand bezat mocht niet van invloed zijn. Nonsens. Een rijke stinkerd betaalt zo'n boete met een creditcard, de ander zal het moeten lenen - als ie het al krijgt. Wat voor de één een zware straf is, is voor de ander niet eens een plaagstootje." „Zelfs dood is de een nog meer waard dan de ander. Een dooie rij ke stinkerd brengt - dankzij een levensverzekering - altijd nog een paar ton op, En z'n daardoor nóg iets rijker geworden familie redt het heus wel zonder hem. Dat kan je van het gezinnetje van een dooie arme sloeber niet zeggen," „Daarom: een rijke vent die iets heeft uitgevreten? Een kanjer van een straf! En een arme sjache raar die hetzelfde heeft gedaan? Een standje! Want waarom zou je ook zijn gezin straffen?" Hierna stond hij op („De tijd dringt, be grijpt u") en slofte weg. Een oude man in een versleten grijze jas. Deze week herinnerde ik mij nóg een uitspraak: „Als morgen een president sterft rouwt de hele we reld, maar als ik de pijp uitga komt er geen hond..." De rechter rar. Jesse van Muylwijck Heinz Rene Windig en Eddie de Jong DE ADVOCAAT WAAGT WA/JKjeeR Hy het DOSSïEf? OA KJ 2ÜW GÜÉMT KlOU e«NOEU)K KRIJGT. HO -HEEFT" eeUJK IK ZAL DE KRAtvr EEWS BELLEK)OF ZB- HET AL GGKDPifeERD HEBBEK* OOK <5C£/SMOZë>£M Fred Basset Charles M. Schulz Een terrier heeft: niefc de aardig beid van een echte hond... Ni'efc óc& k iets tegen temers heb, nateurluk erg gcede EN TOÉN ZAf EN W£ IN wet RESTAURANT EN MOCHTEN EE.N TOETJE. UIT2ÖE.KÉN WAT PACHT JE VAN EEN IJSJE" 2ÊlM UN VA PER HA WA Tic^vap|* HA HA Sêk Ls° OIJ IbtF BEN TL JA zei MIJN vAPeR-.PATlS Gcec vooKoe BALLET US„ LOep"2El IK-.UCNÉEM 66 N &ANA NE NS PUT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1996 | | pagina 4