14 'Kunt n wpn düi ?r Bloemlezingen vervuld van de tuin Stalen platen beschermen meest diefstalgevoelig materiaal: strips en porno Kassakraker over Noord-Ierland Geen luchtje Boemi EBBBB3I S-kiSSSfrrl: Rotterdams Dagblad De Koninklijke Bibliotheek bestaat tweehonderd jaar. Met haar vijfenveertig ki lometer boeken, zeventien kilometer periodieken en vijf kilometer krantenarchief iszij in deze penode uitgegroeid tot de grootste bewaarder van het Nederlands papieren culturele erfgoed. Alle materiaal is hier in feite openbaar, iedereen kan de collectie op het Internet of in de KB zelf bekijken. Toch wordt de KB vaak als hoogdrempelig en ontoegankelijk gezien. Eeuwig zonde, gezien de alomvattende voor-elk-wat-wils-coHectie: van middeleeuwse handschriften tot stnpboeken, van het 19de-eeuwse dagblad Javabode tot de meest recente Penthouse. Een reis langs enkele afdelingen van de KB. Door Hester Schaaf De laatste maanden klinken de alarmbellen steeds luider: ons pa pieren erfgoed raakt in verval! Ver zuring van boeken, met name uit de periode 1840-1950, is de voornaam ste oorzaak. Maar ook oude, vaak op slecht houdbaar papier gedrukte kranten vormen een probleem. Bij de minste of geringste aanraking kunnen deze afbrokkelen en verpul veren. Ze zijn dan ook alleen nog op microfiches te bezichtigen. Verpakt in licht-, stof- en zuurvrije dozen lig gen de originelen verspreid over vijf kilometer boekenrek in het depot. Het digitaliseren, het overzetten op microfiches, maar ook het restaure ren van eeuwenoud materiaal ge beurt in de KB zelf. In een speciaal hiervoor ingericht laboratorium, met een 'droge' en 'natte' ruimte, zijn er dagelijks zes medewerkers mee aan de slag. Zü prepareren ma teriaal voor tentoonstellingen en ad viseren andere instellingen over restauratietechnieken, naast hun gewone conserveringswerk. „Een belangrijke oorzaak van het verval van de meestal pre-achttien- de eeuwse boeken is schimmelscha de," vertelt Ko van de Watering, me dewerker van de sectie conserve ring. „Omdat in deze tijd de boeken nog van organisch materiaal ge maakt werden, zoals hout, leer en perkament, zijn ze erg vatbaar voor schimmels en insecten." Het meest kwetsbaar zijn de ruggen van de boeken. Een groot deel van het werk bestaat dan ook uit het zo genoemde rebacking: het plaatsen van nieuwe stukken leer onder de oude rug. Van de Watering wijst op een kast vol rollen leer: aluingelooid varkensleer, tuigleer, waterbuffel- leer. „Het wordt allemaal nog wel gemaakt, maar het is erg moeilijk te vinden. We maken ook liever ge bruik van de oorspronkelijke mate rialen, maar dat kan natuurlijk niet altijd." Het leer wordt geverfd in de oor spronkelijke stijl van het boek. „Het is daarom heel belangrijk dat een restaurateur gevoel heeft voor vorm en kleur," zegt Van de Watering, „De techniek valt aan te leren, maar dat gevoel moet je van huis uit heb ben." Een ander probleem vormt water schade, waarbij de bladen aan el kaar plakken en kromtrekken. Pa radoxaal genoeg wordt dit opgelost door de bladen vochtig te maken. De waterdamp maakt de bladen mani puleerbaar. Hierna worden ze in een houten raam gezet en elke dag strakker aangespannen tot ze weer vlak zijn. Maar liefst 45 kilometer boeken telt de onder grondse depotcollectie. Foto GPD Dit getij denboek was een geschenk ter gele genheid van het 200-jarig bestaan. irOir *5 mwumiT Brtiiparf C dxmmff frtmr uw» ferm nan trftntatfr^, fotrirfrtrmrmïrgsmfw örnwhTfar/urlrtiHrlffe Aimnimad uurfutrto/i ^Utmdiuntaf ftojtriu', oy uruittrmfrtm iwjiuhji Vrijdag 24 juli 1998 De 'natte ruimte' doet met haar mi croscopen, zuurkasten en spoelbak ken nog het meest aan een natuur- kundelolcaal denken. Hier worden onder meer pagina's ontstoft, perka menten ingevet, vlekken opgelost en afgebrokkelde stukken papier aangevezeld. Je moet altijd weer zorgvuldig af wegen welke boeken al dan niet voor restauratie in aanmerking ko men," zegt chef conservering Wim Smit. „Restauratie moet geen van zelfsprekendheid zijn. Veel boeken zijn in vervallen staat eigenlijk mooier, of in elk geval valt er meer aan te zien." En, wijzend op een aan tal incunabelen (in de vijftiende eeuw gedrukte boeken, red.): „Voor al in de negentiende eeuw zijn veel oude boeken heringebonden. Nu de ze banden beginnen te vervallen kun je pas zien, onder andere aan hoe de band genaaid en gebonden is, waar en wanneer het boek precies gedrukt is. Bij restauratie verlies je veel van deze informatie." Acquisitie Jaarlijks komen bij de KB zo'n 15.000 tijdschriften en 40.000 boe ken binnen. Nog afgezien van de ge wone post die dagelijks in de KB- postbus valt. zijn de vijfhonderd tijdschriften per dag al genoeg om een normaal mens gek te krijgen. Een strikte organisatie op dit gebied is vereist. De postkamer stuurt 's ochtends alle* binnengekomen tijd schriften door naar de afdeling ac quisitie, waar vijf vaste medewer kers deze vervolgens administratief verwerken. Nadat de binnenkomst van de laat ste nummers via de computer is be vestigd, rolt. er automatisch een eti ket uit de printer dat direct op het betreffende tijdschrift geplakt wordt. Als de hele stapel is doorge werkt, sturen de medewerkers de tijdschriften door naar de plek waar ze thuishoren. Het grootste deel ver dwijnt direct richting depot en kan alleen op aanvraag worden geraad pleegd, de rest is bestemd voor de wetenschappelijke collectie, die de bezoeker vrij kan inzien. De omsla gen belanden keurig in de oudpa pierbak. Behalve het verwerken van de tijdschriften houdt de afdeling acquisitie zich ook bezig met het vinden van nieuwe titels. Dit ge beurt door boekwinkels af te speuren en uitgevers aan te schrijven. „Vroeger verzamelden we alles wat in Nederland uitkwam," vertelt Eens Kamps, medewerker abonnementen. „Hieronder vielen dus ook plaatselijke kerk- en sport- blaadjes, maar daar is geen begin nen meer aan. Sinds '93 richten we ons alleen nog op uitgaven van re gionaal belang. Verder gaat het al leen om tijdschriften die in Neder land uitgegeven worden, maar die hoeven dus niet per se Nederlands talig te zijn." Ook houden de dames en heren van acquisitie de tijdschriftbudgette ring in de gaten. Voor de aanschaf van wetenschappelijke uitgaven krijgt elk vakgebied een eigen bud get dat door acquisitie gecontro leerd wordt. „Dit selecteren we op puur inhoudelijke gronden" zegt Kamps. „Voor de depotcollectie is de inhoud minder belangrijk. Daar gaat het er meer om dat de serie compleet is." Hoewel de wetenschappelijke- en de depotcollectie twee duidelijk van el kaar gescheiden afdelingen zijn, is er op enkele gebieden sprake van overlapping. De meeste opiniebla den, Intermediair en de Consumen tengids zijn bijvoorbeeld in beide collecties te vinden. „Negentig pro cent van de bladen voor het depot sturen de uitgevers ons gratis toe. Toch hebben we, als een tijdschrift en sierpapieren waaronder weer marmerpapieren, lithografische pa pieren en echte en imitatie goudpa pieren vallen. Van historisch en es thetisch belang zijn ook de handge bonden boeken, waarvan er tiendui zend in de gelijknamige collectie te vinden zijn en nog eens tweedui zend in de collecties handschriften, incunabelen en oude drukken. In principe is alle materiaal in de leeszaal van de afdeling te bezichti gen, zolang het niet te kwetsbaar of te kostbaar is. Naast de gewone ap paratuur als ed-rom en microfiche slezer, staan hier ook een daglicht diaprojector, een UV-Iamp en een ook voor de wetenschappelijke col lectie bedoeld is, daarnaast een be taald abonnement op zo'n blad lo pen. Je kunt het niet maken om de goedheid van uitgevers die hun bla den gratis opsturen te misbruiken." Bijzondere Collecties De afdeling Bijzondere Collecties is moeilijk in een paar woorden te om schrijven. zo breed als zij is. Zij is opgedeeld in verschillende deelcol lecties, zoals de middeleeuwse en na-middeleeuwse handschriften, de incunabelen en boekbanden. Ook de papierhistorische collectie maakt deel uit van de afdeling. In grote ladekasten bewaart de KB wa termerkpapieren, papiermonsters watermerklamp voor de meer we tenschappelijk georiënteerde bezoe ker. Op deze afdeling is ook de collectie zeldzame werken uit de negentien de en twintigste eeuw te vinden. Hierin zijn naast de manuscripten van Marsman en de brieven van Toorop ook illegale literatuur en af fiches uit de TWeede Wereldoorlog opgenomen. De kinderboeken nemen een speci ale plaats in binnen deze deelcollec tie. Vorig jaar gaf het Informatiecen trum Boek en Jeugd de KB 75.000 kinderboeken in bruikleen, waar mee de collectie een totaal van 93.000 exemplaren heeft bereikt. Veel particulieren schenken hun verzameling aan de KB. en deze is zelf ook actief in het aankopen van Nederlandse kinderboeken. Of het nou gaat om Madelief, Pinkeltje of Arendsoog, ze zijn er allemaal te vinden. Apenkooi De zogenaamde apenkooi is waar schijnlijk het minst toegankelijke deel van de KB. Slechts een klem aantal medewerkers kan de onder grondse verdiepingen waar het de pot is gevestigd, bereiken. Alleen de hoofd-magazijnbediende heeft de sleutel van de apenkooi, de met me talen platen afgesloten ruimte op de tweede ondergrondse verdieping. Pas na een schriftelijk verzoek kan de bezoeker de hier opgeslagen boe ken aanvragen; ook hier is zelfstan dig rondneuzen niet mogelijk. In de apenkooi wordt het meest dtef- slalgevoelige materiaal bewaard: de strips en de porno. Vroeger stonden deze in open kasten, maar toen er regelmatig materiaal verdween, is er een gaaswand voor geplaatst. Toen zelfs dat met afdoende bleek te zijn, zijn ei de stalen platen voor in de plaats gekomen. Veel mensen verbazen zich erover dat ook pornografie onderdeel is van het culturele erfgoed. De filoso fie hierachter is 'kijken naar de toe komst'. Het is goed mogelijk dat ie mand over honderd jaar onderzoek wil verrichten naar de normen en zeden bijvoorbeeld in de jaren ze ventig van deze eeuw. Daarbij kun nen bladen als 'Chick' of 'Candy' van groot belang zijn. Maggie Wishaupt zwaait, als vakre ferent kunstgeschiedenis, de scep ter over de apenkooi. Volgens haar ligt de nadruk niet op de 'erotische lectuur', maar veel meer op de strip- boekenverzameling, Vanaf de jaren zestig werd de strip steeds serieuzer genomen. Het lezen van stripboe ken veranderde van een kinderlijke in een culturele bezigheid. Hiermee was een nieuwe taak weggelegd voor de KB. In 1969 begon de KB met de aan schaf van stripboeken. De collectie in Nederland en België uitgegeven strips (vanaf 1974) is zo goed als compleet, van Charlie Brown tot en met De wurger van Soho. Daarnaast bezit het depot belangrijke buiten landse werken, waaronder verza- melalbums van bekende strips als Crump, Batman en Superman, maar ook een cultstrip als The Sandman. Ook zogenaamde pulpstrips vullen de planken. Dit zijn de meestal agressief getekende strips, vol met vrouwen met gescheurde kledingen een lijdzame blik, ruige, bebaarde mannen met zwaarden, en alle maal even voorspelbaar. ..De uit gevers sturen ons alles op en zo rolt ook dit hier automatisch binnen," zegt Wishaupt. „Toch kunnen ook deze blaadjes later van belang zijn. Onderzoekers naar sociale fenomenen en cultuur van deze tijd kunnen hun hart eraan op halen." Ook voor onderzoek naar censuur is de stripcollectie goed bruikbaar. Als voorbeeld noemt Wis haupt de Amerikaanse Suske en Wiskes, waarin elk flesje bier dat Lambik in de Belgische versie drinkt., zorgvuldig is weggewerkt Op dit moment staat het verzamel beleid van strips op een laag pitje. Wishaupt zegt niet actief te zoeken naar ontbrekende nummers. Zij vindt het belangrijker dat er over zichtelijke secundaire literatuur voor handen is: encyclopedieën, Door Arno Ruitenbeek Zal er in 2016 echt vrede zyn in Noord-Ierland? Worden dan geen onschuldige kinderen meer ver moord? Keith Baker, topman bij de Britse omroep BBC, keek in de toekomst, doopte zijn scherpe joumalïstenpen in zwarte inkt en schreef 'De erfenis', een wereld- thriller over de helaas weer bran dend actuele strijd tussen katho lieken en protestanten. Een weergaloos debuut dat bol staat van complotten, verraad, moord, aanslagen en emoties. Over geloofwaardigheid hoeven we het niet te hebben. De lafhar tige aanslag op het gezin Quinn, dat daardoor zijn drie zoontjes verloor, bewijst dat in Noord-Ier land ook het onmogelijke en on bestaanbaar onmenselijke ge woon kan. En Baker, ooit popu lair columnist bij de Belfast Tele graph, weet dat als geen ander. De Noord-Ierse Troubles' begon nen op 13 augustus 1969 tijdens een parade van de Apprentice Boys in Londonderry. Bij ongere geldheden vallen vijf doden. Britse militairen moeten de rust en orde herstellen. Terroristische aanslagen zijn aan de orde van de dag. Het aantal slachtoffers is niet meer te tellen. Het vredes overleg wordt pas in april van dit jaar afgesloten. Die moeizaam bereikte vrede is er twintig jaar later nog. vertelt 'De erfenis'. Aan de dood van de protestantse voormalig politie man van de Royal Ulster Consta bulary (RUC! Bob McCallan door een brand en diens huis houdster bü een verkeerson geluk lijkt dan ook geen lucht je te zitten. Bobs zoon Jack reist vanuit Lon den af om de zaken te regelen. Hij woMt opgezadeld met een na latenschap die behalve uit mil joenen guldens ook uit levens- grote problemen bestaat. De her nieuwde kennismaking met de vrienden, collega's en kennissen van zijn vader komt hem te duur te staan. Zonder uitzondering dragen ze voor hem een masker, leiden ze hem om de tuin of mis bruiken hem voor hun weinig no bele doelea Voordat Jack een beetje in de smiezen krijgt dat zijn vader be trokken was bij een snood plan om de fanatiekste IRA-lui uit de weg te ruimen, is opnieuw een slagveld aangericht, waarop nieuwe Troubles' gedijen. En zelfs als, door interventie van de geheime dienst en de politieba- zen, de slepende affaire voor de zoveelste keer in de doofpot is ge stopt, valt or nog een dooie. Baker heeft, zoals de Engelse cri tici terecht vaststelden, een nieuw Vaderland'Robert Har- ris' kraker over de nazi's die wel hebben gewonnen geschapen. De spanning is bü tijd en wijle ondraaglijk, de karakters pure juweeltjes en intrige en ontkno ping van bovenaardse schoon heid. Het is te hopen dat het gru welijke toekomstbeeld uit T!e er fenis' fictie blijft De in dit genre onbekende uitgeverij Van Buur- en uit Weert heeft een bestseller in huis. Keith Baker. 'De erfenis'. Van Buuren,/36JKI. (2) Weduwe voor een laar (4) UianrtWnd (1) Anna, Hannaen Johanna (3) feen«®ss9 toontetei {7] Alle verhalen (5) Onderwereld (-) Een Spaans hondje H Peetnatvedrter 19) I.M. (-) Het Heden de waarheid Ijl) .Historisch tableau I 0 H«twftoalfiaat2 tócoteründen 1(5) Kat cai uevu£ Rijkswaterstaat ^5) De teJdidveJ H. M. Ertzensberger (-) Lage landen, Hoge sprongen Vuysje (6) WMe de Poeh «i socce» R.Afen 10) Ongewoon gesprek met God Neale Walsch (4) WBbebnfoa Cees Fasseur (7) Het laatste raadsel van Feimat Singh H yail geschieden!» In een notedop Herman Befièn John Irving Robert Mswson M. Fredenksson Roald Dahl Don Delnlo Rascha Peper John Grisham Connie Palmen Helga Ruebsamen Door Hans Warren Een van de aardigste gedichten over tuinen uit onze poëzie is het kwatrijn 'De tuin der poëzie' van Wim Zaal: 'Anderen hebben altijd allesJAnderen kunnen altijd allesJ Ik lig in mijn tuintje en slaap maar Anderen zeggen: waar doet jij het van?' Ik heb drie bloemlezingen over tuinen voor me liggen, maar in geen van alle is dit charmante vers opgenomen. Het zegt iets over de smaak van de bloemlezers, maar misschien zegt het ook wat over hun haastige werkwijze. De meeste mensen die een bloemle zing samenstellen, maken het zich niet al te moeilijk. Nu hoefje in onze poëzie ook niet lang te zoeken naar gedichten over tuinen. Nederlandse dichters houden van precisie en be heersing, en wellicht ook daarom van de getemde en gecontroleerde wildernis die een tuin uiteindelijk is. Maar bladerend in deze drie boeken vallen toch vooral de gemiste kan sen op. Het gaat om twee pas ver schenen uitgaven en de door Jeanne van Leeuwen-Egberts samengestel de bundel 'De tuin' uit 1981 die ik ter vergelijking uit de boekenkast haal de. De ene nieuwe bloemlezing heet "Wat is natuur nog in dit land'. Hier voor koos Margot Engelen volgens de uitgever de mooiste Nederlandse tuinverhalen en -gedichten. De an dere nieuwe bloemlezing is getiteld De geur van kruizemunt waait over. Trees de Greeve selecteerde en de jonge dichter Ingmar Heytze schreef een voorwoord. 'Jonge Sla' In ieder geval hebben de samenstel lers allemaal zélf gezocht. Waar schijnlijk hadden De Greeve en En gelen er niet eens weet van dat ie mand hen was voorgegaan. De over eenkomsten tussen de boeken zijn zeer beperkt. De Greeve nam slechts enkele gedichten op die ook bij Van Leeuwen te vinden zijn. Het gaat onder meer om 'Jonge sla' en 'Onder de appelboom' van Rutger Kopland. De bundel van Engelen bevat be trekkelijk weinig poëzie. Deson danks geen zeüs2ij heel wai gedich ten die bij de anderen ontbreken. Zo is Kopland bij haar vertegenwoor digd met 'Een tuin in de avond' uit zijn jongste bundel 'Tot het ons los laat'. Ze heeft trouwens opmerkelijk veel recente gedichten opgenomen. Veel belangrijke figuren ontbreken, terwijl Elisabeth Eybers met drie verzen vertegenwoordigd is. Er zijn nog veel meer dingen die ma ken dat haar selectie slordig en wil lekeurig overkomt. Een enkele keer zijn de teksten niet eens toepasse lijk. Te laat (een dier)' van Ellen Warmond kun je nauwelijks een tuingedicht noemen, het hoort thuis ineen bloemlezing over de mol in de vaderlandse poëzie. Ook het proza dat Engelen koos is soms mis plaatst: het verhaaltje 'Twee oude vrouwtjes' van Toon Tellegen heeft niets met het onderwerp te maken. Gelukkig vond ze ook een paar ver- li alen die haar boek toch lezens waardig maken. 'In de tuin' vanR. J. Peskens bijvoorbeeld, 'Kersen eten' van Hermine de Graaf, 'De veen- mollenplaag' van Maarten 't Hart en 'Roza' van Kristien Hemmerechts. Tuindichter De Greeve vervulde haar taak met meer aandacht, maar zij heeft blijk baar evenmin ai nel in aanmerking komende werk gelezen. Ook bij haar moeten we Kees Winkler missen, toch de hedendaagse tuindichter bij uitstek. Daar staan ontdekkingen tegenover als het geestige 'Botani sche twistgesprek' van Drs. P, Ie mand fantaseert daarin uitgebreid over de inrichting van de tuin. De ander beperkt zich tot de steeds dreinender klinkende wens: „Nee, ik wil een tuinkabouter met een mandje op zijn rug." In deze bloem lezing vind je ook het befaamde ge dicht van Han G. Hoekstra dat door de andere over het hoofd is gezien: 'Ik heb een ceder in mijn tuin ge plant'. Door deze boeken wordt weer eens duidelijk dat bloemlezen net als tuinieren een vak apart is. Een goede bloemlezing over de tuin in de letteren zou een openbaring kun nen zijn. Maar dan kun je er niet mee volstaan lukraak wat gedichten bijeen te harken, en ook moet er nauwgezet worden gewied. De geu r van kruizemunt waait over Tuinpoëzie. Kwadraat, 24,90. Wat is natuur nog in dit land - De mooiste Nederlandse tuinverhalen en gedichten. Prometheus, 18,90. Nederlandse dichters houden van precisie en beheersing, en wellicht ook daarom van de ge temde en gecontroleerde wil dernis die een tuin uiteindelijk ÏS. Foto Gen-y Psnny/gp/ac RotttrtUm» 0»9öUd'3«79a

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1998 | | pagina 6