18
Thea Beekman denkt nog niet aan pensioen
Slavenkas Zierikzee inspireerde schrijfster tot nieuw historisch jeugdboek
Jeroen Brouwers zeurt heel mooi
'De zestien lusten' bestseller 1998
De Middeleeuwen volgens Wilmink
j Top40
/Boeken
vante
af£e\ov«v\
week V
Rotterdams Dagblad
'f> fv5
Vrijdag 3 juli 1998
De titel van het nieuwste boek van Thea Beekman is 'Vrijgevochten'. Het verhaal begint en
eindigtinZienkzee, hoofdpersoon is Jasper Uevenszoon de Bonteen de zei Ivaartm hetbegin
van de achttiende eeuw speelt er een belangrijke rol in. Dat waren ook de afspraken twee
jaar geleden tussen deschnjfster, haaruitgevenj Lemmseaatin Rotterdam en de Slavenkas
in Zierikzee, een verzekenngsfonds. Afgelopen woensdag werd het boek officieel
gepresenteerd. Thea Beekman kwam er persoonlijk voor naar Zierikzee. Er wachtte haar,
mede inverband met haar vijfenzeventigste veqaardagop23juli, een feestelijke ontvangst.
Ook werd ze vanwege haar grote verdiensten alsjeugboekenauteur benoemd tot Ridder in
de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Door Ali Pankow
In haar woning in Bunnik vertelt
Thea Beekman; „Het begin van een
boek is voor my altijd een los idee;
in dit geval dus de Slavenkas, een in
1735 gesticht verzekeringsfonds."
Ze heeft inmiddels 22 jeugdboeken
op haar naam staan. De meeste ver
halen spelen zich af tegen een histo
rische achtergrond. De kinderkruis
tochten in het begin van de dertien
de eeuw, de Middeleeuwen in
Frankrijk, Rotterdam aan het einde
van de vijftiende eeuw, de Franse
bezetting van Utrecht en Utrecht in
de tijd van de beeldenstorm bieden
de historische decors voor enkele
van haar veelvuldig bekroonde boe
ken.
'Zwerftocht met Korilu* kreeg in
1971 een Zilveren Griffel. Driejaar
later kreeg ze een Gouden Griffel
voor 'Kruistocht in spijkerbroek' en
voor hetzelfde boek mocht ze ook de
Europese prijs voor het beste histo
rische jeugdboek in ontvangst ne
men.
„Ach, ja", zegt Thea Beekman, ter
wijl ze een antiek tabaksdoosje
opent en geconcentreerd een shag-
gie begint te draaien. „Ik schrijf
graag verhalen, die zich in het verle
den afspelen. De voorbereiding is zo
leuk, ik voel me net een soort detec
tive, Bovendien zijn die verhalen
tijdloos. Verhalen in deze tijdverou
deren zo snel. Een boek als 'Mijn va
der woont in Brazilië' wordt nog
steeds verkocht, maar het is eigen
lek verouderd en ik wil niet dat er
nog een nieuwe druk van uitkomt"
Het losse idee, dat aan het boek
Vrijgevochten' ten grondslag ligt, is
de Slavenkas, het verzekerings-
fonds dat ruim tweeëneenhaive
eeuw geleden werd opgericht voor
het vrijkopen van Zïerikzeese zee
lieden, die door Barbarijse kapers in
Noord-Afrika tot slaven waren ge
maakt, Hooguit de rijke families
van kapitein en stuurman waren in
staat hun verwanten vrij te kopen.
Het lot van de bemanningsleden in
lagere rang was niet te benijden. Ze
weden als gevangenen meege
voerd en moesten vaak als Christen
slaven dienen op de schepen van de
piraten uit de Noord-Afrikaanse
kuststaten Marokko, Algerije, Tune
sië en Tripolitanië.
Slavenkas
Thea Beekman zegt waardering te
hebben voor de oprichting van dit
verzekeringsfonds. „Vele andere
havensteden hadden ook te maken
FICTIE
i Het lazarusklnd
J-j Afiessffnsé Kronieken
(4) Weduwe voor een jaar
tl} Anna, Manna en Johanna
(-) LM.
(-} Dorar
(3) Onderwereld
{2} Het Béd én tie waarheid
(-) De tuinen van Tuan Allah
(r) Da baal van Kara-Bogaz
(6) Nat en droog, Rijkswaterstaat
(2) Het verfraai gaat, deel 2 Nico ter Unden
(3) De teldulvel Hans Enzensberger
(7} Vaderlandse geschiedenis Herman Belién
hi een notendop -
1 (8) Breng mij naar Rotterdam terug P. Blanker e.a.
{1} WBhefmlna - v Cees Fasseur
B Een ongewoon gesprek met God NeaJeWalscb
I (4} De maffiavan?iaMjG Frank Bovenkerk
I (5) Hoe God verdween uit Jorwerd Geert Mak
[9) Zfjnentijd
met die Barbarijse kapers, maar Zie
rikzee deed er tenminste wat aan."
Ze had nooit van de Slavenkas ge
hoord totdat H. Uil, presidentcom-
jnissaris van dit fonds, haar erop at
tent maakte. Het werd de start voor
een nieuw boek.
De schrijfster gunde zichzelf een
ruime voorbereidingstijd. Al in de
herfst van 1996 dwaalde ze doelbe
wust door Zierikzee, dook ze in de
archieven yan de Slavenkas en las
ze boeken over de zeilvaart en de
slavernij. Ontdekken wat er in die
tijd wel en niet was, dat is van be
lang, volgens de schrijfster.
In het voorjaar van 1997 besloot ze
een reis door Tunesië te maken.
Dochter Marianne vergezelde haar
moeder, „Het echte centrum van de
slavernij in die tijd was Algiers,
maar het trok me niet om in deze
tijd naar een land als Algerije te
gaan."
Thea Beekman houdt van reizen en
verzamelt een veelheid aan gege
vens, die ze meent te kunnen ge
bruiken voor haar boeken. Je kunt,
vindt ze, niet over een land schrij-
'Zodra ik be
gin, zet ik alle
schrijftheo-
rieén over
boord en doe
ikgewoonwat
mijn hart me
ingeeft.' Foto
GPD/PeterArno
Broer
ven als je er nooit geweest bent. Pas
na alle voorbereiding begint het ei
genlijke schrijven.
Hoe gaat ze te werk om vanuit histo
rische gegevens een roman te schrij
ven? Krijgt het verhaal voorrang of
blijft ze vooral trouw aan dé feiten?
Zuchtend: „Ik vind het zo moeilijk
om over het schrijven te praten. Een
heleboel gaat intuïtief. Zodra ik be
gin, zet ik alle schryftheorieên over
boord en doe ik gewoon wat mijn
hart me ingeeft. Ik verzamel altijd
veel te veel, maar beter te veel dan
te weinig. D$n kan ik tenminste alle
kanten op."
Nieuwjaarskind
In 'Vrijgevochten' maakt de schrijf
ster de lezers deelgenoot van de eer
ste achttien levensjaren van Jasper
de Bonte. Hij werd op 1 januari 1705
in de Ravestraat in Zierikzee gebo
ren. Een Nieuwjaarskind! „Die heb
ben altijd geluk," zei de vroed
vrouw. Maar dat klopte niet hele
maal, want drie dagen later stierf
Jaspers moeder.
Zijn vader, de timmerman Lieven
de Bonte had geen flauw idee hoe
hij een pasgeborene moest verzor
gen en in leven houden. Hij zocht
een min voor de zuigeling en vond
die ook. Op 10-jarige leeftijd keert
Jasper terug naar het huis van zijn
vader. Hij is voorbestemd zijn vader
ais timmerman op te volgen, maar
hij wil zo graag naar zee en staat
vaak aan de Nieuwe Haven of bij het
Havenkanaal te kijken hoe de sche
pen binnenlopen en uitvaren.
Op een dag krijgt hij de kans om
met de Anna-Maria naar Lissabon
en Cadiz te varen als duvelstoejager.
Het schip wordt voor de kust van
Portugal gekaapt door een piraten-
galei onder gezag van de Akbar
Abdallah. die is geboren en opge
groeid in Vhssingen, maar nu be
keerd is tot de islam en als berucht
piraat te keer gaat.
De scheepsbemanning overleeft de
kapmg. Maar daar is alles mee ge
zegd. Wat gaat er met de mannen
van de Anna-Maria gebeuren? Wor
den ze zelf op de galeien gezet om
vastgeketend aan elkaar le roeien
en andere schepen te overvallen?
Moeten ze in de mijnen gaan wer
ken of worden ze verkocht om de
rest van hun leven als slaaf te wor
den afgebeuld? Zierikzee heeft nog
geen Slavenkas.
Hoe historisch zo'n verhaat ook is,
het zijn altijd twintigste-eeuwers,
die erin rondlopen, zegt Thea Beek
man. „Je kunt niet in de huid krui
pen van iemand, die een paar eeu
wen geleden leefde. Je kunt met in
voelen hoe die op de wereld zou rea
geren. En als je da- als schrijver wel
zou lukken, dan begrijpen de lezers
van nu die reacties niet."
Puinruimen
Haar boeken komen in drie versies
tot stand. „Ik schryf gewoon op de
typemachine, met op een tekstver
werker. De eerste versie noem ik
een kladje Dan komen er allerlei
personen dat verhaal binnen wande
len, van wie ik va3k nog met weet
wat ik met ze moet. Sommigen gooi
ik er ook weer uit. Puinruimen
noem ik dat. Puinruimen en rang
schikken gebeurt in de tweede ver
sie. En voor het dan naar de uitgever
gaat, maak ik nog een derde in het
net."
Denkt ze aan een doelgroep als ze
schrijft? „Nee. nooit. Dat ligt by de
jeugd ook vaak zo verschillend. Ik
probeer gewoon met een strakke
compositie het verhaal een beetje
spannend te maken. Bastaardwoor
den probeer ik te vermijden en met
experimenteren ben ik erg voorzich
tig. Ik heb eens langs twee verhaal
lijnen geschreven, die uiteindelijk
by een kwamen, maar die kloof pik
ten ze met op. Ik zorg ervoor dat de
jeugd de draad van het verhaal met
kwijtraakt. Verder hoefje voor jeug
dige lezers met opje hurken te gaan
zitten. De meeste 12-jarigen hebben
al een woordenschat als een volwas
sene."
Thea Beekman zegt vaak te worste
len met het laatste hoofdstuk. „Dat
vind ik het vervelendste van een
boek schrijven. Er zijn allemaal
spannende dingen gebeurd en dan
inoet het verhaal nog worden afge
rond. Dat laatste hoofdstuk mag na
tuurlijk geen anticlimax worden. Ik
zit er altyd mee te worstelen. Ook nu
weer. Ik was zelf al met tevreden en
in overleg met de uitgever heb ik
het laatste hoofdstuk van 'Vrijge
vochten herschreven. Eerst het ik
Jasper na zyn terugkomst in Zierik
zee niet meer naar zee gaan, maar
hij is crtoch de jongen niet naar om
een brave huisvader te worden. Van
daar de nieuwe versie."
Weduwe
Denkt ze al aan stoppen met schrij
ven? Er zyn tenslotte mensen die
veel eerder dan hun 75-ste ophou
den met werken. Thea Beekman
met „Nee, hoor. Ik vind het prettig
om te werken. Ik ben sinds vier jaar
weduwe. Ik zit dus maar alleen,
maar ik ben nog fit Ik reis graag en
ik schrijf graag. Er zyn op het ogen
blik twee idecen, maar daar zeg ik
nog niks over, want dat is allemaal
nog zo onzeker."
Ze begon haar schrijversloopbaan in
de journalistiek. Jarenlang vulde ze
wekelijks een column m het
Utrechts Nieuwsblad. Insteek wa
ren haar belevenissen met haar dne
kinderen. „Ik schreef er altijd twaalf
vooruit. Ik beoordeelde ze en twee
ervan gooide ik weg, om de tien bes
te over te houden." Een specifiek
lichtend voorbeeld in haar vak kan
ze met noemen, wel zegt ze veel
waardering te hebben voor het werk
van Paul Biegel.
Vrijwel elke tiener kent enkele titels
van Thea Beekman, 'Kruistocht in
spijkerbroek' wordt veelvuldig ge
noemd. „Zelf heb ik minder met dat
boek. Mijn lievelingsboeken zyn
'Hasse Simonsdochteren' en 'Het
helse paradijs'. Daarbij viel het alle
maal zo lekker op z'n plaats. En
"Vrijgevochten1 was ook fijn om te
schrijven."
Thea Beekman: 'Vrijgevochten'.
Lemniscaat,/29,50.
Rotterdams Ligbta<frt)30798
Door Hans Warren
LouisPaul Boon heeft eens geschre
ven: „Zeker is dat iets, antwoordde
hij, maar alles is iets..." Aan die uit
spraak ontleende Jeroen Brouwers
(58) de titel van de nieuwste afleve
ring van zijn persoonlijke tijdschrift
Feuilletons, Hij schrijft het vol,
treedt op als redacteur, en geeft het
(onder protectoraat van uitgeverij
Atlas) ook zelf uit.
Het is een vorm die geknipt is voor
deze auteur die eens heeft opge
merkt: „Een schrijver moet uit
stallen, wat hij uit zijn kelders en
onderkelders heeft opgedolven/' In
de loop van de jaren heeft hij véél
opgedolven en zo werd zyn oeuvre
een zeer gevarieerde uitstalling.
Naast zijn romans publiceerde hij
drie delen Kladboek, verzamelde hij
literaire anekdoten in Zachtjes
knetteren de letteren en schreef hij
essays, herinneringen, schotschrif
ten en nog veel meer.
In zijn Feuilletons kan hij het alle
maal kwijt, zijn polemieken en zijn
ontboezemingen, zijn invallen en
zijn uithalen. 'Alles is iets' bevat vol
gens de ondertitel dagboekbladen
en brieven. Inderdaad krijgen we
vooral de mentale boekhouding van
de boze man van Zutendaal te lezen.
Want Brouwers wordt in zijn dorp in
Belgisch-Limburg steeds bozer. Op
de wereld en vooral op zichzelf.
Hij lijdt aan verschrikkelijke de
pressies: „Ik viel en bleef maar val
len, in een gat zonder bodem." En
hij is diep ontgoocheld over wat hij
in het leven heeft bereikt. „Niet
mijn literaire productie is mislukt,"
wil hij in een helder moment nog
toegeven, „maar mijn literaire carri
ère, de maatschappelijke zijde van
het schrijverschap: teleurstellende
verkoop van mijn boeken, dus aan
houdende armoe."
Gecompliceerd
Het ligt, als ïk het goed zie, nogal ge
compliceerd bij hem. Aan de ene
kant klaagt hij over het uitblijven
van commercieel succes, maar an
derzijds weigert hij (anders dan vrij
wel alle andere auteurs) met zijn
werk te leuren. Hij leeft zo terugge
trokken als maar kan en voor 2ijn
uitgeverij bedacht hij de dreigende
naam Noli me tangere. Raak me niet
aan, blijf van me vandaan: dat is de
houding van deze auteur.
De aantekeningen in 'Alles is iets'
getuigen van een diepe innerlijke
verscheurdheid. Zijn zelfhaat en
zijn eigenliefde blöven even op
recht. Immense trots en heftige kri
tiek op zichzelf strijden om voor
rang. Hij wil tegelijk onopgemerkt
blijven én door iedereen worden ge
zien. Tegenover het schrijven staat
hij niet minder ambivalent. In ver
schillende notities maakt hij duide-
Immense trots en heftige kritiek op zichzelf strijden om voorrang in
het nieuwste werk van Jeroen Brouwers, Foto GPO/FritsWidderhoven
lijk dat schrijven nutteloos is, maar
inmiddels is schrijven het enige
waarvoor hij leeft.
Hij wordt ook nog eens verteerd
door liefdesleed. De oorzaak is een
zekere M., maar helaas blijven de
achtergronden even vaag als haar
naam. Al het verdriet heeft de hu
mor van Brouwers niet aangetast.
Zo kan hij razen wanneer hij door de
kerstdrukte nauwelijks brieven ont
vangt: „Hoe ouder ik word, hoe
meer ik de pest aan dat Kindje Jezus
krijg: tweeduizend jaar na zijn Ge-
boort zit ik godverdomme vergeefs
op Post te wachten!"
Verstoorde bruiloft
Hij kan ongelooflijk zeuren, maar
ook ongelooflijk mooi vertellen. Een
van de hoogtepunten in deze uitga
ve is het verslag van een verstoorde
bruiloft. Nog altijd blijkt hij een
scherp beoordelaar van literatuur.
Van die meneer J. J. Voskuil gaat hy
schreeuwen van verveling en hij
herkent in A. F. Th. van der Heijden
een nieuwe Israël Querido. De laat
ste is nu volstrekt vergeten, maar
destijds wpi-den zijn epische roman-
cyclusser /iet zo enthousiast ont
haald als 'De tandeloze tijd'. Fraai
zijn verder de anekdoten met hoofd
rollen voor Karei Jonckheere, Bert
Schierbeek, S. Carmiggelt en Brou
wers zelf.
Hij vertelt over een ontmoeting met
de Belgische koningmweduwe Fa-
biola. 2e schudde hem de hand met
de woorden: „Ik cheb chet cheel
mooi kefonden..." Brouwers
schrijft: „Ik cheb sedert die avond
mijn chand niet meer kewassen."
Jeroen Brouwers: Alles is iets - dag
boekbladen en brieven. Atlas,
ƒ29,90.
Door Margot Engelen
Volgens eert landelijk bekende
boekverkoopster uit Delft wordt de
roman 'De zestien lusten' van de
Amerikaan Robert Hellenga dé
bestseller van 1998. Er zijn tal van
eigenschappen denkbaar die een
boek tot bestseller kunnen maken
en in het geval van 'De zestien lus
ten' is dat de soepele stiji, een
vleugje erotiek en enige spanning.
Wat helaas ontbreekt is een of meer
prenten uit het Italiaanse erotische
manuscript waar de roman over
gaat.
Hellenga zet sterk in met een hila
rische scène in een trein, waar de
hoofdpersoon meegeniet van een
intieme conversatie tussen twee
Amerikaanse vrouwen die door Eu
ropa reizen om materiaal te verza
melen voor de cursus prozaschrij
ven die ze at jaren volgen. Letter
lijk alles is de moeite van het note
ren waard, hetgeen geschiedt met
een sereniteit en concentratie een
nuttiger zaak waardig.
Hellenga koos een vrouw als zijn
hoofdpersoon, een dappere keuze
voor een debutant, en maakte een
sympathieke, geloofwaardige fi
guur van. haar. De jonge Ameri
kaanse gaat als boekconservator
naar Florence, waar als gevolg van
een enorme overstroming talloze
'kunstschatten worden bedreigd.
Fresco's glibberen van muren, door
wateroverlast of door verkeerd ge
kozen remedies; schilderijen ver
schimmelen en hele bibliotheken
lijken reddeloos verloren te gaan
door het vocht Margot Harrington
zal proberen kostbare banden te
herstellen en met een legertje jeug
dige vrijwilligers tussen alle Flo
rentijnse bladzijden Japans vloei
papier te leggen. Tabakschuren
worden ontruimd om boeken in te
dregen; kosten, moeite noch 'man
kracht worden gespaard om 1e ca
tastrofe zoveel mogelijk te beper
ken.
Heerlijke tijd
Margot, niet helemaal maagd maar
tot dusver weinig gelukkig in de
vleselijke liefde, wordt verliefd op
een oudere, getrouwde man met
wie ze in allerlei opzichten een
heerlijke tijd beleeft. Zijn vrouw
stemt echter niet m met een echt
scheiding op grond van twintig jaar
impotentie en hij kiest uiteindelijk
voor haar, ook omdat hij weinig fi
ducie heeft in een langduriger rela
tie tussen een Italiaanse man en
een Amerikaanse vrouw.
Juist terwijl bun verhouding het
hevigst is, vertoeft Margot in een
nonnenklooster. Ze restaureert de
kostbare boekencollectie van de
nonnen, maar ontsnapt geregeld
aan het vaste regime om bij haar
minnaar te kunnen zyn, wat door
de abdis oogluikend wordt toege
staan. De spanning komt in het
verhaal als een van de nonnen bij
toeval, al vloeipapier leggend, een
zestiende-eeuws pornografisch
werk ontdekt dat is ingebonden sa
men met een gebedenboek. Het
zyn zestien onbeschaamde eroti
sche sonnetten van Pietro Aretino,
wellustig geïllustreerd door Mar-
cantonio Raimondi en Gulio Roma
no. Deze zestien stances, beschre
ven en getekend, brengen het non
nenklooster in rep en roer.
Weerzinwekkend
De abdis, die de schrijver een mo
derne, feministische en wereldse
lm-c-fisbeschouwing meegaf, blijkt
op de hoogte van het bestaan van
'Aretino's standjes', waarvan in
1525 op last van de Paus alle exem
plaren vernietigd werden. Het le
gendarische werkje dat .volgens de
beroemde milder en kunstkenner
Vasari te weerzinwekkend was
voor oog en oor, zou nu wel eens
een vermogen waard kunnen zijn.
Moeder overste, in geldnood, redt
zich uit een lastig parket door zich
niet zelf met het schunnige boek te
bemoeien, maar dat over te laten
aan Margot Zo houdt ze schone
handen, ook ten opzichte van haar
superieur, de Bisschop van Floren
ce, die eveneens zijn zinnen op het
manuscript heeft gezet - waarbij
niet duidelijk wordt of hij het om
de waarde of de inhoud begeert
Parallel aan de mislukkende lief
desgeschiedenis tussen Margot
(29) en Sandro (54)Ioopt het succes
verhaal van de vernuftige wijze
waarop zij het manuscript het land
uit smokkelt en er op de veiling by
Sotheby's in Londen een topprijs
voor verwerft. Aan het eind van de
roman overweegt Margot een ogen
blik om zelf als non het klooster in
te gaan, maar ze prefereert toch de
'standjes' boven de stilte.
Robert Hellenga: 'De zestien lus
ten'. Vassallucci, 39,90.
Door Hans Warren
Als Willem Wilmink (61) een reisje
naar Reims maakt, heeft hy er geen
idee van dat hij in de trotse hoofd
stad van de champagne is beland.
Het belangrijkste wat hij over de
stad weet te vertellen is: Schuin te
genover de gevel van de kathedraal
van Reims, links, als je er met de
rug naar toe staat, is een horecabe
drijf waar je tripel van Leffe kunt
nuttigen. Zo'n argeloze mededeling
is onthullend. We kunnen eruit op
maken dat Wilmink een man is van
bier in plaats van champagne, ie
mand die weinig oog heeft voor het
elegante maar des te meer voor het
volkse. Hij bezoek' melijk kathe
dralen en drinkt graag trappisten
bier, wat op een voorliefde voor de
Middeleeuwen zou kunnen wijzen.
De geciteerde zin is afkomstig uit
Wilminks pas verschenen Mijn Mid
deleeuwen. Ook die titel is veelzeg
gend. Inderdaad heeft hij een grote
interesse voor de Middeleeuwen.
Maar hij kijkt er wel op een heel ei
gen en dus onvermijdelijk eenzijdi
ge wijzenaar. Het is eigenlijk net als
met het bier en de champagne. Hij
heeft bijvoorbeeld geen belangstel
ling voor de verfijnde Franse hof
kunst van rond 1300, onlangs gepre
senteerd in het Parijse Grand Palais
in de spectaculaire expositie L'Art
au Temps des Rois Maudits. Maar
over een lofdicht op de haring - des
tijds goedkoop volksvoedsel - of een
vers over het lot van degewone man
kan hij enthousiast worden. Zijn
voorkeur is trouwens ook op een an
dere manier eenzijdig: hij vertelt
vooral veel over de literatuur uit de
Middeleeuwen.
De liefde is al vroeg,, in zijn eigen
omgeving, ontloken. In het lange en
helaas weinig geïnspireerde gedicht
Kathedralen waarmee het boek
opent, lezen we onder meer:
'Twee oude kerken in het Twentse
land
zijn de oorsprong van mijn kathe-
dralendrift.'
Het gaat om de kerk die 't fraai Oot-
marsum domineert en de Sint-Pe
ehelmus in Oldenzaal waar hij als
kind zo vaak de koelte zocht en hij
ook als puber nog rond dwaalde. Als
jongen had hij zelfs een museum
waar je na betahr g van een cent een
door Wilmink zelf opgegraven ha
mer uit het Stenen Tijdperk kon
zien. Ook met het vertalen van oude
teksten begon hij al vroeg, schrijft
hij. En met het studeren is hij nooit
opgehouden. Hij heeft trouwens al
tijd minstens evenveel op zijn ver
beelding als op zijn kennis ver
trouwd. Zo fantaseert hij dat hij een
gedicht in het gastenboek van Char
les d'Orléans mag schrijven met re
gels als:
'Ik ben de man die nooit iets nieuws
verzint,
bij 't ouder worden jonger dan als
kind.'
Wilmink doet af en toe aardige ob
servaties. Hij schrijft dat Pierre-
fonds in Noord-Frankrijk het mid
den houdt tussen een middeleeuws
kasteel en een kasteel in een pret
park van Walt Disney. Over Brugge
zegt hij fijntjes: middeleeuwser dan
de Middeleeuwen ooit waren. Maar
zyn werk roept ook deze keer nogal
eens irritatie op. De oorzaak daar
van is dat hij regelmatig populair
met banaal verwart.
Nee, ik vrees dat zyn Middeleeuwen
niet helemaal de mijne zyn.
Willem Wilmink: Mijn Middeleeu
wen, 128 pag./gefllustreerd, Bert
Bakker