WSC voefba 59 'Nederland is mijn vaderland, Marokko mijn moederland' Benni's idool is 'Mumsie' 5S WM:!' AWtiÊb&L Ali Elkhattabi bedankte destijds voor Jong Oranje. 'Ik vond het nog te vroeg om een keuze te, Wijze woorden van moeder McCarthy en de broekriem van zijn vader aan basis van loopbaan JEROEN VAN DIJK 'In het oranje spelen heeft toch wel wat' Rotterdams Dagblad Zaterdagö juni 1998 De schotel staat gericht op Marokko, het eerste Afri kaanse land dat zich plaatste voor het WK. Zijn trotse ouders hebben al In trek genomen In zijn huls In Heerenveen om geen mi nuut te hoeven missen van de Interlands, waarin hun zoon hun vaderland zal ver tegenwoordigen in Frank rijk.,, Mijn ouderszljn graag bij mij thuis." zegt All Elk- hattabl. „Ze vinden het een mooie omgeving, lekker rustig en thuis In Schiedam beschikken ze niet over een schotel." Door Piet Ocks Een vaste plaats heeft Ali Elkhat- tabi (21) voorals nog niet in het Marok kaanse elftal en even min bij Heerenveen, dat hij twee jaar geleden verkoos boven Sparta, waar hij in het tweede elftal tot ontplooiing kwam en uitzicht leek te hebben op een plek in de basis. De financiële voordelen in Friesland maakten voor hem de keuze niet moeilijk, al lijkt zijn ontwikkeling te stagneren door de veel grotere concurrentie in Heerenveen. Bij Sparta leek hij voor bestemd voor een blik semcarrière. Tinus Bos- selaar, elftalleider van het tweede, vergeleek hem in die tijd wel eens met Stoitsjkov, de grilli ge Bulgaarse, voormali ge aanvaller van Barcelona. Dat trotse opgeheven koppie, die kor te, behendige bewegingen. Hij moet lachen om de vergelijking. „Anderen zeggen weer dat ik iets heb van Romario, vanwege mijn uitstraling." Voor niemand bang Die houding van: hier ben ik, heeft hij zich onbewust aangeme ten. „Niet slecht," vindt hy, „als je zo overkomt. Je geeft meteen je visitekaartje af. Ik ben voor nie mand bang en dat is maar goed ook, anders word je meteen onder de voet gèlopen." Als 17-jarige werd hij al benaderd voor het-Nederlands elftal onder de 18 jaar en later voor het Qlyrrr- pisch elftal. Heel lang heeft hij geaar zeld, destijds als aanvallende midden velder by Sparta's landelijke jeugd, of hij zou ingaan op de selectie. Uiteindelijk besloot hij af te zien van de verkiezing. „Ik vond het nog te vroeg om een definitieve keuze te ma ken. En daar heb ik achteraf geen spijt van," zegt de inmid dels 21-jarige Marokkaanse international, die wijst naar Tarik Oulida, in SeviUa in de vergetelheid geraakt. „Hij koos wel voor het Nederlands jeugdelf- tal, waardoor hij nu niet meer mag uitkomen voor Marokko, terwijl we hem heel goed zouden kunnen gebruiken. Hij zal er best spijt van hebben dat hij destijds voor Ne derland heeft gekozen." Ali Elkhatta bi, geboren mer. oud Spartaan, nu carrière ma kend n Fries land. „Ma rokko en Ne gen mij even na aan het hart. Foto Cor Vos Vorderingen Waar de voormalige Ajaeied weg kwijnt in Sevilla, daar maakt Ali Elkhattabi voorzichtige vorderin gen bij Heerenveen. Zijn contract loopt nog een jaar door in Fries land, maar als het aan de geboren Schiedammer ligt, tekent hij straks nog voor een aantal jaren bij. „Ik heb het er prima naar mijn zin, ik ben goed opgevangen en ik heb een mooi huis. Mijn enige streven is nog een vaste plaats." Hij is Marokkaan, maar voelt zich evenveel Nederlander. Diploma tiek zegt hij:^Nederland is mijn vaderland, Marokko mijn moe- deriand. Ik zou dan ook, als ik niet voor Marokko zou uitkomen, geen keuze kunnen maken tussen bei de landen als ze tegenover elkaar komen te staan. Ze liggen mij al lebei even na aan het hart." Ali Elkhattabi verbleef welgeteld vier keer in zijn vaderland. „Maar van de eerste keer weet ik niets meer. Ik was net zes jaar. We ver bleven in Hossïma, de geboorte plaats van mijn ouders, ten oosten van Casablanca, Later ben ik als twaalfjarige nog een keer terug geweest. Dat heb ik bewust mee gemaakt, al weet ik alleen nog dat het er erg landelijk was. Niet te vergelijken met Casablanca, waar ik nu twee keer ben geweest met het Marokkaanse selectie. Dat is een moderne, westerse stad. Maar verder weet ik weinig van het land af." Geen Arabisch Zelfs de taal beheerst hij niet. „Nee, pc ken geen Arabisch," be kent hy, „thuis praten we meestal Nederlands of Berbiscb, het dia lect van mijn ouders, maar slechts weinigen in de selectie spreken dat. Ik moet me behelpen met En gels en Duits. Daarom begin ik een cursus Arabisch, want het is toch lastig als je niet de taal spreekt van je medespelers." De 'Leeuwen van de Atlas' luidt de bijnaam van het Marokkaanse elftal. Ali Elkhattabi heeft er wel eens van gehoord, maar eigenlijk weet hij maar weinig van het voet bal uit zyn moederland. Ja, dat drie jaar geleden het semi-profes- sionalisme werd ingevoerd. Dat Raja Casablanca de laatste jaren landskampioen is geworden, en dat Fes altijd goed meedraait in de top, verder komt hij niet. „Sinds ik bij de selectie zit, ben ik het voetbal via de satelliet wat in tensiever gaan volgen. Ik ken de meeste spelers dan ook van de te levisie. Als ik er erg in heb kijk ik wel eens naar de Marokkaanse competitie, maar dat wordt zo on regelmatig uitgezonden, dat ik 't ook wel eens mis." In buitenland Marokka's beste voetballers spe len in het buitenland. Hadrioui komt uit voor Benfica; Naibet, Hadji en Basir voor Deporüvo La Coruna. „Dat zyn de sterren, die zeker zijn van hun plaats. Maar ik verwacht," zegt Elkhattabi zelf verzekerd, „dat ik speel. Ik zal me nog moeten bewijzen, maar tegen Togo voor de Afrika Cup stond ik ook in de basis." „Het voetbal in Marokko," zo moet hij bekennen, „is nog niet te vergelijken met het Nederlandse. Al moet ik zeggen dat er de laatste jaren vooral in organisatorisch op zicht veel is verbeterd. Het is zelfs zo dat onze premies voor het WK vergeleken kunnen worden met die van vele andere landen. Maar ook het voetbal gaat in technisch en fysiek opzicht vooruit, alleen zyn de Marokkanen mentaal nog niet zover. Dat geldt trouwens voor alle Afrikaanse landen, die ik gezien heb tijdens de Afrika Cup. Uitgezonderd Nigeria, dat ik ver zie komen. Dat heeft al jarenlang fantastische voetballers, alleen een finaleplaats is nog te hoog ge grepen." Hij kijkt bedenkelijk als de kan sen voor Marokko worden inge schat. In een poule met Noorwe gen, Brazilië en Schotland dicht hij zijn moederland weinig kan sen toe. „Als we Noorwegen op een gelijkspel kunnen houden, maken we kans tegen Schotland. En van Brazilië verliezen is geen schande. Ik hoop alleen dat we la ten zien dat we goed kunnen voet ballen." Hij lul&terde ademloos naar Nelson Man dela, da mandie nazevenentwlntlgjaarge vangenschap voor de zwarten In Zuid-Afri ka alle gesloten deuren open kreeg. En op dat kléine kamertje keek hij elke dag weer naar de posters van Dlego Maradona en Polo, zijn ('af )goden. Toch heeft Benedict 'Bennl' McCarthy (20), spits van Ajax, top scorer vun Zuld-Afrika, maar één echt Idool. Dat is 'Mumsie', zijn moeder. De be wondering schuilt In de manier waarop hij haar koosnaam uitspreekt: 'Mumsie'. Zacht, teder, verlegen van gevoelens. „Ze Is niet uit te leggen," zegt hij. „Zo is pre cies zoals Ik wil zijn." DoorYpe Minkema Zij maakte hem tot de top voetbalier van nu, zij hield hem weg van de straat, van de bendes, van zijn ondergang. En hij kocht een huis voor haar. Hannover Park, Kaapstad. Een ruige buurt in een land op zoek naar nieuwe verhoudingen, nieu- we normen, zeden. De apartheid was over, de discriminatie nog niet. Het leven was onzeker, wan hopig soms. Het was de buurt waar Benedict McCarthy zichzelf in leven moest zien te houden. Kleurlingen, zwarten en blanken vochten om de macht. Ze hadden allemaal een eigen gebiedje. Ie dereen was gelijk, had Mandela gezegd. Maar in Hannover Park had alleen de sterkste geljjk. De kinderen in de buurt werden als vanzelf de jeugdbendes binnen gezogen. Hun leven zou vanaf dat moment worden beheerst door de criminaliteit. Benni kent ze nog, de 'vrienden van toen'. Hij weet wat er van ze geworden is, „Gangsters," zegt hij. En zijn bewondering voor 'Mumsie' is er alleen maar groter door geworden. Benni wilde na tuurlijk ook de straat op. Bijna al zyn vriendjes hingen waf rond in de buurt, op elke hoek van de straat zag je ze. 'Smoking cigaret tes, drinking.' Hij vond het ook lo gisch, iedereen deed het toch? Het heeft maar weinig gescheeld, geeft hij nu toe, Op het randje ze gevierden de wijze lessen van zijn moeder. „Als ik ga," dacht hij, „als Benni McCar thy viert een succesje bij Ajax. Hij ge niet m het moderne en tolerante Eu ropa, waar hij zichzelf kan zijn. In Zuid- Afrika, zegt is nog heel veel ar moede. „Maar ik kan mijnvrienden nu helpen. Foto Cor Mulder/ ik ga, zijn de consequenties voor mij. Als ik dan thuiskom, zijn mijn zogenaamde vrienden er niet meer om te helpen. Als ik in de problemen kom, waar zijn ze dan?" Daarom dacht hy aan thuis, als de verleiding even te groot was ge worden. „Ik heb geen zin in een pak slaag," hield hij zichzelf voor. „Ik heb vanavond geen zin om te huilen." Het hielp. De jonge Benni werd door zijn moeder apart genomen. „Zij gaf me zelfrespect," zegt hij. „Dat is het allerbelangrijkste in het le ven." Ze redde misschien wel zijn leven. Respect. Ook als de ander op hem spuugde. „Dan nog," zegt Benni; „dan nog zal ik ze groeten. Als ik je wil groeten, dan groet ik je, elke dag. Niemand hoeft van me te houden. Je kunt je gevoe lens niet veranderen. Als iemand tegen me zegt: Ik ben beter, dan is dat zijn probleem. Maar ik blijf groeten. Iedereen heeft zijn eigen rechter.. Stel nou, jij vindt mij niet aardig. Moet je jezelf dan gaan veranderen? Moet je toneel spe len? Wees jezelf, dat is belang- rijk." 'Mumsie' bracht hem ook discipli ne bij. De filosofie is even simpel als doeltreffend. „Als je van je moeder altijd maar je zin krijgt, ben je nooit tevreden. De ene dag wil je vijf gulden, en dan krijg je ze. Een jaar later vraag je vijfhon derd. Je krijgt ze, gemakkelijk. Maar dan ga je domme dingen doen." Dan gaan ze niet meer naar school, ze hangen rond in de buurt en proberen op een andere manier aan die poen te komen. Zijn vader hielp een handje, op zijn eigen manier. De straat op? Dan zoefde de riem los van de broek en daalde furieus knallend neer op zijn achterwerk. „Hij sloeg me waar hij me raken kon," lacht de voetballer nu. Tot zijn zestiende aan toe. Spar taans? Kindermishandeling? In het land heel gewoon. Zijn vader was vroeger ook lid van zo'n jeugdbende geweest. „Tussen de gangsters." Hij wist wat het was; hij werd ooit tot twee keer toe neergestoken, „Daarom was hij zo streng." Toen begreep hij het niet, hy voel de alleen de pijn. Nu is het begrip er wel. De jonge Benedict wilde voetballer worden. Maar waarom9 Het apartheidsregime werd in de internationale ban gedaan. Zuid- Afrika was besmet. Geen sporter kon er in of er uit. Binnen de ei gen grenzen bleven de blanken en zwarten by elkaar. De blanken hadden het cricket en het rugby, het voetbal was voor de zwarten. Mandela maakte alle deuren los. „Zevenentwintig jaar in de gevan genis, en dan doen wat hij heeft gedaan, pfff." Blanken, zwarten en kleurlingen spelen nu samen. Benni, de zwar te, leerde ook van de blanken. „Ze zyn veel meer gedisciplineerd." Dat staat hem wel aan. „Zwarten en kleurlingen, ze gaan hun eigen gang, ze doen hun eigen dingen." Zuid-Afrika is in Frankrijk debu tant op het WK Met Benni, de jon ge topscorer, als speerpunt. Kwaad bloed De voetballer kucht een huis voor zijn moeder, ver weg van Han nover Park. Het zette alleen maar kwaad bloed. De buurt was ja loers. „Er werd een enorme heibel om gemaakt. Niet eens zo zeer door die jongeren, maar door hun ouders. Ze vroegen zich dan af: waarom hij, waarom met mijn zoon? Ze zijn toch samen opge groeid, ze speelden toch samen?" Zijn moeder werd ook op straat aangehouden. Of er werd zomaar aangebeld, door mensen die 'Mumsie' nooit had ontmoet. „Ze vragen om geld. En ze vragen niet eens om honderd gulden, nee, meteen ook vijfduizend." Het was misschien het eerste mo ment dat de zoon zijn moeder nu eens goede raad kon geven. Dat vond-ie leuk. „Mijn moeder zei al tijd: wees serieus, ga naar school, ga voetballen. En misschien, op een dag, dan maak je het en dan kun je dit en dat doen voorje moe der." Hij zei dus: „Trek het je niet aan. Die andere moeders, die al tijd zo soepel waren voor hun kin deren, die altijd zeiden: ach, laat hè, hy komt wel tot bezinning, die staan nu by jou op de stoep. Hun kinderen zijn gangsters gewor den en zij vragen geld aan jou. Wie heeft het nu goed gedaan?" Zijn vrienden van vroeger, zyn echte vrienden, die vragen hem ook om geld. En dan geeft hij. Want hij heeft geld, veel geld. In Zuid- Afrika, zegt hij, is nog heel veel armoede. „Ik kan ze hel pen." Het kost hem ook veel geld. „Ja, maar het zyn mijn vrienden. We speelden al sa men toen we zes jaar wa ren." Maar onbeken den, of vage kennissen, die krijgen niets. Dan stappen ze op hem af, slaan hem op de schouders. Of-ie even vijf honderd galden voor ze heeft. .Waarom zou ik jou geld geven ais ik je niet ken? Ik moet er hard voor werken. Zij zitten maar op hun kont. Als ik ze geld geef, ko pen ze er toch maar drank voor." Frustratie In Amsterdam is hij zichzelf. Maar ja, Kaapstad en Zuid-Afrika, 'Mumsie', het blijft trekken. Dat is een frustratie, want eigenlijk is thuiskomen na de Afnka Cup, waar hij met zeven treffers top scorer werd, niet leuk meer. „De dag dat ik terugkwam van de fina le van de Afrika Cup - dat was een hel Ik was natuurlyk al popu lair. Maar zo... Niemand had me eigenlijk ooit echt zien spelen. De mensen zeiden: is dit de Benni die we elke dag zagen spelen in onze buurt?" De dag erop moest hij nog even naar zijn 'auntie', z'n tante. Even gedag zeggen. „Dat had je moeten zien. Ik kon er niet eens komen. Het leek wel Koninginnedag in Nederland, zo druk. Ik heb de mensen uit mijn eigen stad nog nooit zo gek gezien. De politie moest me komen halen. Ze moes ten me escorteren, van mijn tante naar het huis van m'n moeder." De politie zag de jonge zwarte uit de auto stappen. Ze dachten aan vankelijk dat de wagen gestolen was. Een jonge zwarte in zo'n mooie auto. Maar het was Benni, en ze vroegen een handtekening. En in een lange optocht ging het naar huis. „Ze reden voor me, ach ter me. Prachtig." En hij dacht weei aan thuis. „Ik hoop, dacht ik, dat ik dezelfde be handeling krijg als ik mijn huis binnenkom." Held of geen held, altijd dreigde de broekriem. Of de wijze, maar harde woorden van zijn moe der. En ze had nog zo gezegd: 'ga nou niet'. Ze liet hem vo rig jaar gaan, naar Amster dam. Want ze wist, hier is het goed. Want dit is het be schaafde wes ten, het mo derne, toleran te Europa. Waar was het ook al weer, dat de suppor ters van de tegenpartij oerwoud geluiden maakten? Waar de spe lers als apen langs de zwarte voet ballers van Ajax liepen? Het was in Maribor en Benni kon zijn ogen en oren niet geloven. Stomver baasd. Dit gebeurde zelfs niet in Zuid-Afrika. „Ik had het niet ver wacht. nee. Niet hier." En zelfs in Nederland, Benni is de naam van de club vergeten, zelfs hier ge beurde het. Het was een wedstrijd met het tweede, in Alkmaar, te gen AZ. „Dat was erg," zegt hij. Hij begreep het niet. Benedict 'Benni' McCarthy kan op eigen benen staan. Hy is ouder en wijzer. Hij woont alleen en braaf in Amsterdam. Hij lacht zyn gouden tand bloot. „Ja, schrijf maar dat ik alleen woon." Voor 'Mumsie' en de broekriem van zijn vader. Fotoingrid van A LS ORANJE op het WK bo-- JLA ger eindigt dan Denemar- X JLken, wordt het leven van's lands beste badmintonner Jeroen van Dijk in Kopenhagen weer ietsje aangenamer. „Ik moet nu nog elke dag aanhoren hoe gewel dig die Denen het von den dat ze in 1992 Eur ropees kampioen wer den." „Ik heb zelf nog even gevoetbald, maar toen ik in aanraking kwam met badminton was dat snel over, Ek rit te weinig actie in. Begin nen ze op het WK niet in poules? Nou, dan wordt het weer reke nen." „Wij spelen sinds kort bij landen- wedstrijden ook ui oranje shirts, dat heeft toch wel wat. Bij andere landen trekken ze zo maar een kleur shirt aan." „Wie er precies geselecteerd zijn weet ik eigenlijk niet eens. Ik ben de afgelopen weken te druk met andere dingen geweest. Wel weet ik dat ze er een Engelsman heb ben bijgehaald Nou ja, iemand die in Engeland speelt. Hassel- baink, ja. Ik heb hem nog nooit zien spelen. Bergkamp, dat vind ik een mooie voetballer om naar te kijken." „In Denemarken merk ik nog niet zo veel van een WK-koorts. Denen zijn nogal nuchter. Ze hebben wel de broertjes Laudrup, maar ver- der te weinig kwaliteit om wereld kampioen te worden. Op de trai ningen worden de prestaties van Denemarken en Nederland vaak met elkaar vergeleken. Tijdens de Winterspelen was dat wel prettig voor my. De Denen zijn alleen goed in curling. Maar daarom is het wel belangrijk dat Nederland boven de Denen eindigt. Dan kan ik weer een lange neus trekken,"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1998 | | pagina 3