ALGEMEEN OVERZiGÏ.
I BUITENlftSDSCHTBEBlGTÉH.
Woensdag 4 April.
Verschijnt laandagWoensdag en Vrijdag.
B1NMLANDSCHE BEllGm
T I lf— ■■.«tiubiibhi I nun I IT—I III I-» wu»miuiui.niiilli»n
ABONNEMENT:
Al)onnomcntsi»njs [>er Drie Mannricuf 1,85.
Frunco per PoU door hei gehcele llijk. - 2.25.
Uit do donkore onweörslucbt, dio boven Duitschland
hangt, is een lichtstraal geschoten, welke hoop geelt dat het
dreigende van het oogenblik cenigzins geweken is.
Do keizer van Oostenrijk namelijk heeft den 31 Maart
een schrijven aan den graaf von Bismarck doen overhandi
gen, dat in ronde woorden Oostenrijks voornemen blootlegt
en waarin wordt aangedrongen, dat Pruissen zich evenzoo
zonder omwegen verklaart, hoe het van plan is te handelen.
Die nota luidt aldus:
Oostenrijk acht zich verpligt om do verantwoordelijkheid
van zich te werpen.als zoude het schuld hebben aan de vrees
die ontstaan is voor een oorlog met Pruissen. Men is zelfs
zoo ver gegaan van te insinueren, dat er mogelijkheid zou
bestaan van een aanval van Oostenrijk op Pruissen,
Alhoewel het nu van oen algomcene bekendheid i
dat zoodanige beweringen op geen redelykcn grond ruste
Bteït de Oostenrijksche regering or evenwel prijs op protest
aan te teeltenen tegen beschuldigingen, d'e inlijnregten strijd
zijn met do feiten. De lieer Kiuolyi heeft derhalve in lust
bekomen aan den heer von Bismarck ten krachtigste te ver
klaren, dat niets meer verwijderd is van do bedoelingen van
Oostenrijk, dan een vijandige handeling jegens Pruissen.
Niet slechts dat de keizer bezield is mot gevoelens van vriend
schap jegens den persoon doskonines van Pruissen,gevoelens
waarvan de keizer zoo dikwerf blijken heeft gegeven,zoowel
door woorden als door daden, en die gezegde vijandige be
doelingen op de meest fortnelo wijze uitsluiten maar de
keizer vergeet evenmin welke verpligtingen Oostenrijken
Pruissen plcgtiglijk hebben aanvaard, toen zij de Duitsche
bonds-ucto onderteckenden. De keizer is vastelijk besloten,
om, voor wat hem aanbelangt, niet te handelen in strijd met
artikel 11 van de bonds-acte.bij welk artikel aan al do leden
der confederatie wordt verboden om mot geweld herstel van
hunne grieven te zoeken. De gezant, den heer von Bismaick
verzoekende deze nota ter kennis van zijndoorluchtigen vorst
te brengen, heeft tevens in last er den wensch bij te voegen,
dat het Pruissische ministerieeven loyaal en even zoo
zonder, omwegen, als het Oostenrijksche ministerie dat ge
daan heeft, de verdenking van zich zal afwerpen, dat het in
do bedoeling van Pruissen ligt om den vrede te schonden.
Door op die wijze te bandelen zal de Pruissische regerin g
het vertrouwen van het algemeen op het behoud van den
vrede in Duitschland herstellen, een vertrouwen, dat nooit
had behooren geschokt te worden.
Op dit schrijven schijnt een niet ongunstig antwoord uit
Berlijn gekomen te zijn, althans een telegram uit "VVeencn
van gisteren meldt, dat, ten gevolge van in omloop zijnde
vredelievende geruchten, aldaar een groote opgewondenheid
heerschte onder de kringen der beursbezoekers, en de effec
ten aanzienlijk gestegen waren.
Nadere tijdingen worden met gespannen verwachting te
gemoet gezien, waaruit het blijken zal of men zich op goede
gronden in een gunstig vooruitzigt heeft verblijd, dan wel of
hier aan een bloote bcurs-speculatie te denken valt.
De woordelijke inhoud der Pruissische depêchoaande
Duitsche Bondsstaten, gedagteekend van 24 Maart, is door
de Duitsche bladen medegedeeld. Daarin wordt uiteengezet,
dat Oostenrijk, zonder duartoc door Pruissen geprovoceerd
te zyn, dreigende militaire maatregelen op de Pruissische
grenzen genomen heeft, waardoor dat land gedwongen is
zich mede uit te rusten. Voorts zegt de heer von Bismarck,
dat Pruissen waarborgen moet zoeken voor zyn veiligheid,
die het te vergeefs gezocht heeft in een verbond met Oosten
rijk. Het Duitsche karakter van Pruissen en de Duitsche
gezindheid van den vorst van dit rijk, maken dat de waar
borgen allereerst in Duitschland gezocht worden.
De instellingen van den Bond zijn echter ontoereikend
voor een actieve politiek, zelfs dan, wanneer enkele regerin
gen goeden wil aan den dag leggen; Pruissen moet derhalve
op oen Bondshervorming aandringen, welke in overeenstem
ming is met de reële verstandhouding. Hiertoe is Pruissen
te eerder genoodzaakt, aangezien zijne geografische ligging
maakt, dat zijne belungen identiek zijn met die van Duitsch-
land.
Graaf von Bismarck verzocht ten slotte om antwoord op
do vraag of, en zoo ja, in hoever Pruissen op ondersteuning
kan rekenen, voor het geval dat het door Oostenrijk aange
vallen, of' door ondubbelzinnige bedreiging tot den oorlog
genoodzaakt werd.
Op die vraag werd reeds door eenige staten geantwoord
met verwijzing naar do bepaling van do Bondsconstitutie,
dat de aanvallende mogendheid op geon ondersteuning der
Bondsstaten kon rekenen,
Ilioruit blijkt, dat de circulaire van den lieer von Bismarck
geheel haar doel heeft gemist; doch dit zal hem te meer aan
sporen om een hervorming van den Duitschen Bond daar te
stellen, waarbij op den voorgrond wordt gesteld, dat het be-
staan der kleinere Duitsche Staten niet meer mogelijk Is dan
l onder de protectie van de eono of andere der groote Duitsche
i mogendheden.
Voor eenigo dagen hadden do visscherlioden vnn Hey-
dekrug, waar het ijs nog vast zat acht groote netten uitgezet,
(Brieven franco).
fcTc-yitrmg<aMTiT.rtvjri^»EargginDiir.w7iTronavmaLTam7imcMrjr^nxnM^iiiiiraamaaia»
Den volgenden dag begaven zy zich in grooten getale, er
waren omstreeks 90 personen bijeenmet hunne sleden op
het ijs, om do netten op te halen. Hiermede bezig zijnde,
ontdekten zij tot hun grooten schrik, dat do Noord-Oostc-
wind de ijsvlukto van het land had afgescheurd en haar zee
waarts dreef. Wie slechts kon,,-trachtte zich te redden, door
van do ijssehotson op den vasten wal te springen; do meesten
dreven echter op liet ys voort", dat zich in de nabijheid van
Poise zette, maar levens verbrokkelde. Ontsteltenis maakte
zich van ieder moester, die met den toestand der ongcluk-
kigen bekend was, en oimiddelijk worden er pogingen in
het werk gesteld otn hen te helpenuls door een wonderwerk
is dit gelukt en niemand omgekomen. Een lGjarigo knaap
vermogt het daarbij zijn vader en een jongeren broeder te
redden. Beiden waren in het water gevallen en op het punt
van te verdrinken. Do knaap sprong eerst op het ijs; het
gelukte hem don vader te vatten, aan wien de jongere zoon
zich weder vastklemde; hij slaagde zoodoende cr in hen zóó
lang vast te houden, totdat er van elders hulp kwam opdagen.
Volgens de officiële staten zijn van 10 17 Maart jl.
in Engeland en Schotland aangetast G261 runderen, tegen
G518 en 7310 in do twee vorige weken. In het geheel zijn
nu aangetast 203,350 stuks, waarvan afgemaakt 39,487,
gestorven 120,S34, hersteld 2S.G56.
Te Romford, in Engeland, zijn dezer dagen twee
knapen opgebragt, omdat zij, op den spoorweg tussckcn die
plaats en Londeneen ijzeren staaf van ruim "22 pond zwaar
en derde half duim dik op de rails hadden vastgeklampt, om
eens te zien hoe het toch ging, als er een locomotief uit het
spoor geraakte. Naar het schijnt, hadden zij daartoe de
tussehenkomst ingeroepen van een kameraadje van slechts
ruim zes jaar. Ofschoon zij alles ontkendenheeft evenwel
deze kleine handlanger met zijn gesnap bij don regter alles
aan hot licht gebrngt. Hun voornemen werd alleen verijdeld,
doordien een inspecteur, in den trein van Londen naar llom-
ford gezetennabij do CopthaU-brug toevallig op het undero
spoor de staal' zag liggen. Hij slapte daarom bij het oeraie
station uit den trein en begaf zich op do locomotief van een
volgenden trein, die in de rigting van do genoemde brug
terug moest.-In do nabijheid der plaats gekomen liet do
machinist den trein ophouden, terwijl de inspecteur tevens
de twee jongens bemerkte, die zich verscholen hielden. Hij
sprong dadelijk van do machine cn liep op do knapen toe,
die dwars over do velden op do vlugt gingen, maar toch
weldra met de hulp van eon politic-agent gegrepen werden.
SCHIEDAM, 3 April 186G.
Naar wij vernemen circuleert alhier ter onderleckc-
ning een adres door HH. branders in te zenden aan dó
ministers vnn finantiön en van buitenlandsche zaken, waarin,
met verwijzing op do belangrijke uitbreiding van den gist-
lianucl, die in de laatste jaren zoozeer is toegenomen, dat hij
thans ruim vier- zelfs vijfmaal meer bedraagt dan voor 25
jaren, cn waardoor dooverigenskwijnende branderijen aan
zienlijke bijdragen leveren in 's lands schatkist, gewezen
wordt op het hooge invoerregt dat in Pruissen van do gist
geheven wordt, dat niet minder dan ongeveer honderd per
cent bedraagt van de gemiddelde waarde, een rogt te
onredelijker, omdat de gist vroeger bij den invoer in dat
koningrijk niet meer dan ƒ1.50 per honderd pond bedroeg
en hij de tariofwot van 18G2 zelfs geheel is vrijgesteld.
Zulk een hoog inkomend regt, met een verbod van invoer
schier gelijk staande, maakt alle verder betoog geheel over
bodig hoezeer het belang van de Norlerlandsche branders
betrokken is in de opheffing van dat verbod; do hoogst on
gunstige toestand toch, waarin, do branderijen, ten govo'ge
van don Noord-Amcrikaanschen oorlog, inde laatste jaren
vorkeeren, zóó zelfs, dat de branders zich genoodzaakt heb
ben gezien om zich tc veree^igon tot beperking van do
productie van gedistilleerd, niet tot het bejagen van winst,
maar cenig en alleen tot roatjging van hun verlies, zoodot
dan ook do bedoelde beperking telkens ophoudt, zoo dikwijls
dat verlies niet grooter is dan 50 cents per vat, is nog geens
zins verbeterd door liet eindigen van dien strijd; daarop is
gevolgd de runder-typhus, waardoor de opbrengst van de
spoeling, gemiddeld voor een gewone branderij op f 3500
's jnars berekend, sleclit3 geringe waarde heeft, en zelfs ge
durende eenigen tijd geheel onverkoopbaar is geweest cn
voegt men nu hierbij, dat de uitvoer vun do gist in 1864
7,428,000 pond tegen 6,622,000 pond in 1865 bedroog, dan
volgt daaruit van zelf, dat do branders dringende bchoefie
hebben aan do gelegenheid tot nfzet van gist, en het koning
rijk Pruissen daarvoor even gunstig voor do consumlic is ge
legen als Belgie on Engeland, welke beide hinden in 18G5 uit
Nederland trokkon 6,545,000 pond togen Pruissen 77,000.
Adrcssunton komt het voor, dat tot het verwerven van
dien toegang in laatstgenoemd rijk zieb thans een gunstige
gelegenheid opent, bij de to verwachten onderhandelingen
met Pruissen omtrent liet met dut rijk bestaande trnctaat tot
wering van den sluikhandel;en ofschoon erkend wordtdat
hot onderwerp verschilt van dat, hetwelk zij beoogon, vlcijon
zij zich echter, dat dat vorschil niet zóó groot is, dat die
onderhandelingen niet tevens dienstbaar zouden kunnen ge
maakt wordon aan bet erlangen van zoodanige verbetering
in de wetgeving op der. invoer, als allezins billijk en regt-
ADVERTENTIEN:
Prijs van den pevvonen rrjjol ƒ0.10.
Tot 10 regels f 1,00. Zegclregt voor iedere plaatsing - 0,35.
matig is, en door liet belang vun bunnen hoogst aanzienlijken
tak van nyvetheid gevorderd wordt, wiens werking veel
meer dan meestal erkend wordt, zoowel den graan- en
anderen hnndel, als do scheepvaarten vele andere bodrijvon
krachtig ondersteunt en bevordert.
Op grond van een en ander verzoeken dan ook adressanten
aan do genoemde ministers, eerbiedig doch tevens dringend,
dat het hun behagen moge de voreischto maatregelen te
nomen om het regt van invoer op do gist in het koningrijk
Pruissen of geheel te doen opheffen, zoo als hier te lande ge
schied is, bt althans zóó zeer to doen verminderen dat de
Ncderlandschc handel in dat artikel met dat rijk mogelyk zij.
Do Stunts-Courant bovutccn opgave der in Nederland
gevestigde hoofden van huisgezinnen of op zich zelf staande
persend, die in liet jaar 18G5 als landverhuizers overzee
zijn gegaan. Daaruit blijkt, dat vertrokken zijn G09 mannen
en 73 vrouwen. Totaal 682. Naar de gegoedheid was de
verdecling aldus: 100 wcigestclden, 365 mingegoeden, 216
behoefiigen on 1 onbekend. Nuardo beroepen of bedrijven
zijn onder anderen vertrokkenals arbeiders, arbeidsters cn
daglooncrs 233, brood- en koekbakkers 10dienstboden
cn bedienden 49, gouvernante 1, hoef- en grofsmedon G,
kantoorbedienden 4, kleermakers 6, koopliedon 9, land
bouwers en kneehis 70, schippers en varensgezellen 8, tim
merlieden 12,zonder beroep 54.
Volgons do opgaven van de gemeentebesturen nopens do
redenen tot landverhuizing zijn vertrokken: tot verbetering
van bestaan 475, ter verkrijging of aanvaarding van lands-
en andere betrekkingen 30, militaire dienst 50, als onder
wijze^, als zendeling 1,het eindigen van verlof 2, uitoefening
van beroep 1, huur of aankoop van binderijen 1, achteruit
gang van zaken 1, om een huwelijk aan te gaan 3, het volgen
van familie betrekkingen 28, wegens familio-oneenigheden 1,
ter verbetering van gezondheid 1, zucht naar verandering G,
op avontuur 3, terugkeer naar het vaderland 1, tot ontdui
king ecner gevangenisstraf 2, otn onbekende redenon 73.
In de dezer dagen te Amsterdam gehouden juarlykscho
algomcene vergadering der IIoll. IJzeren Spoorwegmaat
schappij is de balans cn winstverdeeling met atgemecno
stemmen goedgekeurd, en het dividend over 1865 vastgesteld
op 7'A pCt., of 72.50 per aandeel, waarvan reeds in Octo
ber jl. een voorloopig dividend van 20 is uitbetaald. De
aftredende commissaris jhr, W, van Loon is op nictnv be
noemd.
De voorzitter heeft medegedeeld, dat in een volgende ver
gadering welke zoo spoedig mogelijk bijeengeroepen zul
worden, do raad van administratie een voorstel zal doen om
gemagtigd to worden, ten einde, in stede van dc nog niet
geplaatste 2G34 obligation der beide geldleeningen van
y'4,GOO,000 en 5.000,000, wolke alleen ten behoeve der
geregelde aflossing in stand gehouden zullen worden, een
vergrooting van het maatschappelijk kapitaal, ten bedrage
vun 2,500,b00 tc doen plaats hebben, met verdere opdragt
om daarbij al die maatregelen te nemen, welke in het belang
zoowel van dc oude aandeelhouders, als van de maatschappij
in 'talgcmeen wonschelylc zullen voorkomen.
De lieer 11. S. J. van Rijsoort, predikant to St. Pan-
erns, heeft bedankt voor het beroep naar Kockengen, prov.
Utrecht.
Naar wij vernemen is door C. Wiciinga, fabriekant
in koperwerken cn werktuigen tcGroningen.een belangrijke
uitvinding gedaan ten aanzien vaneen water-, zuig-cn pers-
werktuig, dat groote veranderingen, vooral op hel brand
spuiten-gebied, kun doen ontstaan, Sedert de uitvinding der
brandspuiten zijn deze, wat de onderdeden betreft, veel ver
beterd, doch in hoofdzaak zijn zij gelijk gebleven aan do con
structie, zoo als onze lundgenoot Jan van der Heijde die heeft
uitgevonden. Men moet toch nog bij een tamely k groote
brandspuit 1GA20 man tot het pompen bezigen,en is de las
tige op- en nedrgaande beweging der zuigers nog altijd blij
ven bestaan,en doornietsandersvorvaugen,niettegenstaande
in de laatste jaren dc vraag naar verbetering en vereenvoudi
ging zich vun vole zijden opdeed. Het nieuwe werktuig van
\Vieringa neemt alle bovengenoemde bezwaren weg, nume-
lyk: do krnchtaanwending op en neer is vervangen dooreen
dmnyende beweging, waartoe slechts 2 personen worden
voroischt, terwijl 4 dezer werktuigen niet meer plaats beslaan
dan een gewone brandspuit. Dezer dagen is dit werktuig te
Groningen beproefd cn heeft het verrassend resultaat opge
leverd, dat het in uitwerking gelijk staat met do grootste
brandspuit, aldaar aanwezig, cn alzoo ceno hoeveelheid wa
ter van 300 kan per minuut verplaatst.
De 's Grnvenlmagscbo kermis zal aanvangen op den
tweeden Maandag der maand Mei, zijnde voor dit jaar den
14 van gezegdo maand, cn eindigen op Dingsdag dor daar
aan volgende week, zijnde den 22 Mei.
Dio kermis zalo. n., bezocht worden door een carrousel
vc een geheel nieuwe vinding, zoo als er hier te lande nog
i 'ii' ner een liecft bestaun, cn wel do kolossale kan genoemd
,rdcn. Ton einde zich daarvan oen denkbeeld te vormen,
dictie, dat do spil, die van ijzer is, ccn hoogte heeft uit den
begancn grond van 25 voet, waaraan do van ijzer geslagen
bogen beugels zijn bevestigd, die twee boven elkander ge
plaatste cirkels ondersteunen, waaraan do banken enz. zijn
verbonden. Elko cirkel heeft een middellyn van 30 voet.
Om in de bovens'e te komen, zijn aan den binnenkant trappen