44
rdagZondag
W
Awï
r^Aff
-
u m
Éb
'Als mijn
ouders
geen geld
voor
boeken
geven,
moet ik
blijven
werken'
Rotterdams Dagblad
Met een'Wereldwijde Mars tegen Kinderarbeid'vragen hulporganisaties
aandacht voor de naar schatting 250 miljoen kinderen van 14 Jaar en jon
ger die moeten werken. De tocht gaat door vijf continenten en 103 landen.
Eind maart was de mars In India, waar vier Nederlandse middelbare scho
lleren eventjes 'meeliepen', onder wie Klrsten Waasdorp uit Klaaswaal.
Rond Hemelvaartsdag staat Nederland op het programma, te beginnen in
Den Haag, eindigend In Vaals. Met Pasen deed de mars Sialkot In Pakis
tan aan. In Sialkot wordt tachtig tot negentig procent van alle voetballen
ter wereld geproduceerd, waarbij, ondanks Internationale druk, nog
steeds duizenden kinderen zijn betrokken.
Zaterdag 18 april 1998
Shabbir:
'Makkelijk
werk.'
De FairTrade baf,
waar de stikkers 15
roepies (70 cent)
meer voor betaald
krijgen.
min
IJ. fSMUBOUft
B V
Door Gerard Chel
Plotseling barst Shehzadi in
huilen uit. Ze verbergt haar
hoofd in haar handen, trekt de
sluier over haar haren. Haar
schouders schokken. Even is
het stil in de kleine, sobere
woonkamer. Pas wanneer on
ze begeleider een grapje
maakt, trekt weer een glim
lach over Shehzadi's betraan
de gezicht. Het aangereikte
flesje frisdrank zetze na enige
aarzeling aan haar mond. Ze
veegt haar tranen af, haar
broer en zussen lachen.
De' vraag die het l]-jarige Pakis
taanse meisje in Sialkot in tranen
bracht, namelijk of ze dit jaar op
school zal overgaan, lijkt zo on
schuldig, maar openbaart een die
pe familietragedie. Shehzadi zit
in de vierde klas van de lagere
school, maar gaat niet over. Haar
vader wil het schoolgeld van 300
roepies (13,50 gulden) niet beta
len. „Ik kan het niet missen."
Shehzadi zit illegaal op school.
Dat wordt door de vingers gezien,
maar een rapport krijgt ze niet.
En zonder cijferlijst geen vijfde
klas. „Ik houd van school," zegt ze
eerst nog stralend. „Ik vind leren
leuk. Later wil ik lerares worden."
Dan buigt ze het hoofd en haar
stem verraadt emotie. „Maar als
mijn ouders geen geld voor boe
ken geven, moet ik blijven wer
ken."
Begraafplaats
Samen met haar zussen en broers
is Shehzadi veroordeeld tot het
dag in, dag uit stikken van kunst
leren voetballen. Tijdens ons be
zoek wordt druk gewerkt aan bal
len van Coca Cola, een van de
sponsors van het komende WK
Voetbal in Frankrijk. Het WK-Jo-
go prijkt pontificaal tussen de
zwartrede panelen en de witte let
ters. De tekst 'Disfruta' ('Geniet
ervan'} wijst erop dat de bal voor
Spaanstalige landen bestemd is.
Coca Cola kennen de meisjes wel,
van het WK hebben ze nooit ge
hoord.
De familie woont achteraf, het erf
grenst aan de begraafplaats. Een
weinig geliefde plek en dus goed
koop. Vader, afkomstig uit een be
delaarsfamilie, werkte als polijs
ter in de chirurgische industrie,
maar voert nu niets meer uit.
„Mijn kinderen verdienen ge
noeg, dus waarom zou ik wer
ken." Her en der heeft hij voor
ruim 25.000 roepies (1125 gulden)
schulden gemaakt om het twee
kamers tellende huisje op te
'knappen en een tv, een koelkast
er» een video aan te schaffen. Een
toilet is er niet en het drinkwater
komt uit de pomp op het erf.
Van de zeven kinderen zijn er zes
betrokken bij het stikken van
voetballen. Alleen de jongste van
vijf hoeft (nog) niet. Al anderhalve
jaar lang stikt Shehzadi halve bal
len, die door haar oudere zussen
aan elkaar worden
genaaid. Vooral voor
het stikken van de
laatste panelen is
kracht en behendig
heid nodig. De kin
deren staan om zes
uur's ochtends op en
gaan, met uitzonde
ring van de oudste
en de jongste, van
acht tot twee naar
school. Daarna is het
tot tien of elf uur 's
avonds stikken. Per
week maken ze ge
middeld veertig bal
len, waar ze 24 roe
pies (4 kwartjes) per
stuk voor krijgen.
Goed voor een
weekloon van 960
roepies. Moeder, ver
antwoordelijk voor
het huishouden, re
kent voor dat ze per
week 240 roepies
kwijt is voor het
meel ora de roti's te maken, 280
roepies voor groente. 84 roepies
voor suiker, 160 roepies voor olie
en 25 roepies voor elektriciteit.
Dan blijft'er weinig meer over
voor andere zaken, in ieder geval
niet voor schoolgeld voor alle kin
deren en albetaling van de schul
den.
Vier kwart
vooreen
Tc- tbal
Bruidsschat
„Ik ga met plezier naar school"
vertelt de 14-jarige Raqiyya Kub-
ra, „want ik wil heel graag dokter
worden." Ook zij kan haar tranen
nauwelijks bedwingen. Vijf jaar
stikt ze nu ballen en ze vreest dat
ze, zolang ze niet trouwt, dat nog
jarenlang zal moeten blijven
doen. Ze heeft geen idee hoe een
bruidsschat, al gauw 50.000 roe
pies (2250 gulden), te vergaren.
.Alleen als je vijftig jaar werkt,
kun je vijftig jaar sparen," zegt ze
ironisch. Maar eerst moet het huis
worden afgebouwd. Dus zal het
wel een nieuwe lening worden.
Kubra gaat naar de negende klas,
want voor haar werd het school
geld wel betaald. Tijd voor spe
len? Hoe durven wij het te vragen.
„Ik heb afgelopen zaterdagnacht
doorgewerkt, want de ballen
moesten af. Ik heb het nu erg
druk op school zodat ik er door de
week weinig tijd voor heb." Of ze
het leuk vindt? „Nee natuurlijk
niet."
Broer Touqeer Abbas van dertien
is ook duidelijk: ,Als wij niet wer
ken, wie geeft ons dan te eten?"
Zijn 19-jarige zusEaqiyya Sughra
heeft nooit een schoolklas van
binnen gezien. „Als ik trouw weet
ik één ding zeker: dan houd ik op
met stikken." Ze schaamt zich
voor haar uiterlijk, heeft last van
haar ogen en op en
kele vingers zijn gro
te eeltknobbels ont
staan. Als ze over de
wereldmars vertel
len, is ze enthousi
ast. ,J)at is goed, kin
deren moeten vrij
zijn, moeten hun
handen sparen."
Het beeld van de
werkende familie
staat haaks op de de
monstratie die direc
teur Lone van Lofty
Sport; ons een dag
eerder had gegeven.
Zittend op de grond
van zijn kantoor
maakt hij stikkende
bewegingen en ge
baart dat een kind
'hiervoor nooit ge
noeg kracht heeft'.
Lofty, dat het Neder
landse bedrijf Smits
Plastics uit Nistelro-
de als partner affi
cheert, maakt onder meer (speel-
goed)ballen voor Blokker, Inter-
toys, Michelin, Adidas en Coca
Cola. Het bedrijf mag, 20 zegt Lo
ne, als enige het officiële WK-logo
op voetballen voeren. Als we Lone
later per fax om uitleg vragen,
ontkent hij dat zijn bedrijfverant
woordelijk is voor de bij de familie
aangetroffen Coca Cola-ballen
met WK-logo. Hoe het dan wel zit?
Lone: „Er wordt illegaal geprodu
ceerd, wij hebben de laatste we
ken geen enkele Coca Cola-bal ge
maakt, 100 procent zeker."
Vijfendertig miljoen voetballen.
zo'n 80 tot 90 procent procent van
de wereldproductie, komt uit Sial
kot, gelegen in het noordoosten
van Pakistan nabij de grens met
de omstreden Indiase deelstaat
Kashmir, Tientallen jaren gele
den begonnen als een bezigheid
voor gevangenen, is de productie
van voetballen uitgegroeid tot een
bloeiende industrie. Behalve
voetballen worden ook andere
sporthallen gemaakt en komen
uit Sialkot eveneens sportattribu-
ten, variërend van keepershand
schoenen en trainingsshirtjes tot
hockeysticks en trainingspakken.
Grote multinationals als Reebok
en Nike hebben er hun eigen pro
ductie-units, anderen, zoals Le
Coq Sportif, Reusch en Donnay
besteden het werk uit aan lokale
bedrijven.
Boven: Faizal (12):
'Mijn vader dwong
mij hier te gaan wer
ken.'
Shehzadi (11), dag in
dag uit voetballen
aan het stikken.
Foto's Gerard Chef
GPD
Boven: Chand (9)
u-erkt in een gieterij;
trots houdt hij een
mal omhoog.
Nieuwbouw
Alleen al in de productie
van voetballen zit een
gemiddelde groei
van circa 7 procent
per jaar, dit jaar
versterkt door het
WK-voetbal. In Si
alkot uit zich die
groei in een ware
nieuwbouw-ex-
plosie. Langs de
uitvalsweg naar
Lahore verrijst
het ene na het an
dere fraai ogende
complex. De kan
toren zijn modem
ingericht, met de
nieuwste computers,
voorzien van de
nieuwste software. In
Sialkot heb je sneller
een e-mail dan een fles
veilig drinkwater.
In de fabrieken wor
den de stukjes (pane
len) kunstleer gefabri
ceerd die later door
stikkers elders in de
omgeving tot een
voetbal aan elkaar
worden genaaid. Het
meeste werk gebeurt
met de hand: het lamine
ren van de binnenzijde
van het kunstleer, het zeef
drukken van de buitenkant,
het uitsnijden van de pane
len, het maken van bin
nenbanen en ventielen.
Gebundeld ïn plastic zak
jes worden de losse on
derdelen naar stikcentra ge
bracht. In opgeblazen vorm gaat
de voetbal weer terug naar de fa
briek voor eindcontrole, tests,
schoonmaken en inpakken. Ook
weer handmatig.
Sinds een paar jaar geleden dui
delijk werd dat de ballen waarmee
de voetbalprofs hun miljoenen
-H
verdienen, worden vervaardigd
door duizenden kinderhandjes,
tegen een loon van een paar
kuurtjes per bal, vecht Sialkot te
gen het beeld van gewetenloze
kinderuitbuiter. De autoriteiten
van de stad zijn bang de voor haar
belangrijke industrie te verliezen.
Onder aanvoering van de VN-or-
ganisaties voor kinderen (Unicef)
en werk (ILO) werd vorig jaar in
Atlanta een overeenkomst onder
tekend waarbij werd afgesproken
dat voor het einde van dit jaar alle
kinderen van veertien jaar en jon
ger uit de voetballen-industne
verdwenen moeten zijn. Thuis
werk is uit den boze: er mag al
leen collectief in centra worden
gestikt.
Geen garantie
De ondertekenaars hebben acht
tien maanden de tijd gekregen
om het akkoord uit te voeren. De
bedrijven betalen mee aan op
vang-, onderwijs- en kredietpro
gramma's, z|jn verplicht alle stik
kers te registreren (leeftijd!) en
moeten zich onderwerpen aan on
verwachte steekproeven door on
afhankelijke controleurs. Het ak
koord, waar inmiddels 32 bedrij
ven hun handtekening onder heb
ben gezet, heeft één nadeel: deel
name is vrijwillig. Zo'n veertig an
dere bedrijven doen derhalve niet
mee.
Kennelijk in een poging het ima
go van Sialkot, aan de vooravond
van de WK, op te vijzelen, beweer
de de voorzitter van de Kamer van
Koophandel onlangs dat de voet-
ballenindustrie in Sialkot 'nu 100
procent kindervrij is'. Maar wie in
de omgeving rondreist komt al
snel tot de conclusie dat met de
uitvoering van 'Atlanta' pas een
begin is gemaakt. „We zijn net
drie maanden bezig,"
verontschuldigt Ba-
har Kazmi van 'Save
the Children' zich.
„Concrete resultaten
zijn er nog niet"
„Ik durf zo'n garan
tie niet te geven,"
zegt Nasir Dogar, die in
Sialkot voor de ILO
werkt. Dogar schat dat
inmiddels ongeveer
25 procent van de
ex-kindarbeiders,
een kleine twee
duizend, naar spe
ciale scholen gaat,
waar ze drie uur
per dag les krijgen
in lezen, schrijven
en rekenen,
„Maar," aldus Do
gar, „ik weet niet
zeker of deze kin
deren op de ande
re uren weer wer
ken," En de vijf
duizend kindar
beiders die hele
maal niet naar
school gaan? „Die
zullen nog wel
voetballen stik
ken."
Boycot
Een bezoek aan een
van de nieuwe scholen
leert dai Dogar s twijfel ge
grond is. We praten er met Ra-
zia, twaalf jaar en Fiza, dertien.
Beide meisjes gaan voor het eerst
naar school, 's middags van twee
tot vijf. En 's ochtends? „Dan stik
ken we." En Nabeel van zeven. De
klas is trots op hem, want: „Hij
stikt al een hele bal!." Of Zahid
van twaalf, die ook nog nooit naar
school ging. Hij werkt al driejaar,
stikt twee bailen per dag, krijgt er
25 roepies voor. Als 'ie vrije tyd
heeft, speelt hij cricket. „Ik wil
dokter worden. Die verdienen
veel." Allemaal vinden ze het leuk
op school, allemaal willen ze
graag wat leren, maar 'onze ou
ders hebben het geld nodig'.
Mohammed Zia Ül-Haque, lid van
de Amerikaanse mensenrechten
organisatie 'Friends At Home' en
een van df initiatiefnemers van
het 'Atlanta-akkoord', reageert
kort en krachtig: „Sialkot moet
luisteren, zo niet, dan maar een
boycot, 'n Slechte oplossing?
Soms moetje. Nu lijden de kinde
ren ook," zegt de 71-jarige strijd
lustig. Tegelijkertijd is hij realis
tisch: „Wereldwijde uitbanning
van kinderarbeid maak ik met
meer mee, dat duurt nog veertig
jaar."
In een ander dorp ontwaren we
nu eens niet begroet met 'Hol
land, Goelit!', maar met 'Holland,
Bovenlander!' op een erf twee
stikkers, bezig met een handbal
voor het Duitse Orion. Het blijken
Tariq van 28 en zijn neef Shabbir
van vijftien te zijn. Hoewel, vijf
tien? Niemand die het gelooft.
Onze begeleider verklaart: „Door
alle media-ophef weet ieder kind
dat 'ie vijftien jaar moet zeggen
als om zijn leeftijd wordt ge
vraagd." Tanq stikt vanaf zijn
twaalfde jaar, maakt vier ballen
per dag en strijkt 32 roepies per
bal op. Shabbir is tot vong jaar
naar school gegaan en schopte het
tot de derde klas. „Ik vond het
leuk, kinderen horen op school."
Hij stikt twee ballen per dag, ver
dient driehondered roepies per
week: 250 voor zyn ouders, vijftig
houdt hij zelf. Wil hij niet spelen
met z'n vriendjes? Shabbir houdt
abrupt op met stikken en ant
woordt scherp:Als je familie het
inkomen nodig heeft, moet je als
kind werken. En dan kun je beter
voetballen stikken, want dat is
makkelijk."
Slijpen en polijsten
Shabbir heeft wel een beetje ge
lijk, Het stikken van voetballen
lijkt minder slecht vergeleken
met het werk dat kinderen elders
moeten doen. Zoals het slijpen en
polijsten van chirurgische instru
menten, ook al zo'n florerende be
drijfstak in Sialkot, waarin naar
schatting achtduizend kinderen
werken, In nauwelijks verlichte
schuurtjes zitten kinderen op de
grond achter machines, onbe
schermd en handen, armen en ge
zicht bedekt met slijpsel. Maar
voor de allerergste voorbeelden
moet je in India zyn, in Morada-
bad, 200 kilometer ten oosten van
Delhi. De stad is bekend door de
koperwerkindustrie. Hier komen
lantaarnijes, kandelaars, vazen,
asbakken, fotolijstjes en prullaria
in vele varianten vandaan. Vooral
in de sloppenwijk ironisch ge
noeg 'Rozentuin' gedoopt tref
je ïdeine, donkere en vervuilde
werkplaatsjes aan waar wordt ge
goten, gesoldeerd, geslepen, ge
polijst.
Kinderarbeid is hier gewoon: ach
ter de groentenstal, in het eet
huisje, als kok of theebediende,
als meubelmaker, in de winkel en
de reparatieplaats en bovenal in
de kleinschalige industriële werk
plaatsjes, Onofficiële cijfers rep
pen van minimaal zestigduizend
werkende kinderen.
„Mijn vader dwong mij hier te
gaan werken," zegt de twaalfjari
ge Faizal, „omdat hij met genoeg
verdiendeFaizal slijpt, samen
met zijn vader, kandelaars. Ze
verdienen beiden zes roepies per
uur (36 cent) waarin ze twintig
stuks maken. Faizal doet het werk
al vier jaar in een schaars verlich
te ruimte. In een steegje verderop
treffen we de tienjarige Shamim,
die met twee leeftijdgenootjes
reepjes blik snijdt. Ze boffen,
want ze hebben daglicht. Donker
is het in de gieterij waar Chand
werkt. Hij is acht of negen jaar en
z'n dagelijks werk bestaat uit
twee routinematige handelingen:
het ene moment draait hij aan een
wiel om het oventje brandend te
houden, het andere moment moet
hij met blote handen gloei
end hete mallen openen. Bijna on
zichtbaar achter rookwolken
houdt hij trots het resultaat om
hoog,
Tiener Mohankurran uit Jhitki,
nabij Delhi, wil politieagent wor
den. De jongen werd op zevenjari
ge leeftijd met chocolade, limona
de en koekjes uit zijn dorp wegge
lokt, Een man beloofde hem naar
school te sturen. Maar Mohankur
ran belandde als slaafje in de ta
pijtindustrie, zat jarenlang van 's
ochtends vroeg tot 's avonds laat
achter het weefgetouw. De eerste
twee jaar kreeg hij geen loon, zo
genaamd omdat hij het vak moest
leren, daarna verdiende hij zo'n
60 roepies per maand. Een parti
culiere hulporganisatie bevrijdde
hem en bracht de jongen naar een
opvangkamp. Daar mag hij het
timmermansvak leren, maar Mo
hankurran heeft voor zichzelf een
andere toekomst uitgestippeld.
„Ik wil politieagent worden,"
klinkt het zeer zelfbewust. Waar
om? „Om de kinderen te bescher
men en de mensen die mij gepakt
hebben, terug te pakken." Strijd
baar wijst hij met z'n vinger: „Cri
minelen, dat zijn het."