is F
'Trainersvak moet
je leren, ook al
heb je een naam'
Rintje Ritsma, een
laatbloeier due stapje
voor stapje beter werd
Sandor Popovics:
Rotterdams Dagblad
Q
Zaterdag 6 maart 1999
x\
Sandor Popovics (van 22-06-1939)
werd geboren in Keszthely, op
197 kilometer van Boedapest aan
de borden van het Balatonmeer
in Hongarije. Als voetballer was
hij actief bij het Hongaarse Kes
zthely Haladas, waar hij opgroei
de. Verder kwam hij uit voor
Szombathelyi Haladas, Ujpesti
Dosza, voor het Duitse Furth en
in Nederland voor Sparta en FC
Zaanstreek.
Als trainer was hij in dienst van
het Haagse Quick, MW uit
Maasland, RFC, Overmaas, Uni-
tas, Xerxes, Barendrecht, SW,
het Belgische Waregem, De
Graafschap, NEC, weer SW,
Cambuur, Excelsior, Eindhoven,
het Hongaarse MTKBoedapest
en laatstelijk bij ADO Den Haag
als manager algemene zaken. Als
gevolg van hartproblemen moest
hij die funtie vorig jaar neerleg
gen.
Vandaag deel 3.
Door Piet Ocks
-iw TA ZIJN PERIODE als trai-
I \l ner van zeven amateur-
X ^1 clubs werd SW zijn eer
ste club in het betaalde voetbal.
Bewust heeft hij voor deze gelei
delijke weg gekozen, omdat San
dor Popovics vindt dat iedere trai
ner eerst ervaring moet opdoen
op een lager niveau, yoordat hij
aan het grote werk begint.
„Ik ben trapsgewijs omhoog ge
klommen en dat mis ik bij de hui
dige trainersgeneratie. Het is alle
maal leuk en aardig als je goed
hebt kunnen voetballen en een
naam hebt, maar elk vak moet je
leren. Ik heb zeven, acht jaar ama
teurs getraind. Die ontwikkeling
moet je doormaken om een goede
trainer te v/orden."
„Neem Kees van Kooten, Die de
gradeerde met AGOW en gaat
Sandor Popovics: 'De laatste keer realiseerde ik me voor het
eerst hoe betrekkelijk het leven is van een trainer. Ik werd al op
de schouders gehesen. Kwam het bericht dat VW In de laatste
minuut met 2-1 had gewonnen. Op dat moment lieten ze me los,
ik viel op de grond en heb ik bijna mijn nek gebroken.' FotoCorvos"
lende clubs. Een Limburger past
vervolgens by NEC onderuit. Pe
ter Boeve begint zo maar bij RKC,
Jan Poortvliet bij RBC. Er zijn zo
veel aspecten in het trainersvak,
die je met vallen en opstaan moet
leren. Ik heb gewerkt met studen
ten bij Quick, bij MW met tuin
ders, bij RFC in een arbeidersmi
lieu. Overmaas is zuid, ook weer
anders. Unitas in Gorinchem in
de provincie. Allemaal verschil-
Met Patrick Dumee (I) en Gilbert Taument als trainer van Excelsior. 'Bij Excelsior was het ook armoe.' Archieffoto corvos
niet in Rotterdam en een Rotter
dammer, omdat hij zo gebekt is,
niet in Brabant."
„Waarmee ik niet de trainers de
schuld wil geven van hun benoe
ming. Daarvoor zijn de bestuurs
leden verantwoordelijk. Als mor
gen een bestuur een vrouw aan
stelt als trainer en ze heeft het ge
luk dat ze met goede spelers suc
ces heeft, dan zoekt overmorgen
elke club een wijf als trainer."
„In 1982 was ik trainer/manager
bij De Graafschap. Ik heb een al
gemene intelligentie. Ik heb aller
lei diploma's, ik kan lezen en
schrijven, maar negentig procent
van de trainers kan 6f lezen óf
schrijven. Beide dingen beheer
sen ze niet. Dat vind ik een slech
te ontwikkeling."
Aanklacht?
Is dat ook een aanklacht tegen
Frank Rijkaard? „Wie ben ik om
de bondscoach aan te vallen. Dat
wil ik niet. Ik wil alleen signale
ren en zeggen, dat je elk beroep
moet leren. Natuurlijk zijn er uit
zonderingen. Johan Cruijff mocht
van mij zo dat diploma krijgen, al
heb ik er zeven jaar over moeten
doen en al mijn vakanties eraan
moet opofferen. Ik hoop dat Rijk
aard ook een witte raaf is. Ik heb
ook voor hem bewondering. Het is
geen jalousie, maar als je je rijbe
wijs hebt gehaaid, ga je daarna
pas leren autorijden. Dat bedoel
ik te zeggen, die trainers hebben
nog te weinig kilometers gere
den."
„SW was mijn eerste club, die in
de marge van het betaalde voetbal
speelde. Daar had ik meteen zo'n
goed seizoen, dat ik door het Bel
gische Waregem werd benaderd.
Daar wonnen we twee keer de be
ker van Vlaanderen. In dat elftal
speelden vijf internationals: de
gebroeders Millecamps, Danny
Veith, Flip Desmeth en Wim De-
conuxck. Maar ook daar was geen
geld, Ik heb Cor Peitsman nog
voor tienduizend gulden van SW
meegenomen en Hans Loovens."
„Ik kon na het eerste jaar voor vijf
seizoenen bijtekenen. Dat wilde
ik niet, heb ik voor drie jaar gete
kend. In 1982 heb ik al eens ver
teld in een interview dat de jeugd
opleiding in Belgie niets voorstel
de. En dat is nu nog zo. Daar be
gon voor mij in Waregem de ellen
de. Ik wilde een interne cursus
jeugdtraining gaan geven. Van de
twaalf jeugdtrainers waren er
acht koffiebazen, die bij wijze van
spreken een strafschop met hun
hoofd wilden nemen. Daar klopte
niks van. Hoe wil je de jeugd trai
nen als j e er zelf niks van kan? Ze
liepen jankend naar de jeugd-
voorzitter, die tegen mij zei: Wat
doe je nou? Alles liep perfect en jy
helpt alles naar de klote.' Ben ik
zo afgeknapt, dat ik meteen ben
vertrokken en naar De Graaf
schap ben gegaan. Voor veel min
der geid werd ik daar trainer/ma
nager."
„Was ook een fantastischetijd. Ik
heb hier nog een jubileumboek
van De Graafschap, dat lijkt wel
een ode aan Sandor Popovics."
Betrekkelijk
„Ik heb met De Graafschap twee
keer op promoveren gestaan,
twee keer de nacompetitie ge
haald. De laatste keer realiseerde
ik me voor het eerst hoe betrekke
lijk het leven is van een trainer. In
de wedstrijd tegen Helmond
Sport stonden we met 4-0 voor. We
konden rechtstreeks promoveren.
Trainer Jan Brouwer stond al met
de bloemen klaar. Ik werd al op de
schouders gehesen. Kwam het be
richt op de Vijverberg, dat VW in
.de laatste minuut met 2-1 had ge
wonnen. Op dat moment lieten ze
me los, ik viel op de grond en heb
ik bijna mijn nek gebroken."
„Guus Hiddink was in die tijd
mijn assistent-trainer en Harry
van Oosterhout keeperstrainer.
Had ik geregeld dat zij hun con
tract konden verlengen en dat ze
tweehonderd gulden per maand
extra reiskosten zouden krijgen.
Ze hadden al getekend, alleen het
bestuur nog niet. Komt Guus Hid
dink een paar dagen later naar me
toe. Hij kon jeugdtrainer worden
bij PSV. Heb ik, zonder dat het be
stuur het wist, zijn contract ver
scheurd.
Het eerste jaar viel hem zo zwaar
tegen, dat hij bijna elke week bij
mij in de houten keet zat te sme
ken of ik hem wilde terughalen.
Pas later, toen Jan Reker is opge
stapt, kreeg hij 't naar zijn zin
Op de tribune
„Voordat dat ik met De Graaf
schap voor de tweede keer in de
nacompetitie kwam, werd bekend
dat ik naar NEC zou gaan. Maar
de beslissende wedstrijd was De
Graafschap-NEC. Dus ik zou al
tijd promoveren. Hadden de twee
voorzitters afgesproken dat ik op
de tribune moest gaan zitten. Dat
is één van de weinige beslissin
gen geweest in mijn leven, waar
van ik later spijt heb gekregen.
Het werd 0-0. Ik heb nog nooit een
trainer een beslissende goal zien
maken, maar als ik op de bank
had gezeten, was De Graafschap
gepromoveerd."
„Bij NEC was ook geen geld. On
derweg naar een verre uitwed
strijd konden we niet eens brood
jes kopen. Met Quick was ik in
trainingskamp geweest in Enge
land, met Barendrecht in Zeist,
maar bij NEC voelde ik me, pas
echt bij een amateurclub. Cr heb
in de winter uit eigen zak moon
boots gekocht voor de reservespe
lers. Er was niets mogelijk, zelfs
niet een paar reservekousen."
„Bij Excelsior hetzelfde verhaal.
Alleen maar armoe. Erik Tammer
werd op mijn advies van Ajax ge
kocht voor 25000 gulden, een hele
uitgave in die tijd. In de voorbe
reiding maakte hij er niets van.
Heb ik tegen hem gezegd: 'Als jij
op de tribune drie keer 'hup Ex
celsior' roept, heb ik meer aan jou
dan wanneer je in het veld staat'
Pas na vijf wedstrijden stelde ik
hem op en hij scoorde dat seizoen
34 keer. We haalden zelfs nog een
periodetitel. 'Je wordt bedankt,'
zei voorzitter Simon Kelder, 'weet
jij hoeveel geld mij dat gaat kos
ten?'
Volgende week deel 4 en slot: 'Als
Nederlander had ik veel meer
respect gekregen.'
Door Johann Mast
TOEN Leo Visser in 1992 bij
de Olympische spelen in
AlbertviUe net naast het
goud greep op de 1500 meteren op
een bankje naast de ijsbaan in een
woede-uitbarsting ontstak, keek
een jonge ploeggenoot verlegen
tegen de toenmalige nationale
schaatsheld op.
Zeven jaar later heeft Puntje Hits-
ma het woord verlegen uit zijn
woordenboek geschrapt. Zelfbe
wust en trots, arrogant volgens
sommigen, staat de beroemdste
inwoner van Lemmer tegenwoor
dig in het leven. Ritsma is de Jo
han CruyfF van de schaatssport,
persoonlijk verantwoordelijk voor
de professionalisering ervan. Hy
heeft, zoals ze in Fnesland zeg
gen, 'injïn mear as in bears'een
vin meer dan een baars. Met ande
re woorden: hij heeft een streepje
voor op al zijn collega-schaatsers.
De tijd dat de nu bijna 29-jarige
Rintje Ritsma nerveus stond 'te
bibberen' als hij Hilbert van der
Duim op de ijsbaan zag, ligt ver
achter hem. De status die Van der
Duim had, heeft hy al lang over
troffen. In de aanloop naar de
Olympische winterspelen van
1998 volgde een filmploeg van Ci-
nevideo Ritsma vanaf het begin
van het seizoen - een, surfvakantie
op Hawaï - tot zyn vertrek naar
Nagano. Op die dag onthulde
Ritsma op Schiphol nog snel even
zijn wassen evenbeeld, dat nu by
Madame Thussaud staat. Eerder
al maakte hy, 'de gezondste man
van Nederland', zijn opwachting
in gewaagde reclamespotjes van
Sanex, zyn sponsor. Dit jaar geeft
Ritsma in een lv-programma van
Veronica sehaatstips aan de kij
kers. Wie hem ziet moet haast wel
bewonderend denken: hij kan zó
voor de klas.
Pionier
Ritsma heeft zich sinds zijn ver
trek uit de kernploeg in 1995 ont
popt als de pionier, de man die
zyn nek durfde uit te steken. De
voorloper, die de weg plaveide
voor mensen als Gianni Romme,
Bob de Jong en Marianne Tim
mer. Maar ook voor Ids Postma,
die handig gebruik maakte van
het marktmechanisme en tegen
een vorstelijke vergoeding bij de
KNSB en hoofdsponsor Aegon
bleef.
In de zomer van 1995 had Ritsma,
die op dat moment twee keer Eu
ropees en een keer wereldkampi
oen was geworden, genoeg van de
KNSB met 'die lullige regeltjes'.
Sport is van alle eeuwen. Maar
wie waren de Nederlandse top
sporters van déze eeuw? Rang
lijsten zijn definitief, lijstjes ech
ter veelal arbitrair. De top-50 van
deze eeuw is een rangschikking,
opgesteld door de sportredactie
van deze krant, met hier en daar
een stevig Rotterdams accent. Ie
dere zaterdag in het Rotterdams
Dagblad een portret van één van
die vijftig helden.
Vandaag nummer 42 in 'Eeuwige
roem', schaatser Rintje Ritsma.
Volgende week nummer 41: dam
mer Piet Rozenburg.
De lijst tot nu toe:
50. Just Gobcl, voetbal
49. Bep van Klaveren, boksen
48. Betty Stöve, tennis
47. Bok de Korver, voetbal
46. Marcel Wouda, zwemmen
45. Kees Verkerk, schaatsen
44. EUen van Langen, atletiek
43. Piet van de Pol, biljarten
42. Rintje Ritsma, schaatsen
Rintje Ritsma zeven jaargeleden. Hij heeft hetwoord verlegen In
middels uit zijn woordenboekgeschrapt. ArchieffotoMarceiAntoisse/ANP
Hij had er geen trek meer in om in
de kernploeg te zitten met zijn di
recte concurrenten. Hij wilde zijn
eigen koers varen, met een trai
ner die hem persoonlijke aan
dacht gaf. De pure individualist
gaf toe aan zijn karakter.
Terwijl de overgebleven leden
van de kernploeg zich die zomer
alweer in het zweet werkten, vier
de Ritsma vakantie. Hy mocht in
een zweefvliegtuigje vliegen, was
te gast by het skötsjesilen, leefde
zich uit op de surfplank en zag wel
hoe het kwam. Hy was overtuigd
van de juistheid van zijn besluit
om zelfstandig door te gaan, hoe
wel de onzekerheid op dat mo
ment groot was. Kreeg hy op tyd
een eigen trainer? Kon hij wel op
trainingskamp? Kwam er wei een
vette sponsor? Liet de bond hem
wel van start gaan op de grote
toernooien?
Ritsma hield de poot stijf. "Wopke
de Vegt kwam als trainer en sa
men vochten ze tegen de halsstar
righeid, het onbegrip en het 'on
bekend maakt onbemind'. Dat
eerste seizoen speelde zich voor
een groot deel af in de rechtszaal.
Twee jaar later was er voorname
lijk respect voor Ritsma en durf
den andere schaatsers het ook
aan om aan een commercieel
avontuur te beginnen.
Bintje (Robert) Ritsma werd geboren op 13 april 1970 in Lemmer. Op zyn negende begon hy met schaaf-
sen en in 1990werd hy opgenomen in de kernploeg. Bij zijn Internationale debuut op het Europees kam
pioenschap in 1992 werd hy derde en by de Olympische Winterspelen in datzelfde jaar behaalde hij een
vierde plaats op de 1500 meter, de afstand die altijd zyn favoriete is gebleven. De baanbreker van de
commerciële schaatsploegen werd tot dusverre vijf keer Europees en drie keer wereldkampioen all
round. Olympisch goud won hij niet, wel zilver (twee keer) en brons (drie keer). Wereldkampioen per af
stand werd Ritsma in 1997 op de 1500 en 5000 meter.
Uitgeput na
zijn 10.000
meter in Na
gano. Daar
reed Rintje
Ritsma - naar
eigen zeggen
-zijn beste ra
ce ooit. Op pu
re wilskracht
verbeet hij
zijn vermoeid
heid en maak
te zijn achter
stand op Bart
Veldkamp
goed. Deze
bronzen me
daille had een
gouden rand.
'Dat was pure
wilskracht. Ik
ben een vech
ter. Maar dat
ik zo diep kon
gaan, dat ver
baasde me.'
Foto Marcel Anto-
n!sse/ANP
Ritsma was in januan 1996 zelfs
groter dan de Elfstedentocht. Hy
was er persoon!:jk verantwoorde
lijk voor, dat het bestuur van de
Vereniging de Friese Elf Steden
het reglement wijzigde. Daarin
stond dat leden van de kernploeg
van de KNSB te allen tyde aan de
wedstrydtocht mee mochten
doen, ook als ze geen lid van de
Eifstedenverenigmg waren. De
'commerciële' Ritsma viel overal
buiten. Wedstrijdsecretaris Gerrit
van der Ham liet het reglement zo
wijzigen. dat Ritsma kon starten
De formulering van 'kernploeg'
werd vervangen door: langebaan-
rijders die ons land vertegenwoor
digen Gp EK en WK of op de Olym
pische Spelen.
Niet gek voor iemand, die op zijn
twintigste slechts op het nippertje
goed genoeg werd bevonden voor
de kernploeg. Leen Pfrommer, de
coach van jong Oranje, moest ad
vies uitbrengen overtwee van zijn
pupillen De militair twijfelde he
vig tussen Ritsma en Cor Jan
Smulders. Smulders was in 1988
tweede geworden bij het wereld
kampioenschapjunioren en Rits
ma had die prestatie in 1989 ge
ëvenaard. De gedrevenheid en wil
om iets te bereiken, die Pfrommer
bij Ritsma ontdekte, gaven de
doorslag om voor de Fries te kie
zen. Ritsma bleek een laatbloeier,
die stapje voor stapje beter werd.
Met vijf Europese en drie wereld
titels allround op zak is Ritsma
nog niet verzadigd. Zeker niet
sinds hij door de invoering van de
klapschaats een dreigende ach
teruitgang heeft afgewend en in
de herfst van zyn carrière zelfs
blijkt te kunnen sprinten. Met
dank aan zijn nieuwe trainer,
Geert Kuiper.
Een gouden olympische medaille
zal wel een utopie blij ven. In 2002,
bij de Spelen in Salt Lake City, is
Ritsma bijna 32 jaar. Een frustra
tie is dat echter niet, zegt Ritsma.
„Het zy'n anderen die dat den
ken." De 1500 meter van Nagano,
waarop hij achter Adne Söndral
en Ids Postma finishte, was de
grootste teleurstelling uit zijn car
rière. Maar een kleine week later,
op de 10.000 meter, reed Ritsma
de - naar eigen zeggen - beste race
ooit. Op pure wilskracht verbeet
hij zijn vermoeidheid en maakte
zijn achterstand op Bart Veld
kamp goed. Deze bronzen medail
le had een gouden rand. „Dat was
pure wilskracht. Ik ben een vech
ter. Maar dat ik zo diep kon gaan,
dat verbaasde me."
Legendarisch
Meer nog dan door zijn prestaties
is hij een legendarisch figuur ge
worden door zijn baanbrekende
optreden. Maar Ritsma kan het
niet vaak genoeg uitleggen; thuis
is hij nog steeds dezelfde, 's Zo
mers hoeft hij niet zo nodig met
vakantie, want hij leeft het hele
winterseizoen immers al in ho
tels. ,jAls ik niet geschaatst had,
weet ik niet wat voor persoon ik
geworden was," merkte Ritsma
ooit op.
Er was een tijd dat je Ritsma nooit
aan de telefoon kreeg. Hij was in
het buitenland of liet fax of ant
woordapparaat aanspringen. Te
ruggebeld werd je nooit. Nu
neemt de kampioen zelf de tele
foon weer op. Hij hoeft zich niet
meer zo nodig te bewijzen. De pu
re individualist heeft na drie jaar
vrijwillige eenzaamheid ontdekt,
dat het best fijn is om weer in een
team te fungeren. Ritsma zal na j
het beëindigen van zyn actieve
loopbaan voor de sport behouden
blijven. Daarover zei hy eens: „Ik
vind het belangrijk om te zien wat
er in de toekomst gebeurt. Ik wil
over tien jaar nog steeds graag
zien, dat er vooruitgang in het
schaatsen zit Het mag niet meer
met grote sprongen achteruit
gaan, daarvoor heb ik mijn nek -
niet uitgestoken."