m Hl? JAAR 1866. ^lmEEIlöEET$mEr~ M A". 1867. r ij d a g a si a a a* ij. Verschijnt MaandagWoensdag en Vrijdag. V. «BANT. A 33 ONNEMEN Tj Abonncmcnhprijn per Drie Maandenf 1.85, Franco per Postdoor lie! gcbeele Ryk,- 2 25. ScBtMpoa Franco.) ADVEÏÏTEÏÏTIBN: Prijs ran den [jcwonen regelf 0,10. Tol 10 regels f 1 00. Zegclregl voor iedere plaatsing - 0,35, aaccaMasgamscaaa; Bs&aaaggua asaaa acacggagaoaasreac aaaaai aac: Do keizer van Oostonrijk liet den 31 Maart con schrijven aan den graaf„von,Bismarck ovcrliandijcn, dat in rondo woorden Oostenrijks voornemen inhield en wnaiin werd aangedrongen, dutsPruisscn zich evonzoo zonder omwegen zoude vorklaren, hoe het van plan was lo handelen. In die nota kwam o a. voor, dat Oostenrijk zich rerpligt achtte om de verantwoordelijkheid van zich te wotpen, als zoude het schuld hebben aan de vrees die onts'aan is voor een oorlog met Prnissen. Uien is zelfs zoo ver gegauti van te wijzen op de mogelijkheid van een aanval van Oostenrijk op Pruissen. Alhoewel het nn van een nlgemoene bekendheid is, dat zoodanige beweringen op geon zodelijkcfi grond rusten, stelt de Oostenrijkeehe regering er evenwel prijs op protest aan te leekenen tegen beschuldigingen, dio in lijmegien strijd zijn niet de feiten. Do heer Kuioiyi beeft derhalve in last bekomen aan den heer von Bismarck ten krachtigste te ver klaren, dat niets meer verwijderd is van de bedoelingen van Oostenrijk, don een vijandige handeling tegen Pruisoon. Niet slechts dat de keizer bezioid is met gevoelens van vriend schap jegens den persoon' des konings van Prnissen, gevoe lens waarvan de keizer zoo dikwerf blijken heeft gegeven, zoowel door woorden als door daden, en die gezegde vijan dige bedoelingen op de meest formele wijzen uitsluiten maar de keizer vergeet evenmin welke vei pligtingonOostcn- rijk en Pruisser. plcgtiglijk hebben aanvaaid, toen zijde Duitscho bond3-acte onderteekenden, De keizer is vastelijk besloten, om, voor zooveel hete' betreft, niei te handelen in strijd met' art. li van de börtds-acfe, bij welk artikel aan al de leden der confederatie wordt verboden om met geweld herstel van hunne grieven te zoeken.De gezant, den beer ven Bismarck vei zoekende deze nota ter kennis van zyn door- luchtigen vorst te brengenheeft tevenS in last er den wonsch by te voegen, dad het PruïsSisehe ministerie, oven loyaal en even zoo zonder om wégen, afs het Oostenrijksche ministerie dat geduan heeft, de verdenking van zich zal afwerpen, dat hot in de bedoeling van Pruissen ligt om den vröde te schen den. Door op die wijze te handelen zal de Pruïssischo regering liet vertrouwen van bet algemeen op het behoud van den vrede in Duitscliland herstellen, een vertrouwen dat nooit had belmoren geschokt te worcfén. Pruissen had zich deta 24 Maart tot de Duitscho bondssta ten gewend. De depêche waarin liet zijne giieven uiteenzette, behelsde, dat Oostenrijk zonder daartoe door Pruissen ge- provocceid te zijn, dreigende militaire maatregelen op de Pruissischc grenzen genomen hadj Waardoor dat land ge dwongen was zieli mede uit te ruston. Nog zeidé do heer von Bismarck daarin, dat Pruissen wnarboigen moest zoeken voor zync veiligheid, die het te vergeefs gezocht luid in een verbond met Oostenrijk. liet Duitsche karakter vnn Pruis sen en de Duitscho gezindheid van dén vorst van dat rijk, maakten dat die waarborgen allereerst in Duitscliland ge- O O zocht worden. Do instellingen van don bond zijn echter ontoereikend, zoo luidt hot verder in die depêche, voor een actieve politiek, zolfs dan, wanneer enkele regeringen goeden wil aan den dag leggen; Pruissen moet derhalve (en hier komt do aap uit den mouw) op eon bondshervormingaundringon; welke in overeenstemming is met de reële verslandhouding, llior too is Pruissen te eerder genoodzaakt, aangezien zijne geo grafische ligging mankt, dat zijne belnngon identiek zijn mot die van Duitscliland. Ten slotte verzocht do graaf von Bismarck antwoord op do .vraag of, en zoo ja, in hoever Pruisson op ondersteuning kon rekenen, voor het geval dat het door Oostenrijk aan gevallen, of door ondubbelzinnige bedreiging tot den oorlog genoodzaakt werd. Op die vraag word door eonïgo staten bijna oomiddelijlc geantwoord mot de verwijzing naar de bepaling van do bondsconstitutie, dat do aanvallende mogendheid op geen ondersteuning der bondsstaten kon rekenen. Hieruit bleek, dat de circulaire van den heer von Bis marck haar doel geheel had gemist; doch dit spoorde hem te* moei1 aan om een hervorming van don Duitschen bond te bewerkenj wnarby op den voorgrond was geplaatst, dat het bestaan der kleinere Duitsche staten niet meer mogelijk was dan onder de protectie van de eene of andere der grooto Duitsche mogendheden, En hoe hij die stelling heeft doorgedreven, is door de la tere gebeurtenissen opgohelderd. Reeds in ons nummer van den G April van het vorige jaar schreven wij,dat de Slees wij k-Óolsteinsche kwestie niet was de oorzaak van do toenmalige positie, maar dat zij alleen de gelegenheid aanbood bij welke do sinds lang bestaande vijandelijke elementen openlijk konden te voorschijn treden. Het was toch sedort jaren duideljjk, dut Pruissen zich losmaakte van hot stelsel, hetwelk tot dusver de Duitscho staten voor hot uitwendige tot édn ligchaam veroenigdo. Tegenover do uitbreiding van'grondgebied, welke door drie groote mogendheden verkregon was, wilde Pruissen'zich insgelijks" uitbreiden eti wel door annexatie van kleinere Duitsche staten Daarom moest in do eerste plaats de Duitscho bond vernietigd worden, en dat doel was toen 1 cods zoo goed als bereikt. Pruissen luid zich sedei t geruimen tijd aan allo pogingen tot hervorming van debondsconslilutieenhetbonds- levcn onttiokken; daardoor was do weiking van don bond verlamd. De Slccswijk-Ilolsteinsclie kwestie bood de golegenheid aan, om den eersten legtsiroekschen slag aan do bondscon stitutie toe te brengen. Men onttrok deze bondgenootschap- pclyko aangelegenheid aan liet fomm van den bond. De bondstroepen werden op honende wijze uit de Ilcitogdommcn verwijderd. Oostem ijk werd tot deelneming aan don oorlog en ten minste voorloopig tot verdeeling van den buit overge haald. Op liet ongenbltk, waarop de regering van het kei zerlijk, liet welk lot dusver do beschcimer en hoeksteen der foeüeiutie was, zich met de daad of schijnbaar van den bond afwendde, was het verband en de levenskracht uit liet ver zwakte 01 ganismusgeweken. De inwendige ontbinding had een aanvang genomen; de uitwendige moest volgen, Wat wij vroeger voorspelden is nu iceds in vervulling ge komen, cn nog veel meer dan dat. Wij zeiden: liet bezit der Elbe-liertogdommcn maakt Pruissen feitelijk tot uitsluitend meester vun de Duitsche zeekusten en gowigtigsle rivieren. Alleen zijn vloot en bolwerken zullen, voor zoover Duitscli land betreft, duar in aanmerking komen. Hannover, een der krachtigste middenstnten, bijna geheel door Pruissisch ge bied omringd, zal evon als Mockloaburg een enclave van Pruissen woidon. De Iiunsesioden, Diiitachlands gewigtigsto handelsplaatsen,zullen onvoorwaardelijk uan Pruissen moo- ten gehoorzamen. De nota van Oostenrijk aan Pruissen bleef niet onbeant woord. Zooals algemeen verwacht weid, wierp Pruissen de schuld van don toenraaligen gespnnnon toestand geheel op Oostenrijk. De vrees voor het verstoren vun den vredezoo werd o, a. in Pruissen's antwoord te kennen gegeven, is uitsluitend te wijten aar. liet feit, dat Oostenrijk, zonder uau- ncombare aanleiding, sedert den 13 blaart begonnen is aan zienlijke strijdkraohton op dreigende wijze tegen doPruis- siscbe grenzen te laten oprukken. Het geheim, waarmede die krijgstoerustingen uitgevoerd werden, en hetstrevcn om den omvang duarvan, waarmede de koninklijke rcgciing volko men bekend was, voor haar geringer te doen voos komen dan hij was, hebben don allezins natuurlijken indruk slechts kunnen versterken, dat de sedert veertien dagen dagelijks toenemende keizerlijke troepen aan de Noordelyke grenzen van Oostehrijk toteen offensieve, vijandelijke ondornemin tegen Pruissen besterad wuron. In weerwil hiervan heeft de koninklijke regering veertien dagen lung, lot 28 Maart, met het nomen van verdedigings maatregelen gedraald; eeist toen, door het aantal en dc positie dor üostenrykscho troepen aan do Bohcemsclio grenzen, do veiligheid van liet Pruissischc grondgebied af hankelijk dreigde te worden van do besluiten van het Weoner kabinet, heelt Z. M. bevolen, maatregelen te be ramen tot bescherming des lands, en gclijktydig acte genomen, dat het de koizerlyk-Oostenrijksche regoiingwas, die door militaire bedreiging van de Pruissisehe grenzen, waarvoor tot nu toe nog geen motieven waren opgegeven, een toestand vun spanning te voorschyn heeft gei oopon, waarvan tot dus verre in de politiek en in het statcn-vcrkcer vnn Europa elk voorteeken ontbrak, en waarvan de koninklijko regering de verantwoordelijkheid ten cencnmalc van zich moest af werpen. Dit schrijven eindigde met do woorden, dat het der koi- z.erlijko regering niet aan do gelegenheid zou ontbreken, om hare welwillende gezindheid jegens don Pruissischcn staat door daden te tooncn. Op deze nota volgde van den kant van Oostenrijk con rescript waarin verlangd werd, dat Pruissen de krijgstoe rustingen, don 28 Maart bevolen, zoude intrekken. Oosten ryk. zuo werd daarin te kennen gegeven, heeft geen krijgs toerustingen terug te nemen, om de eenvoudige reden, dut het zich niet beeft uitgerust. Dit schrijven van Oostenrijk was in geen vriendelijken toon vervat, en liet verweet mui Pruissen provocatie en ondorhandscli spel met Italië In antwoord op Ooslenrykschschrijven ging van Pruissen een voorstel uit tot een buitengewone zitting von den Bonds dag. Odstcnrijk dftarentcgen'gaf zijn voornemen te kennen, dat bet zijn plan was, bijaldien oen onvoldoend weder antwoord vnn Pruissen inkwam, onroiddulijk bij den Bond op Krïcgsbereitscbafl aan te diingon. Hiertegen weid door Pruissen protest nangetcekond, danr het den Bond onbevoegd verklaarde in deze zaak party te trokkeri,dewijl dc kwestie der Hertogdommen een gevolg was van den oorlog togen Denemarken, die door Pruissen cn Oos tenrijk niet ais loden van don Duitschen Bond gevoerd was. Vervolg hierna). missie zelve zul bly ven bestaan, daar roon een oppertoózigt, vooral bij het verwacht wordend levendig verkeer,voor hoog noodzakelijk houdt. Men loost in eonigo Rijnseho bladen den volgenden wonsch: „Gij, nieuwjaar 1867, wees ons een jaar van liefde/ vrede cn vooruitgang. Doe do rijken arbeiden","en maak "do' arbeiders rijk. Ontneem den woekeraars het graan, en maak hot graan tot woekeraar. Dat hot brood zeer ligt te verkrij gen zij, maar laat bot zoo zwaar worden als do bakkers. Maak het bier zoo sterk als onze dorst, en zoo voedend als een brouwerij. Geef den wijze magt, den mugtige wijsheid. Ver kort de processen, maar niet het regt. Verander nlle kleine hecren in grooto mannen. Maak do rogtsgolcerden vlijtig, en geef der vlijt hare regten. Laat uw licht schijnen in de duisternis, opdat de duisternis licht worde, Luat nlle lands- heei lijke verordeningen heerlijk zijn voor hot land. Bescherm de vrijheid van den arbeid, maar dwing onderkruipers tot loyale concunontie Bewaar ons voor bederf, on leg ons geen belasting op tabak of zout. In het groothertogdom Hessen is aan eenigejonga regtsgelecrden, die dongen nuar een toolatingalsadvokaat, geantwoord, dat vooi loopig geen plan bestond, het aantal udvokatcn te vermeerderen, cn zelfs dat waarschijnlijk hun getal weder tol op vijftig zou worden teruggebragt. liet balf-olïicièlc Frnnsche blad la Patrio geeft met opzigt tot do zaak der afdamming van de Ooster-Schelde als' zyno meaning te kennen, dat in den stand, waarin deze' kwestie op dit oogenblik verkeert, de mogendheden, die he traktaat van Londen vanlö November 1831geteekend heb ben, waarbij het bestaan van Belgio erkend is geworden, zoowel als dio,welke tot den afkoop van den Schcidctol heb ben medegewerkt, zeer wel bijeengeroepen zouden kunnen worden om in het tusschen Belgio en' Nederland gcrozön geschil uitspraak tc doen. Is er dezer dagen op goede gronden beweerd, dat do ouden bekend waren met den stoom, de clcctricitcit en meer andero zaken, die wy gewoon zijn voor uitvindingen onzer dagen te houden, thans beweert men, dat de bliksemafleiders' reeds sedert tal van eeuwen bij de Israëlieten en andere oude volksstammen bekend waren. Men zegt zelfs, dat de tempel van Salomo mot een zoodanigon afleider vooi'zien was. n J SC Sf Nnar wi CH1EDAM, lOJanuarij 1867. ij vernemen is in de afgeloopen week dc eerste Men verneemt, dat, nh liet opheffen der Ryntollcn, in eenige havons commissarissen voor do* Rijnvaart zullen ge vestigd bly ven, tot handhaving van liet reglement, dat door de centrale commissie ontworpen wordt, Gelyk reeds vroe ger werd gegist, wordt ook hieruit opgemaakt, dat die com- spado in den grond gestoken voor het leggen der fundering van een sehoolgobouw, nevens de Onze Lieve Vrouwe Kerk alhier; en zou hierdoor een begin van uitvoering zyn gegeven uan het voornemen der vestiging te dezer stede van bij zondere scholen voot lager onderwijs, van wege het Itoomsch- Cutholyk parochiaal armbestuur. Deze eerste stichting moet betreffen een woonhuis met 8choolloculen voor een tweehonderdtal leerlingen, met het dool om later verdere uitbreiding aan do zaak te geven. in de Ncdeil. Stauts-Courant van ji, Dingsdag, den 8 dezer, is opgenomen de besclny ving van do door do rege- i ing vastgestelde nieuwe lyn van afsluiting tot hot weren van de besmettelijke ziekte onder het rundvee; daarbij is bepaald, dat o. a. die lijn, weike by den zuidwestelijken hoeic van den stormpoldcr, den IJssel overgaat in westelijke rigting langs den regler oever dier rivier, en van do Niouw'o Maas tot aan do zuidelijke punt dor gemeente Kralingen; van daar den kunstweg langs de rivier volgende (den Scbieland- schen Zeodijk) cn den straatweg van Kralingen naar Rotter dam, tot aan den buitencingol dier stadverder liet binnen boord van de buitenste cingolgrochten van Rotterdam tot aun den straatweg naar Dellshaven, dien weg volgende tot' aan den weg die naar het Kntcndrechtsche zeer voertvoorts langs laatstgenoemden weg gaande tot het veer en met inbe grip van het veer den regteroovcr van do Maas on hot Solieur tot in de Noordzeete rekenen van den 12'dezermoet worden bewaakt.In verband hiermede zullen de vroe ger gemelde detachementen infantciic cn kavallerie op uezo"den dug alhier aankomen. O O Q Ann hotoverzigt van don stand iler veeziekte, ge durende do week van 23 tot 2'J December jl, gepluutstin dé ütunts-Courant van 9 dezer, ontlecnen wij hot volgende om- ticnt het arror.dissoraent Rotterdam De aanzienlijke uitbreiding der besmetting te Slcin en Broek heeft spoedig opgehouden. Wel zijn er nog vele run deren anngetast, maar de ziekte heeft hier, als in het goheelo noordelyk gedeelte van liet urrondisseraent, vrij wat minder verwoestingen aangcrigt dun in do voorafgegane weck. Do gemeenten, waar, na de gonoomdo, de meeste gevallen voor kwamen, zijn Gouda, Niou wei kei k a/d IJssel, Noord-Wad- dinxveen en Bergschenhoek. In de omstreken vun Rotterdam is geen verandering van belang ontstuun, maar wel is er de ziekte weder uitgebiokon' in ccuige plaatsen, met name Maassluis, Rotterdam, Capelle a/d IJssel en Kralingen, die sedert een of meer weken waren verschoond gebleven. Hoezeer de steifte-vorhouding in het" algemeen in deze streek niet groot schynt te zijn, zoo is toch- bet karakter dor ziekte zeer verschiilond van'aard, on er zyn, volgons do rapporten der veeartsen, stallen waar GO,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1867 | | pagina 1