16 Gerrit Komrij en de humorloze Nederlanders De dood komt op schaatsen ÜK 'Ik heb bij Holland wel aan selectieve dijkdoorsteking gedacht' •Boskeii fop-10 van te week Gezocht: Dichter des Vaderlands Chatten met Paul van Loon Rotterdams Dagblad I I Vrijdag 3 september 1999 I I O Keitjes van de afbrokkelende bergweg hagelen tegen de carrossene. Het inhalen van voortkreunende boerenwagens eindigt nogal eens in een 'narrow escape'. Een twee uurdurende dodennt door Portugal, een nt die voert naar de lieflijke woonstee van de Nederlandse schrijver GemtKomnj, die vanaf deze maand als gastdocent twee maanden college zal geven aan de Leidse Universiteit. Het verslag van een bliksembezoek. Door Cees van Hoore Gerrit Komry en zyn vriend Charles Hofman wonen nu al zo'n twaalf jaar in Vila Pouca da Beira, een Portu gees dorpje op zeventig kilometer afstand van Coimbra. Als de Neder landse gast zich aandient, hijst Charles zich net mef parelend bo venlijf uit het zwembad. En even la ter komt de schrijver zelf uit de aan genaam koele, door blinden behoe de duisternis van zijn woning te voorschijn. „Eerst even rustig wat drinken," zegt hij, „en dan gaan we aan het werk" Aan het werk. Ach ja, nimmer vindt de landman rust, Komrij is nu al zo'n maand of acht voorpaginanieuws. Elke maandag kan de lezer van het Algemeen Dag blad op de eerste pagina van die krant een sonnet vinden over 'Het verglijden van deze eeuw5. In het goede gezelschap van aardschok ken, bloedige moordpartijen en be richten over 's lands dieven en dief jesmaten, die evenals wij de weg van alle vlees zullen gaan, die hoe dan ook alles weer zullen verlie zen, want, zoals Komrij schreef: 'Het goud dat zij beheren op hun banken/ is ijzer in hun woning van zes plan ken.' Het nog halfvolle flesje bier wordt meegenomen naar de werkkamer, een smaakvol ingericht vertrek met prachtige gravures en tekeningen. Een anderhalf uur lang betoog volgt, slechts onderbroken dooreen maca ber aandoend luchtalarm dat waar schuwt voor bosbrand. Een alarm waarbij Komrij even de luiken opent en naar buiten kijkt. „Ja, zeg, ik wil toch wel even weten of straks de vlammen niet door mijn achtertuin razen." Van u mag er wel een atoombom op Nederland «allen? Op Urk tenmin ste. Ach, dat moet je natuurlijk in zijn context zien. Ik schreef dat in een AD-sonnet, naar aanleiding van dat volksgericht daar, dat geval waarbij de Urkers de ramen van een pedo fiel hebben ingekegeld, Maar dat neemt niet weg dat ik wel eens aan iets dergelijks heb gedacht. Aan se lectieve inundatie bijvoorbeeld. Aan gerichte dijkdoorsteking, zodat en kele rechtvaardigen en een paar goede vrienden worden gespaard. Ik heb wel eens gedacht: land, verzink alsjeblieft!" „Nederlanders hebben geen humor. Neem nu zo'n ontsnapte slang m Enkhuizen. Enig toch! Er glijden er hier zo'n zes door de tuin. ïk zou 'Neem nu zo'n ontsnapte slang in Enkhuizen. Wat zeuren ze toch? Een kind is gevaarlijker.' Foto GPD/Theo Bohmers zeggen: doe er je voordeel mee. Sha ke it up! Dan gebeurt er tenminste eens iets in Nederland, Maar nu zit iedereen weer te bibberen en te kla gen. Terwijl zo'n slang echt geen mensen aanvalt, hooguit een muis je. Wat zeuren ze toch? Een kind is gevaarlijker." „Zo'n volksgericht in Urk vind ik hoogst bedenkelijk. Dat daar lieden rondlopen van het achterlijkste soort staat buiten kijf. Als je zoiets leest, denk je: op hoop van zegen, hier spreekt de Vissersstem. Je moet oppassen dat er geen heksen jacht gaat ontstaan. Neem die affai re rond dat meisje Chanel. Pedofiel, pedofiel? Iemand die een klem kind vermoordt, is een moordenaar. Pedofilie betekent toch niet automa tisch dat je elkaar vermoordt? Je moet met dit soort dingen uitkijken dat allerlei taboes weer niet gaan toeslaan. Het wordt allemaal zwaar overdreven. Maar dat is een eigen schap van de Nederlanders." „Soms zijn kinderen zelf uit op het seksuele contact met ouderen. Ga dat m vredesnaam niet afschermen. Wat is er mooier dan die geslachte lijke nieuwsgierigheid? Het is niet meerde dader zelf die wordt aange pakt, maar een hele groep mensen. Je mag by wijze van spreken nog in je handen wrijven dat zo'n Dutroux bijvoorbeeld niet een jongetje heeft vermoord. Want dan waren voor de goegemeente echt alle grenzen ver vaagd! Dan hadden ook meteen de homoseksuelen weer onderuit de zak gehad." „Het is gek dat het om dezelfde mensen gaat als degenen die geen kritiek hebben op het programma van Menno Buch. Zo'n man zou door de minister van Volksgezond heid aan de hoogste boom moeten worden opgeknoopt. Er wringt iets: je zou zeggen, als de ouders seksua liteit zo verschrikkelijk vinden, dan kunnen kinderen er niet vroeg ge noeg achter komen hoe verschnk- kelij k het is. Ach, er moet een zonde bok worden gevonden. Maar al sinds de vroegste oudheid hebben jonge mensen aandacht gehad voor oude re. Die erotische ervaringen kunnen heel waardevol zijn. Kijk maar eens hoe je eigen voorland was. Een dich ter als Jan Hanlo heeft destijds een Marokkaantje onder zijn hoede ge nomen. Uit de biografie van Hans Renders blijkt dat die man, die nu op leeftijd is, daar de tederste herin neringen aan bewaart." Hoe verglijdt de eeuw vólgens ui Glijdt hij weg als een rochel door het afvoerputje of gebeurt dat sierlijk? „Je kunt nu niet spreken van een fin de siècle in de gangbare betekenis van het woord, /fis je deze tijd verge lijkt met die van de vonge eeuw, komt hij er maar bekaaid vanaf. Dat was een tijd waarin zich allerlei be langrijke maatschappelijke en es thetische ontwikkelingen voltrok ken. Er ontston den nieuwe kunstvormen, de boekverzorging beleefde een hoogtepunt en de ideeen bloeiden volop. Dat is nu dus uiterst afwe zig. We leven in de grote vergaar bak van het niks. Een heerlijke tijd om in te leven, maar een zinloze wel vaart. We leven consumptief. In de hegemonie van de economie. Maar deze tijd zal niet als een gedenk waardige tijd de geschiedenis in gaan. Het is niet zo dat de slang zijn vel aan het afstropen is en dat de we reld hernieuwd terugkomt." „Ze zeggen wel eens tegen me: kunt u niet wat positiever schrijven? Dat kan ik vast wel, maar daar gaat het niet om. Als we deze honderd jaar bekijken, moeten we toch constate ren dat we in een lugubere eeuw le ven. Liters bloed zijn er vergoten, er waren de concentratiekampen, de ideologieën zijn stuk voor stuk fail liet, de kerk is niet meer wat ze ge weest is, kortom: het perspectief is weg. Ik vind het dan ook nog een wonder dat clie maatschappij niet volledig instort. Als ik me beperk tot Europa is die maatschappij te verge lijken met een oud bouwwerk waar ze de ene na de andere steunbalk uit hebben weggehaald. Je hebt er nog bewondering voor dat gebouw niet met donderend geraas ineenstort." Je zou denken dat de poëzie in zo'n situatie ook het loodje legt. Maar de belangstelling voor die poezie is nog nooit zo groot geweest. „Geluking wel, j a. Alles wat de mens uit zijn verveling kan helpen, is meegenomen. Kennelijk is er dus nog wat meer dan alleen Stonehen- ge en De Paardenfluisteraar. Je kunt geen overlijdensadvertentie zien of er staat wel een gedicht bo ven. Zonder bronvermelding na tuurlijk. Want dieven blijven het en van dichters mag ongelimiteerd worden gestolen. Met de ene handje tranen wegvegen en met je andere hand iets jatten. Zo zijn nabestaan den." „Maar inderdaad, de poëzie bloeit. Je merkt dat aan de verkoop van de bloemlezingen en ook aan zo'n boek als 'In liefde bloeiende', waarin ik een aantal mooie gedichten behan del De domste vraag die je bij mo derne kunst kunt stellen is: wat stelt het voor? Zo moetje ook de poëzie niet beoordelen. Misschien dat ik er aan heb bijgedragen om die poëzie toch wat toegankelijker te maken voor de mensen. Een beetje mijn schuld dus dat de doden ook nog eens worden bedolven onder ge dichten." Waarover gaan uw gastcolleges aan de Leidse universiteit over? „Over de Zuid-Afrikaanse poezie. Toen ik klaar was met de bloemle zingen die ik tot nu toe heb ge maakt, dacht ik: zo, nu is het op. Ik kende natuurlijk wel het werk van Elisabeth Eijbers. En er waren nog wel wat andere dichters. Ik besefte dat je dat niet allemaal vanuit een post-koloniale arrogantie op één hoop kan gooien, maar waar begin je? Ik ben bij een vriend in Kaap stad gaan zitten en heb alles gelezen wat er voorhan den was." „Eén van de grootste dichters is C. Louis Lei- poldt, die leefde van 1880 tot 1947. Hij was arts en heeft Slauerhoff nog behandeld toen die in Zuid- Afrika was. Slau erhoff wist niet dat de man ook dichter was. En Ha- zeu maakt er in zijn biografie ook nauwelijks melding van. Leipoldt heeft een prachtig gedicht geschre ven over de erbarmelijke Duits-ge zindheid van Zuid-Afrika ten tijde van de inval in Nederland. En hy is een van de weinigen die een sonnet heeft geschreven over Multatuli." „Ze hebben het altijd over de lief lijkheid van het Zuid-Afrikaans. Met veel verkleinwoordjes en zo. Het zou een soort grappig Neder lands zijn. Maar als je echt goed gaat lezen, zie je dat dat onzin is. Je ziet dat veel poëzie in dat land een tot op het bot uitgeklede poëzie is. Scherp, vol nieuwe vondsten. Dan blijft er ook van die lieflijkheid weinig over. Het had een voordeel dat ik geheel onvoorbereid aan het lezen sloeg: ik was totaal onbesmet. En ik moest él- les lezen. Er was wel een Groot Ver zenboek voorhanden, dus ik begon als een soort opvolger van Victor van Vriesland. De Zuid-Afrikaanse poé- zie is een jonge poëzie. Als je haar vergelijkt met de Nederlandse poë zie en dan kykt naar Elisabeth Ei bers is het alsof Maria Tesselschade nog levend en wel in Amsterdam rondloopt" SJrinemeiJer „De nekslag voor de Zuid-Afrikaan se poëzie is de culturele boycot ge weest, die volslagen onzin was. Wie boycot er nu een dichter? Ik heb al les gelezen wat er is en ik heb niet één pro-apartheidsgedicht kunnen vinden. Ja, van een halve zool die Watermeijer heet en die Urinemey- er wordt genoemd. Hij heeft het in zijn verzen over het Duizendjarig Rijk. Maar Nederland en de andere landen hebben zich gedragen alsof het in dat land vol zat met regimen ten Gele Rijders. Alsof al die dich ters 'roomekken' waren. Die boycot was echt misplaatst puritanisme." „Maar ook nu het ANC aan de macht is, heb je natuurlijk altijd mensen die bij zo'n bloemlezing zullen zeg gen: 'Moet dat nu? Het blijft toch verdacht' Daarom ben ik zonder enige subsidie aan deze klus begon nen. Ik dacht: in dit wespennest ga ik mijn neus niet steken. Nu zullen er achteraf natuurlijk toch figuren zijn die zeggen: er staan geen tach tig procent zwarte dichters in. Maar ik ga toch niet om de lieve vrede te bewaren een evenredige verdeling maken. Het aanbod van zwarte dich ters is heel mager. Logisch, want het grootste deel van de zwarte bevol king was analfabeet. En zoals u weet is analfabetisme niet direct bevor derlijk voor poëzie." „Tussen de regels door valt bij het lezen van deze poéze wel te lezen hoe de dichters over apartheid den ken. Maar de onderwerpkeuze be perkt zich toch vooral tot de gewone, dagelijkse dingen. Je leefde als dichter in dat land, je was het er niet mee eens, maar je moest leven. Alle respect, hoor, voor iemand als Brey- ten Breytenbach. Hij heeft zijn por tie in de gevangenis wel gehad- Maar later zat hij natuurlijk met zijn mooie, jonge vrouw in Parygen kon hij van zich af spreken. Voor de dichters die in Zuid-Afrika bleven, was dat moeilijker. De manier waar op zij schrijven heeft vaak van alles te maken met een 'innere Emigra tion,' V ivoont hier nu al een hele tijd. Er nooit aan gedacht om terug te keren naar Nederland? „O, ja, zeker wel. Ik heb altyd ge zegd dat ik op den duur terug zou gaan naar Nederland. Maar als je daar nu een huis van enige allure wilt kopen, moet je echt verschrik kelijk veel geld neerleggen. En dat is wel jammer, Ik ben vaak in Neder land en dan voel je je toch een beetje een zwerver zonder vast onderdak. Maar goed, voor die tussenin-heid heb ik gekozen. Als ik hier ben, denk ik aan hoe een regenachtig Delft eruit ziet iij december. En in Nederland denk ik aan een zonnig Lissabon in mei." „Als je zo leeft als ik wordt een land een herinnering. Ongewild word je tot een soort banneling gemaakt door mensen die nooit ergens ko men. Wat is een land? Is dat streek en taal, zijn dat de gebouwen, de dingen? Voor mij zijn het de men sen. Mijn vrienden. Voor my zijn zij nog steeds zo jong als toen ik ben weggegaan. En ik heb zelf ook niet het gevoel dat ik ben veranderd. Lo gisch. Ik heb geen kinderen gehad die my met de neus op het gevoel van ouder worden konden drukken. Als ik in Holland ben, neem ik ge woon de draad weer op. Dan drink ik een glas in café De Zwart en dan fungeer ik daar een beekje als vrede rechter. Omdat ik zoveel weg ben, denken ze, geloof ik, dat ik boven de partyen sta. En die schrijvers vech ten achter je rug altijd maar door." FICTIE Fortura's dochter Dool Levensnevel Hamltal Isabel Allende Kees van Konten Haris mpowete Yvowe Heats Bezeten van tui) Nicci French SeBaToseaii» ftaressMajes De zwarte met het witte hart Arthur Japin IWataTowaM Frances Mayes (-) Derde gesprek met God (6) Haftepsta (4) Billen Hillary (8) ien%d#|io* (-1 Ambassadeur in Zagreh JSS Het tteroejidteet (l] Een ongewoon gesprek met Sod {-) Beefde# ran* Japanse (5) Krijgen wat je wilt en willen wat je hebt i-i Attasvardobeiwtewerolil Neaie Walsh CA ter linden C. Andersen Ewoud Sanders Scheffers Peter D'Adami Neale Walsch Ratsn John Gray RottMtafw mjMeJ/GPD/030699 Door Hans Warren Het is er niet bepaald het geschikte seizoen voor net of je op een zo meravond naar een kerstfilm kykt maar onlangs verscheen 'Dooi', een novelle van Rascha Peper (geb. 1949) die aan het emd van een stren ge winter speelt. De schryfster werd bekend door 'De waterdame', 'Rico's vleugels', 'Een Spaans hondje' en andere boeken. Dooi is het verhaal van een eenzame schipper en een geheimzinnige schaatsten Een schrijver houdt de dingen graag onder controle. Vandaar dat verhou dingsgewijs zo veel verhalen en ro mans op eilanden spelen. Daar zijn dingen mogelijk die op het vaste land ongeloofwaardig zouden zyn, de personages kunnen met zomaar aan hun lot ontsnappen, het eiland is een min of meer gesloten gebied waarop de buitenwereld niet direct vat heeft: allemaal dingen die het werk van een auteur vereenvoudi gen. Zelden heeft iemand het isole ment van de hoofdpersoon zover ge voerd als Rascha Peper in 'Doof heeft gedaan. Het bewonderens waardige is dat ze de situatie van Ruben Saarloos, een vertaler van 58 jaar, volkomen aanvaardbaar weet temaken. Hij en z'n vrouw Ina zyn op tweede kerstdag met hun boot uitgevaren om een nieuwe motor te testen. 2e legden aan bij een verlaten eilandje in het IJsselmeer, met de bedoeling daar één of twee nachten te blijven. Maar ze werden door strenge vorst overvallen en konden niet meer weg: „D'r kwamen opeens zoveel ys- scholien op dat er gewoonweg geen 'Dooi' van Rascha Peper heeft iets van een kioskromannetje. Foto GPD/Ronald Hoeben doorkomen meer aan was." De vorst hield aan, je kon over het ijs desge wenst het vasteland bereiken. Ru bens echtgenote is voor het begon te dooien vertrokken: ze kon niet lan ger verzuimen van haar werk. Hij zelf bleef op het schip dat tevens hun woning is Eenzaamheid In volstrekte eenzaamheid brengt hij de dagen door. Via een mobiele telefoon kan hij contact met de bui tenwereld onderhouden. Zijn voor raden slinken, maar zijn voldoende Hij wandelt dagelijks het eilandje rond. En hij gaat door met het verta len van een vissenboek. Dat werk wekt bij hem herinneringen aan zyn vader, die alles op het spel heeft ge zet voor een vergeefse onderne ming. Hij hoopte namelijk een coel- acantn te vinden, de raadselachtige vis die als een levend fossiel wordt beschouwd. Inmiddels valt de dooi in op het IJsselmeer. Daardoor is er hoop dat aan dit hachelijke avon tuur een emd komt. Er is echter ook een schaduwzijde: het ijs dreigt te gaan kruien. Je zou kunnen zeggen dat ook in het stagnerende bestaan van Ruben de dooi intreedt. Hy wordt vreselijk verliefd, tot zyn ge luk én tot zyn ongeluk. Juist wanneer hij veel last krijgt van zijn eenzaamheid, duikt een schaat- ster op. Er wordt door geen mens meer geschaatst, maar zij heeft op een wonderlijke manier geen last van de steeds slechter wordende condities. Ze wordt een middelaar tussen twee werelden, ongeveer zo als de coelacanth een middelaar is tussen toen en nu. Tydenlang heeft Ruben in een grauw decor geleefd. Maar door de weelderige rode haar dos die van onder haar muts tevoor schijn komt, krijgt de omgeving in eens kleur. 'Een hevige ontroering nam onverwacht bezit van hem,' schrijft Rascha Peper. De schryfster die haar novelle zo verrassend en geraffineerd in elkaar heeft gezet, is heel wat minder ge lukkig met haar stijl. Steeds stuitje op zinnen die eerder thuishoren m een kioskromannetje dan in serieu ze literatuur. Golfslag De schone schaatster belooft de vol gende dag terug te komen, ze zal dan de door hem gewenste sigaren meebrengen. Zo gebeurt het ook. Hij is erg spraakzaam tegen haar, zij zegt niet veel. Op haar schaatsen ziet hy dat ze Bente Nerwanen zou heten en ze vertelt dat ze werkzaam is als medisch analiste. Een paar da gen lang herhaalt de geschiedenis zich. Hy raakt steeds meer onder de indruk van de jonge vrouw. 'Er bruiste ontzettend veel daadkracht door zyn lijf/ heet het. En we lezen: 'Zijn geilheid maakte hem flirteri- ger dan hy ooit m zijn levert was ge weest met een vrouw.' Het ijs wordt steeds gevaarlijker, maar ze blijft komen. Op een gege ven moment zegt ze zachtjes: 'Ru ben.' Deze wordt dan 'op een uit het niets ontstane golfslag opgetild en meegevoerd.' Zo zwijmelt Rascha Peper nog een tijdje door. 'Ik weet niet wat ik moet zeggen,' laat ze hem 'hees' beweren. Zij antwoordt: 'Je hoeft niets te zeg gen,' en legt haar armen om zijn hals. Na de onvermijdelijke bedscè ne schaatst ze weg, om nooit meer terug te komen. De volgende dag verschijnt namelijk de Kustwacht met groot materieel. Men weet zijn schip vnj te krijgen en na een paar uur is hij herenigd met Ina. Hij kan het meisje niet uit zyn hoofd zetten en gaat op zoek naar haar. Hy krijgt te horen dat Bente Nerwanen vorig jaar overleden is. Wie is de schaatster dan geweest? Geen hersenschim van de eenzame schipper in elk gevaL Er zijn im mers tastbare bewijzen als een krant en een doos sigaren die zij i het vasteland heeft meegebracht. Ze lijkt met haar zwarte kleren en het rode haar op een noodlotsgodin die hem een spiegel voorhoudt over het leven en de liefde. Of is het de Dood zelf die hier op schaatsen ver schijnt? Je zoekt overal naar aanwij zingen. Bijvoorbeeld: verwijst de achternaam Nerwanen niet naar het Nirwana? Maar haar ware aard blijft onduidelijk voor de hoofdpersoon én voor de lezer van 'Dooi', Zo grote geheimzinnigheid in een boek is on bevredigend. Een schrijver kan té veel in de hand willen houden. Rascha Peper: 'Dooi'. L. J. Veen, ƒ32,90. De Stichting Poetry International gaat op zoek naar de Dichter des Va derlands. Iedereen kan vanaf mor gen via boekhandel, bibliotheek, In- temet en NRC Handelsblad zijn fa voriete poëet uitkiezen. Wis de meeste stemmen krijgt, gaat dus als Dichter des Vaderlands het nieuwe millenmumin. Ook kan iedereen zijn of haar lieve lingsgedicht aanmelden. Dit moet leiden tot een Top 10 van favoriete gedichten. Stemmen kan tot 1 okto ber. De uitslag wordt op 26 januari bekendgemaakt. De volgende dag is het dan voor het eerst Nationale Ge dichtendag. Uitgevers komen met speciale boekjes, boekhandels orga niseren activiteiten, literaire organi saties houden middagen en avon den en dichters treden op in cafés. Kinderen die van de griezelboeken van Paul van Loon houden kunnen op 22 september van 10.00 tot 12,00 en van 14.00 tot 16 00 uur via Inter net kletsen met deze auteur. Hy is op die dag persoonlijk bereikbaar via de Gouden Muis-website. Kin derboeken staan centraal op deze si te. Ook krijgen kinderen de gele genheid er hun eigen verhalen te publiceren. Zo is in de afgelopen maanden samen met auteur Jac ques Vriens gewerkt aan een vakan tieverhaal. Het adres is: http://www.goudenmuis.nl

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1999 | | pagina 6