'iiï
41
De verdwijning van Witla
en het belang van
de Hoogstraat
Big Brother registreert
brokkenmakers
'Sterkere spieren alleen
door hersengymnastiek'
in de Rijnmond
Ingevroren varkensembiyo's
een zegen voor fokkerij
Kunstheup met
schimmels
Rotterdams Dagblad
/s -
ic
Zaterdag 4 april 1998
Opgravingslocatie aan de Hoogstraat met het
tracé van de spoortunnel geprojecteerd op do
huidige plattegrond van Rotterdam
Hofplein
tracé van de spoortunnel I
pa g bind/I V/Bron
De aanleg
van de Wr
lemspoor-
tunnel bood
dearcheolo-
gen van
BOOR een
uitgelezen
mogelijkheid
om ter plek
ke onder
zoek te doen
naar het ou
de Rotter
dam. Het op
graven van
Middeleeuw
se resten van
de stad werd
dat mogelijk
past in de
werkzaam
heden. Archief
foto Rotterdams
Dagblad
Door Marcel Potters
Dat Wiila heeft bestaan, bena
drukt archeoloog Ton Guiran,
staat buiten kijf. Een kaart met
daarop een flink stuk West-Ne
derland in de Laat Romeinse Tijd
en Vroege Middeleeuwen komt op
tafel. Witla staat erop', een een
zaam driehoekje ten westen van
de monding van de Bemisse, met
ernaast een vraagtekentje. Een
eindje verderop schittert Rhoon,
één van de weinige andere namen
van nederzettingen in een verder
verlaten gebied.
Witla. De naam doet haast myt
hisch aan. Zoals Dorestad, ooit
een belangrijke handelsnederzet
ting in hartje Nederland, daar
waar nu Wijk bij Duurstede ligt.
„Mendenkt," vertelt hij, „dat Wit
la een pleisterplaats was. En deel
uitmaakte van een route die van
Dorestad naar Domburg liep. Het
behoorde dus tot een handelsnet-
werk in de Vroege Middeleeu
wen."
Van het stadje zelf ontbreekt vrij
wel elk spoor. Döt Witla op de
kaart bij de Bemisse is gesitu
eerd, is slechts op basis van een
theorie. De Bernisse heette im
mers ooit Wideie, en de plaats
naam zou daarvan zijn afgeleid.
„Dat is een argument," klinkt het,
„maar echte vondsten op die plek
zijn er niet. Wel wat verder naar
het oosten, waar vindplaatsen uit
de 9e en 10e eeuw bekend zijn."
Vikingen
De Vikingen die in deze periode
flink huishielden in dit deel van
Europa, zijn vrijwel zeker de re
den van de ondergang van Witla.
Daar overheen kwam nog eens
een stormvloed die de restanten
van de bewoning wegvaagden.
Wat overigens niet betekent dat
dit verhaal voor Guiran en zijn
collega's van BOOR is afgesloten.
„Als we die plaats nog eens zou
den ontdekken," concludeert hy,
„dat zou heel mooi zijn..."
De zeldzame nederzettingen in de
Rijnmond geven aan dat het ge
bied niet geheel was verlaten, en
kele eeuwen nadat de Romeinen
waren verdwenen. In een verder
natte omgeving bleven de oevers
van de rivieren goed toegankelijk.
En het vroege Vlaaidingen toonde
zich een waardig opvolger van
Witla als handelsplaats.
Guiran: „Vanaf de 10e eeuw is er
sprake van een flinke bevolkings
toename. Er wordt over gespro
ken om de veengebieden toegan
kelijker te maken. De kennis en
middelen om dat te doen waren
er, en het bleek lucratief te zijn.
De graven hadden de zeggen
schap over dit land en als er een
maal was ontgonnen, kwam er
door opbrengsten van landbouw
of veeteelt weer geld terug."
Loodrecht op oude riviertjes zoals
de Rotte, Lier en Gantel werden
parallelle slootjes gegraven. Die
zorgden voor de ontwatering van
het tussenliggende land. Naast
het oude Vlaardingen, dat als be
stuurscentrum een belangrijke
functie had, was er verder oost
waarts een veel minder beduiden
de nederzetting die - a ia Witla -
voor historici lange tijd een even
eens tot de verbeelding spreken
de bijklank had: Rotta.
Vanwege de ligging van de resten
van deze plaats, in het hartje van
Rotterdam, wordt het nogal eens
als voorloper van deze stad ge
zien. Wat onjuist is, omdat deze
bewoning aan de Rotte niet zon
der onderbreking in de huidige
overging. „De eerste vermelding
van Rotta dateert uit 1028. Dan
wordt de kerk van dit plaatsje ge
noemd, die door de keizer aan de
abdij werd geschonken."
De aanleg van de Willemspoor
tunnel bood de gelegenheid on
derzoek te doen naar deze perio
de. Tussen het huidige metrosta
tion Blaak en het Witte Huis stuit
ten ze op een stukje oud land, met
wat kuilen en een put, behorend
tot een erf. Het maakte vermoede-
lijk deel uit van een 'lint' van be
bouwing langs de Rotte met - zo
doen archeologische vondsten al
thans vermoeden- een centrum
in het gebied ten zuiden van de
Het Rijnmond-gebied heeft een
rijke historie. Voor een deel Is
de geschiedenis nog zichtbaar
aanwezig, In gemeenten als
Brlelle en Schiedam of In delen
van Rotterdam. Op andere
plaatsen ligt de geschiedenis
begraven In de bodem. Soms Is
de historie door de jaren heen
vernield, verbrand of wegge
vaagd door de zee of oorlogen.
De medewerkers van het
Bureau Oudheidkundig Onder
zoek van Gemeentewerken
Rotterdam (BOOR) doorzoeken
de bodem, speurend naar spo
ren van lang vervlogen tijden.
Het geeft een beeld van het
ontstaan van het gebied vanaf
de laatste Ustijd, toen de eef-
ste mensen bij de huidige mon
ding van de Maas arriveerden.
Laurenskerk. Een andere lezing
situeert het hart van Rotta op de
plek van het hedendaagse Hof
plein. Daar ook bevond zich in de
13e eeuw het kasteel Weena, op
een eiland met een gracht erom
heen
Hiervan werden, in het begin van
deze eeuw, al eens wat resten te
ruggevonden. Onder de plaats,
waar tegenwoordig de perrons
van station Hofplein liggen. Het
betrof eigenlijk meer een ver
sterkte toren, zegt Guiran. „In het
tracé van de spoortunnel hebben
we wat bakstenen aangetroffen
en een stukje van iets dat wellicht
de gracht was. Als het station ooit
wordt afgebroken, dan moeten we
daar maar eens gaan kijken."
„In Rotta," gaat hij verder, „ston
den houten boerderijen met een
rieten dak. En een centrale woon
ruimte met daarin een stook
plaats. Primitief? Ach, dat vind ik
een waarde-oordeel We hebben
uit deze tijd munten gevonden,
geslagen in Tiel. Deze plaats volg
de Dorestad op die, net als Witla,
aan de Vikingen ten onder was ge
gaan. De munten werden gepro
duceerd voor handelsdoeleinden.
En omdat deze munten ook in
Rotta zijn teruggevonden, mag je
concluderen die plaats deel uit
maakte van een handelsnet
werk."
Een periode die - zoals wei vaker
in het vroege Rijnmond-gebied -
rigoureus ten einde kwam. Over
stromingen, wellicht in 1134 maar
zeker in 1164 en 1170 zorgden
voor een nieuwe breuk in de his
torie. „Tot aan Dordrecht ging al
les verloren. Vooral aan de noord
kant van de Maas was de invloed
hiervan groot. Vandaar," gaat de
aeheoloog verder, „dat we nu
voornamelijk verspoelde resten
aantreffen. Spullen die door het
water over een groter gebied zijn
verspreid."
Verder weg, in Hiliegersberg,
werd de bewoning voortgezet. Pas
daarna ontstond, als afsplitsing
Voor
zijde en
keerzijde
van een zilveren
penning van Koenraad li (1024-1039), gesla
gen in Tiel, gevonden in de geul van de Rotte bij
het metrostation Blaak, illustraties boor
van
deze
landin
waarts gelegen
plaats, het werkelijke
Rotterdam. Want ondanks de
'dramatische ondergang'van Rot
ta, bleef het land dat grensde aan
de Maas lonken. Het gebied werd
teruggewonnen, zij het stapsge
wijs. Tussen 1170 en 1270 ontston
den, zuidwaarts vanaf de Kleiweg,
telkens nieuwe dijkjes in de rich
ting van de rivier. Tot aan de mon
ding van de Rotte.
Daar verrees de derde dam, de
Hoogstraat, in de Middeleeuwen
de Middeldam genoemd. Met
daarop bebouwing. Nee, bena
drukt Guiran, van een echte stad
was absoluut nog geen sprake.
„Als je het over steden hebt,"
luidt de uitleg, „dan was Vlaardin
gen wellicht een eerste aanzet.
Maar die plaats was weggespoeld.
Dordrecht was nu de belangrijk
ste plaats in de regio, met in de
schaduw Schiedam en opnieuw
Vlaardingen. Pas veel later won
Rotterdam aan betekenis."
De Hoogstraat was de belangrijk
ste route. Onderzoek bracht volop
spo
ren van
huizen en
haarden aan het
licht. De dijk raakte
steeds dichter bebouwd. Er ver
scheen een gasthuis, een grafelij
ke herberg, werkplaatsen van al
lerlei ambachtslieden. En omdat
de Rotte was afgedamd - waaraan
Rotterdam dus z'n naam dankt -
ontstond een zeer prille vorm van
overslag; op die manier konden
goederen uit het haventje De
Kolk op boten op de Rotte worden
overgeladen.
Waarmee Rotterdam overigens
nog lang niet aan het predikaat
'havenstad' toe was. „Het was het
centrum van een agrarisch ge
bied. Het grote verschil met de
vroegere periode is echter dat een
nieuw fenomeen z'n intrede doet,
namelijk de geldeconomie De
mensen trokken steeds meer naar
de stad. Daar moest je zijn. En je
kreeg daardoor een groeiend aan
tal functies in een betrekkelijk
klein gebied. Het was weliswaar
een harde maatschappij, maar wél
de basis voor de huidige samenle
ving."
Pas In 1340 kreeg Rotterdam
stadsrechten. In de periode daar
na groeide de stad snel uit zijn jas
je. De ring Pompenburg, Coolsin-
gel, Blaak, Nieuwe Haven en Wa
rande vormde de grens. „Dat was
naar Middeleeuwse begrippen
een enorm gebied. En dat kreeg
men in die tijd nooit volgebouwd.
Bovendien was het onverdedig
baar. Vandaar dat rond 1500 werd
besloten om de veste aan de
noord-oostzyde te bekorten door
de Goudse Singel te graven."
Pas in de tweede helft van de 16e
eeuw kwam Rotterdam tot volle
wasdom en werd de tweede han
delsstad van Holland. De stad
sloeg zijn vleugels uit, met name
in de richting van de Maas. Niet
langer een bedreiging, maar juist
een levensader die voor welvaart
en voorspoed zou zorgen.
Ook binnen de stadsmuren zette
de Rotterdammer het water naar
zijn hand' een uitgebreid stelsel
van bruggen en heulen maakte
het mogelijk met droge voeten
van de ene buurt in de andere te
komen.
De ro! van de archeoloog lijkt zo
tegen het einde van de Middel
eeuwen uitgespeeld. Want waar
om zou je diep in de bodem gaan
speuren, als de geschiedenis van
af die tijd zo goed is gedocumen
teerd? Oude plattegronden geven
exact de groei van de stad aan,
boeken en andere publicaties bie
den voldoende informatie over
het wel en wee van de burgers en
overige bronnen -van straatna
men tot schilderijen - schetsen de
wijze waarop het leven zich hier
ontwikkelde.
Guiran wijst de suggestie van de
hand. Archeologie is immers een
wetenschap waarbij je nooit ge
noeg weet. „Ik geef toe," besluit
hij, „dat de Middeleeuwen in de
archeologie als betrekkelijk jonge
periode wordt gezien. Maar de be
wering dat we voldoende weten
over deze tijd, is volstrekt achter
haald. Want hou er rekening mee
dat bestekken van ingewikkelde
bouwwerken als dammen en slui
zen pas vanaf de 16e eeuw werden
vastgelegd. Daarvoor ging de
meeste kennis van vader op zoon.
Archeologie kan een mooie aan
vulling zijn op bestaande feiten,
het plaatst dingen in een context.
Het is een manier om aan het ver
leden nog meer betekenis te ge
ven."
Volgende week: onderzoek in de
Willemspoortunnel
Door Peter de Jaeger
In Amerika is een techniek ont
wikkeld om varkensembryo's in
te vriezen. De ontdooide embryo's
groeien in een andere zeug uit tot
biggen. Deze nieuwe voortplan
tingstechniek maakt internatio
naal transport van topvarkens
mogelijk.
In de rundveehouderij is het al
langer gebruikelijk om embryo's
in te vriezen en over de grens in
een andere koe te implanteren.
Dat is bij varkens niet mogelijk.
De kwetsbare varkensfoetus
wordt namelijk beschadigd door
de ijskristallen die ontstaan bij
het langzaam invriezen. Bij de
nieuwe methode, vitrificatie ge
naamd, komt geen ijs te pas.
De techniek is ontwikkeld door
John Dobrinsky van het onder
zoeksinstituut van het ministerie
van landbouw in Beltsville, Mary
land. De embryo's van zes a zeven
dagen oud worden in een vat met
vloeibaar stikstof afgekoeld tot
min 196 graden Celsius. De jonge
celklompjes stoppen niet met
functioneren maar hun biologi
sche processen komen op een
zeer laag pitje.
„Deze tussenvorm lijkt nog het
meeste op stopverf," aldus de on
derzoeker. Aan de stikstof is een
materiaal toegevoegd dat de vor
ming van vezels rond het embryo
tegen gaat. Die vezels waren altijd
het breekpunt bij het ontdooien
en zorgden voor beschadiging. Bij
de nieuwe methode overleeft
tachtig procent van de ontdooide
embryo's.
„Dit is een belangrijke aanwinst
voor de varkensfokkerij," zegt
Tette van der Lende van de vak
groep Veeteelt van de Landbouw
universiteit Wageningen. „Verse
embryo's moeten namelijk bin
nen vierentwintig uur worden in
gebracht. Binnen Nederland lukt
dat nog wel. Maar by transport
naar het buitenland is dat logis
tiek vaak lastig. Een paar uur ver
traging op Schiphol kan al funest
zijn."
Nu is het mogelijk om heel snel
een varkensbedrijf in Zuid-Ame-
rika op te zetten van een zelfde
hoog genetisch niveau als hier, al
dus Van der Lende. „Tot nu toe
was het behelpen met ingevroren
sperma. Maar daarmee heb je nog
maar de helft van de erfelijke aan
leg."
Probleem is voorlopig nog dat het
embryo alleen via chirurgische in
grepen in de draagzeug kan wor
den geplaatst. In Wageningen
wordt gewerkt aan een manier
van embryotransplantatie zonder
operatie. Van der Lende: „Als dat
lukt is ook de klonering van top
varkens voor de vleesproduktie
een stuk makkelijker."
Op 25 drukke verkeersknoop
punten in Engeland begint deze
maand een experiment met au
tomatische registratie van inge
wikkelde ongelukken. Een com
binatie van sensoren en video
apparatuur moet plotselinge on
regelmatigheden in de verkeers
stromen vastleggen. Analyse in
het Britse Laboratorium voor
Onderzoek van het Wegtrans
port (TEL) in Crowthome moet
vervolgens uitwijzen of op die
manier de toedracht van inge
wikkelde ongelukken, in het bij
zonder de schuldvraag, valt te
ontrafelen. In totaal kunnen
voor de proef, die tot eind dit
jaar loopt, meer dan driehon
derd reeds aanwezige snelheid
smeetpunten in Midden- en
Zuidwest-Engeland worden ge
bruikt.
„We gebruiken," zegt John Hu-
mes, verkeersdeskundige van
het TRL, „zogeheten 'closed
loop'-recorders, waarin een be
trekkelijk korte videoband bij
voorbeeld elke tien minuten
weer opnieuw gebruikt wordt.
Gebeurt er een ongeluk dan
worden de beelden daarvan in
de verkeerscentrale gekopieerd.
Ook dat wordt binnenkort ge
heel geautomatiseerd om men
selijke fouten als per ongeluk
wissen uit te sluiten."
Humes verwacht dat de registra
tie van nut zal zyn bij de recon
structie van ongevallen, vooral
wanneer er veel betrokkenen
zijn en er brand bij ontstaat, met
als gevolg daarvan chaotische
toestanden. Bij ingewikkelde
ongelukken is niet altijd te ach
terhalen wat de feitelijke aanlei
ding was en hoe de aanrijdingen
elkaar opvolgden. Veel daders
van kleine en grote ongelukken
ontspringen daardoor vaak de
dans, veel onschuldiger! worden
op die manier nog extra gedu
peerd want veel schadebedra
gen worden, ten onrechte, niet
uitgekeerd en, andersom, ten
onrechtewel
Volgens de Verkeerscentrale in
Driebergen is het gebruik van
recorders op enkele plaatsen bo
ven de Nederlandse verkeerswe
gen al gemeengoed. Maar dat
zyn, aldus de woord voerder, per
manent lopende videorecorders
die ook niet elke dag in bedrijf
zijn. Ze zijn ook niet gekoppeld
aan het snelheidssignalerings
systeem en alleen als er toeval
lig een ongeval op niet tè grote
afstand en direct binnen het
beeldveld plaatsvindt, worden
de opnamen gebruikt voor re
constructie. Maar dat is pas en
kele keren gebeurd.
Een functionaris van autoverze
keraar toont enige scepsis over
de Britse opzet, omdat het de
vraag is of een effectief, en dus
zeer dicht net van controlepun
ten wel te betalen en te onder
houden zal zyn.
Hometrainer, gewichten, steps en
zwembad: weg ermee. Fit worden
kun je ook door op de bank her
sengymnastiek te doen. Dit is de
boodschap van een groep weten
schappers van de Universiteit van
Manchester. Hun theorie, de
droom van iedereen die het liefst
thuis zit te luieren voor de tv, is
gebaseerd op het gegeven dat de
hersenen de baas zijn over de
spieren, ook als je de spieren niet
beweegt.
Onderzoeksleider Dave Smith
waarschuwt in The Sunday Tele
graph wel dat de op de bank zit
tende hersengymnast niet moet
denken dat hij of zij de vormen
van Arnold Schwarzenegger of
Pamela Anderson kan krijgen.
Wel worden de Ctdenkers fitter
dan degenen die nooit aan hun
spieren denken.
De onderzoekers in Manchester
gebruikten voor hun onderzoek
twee groepen studenten. De ene
groep kreeg de opdracht in een
periode van vier weken in totaal
acht keer hun pinken twintig
maal te buigen en te strekken. De
andere groep moest evenveel
keer alleen maar denken dat ze
dat deed. Na een maand maten de
onderzoekers de sterkte van de
pinkspieren. De studenten die
echt hun pinken hadden bewo
gen, waren 30 procent fitter dan
de anderen. Maar de sterkte van
de pinkspieren van de fitdenkers
was met 16 procent toegenomen.
Smith zei dat het erom gaat datje
„visualiseert hoe het zou voelen
als je je spieren echt beweegt." De
delen van de hersenen die te ma
ken hebben met bewegen ken
nen volgens hem het verschil niet
tussen iets doen en je verbeelden
dat je iets doet, „Je moet het er zo
veel mogelijk op laten lijken, dat
is alles. Alle spieren werken in
principe op dezelfde manier. Als
je je bijvoorbeeld inbeeldt dat je
een oefening met gewichten aan
het doen bent, worden je spieren
sterker. Hoe sterk je bent hangt af
van hoe goed je hersenen zijn in
het sturen van signalen naar de
spieren. Als je dat kunt verbete
ren, word je sterker."
Kunstheup- of buikvlies wordt
minder snel door het lichaam af
gestoten als het v 'H is van
een schimmella 1 chim
in el Schizoph* mune
maakt namelijk (SC3)
dat implantaten o, ousis van tef
lon waterafstotend maakt. In Gro
ningen wordt gewerkt aan over
productie van dit eiwit door de
schimmel. Microbioloog Theo
Schuurs is onlangs op dit onder
werp gepromoveerd. Schizophyl-
lum commune groeit op dood
hout en komt overal ter wereld
voor.
De schimmel maakt veel draden
die in de lucht steken en de
schimmel het aanzien geven van
een wit plukje wol. De ontelbare
luchtdradcu zijn bedekt met een
eiwïtlaag, Vanwege de waterafsto
tende eigenschap is dat eiwit inte
ressant voor medische en techni
sche toepassingen. „In de medi
sche hoek moet je denken aan in
wendige protheses, zoals
kunstheup en buikvliesrepara-
ties."