15 F
Rinus Gosens:
'En dan sprong ik bij de voorzitter achterop de iets
Jan Raas voelde steeds exact aan waar de slag zou vallen
Rotterdams Dagblad
Zaterdag 27 maart 1999
Marians Gosens (van 1-1-1920)
werd geboren in de Gorzea, een
Scbiedamse volkswijk waar SVV
heilig was. Als prille tiener ver
huisde hij met zijn ouders naar
Gouda. Daar werd hij lid van
GSV. Bij terugkeer in Schiedam
was er voor hem maar één club:
S W. Aan de Havendijk beëin
digde hij ook zijn actieve en suc
cesvolle lor pbaan. Vervolgens
werd hij t ainer van GSV, CW,
Fortuna T1,, SW, Heracles, weer
SW, Eindhoven en FC Den
Bosch. Op 58-jarige leeftijd stop
te Rinus Gosens als hoofdtrainer
om als jeugdtrainer en scout in
dienst te treden bij PSV.Hy
woont al ruim twintig jaar in
Eindhoven, maar voelt zich nog
steeds geen Brabander. (TJe moet
me ook niet de weg vragen in
Eindhoven, want ik weet alleen
het stadion van PSV te vinden."
Vandaag deel 2.
Door Piet Ocks
EEN DING WIST wist Rinus
Gosens zeker, toen hy als
16-jarige by SW als jeugd
speler begon: hij wilde eerst voet
baller worden en daarna trainer.
„Dat realiseerde ik me toen een
trainer een keer tegen mij zei: 'Jy
moet die vent uitschakelen.' Ik
dacht: wat ga je me nóu vertellen?
Ik voetbal voor m'n plezier. Hy
zag me kyken en vroeg: 'Ben je
het niet met me eens?' Ik zei nee.
Hij weer: 'Hoe zie jy het dan?' Ik
zei: als ik die vent passeer, zal hy
mij toch achterna moeten lopen.
Toen wist ik het al: dat ga ik later
anders aanpakken,"
„Maar ik moest eerst naar de cur
sus. Daar leren ze je wat een sys
teem is, zoiets van- in onderling
overleg handelen om een bepaald
doel te bereiken. Wat heeft een
speler daar nou aan?
Het was allemaal theorie. De
praktyk is anders. Die trainers-
cursus heeft me nog even in de
war gebracht Je kunt met alles
tot een systeem of tactiek herlei
den. Je moet rekening houden
met de spelers en niet met de cur
sus op Zeist. Iedere voetballer
denkt anders. Mensen zijn alle
maal verschillend, Je hebt dus
ook verschillende type voetbal-
leis. Daar moet je als trainer reke
ning mee houden."
Je hebt het strijdvaardige type,
Jan Wouters. Die speelt voor hon-
D© selectie van FortunaVI. In 1962, kampioen van de eerste divisie A. Staand vanaf links: Koos Henneveld, Jan Koolman, Cees Blankensteln, Ed Ver
weel, Roel Hiwat,ArieVert)urg, Jan Baksteen, Cees Maltha, LajosThamas, Jan van der Bergen trainer RinusGosens. Voorste rij vanaf Ifnks: Jan Kramer,
Ger Robbemond, Jan Hooijmans, Jan van der Borden, SJaak Jansen, Jan Bouman en René Hagenaars. Archieffoto Kinc Boer
Rinus Gosens
n Endhoven
Kom ik thuis
mn vrouw: ik
kan naar Lier-
se. Zegt ze:
Ja, maar in
Belgie gooien
ze Je er toch
ook uit en we
hebben pas
niéuwe vloer
bedekking.'
Zijn we maar
gebleven, fo
toJaapRozema/
Rotterdams Dag
derd procent in dienst van de
ploeg, doet precies wat de coach
zegt. Een gouwe voor je ploeg. Je
hebt het technische type, Dick
van Dijk. Als het kan met afgezak
te kousen, shirtje uit de broek.
Speelt altijd goed met de zon aan
de hemel en op een mooie gras
mat. Maar snel prikkelbaar, dat
moet je weten. En dan heb je het
instinctmatige type, Coen Moul-
yn. Als je vraagt: hoe passeer jy
nou eigenlijk een tegenstander,
dan weten ze dat niet, hebben ze
nooit over nagedacht Zulke spe
lers moet je ook niet volstoppen
met opdrachten. Daarmee haal je
het eigen initiatief eruit. Laat ze
lekker hun gang gaan. Laat ze
hun eigen intuïtie volgen. Maar
dót leer je niet op de cursus in
Zeist."
Bij Emma
Op 34-jarige leeftijd beëindigde
Rinus Gosens zijn actieve voet
balloopbaan. „Ik was net naar
Emma gegaan In Dordrecht. Bob
Janse was daar trainer. Heb ik
nog twee wedstrijden gespeeld.
Zei ene Jonker tegen me, een be
stuurslid, hy woonde in de Lange
Nieuwstraat in Schiedam; als jy
bij Emma speelt, stop ik het geld
wel in je rechterzak. Kreeg ik 15
gulden voor een wedstrijd, een be
hoorlijk bedrag in die tijd. Dat
ging toen zo, vlak voor de invoe
ring van het betaalde voetbal."
„Ik had net myn trainersdiploma
gehaald. Moest ik van de KNVB
beslissen: spelen of trainen. Ben
ik trainer geworden van GSV,
waar ik in de jeugd was begonnen.
Moest ik van Schiedam met de
trein naar Gouda. Daar sprong ik
bij de voorzitter achterop de fiets
en reed hij me naar het veld. 's
Avonds moest-ie zich rot trappen
om de laatste trein te halen, want
ik was altijd te laat. Heb ik drie
jaar gedaan, zyn we nog kampi
oen geworden ook."
„Dat lukte ook by OVV, myn vol
gende club. Hadden we een leuk
elftal met jongens als Sjaak Rog
geveen, Henk de Blok, Cor Treu
ren, Freek de Geus. Daar kwam ik
er, na vijfjaar in de dug-out, ach
ter dat trainer-zijn omgaan is met
de mens achter de speler. 'Hoe ts 't
met de kleine en hoe is 't met je
vrouw?' Dat soort details zijn heel
belangrijk."
„Na CW ben ik vier jaar bij Fortu-
naVlaardingen geweest. Waren ze
boos om bij SW. Hoe kan jy nou
naar Vlaardingen gaan? We had
den een goeie ploeg met jongens
als Jan Bouman, die later nog
naar Sparta is gegaan, Jan Bak
steen, Jan Kooiman, Eddie Ver
weel, Roel Hiwat en Ger Robbem
ond. Werden we m 1962 kampioen
van de eerste divisie A. De wed
strijden tegen Heracles voor pro
motie naar de eredivisie hebben
we toen met één doelpunt verschil
verloren."
Zijn volgende club was SW. „Zes
jaar ben ik er gebleven. Kampioen
geworden en gepromoveerd naar
de eredivisie met de 'luchtmacht'
Aad Koudyzer en Wout van Mee-
teren. Mooie jaren. We hadden
een echte vriendenploeg met
Leen Wamaar, een prachtige
voetballer, Maarten van Beek, Ed
die van der Roer, Ton van Leeu
wen, Dick van der Korput."
„Na twee jaar Heracles belde
Maarten Eising me op of ik terug
wilde komen by SW. Na een jaar
volgde Bob Maaskant my op voor
de helft van mijn salaris. Dat ver
geet ik nooit. Hij is nu spelersma
kelaar, of liever gezegd geldverza-
melaar."
„Ben ik naar Eindhoven gegaan.
Ik kon ook naar Volendam en Ex
celsior, maar met Jan Louwers,
die by Eindhoven zat, kon ik lek
ker over voetballen praten."
„Ik kwam bij Eindhoven, zegt de
voorzitter: 'Je zal aan één ding
moeten wennen: ik kom voor de
wedstrijd altijd even in de kleed
kamer.' Ik denk: daar begint het
al. Ik zeg: dat lijkt me niet ver
standig, Maar ja hoor, daar kwam
hy voor de eerste wedstrijd. Ik
denk nog; als-ie nou een mooie
mop gaat vertellen, kunnen we
nog even lachen. Maar nee, hy
hangt me daar een klcteverhaal
op. Zo van; doe je best en we gaan
er tegenaan. Afijn, hij is klaar en
ik zeg: dat moet je nóóit meer
doen, want ik ben woedend. Als je
dat nog één keer doet, kom ik
nooit meer terug. Wat denk je? Hij
is de deur nog niet uit of er komen
vier spelers naar me toe: 'Klasse,
trainer.' Ga ik met de voorzitter
mee, dan ben ik die vier Iwijt. Dat
moet je ervaren, dat leer je niet op
de cursus."
Werd ik na een paar jaar gebeld
door Lierse SK. Kon ik m België
drie keer zoveel gaan verdienen.
Maar Eindhoven had daar lucht
van gekregen. Wat ga je nou
doen?' vroeg het bestuur. Ik zeg:
ik kan daar drie keer zoveel gaan
verdienen. 'Dat regelen we wel,'
zeiden ze. Kom ik thuis, zeg ik te
gen m'n vrouw: ik kan naar Lier-
se. Zegt ze: 'Ja, maar in Belgié
gooien ze je er toch ook uit en we
hebben pas nieuwe vloerbedek
king.' Zijn we maar gebleven.
Geld speelde voor mij geen rol.
Als ik maar lekker normaal kon
leven. Nee, ik was niet zo'n geld
wolf."
Brabander
„Na vyf jaar moest ik weg by
Eindhoven. Op een avond word ik
gebeld door iemand, die zegt 'Ik
ben een fan van U. Ikheb gehoord
dat U weg moet. Ze willen een
Brabander als trainer aanstellen.
Jacques de Wit is er drie jaar ge
weest In zijn tweede seizoen
werd ik gebeld door het bestuur of
ik supervisor wilde worden. Ik
zei: dan moetje niet bij mij wezen.
Daarna kwam Ad Versluis, die
nog eens op de dug-out heeft
staan dansen. Werd ik weer ge
beld. Of ik het wilde overnemen.
Zei ik: jullie leren het ook nooit."
FC Den Bosch, waar hij twee jaar
bleef, werd Gosens' laatste club.
„Op een dag wordt er op de deur
van mijn trainerskamer geklopt
Dne spelers die wilden weten
waarom zij niet in de opstelling
stonden. Ik zeg: ik heb helemaal
nog geen opstelling gemaakt, dat
doe ik morgen. Wezen ze me op
een opstelling van Ad Zonder
land, de manager, een plaatboef.
Ik naar Zonderland. Ik zeg: jij be
moeit je met alles, zoek jij voor
mij maar een andere trainer.
Kwam hy de volgende dag met
een bos bloemen. Woedend was
ik."
Moest ik naar de dokter, wantje
komt in de ziektewet. Op een dag
kwam er een controlerend ge
neesheer bij me langs, die zei: 'Je
mag gewoon weer gaan werken,
maar als je stopt, krüg je deze uit
kering.' Myn vrouw zat erby en
zei: 'Pakken'.
Volgende week deel 3 en slot;
'Mijn voetbal is het niet meer.'
de woede van
Jan Raas
heeft gewekt,
heefteen
kwaa e aan
hem. Foto Cees
Sport is van alle eeuwen. Maar
wie waren de Nederlandse
topsporters van déze eeuw?
Ranglijstenzijn definitief, lijst
jes echter veelal arbitrair. De
top-50 van deze eeuw Is een
rangschikking, opgesteld
door de sportredactie van de
ze krant, met hfer en daar een
stevig Rotterdams accent. Ie
dere zaterdag in het Rotter
dams Dagblad een portret van
één van die vijftig helden.
Vandaag nummer 39 in 'Eeu
wige roem', wielrenner Jan
Raas. Volgende week nummer
38: hockeyer Ties Kru'ize.
De lijst tot nu toe:
50. Just Göbel, voetbal
43. Bep van Klaveren, boksen
48. Betty Stöve, tennis
47. Bok de Korver, voetbal
46. Marcel Wouda, zwemmen
45. Kees Verkerk, schaatsen
44. Ellen van Langen, atletiek
43. Piet van de Pol, biljarten
42. Rintje Ritsma, schaatsen
41. Piet Rozenburg, dammen
40. Rik Smits, basketbal
39. Jan Raas, wielrenner.
Door Fred Segaar
Als de. ploegartsen
van nu de ideale wielren
ner voor de klassiekers
zouden kunnen creeren, dan zou
die er uitzien als Jan Raas: boven
benen als zuigerstangen, kuiten
als kabels en een kop van graniet.
Jan Raas was geschapen voor de
ééndaagse wedstrijden over de
heuveltjes van Vlaanderen en de
kasseien van Noord-Frankrijk.
Maar er was nóg een belangrijk
kenmerk dat Raas eind jaren ze
ventig en begin jaren tachtig tot
heerser van de klassiekers maak
te. Hy had een onovertroffen
koersinzicht. Voelde exact aan
waar de beslissing in de wedstrijd
zou vallen en zorgde ervoor dat hy
op het juiste moment op de juiste
plaats was. Wie voorkwam dat
Raas dóór was waar 'de slag' viel,
kon op de toom van de Zeeuw re
kenen. Die won geen wedstrijd
meer.
Raas' invloed in het peloton was
groot. Hy was de Tegelaar van de
criteriums na de Tour de France.
Hy zette de finales op en bepaalde
wie mocht winnen. Jonge of an
derszins onbevangen coureurs
die zich niet hielden aan de af
spraken, werden door Raas tot de
orde geroepen en moesten lang
wachten voordat ook zij eens
mochten winnen.
Renners daarentegen die zich aan
hem onderwierpen, konden op
zijn onvoorwaardelijke steun re
kenen. Henk Lubberdmg en Leo
van Vliet uit de Raleighploeg
mochten Gent-Wevelgem winnen
en Ludo Peeters en Cees Priem
onderhield hij voor bewezen dien
sten ook nog nadat hy was ge
stopt. Hij gaf ze een contract in de
Kwantum ploeg waar Raas in 1985
ploegleider werd.
Knechtenwerk
Zo ongeduldig als de jonge ren
ners waren die Raas in de criteri
ums op hun nummer zette, zo rus
teloos was hij zelf in zyn beginja
ren. Peter Post bood Raas in 1975
de kans met fietsen zijn brood te
gaan verdienen, al was zyn jaarsa
laris (15.000 gulden) bepaald geen
vetpot. Post liet Raas knechten-
werk doen voor Kuiper, Knete-
mann en Thurau. Dat moest wel
verkeerd gaan - althans waar het
de relatie Post-Raas betrof.
DejongeRaas ketais snelzien dat
hij veel meer kon dan 'knechten'.
In 1976 werd hy Nederlands kam-
Jan Raas, op 8 november 1952
geboren i» het Zeeuwse Hein-
kenszand, is de beste coureur
van eendaagse wedstrijden uit
de geschiedenis mn het Neder
landse wielrennen. Als lid van
de Raleighploeg van Peter Post
won hij eind jaren zeventig en
begin jaren tachtig bijna alle
grote klassiekers één of meerde
re keren. In 1979 werd hij in
Valkenburg ook wereldkampi
oen. In de Tour de France won
hij tien etappes en hoewél hij
een kekel had aan klimmen,
eindigde kij in 1978 op de 24ste
plaats in het eindklassement.
Raas was een groot tacticus en
regelaar. Als hij eens een min-
dere dag had, bepaalde ktj wie
dan wél moest winnen.
pioen. Raas ambieerde vanaf dat
moment de rol van kopman. Post
kon hem die niet geven. Florent
van Varenbergh wel In 1977 stap
te Raas eten ook over naai Fnsol.
Hij won dat vooijaar de klassieker
die als een rode draad door zijn
carrière zou gaan lopen: Milaan-
San Remo.
Een paar weken nadien won hy
ook nog eens de Amstel Gold Ra
ce, later omgedoopt in Amstel
Gold Raas. Waarop Post hem te
rughaalde. Raas kreeg de rol die
hy ambieerde. De verdiensten als
leider van de Raleighploeg waren
aanzienlijk, maar toen op de vroe
ge nieuwjaarsochtend van 1979
een vuurpyl op het rieten dak van
zijn boerdery bi 's Heerenhoek
belandde, had hy veel meer geld
nodig. De boerderij was met vol-
De invloed van Jan Raas in het peloton was groot. Hij was de rege
laar van de criteriums na deTour de France. Raas was de baas, hij
bepaalde Wie mocht Winnen. Archieffoto Roland de Bruln/GPD
doende verzekerd. Raas wist dat
hem maar één ding te doen stond
om uit de kosten te komen: we
reldkampioen worden, zoals Ger-
rie Knetemann.
Raas was de grote favoriet voor
het WK in Valkenburg. Om zo veel
mogelijk krachten te sparen voor
de finale, trok hy zich die dag aan
de broeken van zijn ploeggenoten
de Cauberg op. In de laatste kilo
meters was hij - met dank aan
vooral Henk Lubberding - in een
uitstekende positie gemanoeu
vreerd.
De Belg Daniel Willems en Didi
Thurau waren met Raas de rapste
mannen van de kopgroep. Het
leek op een sprint uit te draaien,
toen in de laatste kilometers de
Franse knecht André 'Chalmel
ontsnapte. Chalmel had goed in
geschat dat de kanshebbers el
kaar zouden aankijken in plaats
van achter hem aan te jagen.
„Toen Chalmel ging, dacht ik:
daar zitje met je goeie benen, nu
wordt - godbetert - Chalmel we
reldkampioen." Raas ging hem
met halen, want dan zouden ande
ren van zijn werk hebben geprofi
teerd en dat wilde hy ten koste
van alles voorkomen. Raas reken
de nog op Thurau, die hij kende
als een niet altijd even intelligen
te renner. Het waren zenuwslo
pende meters, maar de Duitser
kon zich inderdaad niet beheer
sen en reed Raas uiteindelijk naar
de Fransman toe. In de spurt won
Raas met lengtes voorsprong.
Raas gaf daarna geen interviews
aan de NOS. Hy voelde zich 'ge
flikt' door de beelden waarop te
zien was dat hij aan de broek van
zyn ploegmaats hing. Andere
kopmannen hadden dat volgens
hem ook gedaan, zonder dat het
werd gefilmd.
Als Raas boos was, dan trilde het.
Dan kon je hem het best op de
fiets zetten. Zoals na de Tourstart
in Leiden (1978). Raas won de pro
loog, maar omdat de regen het
parcours te gevaarlijk had ge
maakt, werd er geen uitslag opge
maakt. Stampvoetend stapte
Raas de ploegleidersauto in. De
volgende dag in de eerste etappe
naar Sint Willebrord ging hy als
winnaar over de streep. Nog
steeds woedend.
Boos was Raas ook toen in Parys-
Nlee een pony op het parcours
verscheen. Hy zette zyn fiets aan
de kant, sommeerde zyn ploeg
maats dat ook te doen en ver
dween. Hy kwam er pas twee we
ken geleden voor het eerst terug
en dan alleen nog omdat het niet
anders kón. De Rabobankploeg,
waarvan hy manager is, had geen
startbewijs ontvangen voor de
Tirreno Adriatico, die gelijktijdig
wordt verreden. Zonder Parijs-Ni-
ce hadden zyn renners zich niet
kunnen voorbereiden op Milaan-
San Remo.
In de Italiaanse klassieker begon
voor Raas in 1977 de victorie,
maar de Primavera zou later wk_:
verbonden worden aan de dón- -
kerste uren uit zijn leven. Een
slippartij in de afdaling van de Jk**
pressa luidde in 1984 het einde*-
van zijn carrière in. Het was góèdr
dat een olijfboom zijn val brak,*
anders waren de gevolgen veel er- -
ger geweest. Nu liep hij een bles-
sure op aan zyn toch al zwakke
rug.
Raas had kort daarvoor gebroken
met Peter Post. Door de druk van
zyn nieuwe sponsor, Kwantum
Hallen, en zyn verantwoordelijk
heid ten opzichte van de coureurs
die mèt hem by Post waren ver
trokken, was Raas zichzelf niet in
de afdaling van die voorlaatste
berg. Hy won nog wel een Tour
etappe dat jaar, maar niet veel la
ter nam hij plaats achter het stuur
van de ploegleidersauto. Hij nam
zich voor zijn eigen ploeg heel an
ders te gaan leiden dan Post deed.
De twee hebben altyd gezwegen
over hun breuk. Volgens Raas is"
er 'iets' gebeurd waardoor de toch
al botsende karakters lijnrecht te
genover elkaar kwamen te staan.
Het meest voor de hand ligt een
conflict over geld. Sinds een reü
nie enkele jaren geleden van de
Raleighploeg gaat het iets beter
tussen hem en Post, maar wie
eenmaal de woede van Raas heeft
gewekt, heeft een kwaaie aan
hem.
Hamer
Vijf jaar geleden redde hij dankzij
die karaktertrek het leven van
zijn vrouw en kinderen. Raas
kwam thuis van Milaan-San Re
mo toen inbrekers in afwachting
van de heer des huizes zijn gezin
hadden gegijzeld. Vader wist ïm-
mers waar het geld lag. In die ban
ge minuten bepaalde hij razend
snel 2ijn 'koerstactiek'. Raas deed
net of hij op zoek ging naar het
geld, vond onderweg een hamer
en joeg de bewapende overvallers
daarmee zijn huis uit Raas voelde 1
nog steeds exact aan waar de slag
zou vallen.
I