B e k e n d m a k i n g.
Woensdag 11 Apri
Verschijnt MaandagWoensdag en Vrijdag.
I.
ALGEMEEiroyEBZIGT.
hiuwihiujih wiiMK^iiiimuMognawauiiiuynwii
AB ONNEMENT:
Abonnementsprijs per Drie Maanden1 85.
Franco per Postdoor liet gcbeele Rijk, - 2,25.
Db Bunossisins'iER vax Schiedam
Brengt hiermede ter kennis van alle belanghebbenden, dat
de AUDIENTIEDAG van den ileer Commissaris des Ko-
nïngs in de Provincie Zuidholland niet meer des Maandags,
maar des Zaïurdagsaanvangende des morgens ten elf ure,
zal plaats hebben; en 'zulks roeds* £e"Bëginnënmet den 7den
April e.k.
Zijnde deze verschikking gcmelden lieer Commissaris
wenschelijk voorgekomen, daar het verleenen van audiëntie
op denzelfden dag, waarop de Heer Minister van Binnen-
landscho Zaken voor het publiek te spreken is, den belang
hebbenden, die beide autoiiteitcn over hetzelfde onderwerp
wenschen te onderhouden, hot ongerief eoner dubbele reis
zoude kunnen bespareu.
Schiedam, den 9 April 1866.
De Burgemeester voornoemd
L. KNAPPERT.
Het antwoord van Pruissen op do bekendo Oostcnrijkscho
nota vun 31 Maart is in zijn goheel bekend geworden en door
dezen met genoegen, door genen mot afkouring ontvangen;
de Wecner dagbladen geven daarover zelfs hunne verbolgen
heid te kennen en niten den wcnsch, dat de kwestie naar den
Bond zal worden gebragt.
Het is dan ook niet te ontkennen, dat de toon van dit
schrijven zeer stroef is, en sommige zinsneden duidelijk te
verstaan geven, dat men oneindig liever met het zwaard dan
met de pen geantwoord had, doch tegen wil en dank genood
zaakt wordt toe te gevenof althans den schijn daarvan aan
te nemen.
Zooals van zelf spreekt, werpt Pruissen de schuld van den
tegenwoordigen gespannen toestand geheel op Oostenrijk;
de vrees voor het verstoren van den vrede, zoo wordt er ge
zegd, is uitsluitend te wijten aan het feit, dat Oostenrijk,
zonder aanneembare aanleiding, sedert den 18 Maart begon
nen is aanzienlijke strijdkrachten op dreigende wjjze tegen
de Pruissische grenzen te laten oprukken. Het geheim,
waarmede die krijgstoerustingen uitgevoerd werden, en het
stroven om den omvang daarvan, waarmede de koninklijko
regering volkomen bekend was, voor haar geringer te doen
voorkomen dan hjj washebben den allezins natuurlijken
indruk slechts kunnen versterken, dat de sedert veertien
dagen dagelijks toenemende keizerlijke troepen aan de Noor
delijke grenzen van Oostenrijk tot een offensieve, vijandelijke
onderneming tegen Pruissen bestemd waren.
In weerwil hiervan heeft do koninklijke regering veertien
dagen lang, tot 28 Maart, met het nemen van verdedigings
maatregelen gedraald: eerst toen, door het aantal en de
positie der Üostenrijksche troepen aan do Bokccmsche
grenzen, de veiligheid van het Pruissische grondgebied af
hankelijk droigdo te worden van de besluiten van lietVVeener-
kabinct, heeft Z. M. bevolen, maatregelen te beramen tot
bescherming des lands, en gelij ktijdig acte genomen, dat bet
de keizerlijk-Oostenrijksche regering was, die door militaire
bedreiging van do Pruissische grenzen, waarvoor tot nu toe
nog geen motieven waren opgegeven, een toestand van span
ning te voorschijn heeft geroepen, waarvan tot dusverre in
de politiek en in het staten-verkeer van Europa elk voor
teeken ontbrak, en waarvan do koninklijko regering do ver
antwoordelijkheid ton eenenmale van zich moot afwerpen.
De nota eindigt met de woorden, dat het der koizerlijko
regering niet aan do gelegenheid zal ontbrekenom haro
wolwillcnde gezindheid jegens den Pruissischen staat door
daden te tooncn.
In tegenspraak met een beweren, dat to Weenen het ant
woord van Pruissen in dien zin word opgovat, dat men het
oorlogsgevaar als geweken acht, wordt in de nota van Oos
tenrijk, op bovengenoemd schrijven van Pruissenverlangd,
dat laatstgenoemde staat do krijgstoerustingen, den 28 Maart
bevolen, zal intrekkenOostenrijk hoeft geen krijgstoerus
tingen terug te nemen, om do eenvoudige roden, dat het zich
niet heeft uitgerust. Ton blijko dat von Bismarcks schrijven
op het Oostcnrijkscho kabinet geen gunstigen indruk heeft
gemaakt, is hot rescript van Oostenrijk in geen vriondelijken
toon vervat, on is te beschouwen als een sommatie, terwijl
aan Pruissen provocatie en onderhandse!) spel met Italië
vrordt verweten. Men verzekert, dat Oostenrijk de onder
handelingen niet zal voortzetten, zoolang Pruissen niet
overgaat tot ontwapening.
Het schijnt dat Pruissen in antwoord op Oostcnrijk's
schryvcn een voorstel heeft gedaan tot eon buitengewone
zitting van den bondsdag. In die zitting steldo Pruissen voor:
1. uit directo keuzen door algemeen stemregt een vergadoring
te benoemen, dio togen een nader te bepalen dag zou bijeen
komen, om een voordragt dor Duitsche regeringen ovor een
horvorming der bondsconstitutic in ontvangst te nemen
2. dat de regeringen zich tusschontyds met elkander zouden
verstaan, om dio voordragt vast te stellen.
Of hot doel van Pruissen met de hervorming van de bonds-
constitutio, namelijk zyn oppormagt over do Noordelijke
staten van Duitschtandbereikt zal wordenbetwijfelt men
zeer.
Zooals men meent, is Oostenryk van plan, bijaldien een
(Brieven JFranco).
onvoldoend wederantwoord van Pruissen inkwam, onmid-
dclijk bij don Bond op Kriegsbereitsclmft aan te dringon.
Daartegen wordt van den kant van Pruissen nangovoerd,
dat de tegenwoordige strijd tusschen do boido grooto Duit
sche mogendheden ontstaan is uit de kwestie der Hertog
dommen, en betrekking heeft op do rasuitaten der gemeen
schappelijke actie der beide mogendheden. Deze actie nu in_
allo hare vertakkingen behoort niet tot het gebied van den
Duitschcn Bond, maar tot het internationaal gebied dor twee
stoten. Pruissen en Oostenrijk voerden geen oorlog tegen
Denemarken in hunne boedanigheid van loden van den Bond,
maar in hunne zelfstandige intcrnationnle positie als Euro-
poscho mogendheden. De Bond werd herhaaldelijk tot deel
name aan den oorlog gesommeerd en de Bond weigerde
herhaaldelijk en nadrukkelijk deze deelname. In dezelfde
zelfstandige positie, zonder deelname hoegenaamd van den
Bond, sloten Pruissen en Oostenrijk met Denemarken den
vrede van Weenen. Evenzoo bragten beiden zelfstandig
de Gasteiner overeenkomst tot stand. Verscheiden latere
pogingen, om den Bond in het een en ander to mengen en
hem scheidsregt toe te kennen, werden op gelijke wijze door
Oostenrijk en Pruissen van de hand gewezen. Krachtens
den vrede van Weenen stond Oostenryk als regtmatige
medebezitter het Duitsche Bondsland Lauenburg tegen scha
devergoeding aan Pruissen af, zonder zich om hot protest
van vorscheiden leden van den Bond te bekommeren.
Daardoor is dan ook de eerst later te Weenen gepredikte
theorie van „slechts tijdelijk deposituir bezit der Hertog
dommen'* roeds van te voren door Oostenryk zelf practisch
weórlegd; in deze daad toch is niet alleen een volkomen
souverein-rogt van beschikking over deze landon erkend
maar ook feitelijk uitgeoefend, en wei, overeenkomstig het
volkenregt, zeer wettig.
De Oostenrijksche regering weet zeer goed, zoo betoogt
men ten slotte, dat ze geheel en al inbreuk zou moeten maken
op het Gasteiner verdrag, zoo zij, hare gansche tot nu ge
volgde politiek prijs gevende, de uitspraak over Sleeswijk-
Holstoin aan de meerderheid van den Bond te Frankfort
-wilde toevertrouwen. Zij weet- ook, dat-Pruissen zie'i.aan»
een dergelijke uitspraak niet zou onderworpen, en dat dio
weg derhalve onvermijdelijk tot oorlog moet voeren.
Pruissen voelt maar al to goed waar do schoen hem wringt.
Ware het overtuigd van de medewerking der Bondsstaten
evenzeer als hot nu do zekerheid heeft verkregen, dat het
meerendeel daarvan zijn ovorhecrsching niet dulden zal,
voorzeker zou het een geheel anderen toon hebben aan
geslagen en welligt do eerste geweest zijn die den Bond tegen
Oostenrijk in den arm nam.
Een en andor in aanmerking genomen, kunnen wij, zon
der pessimist te zyn, bij de phase waarin de Pruissisch-
Oosteniijksche kwestie voor het tegenwoordige getreden is,
de toestand niet gunstig noemen, en wij herhalen het vroe
ger door ons vooropgestelde gevoelen: zoo lang von Bismarck
met de leiding der zaken in Pruissen belast blijft, zullen don
kere wolken den politieken hemel verduisterenwant hy
beoogt wat in do eeuw van vooruitgangen ontwikkeling, ten
eenenmale daartogen in strijd is.
Ie KAMER DER STATEN GENERAAL.
In do zitting van jl. Zaturdag zijn de aan de orde gestolde
wets-ontwerpen, waaronder dat tot nadere bepalingen om
trent den accijns op bet gcslagt, met algcmcono stemmen
aangenomen.
Maandag was het eerst aan de orde het wets-ontwerp tot
definitive vaststelling van Hooldstuk VUB (fmantiën) der
staatsbegrooting voor 1866. Daar echter in den loop der
discussie het traetaat roet Pruissen, tot wering van den sluik
handel gesloten, ter sprake kwam, maakte do minister van
binncnlandschc zaken do opmerking, dat, naar de rigting
welke de beraadslagingen hadden genomen, het te vreezen
was, dot do behandeling dor wets-ontwerpen tot afwijking
van deregels der gemeentewet omtrent de plaatselijke belas
tingen, ton behoeve van sommige gemeenten, in dio zitting
niet zou afloopen. Intusschen bestond daartoe, gclyk hij aan
toonde, noodzakelijkheid, en die omstandigheid noopte hem
tot het uiten van den wcnsch, dat de kamer in do regeling
barer werkzaamheden in dit opzigt verandering rnogt bron
<rcn.In»ovol"e dit verzoolt werd de behandeling van het
wets-ontwerp betrekkelijk Hoofdstuk VUB afgebroken, en
die ovor de bedoelde wets-ontworpen aangevangen.
De vergadering heeft achtereenvolgens dio wets-ontwer
pen met algemeono stemmen, sommige op dén na, aange
nomen, waarna do discussion over Hoofdstuk VUB zijn
liervut, doch niet ten einde gebragt.
Per ïrlegraaplionder het afdrukkenwordt
ons gemeld de aanneming met nlgeraecne stemmenop ddn
na, bogrooting (inanticn on crediotwct veeziekte. Do
kamer is gescheiden.
SCHIEDAM, 10 April 1866.
Jl. Zondag werd alhier op do gcbruikclijko wyzo herdacht
de veijuardag van 11. K.IL WilhclmiRaftlariaSophiaLouisa,
zuster des konings, gemalin van Z. D. II. den oif-groot-her-
tog van Saxon-Weimar-Eisenach.
AIVEETENTIBlf:
Prija Tan den pewonen regel/0.10.
Tot 10 regels f 1 UO, Zcgelrcgt roor iedere plaatsing - 0.35.
Jl. Zondag middug is onder de gemeente Oversckio het
lijk opgehaald van een onbekendo jeugdige vrouw.
Do minister van binnenlandsehe zaken maakt in do
Staats Courant bekend, dat door een van de leden der com
missie wegens deh'veetyphus, worst is onderzocht, die blijk
baar uit vleescli van zieke runderen afkomstig on uitslecht
.vQt....was_zamengeateld._Zij was uitwcndig.slapenbesckim.-_
meld, terwijl zij bleek sterk gerookt en gepeperd te zijn.
Men wordt gownarschuwd togen liet gebruik van zoodanige
worst, die als hoogst schadelijk voor do gezondheid te be
schouwen is.
Blijkens een offieielo kennisgeving der Noorweegsclio
regering is in Noorwegen op nieuw de invoer verboden van
rundvee, schapen, geiten en varkens, van onbereide huiden
cn veilen (ook gedioogd en gezouten), van onbewerkte wol,
huiren, horens, klaauwen cn beenderen,ongezouten of ontoe-
bereid vleesch en spek cn ongesmoltcn talk, van voeder on
gebruikte stalgoroedscbappen. Dit verbod is niet toepasselijk
op huiden, horens cn wol afkomstig uit overzccsclio bezittin
gen, cn die slechts een in het verbod begrepen haven zijn
doorgevoerd.
Blijkens een bciigt van Z. M. gezant te Londen, zijn
de lords van den Privy Council van oordeel, dat voor het
oogenblik niet kan wovden getreden in het uit Groningen en
Fiieslund gedaan verzoolt, om ophelfing van het verbod van
invoer van vee, voor zoo ver die provinciën betreft. Echter
worden door de regering voortdurend pogingen aangewend,
om die opheffing te verkrijgen.
Naar men verneemt heeft Z.K. II. prinsFrederik, in
de laatstgehouden vergadering van do loge 1'Union lioyule,
uit aanmerking van HD gevorderden leeftijd, zijne betrek
king als grootmeester van do loge nodergelcgd, zoodat op een
nader te bepalen dag oen keuzo voor die hoogwaardige be
trekking zal moeten gedaan worden, terwijl tevens het voor
nemen bestaat om aan Z. K. II., wegens de 50 jarige verbin
ding aan de vrijmetselarij in Nederland, hetzij in de resi
dentie, hetzij in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam,
een groot feestmaal aan te bicden.
->Dc leden Van de voormalige vrijwillige ilankeur-kom-
pngnio Groninger cn Franoker studenten, voor zooverre nog
in leven, worden door lieeren commissarissen te Groningen:
jhr. mr. W, Lnmnn Trip, prof. E. J. DiestLorgion en jhr.
mr. J. D.Lewo Quintus, uitgenoodigd tot liet vijfde herinne
ringsfeest op den 22 Augustus 1866 in bet lokaal der sociëteit
Amicitia te Groningen.
Do ljjst der leden is opmerkelijk; zij vermeldt, dat er bij
het uitschrijven van do uitnoodiging nog honderd personen
in leven zijn van de 139, welke in 1830 uittrokken. Tot 1850
waren er 15, tot 1856 24, tot 1861 31, en tot 1866 maar 39
overleden. De nog levende leden zijn alle in de kracht van
hun leven, van 54 tot 60 jaren oud. Zeer uiteenloopendzyn
do stand en de werkkring in welke zij geplaatst zijn.
Do meeste leden zij n predikanten; een ander gedeelte vindt
men in regterlyko betrekking; één is lid van de eerste kamer
der staten goneranl, ddn is lid van den raad van state, ddn is
lid van den beogen raad; verder zijn er onder notarissen,
kantonregters, burgemeesters, professoren, een logement
houder enz.
By het, ook in deze stad, toonemend gebruik van pe
troleum, achten wij het niet onraadzaam, de aandacht te
vestigen op het volgende middel, dat bekend gemaakt is om
te ontdekken, of potroloum vorvalscht is, hetgeen thansmeer-
malen plaatsgrijpt. Voor het grootste gedeelte gebruikt men
minerale oliën van geringe waarde, b, v, paraffin, welke men
roet ligt ontvlambaro petroleum-essence ofnaphtavermongt.
Deze mengsels onderscheiden zich niet in kleur van do echte
petroleum, maar daarentegen zijnzij ligt ontvlambaar endcr-
halvo in hot dagelyksch gebruik zeer gevaailijk, omdat men
zich daarbij aan ontplolfing blootstelt. Om to ontdekken, nf
petroleum vorvalscht is, bezige men een eenvoudig middel.
Men giet een weinïgjo van do petroleum, die men wil be
proeven, in een glas, dat bijna tot aan den rand met water
is gevuld, zoodat het er ter dikte van oen stroohulm op
ligt, en beproeft dan of hot vlam vat, als men er oen bran
denden lucifer bij houdt. Zuivere petroleum ontbrandt op
die wijze niet, doch stellig zal hot olieachtig vocht vuur
vatten, wanneer het met meer dan 12 procent naphta is
vermengd.
Op allerhande wijzen tracht men heimelijk vee in
Friesland in te voeren. Zoo geschiedde hot ecnige dagen ge
leden, dat een vrouw to Ileorenveen, die te Smildo een jong
biggetje had gekocht, na hot vun een muilbandje voorzien
en in doeken gewonden tc hebben, hot op bare armen nam
met een boezoluar bedekte cn, met het voorkomon van een
kind te dragen, du grenzen ongohindoid wist te passeren.
Men heeft menigmaal kunnen opmerken, dut do astro
logen van den nieuworen tyd door combinatie van cijfers tot
resultaten zoeken te komen, welke de oude sterrekykors
meenden uit waarnemingen, aan liet firmament gedaan, te
kunnen verkrijgen. Zoo doelt oen der Fransohe bluden een
combinatie van cyfers mede, die alleraardigst is, minder
aardig evenwel voor de dynastio van Napoleon, indien een
maal mogt blyken, dat do astroloog, dio do vinding deed, de
waai beid voorspelde.
Lodcwyk Philips cn zijne vrouw kwamen in 1830 op den
i