HET JAAR 1866.
A°. 1867.
o e ii s d a g
a n u a v ij.
tacbijat laandagWoensdag en Vrijdag.
X.
AtGEMEEPi QVEKZIGT.
BUlTEfóUNDSGHE BERIGTEW,
BRAST:
!iï.'
«3
SLmxtLunMiMu 1m eaBssBmrmmzmxxBBKBBKr.
;cn.
i.
[let
des'
ABONNEMENT:
Abonnemcnlsjirijs per Drie Alaamionf 1,85.
Franco per Postdoor hel gclicclc Kijk- 2.25.
(Bi'k'U'ai ibVgiico.)
ABVXin^ENTIEWs
Prijs Tan den gewonen regel ƒ0.10.
Tol 10 regels f 1.00. Zegelregt toor iedere plaatsing 0.35,
I.mjitu ryw»grrrt-»«-i«irrrTnTTv-n
Uit Wcenen werd een schrijven van den Oostenrijkschcn
minister van bnitenlandsche zaken aan den gezant to Berlijn,
als antwoord op een vroegere depêche vuri Pruissen bekend
gemaakt, en hield o, a. het volgende in: von Bismarck heelt
het geoorloofd geacht te beproeven, om de waarheid aan te
randen der woorden die w ij te Frankfort gesproken hebben
die poging zal niet gelukken. Niet alleen in Oostenrijk,
maar ook in het niet-Pruissisehe Dnitschland beeft de stom
van het openbaar geweten algemeen zich met de onze verce-
nigd; ook in Pruissen zelf zijn cr vele waarheidlievende,
onafhankelijke geesten, op wier oordeel wij ons met vol ver
trouwen zouden kunnen beroepen.
De depêche roerde vervolgens dc jongste Pruissisehe han
delingen in Ilolstein aan, kwam ernstig op tegen de bewe
ringen, die tot Prnissea's regtvruirdiging gesmeed zijnschoof
iedere verantwoordelijkheid voor de ernstige gevolgen van
Pruissen's besluit, om den strijd nu op het gebied der feiten
over te brengen, van de Oosten rij icsehe regering af.
Voorts bewees de depêche hoe Pruissen door woord en
daad, zonder regtmntigen grond, sinds dc Berlijnselic nota
van 26 Januarij 1866 in de Hertogdommen zich een plaats
aanmatigde, die aan den toestand uit het Gasteiner verdrag
gesproten alleen nog maar de waarde van oen geheel en al
precuirenstaut van bezit overliet. Oostenrijk had desniette
min dezen staat van bezit geëerbiedigd, de Gasteiner over
eenkomst niet opgezegd en zou ook het provisorinm, door
deze overeenkomst gegrondvest, ongestoord tot de toekom
stige bondsuitspraak hebben laten voortduren. Dewijl Pruis
sen zijne troepen in Hnlstein liet binrtcn rukken, verbrak het
van zijn kant feitelijk hot Gasteiner verdrag en Oostenrijks
protest grondde zich duarop, dat Pruissen overgegaan was
tot het helpen van zich zelf en door de bezetting van Holstein
niet alleen de verdragsvcrpligting tegenover Oostenrijk, maar
ook art. 11 der Duitscho bondsacto geschonden en art. 19
<ler Wccnor slotaeto uitgowischt had.
Ten slotte behield de keizerlijke regering zich die stappen
voor, waartoe zij genoodzaakt zoudo zijn, nadat niets meer
over was gebleven, d«n zorg te dragen voor de handhaving
barer eer en dc bescherming barer miskende regten.
Van Bismarck verklaarde van zyn kant aan de Pruissi
sehe gezantschappen, dat Oostenrijk's jongste stappen in de
Sleeswijk- Holsleinsche zaak een rcgtstreekscho uittarting
voor Pruissen waren en oen poging om den oorlog te doen
uilbarsten. In zijn schrijven kwam nog voor: In do eerste
helft der voiige maand is uit Wcencn van een onpartijdige
zijde regtstrceks en zonder tusschenkomst van het Pruissi
sehe ministerie, een voorstel tot onzen koning gekomen
O O
strekkende om door directe gednehtenwisseling te vernemen
ol'de keizer van Oostenry k nog het bohoud des vredes wilde.
Dat voorstel vond gerecdelijkcn ingnng bij den koning,
liet behelsde, de Slees wijk-Holstoinsehe zaak cn de bonds-
hervorming gezamenlijk te behandelen en beider oplossing
door die verbinding te bevorderen. Do onderhandelingen,
gevoerd onder den verzoenenden invloed van de bemidde
laars, hebben evenwel, geiyk dc koning mij mededeelt, enkel
het bewijs opgeleverd, dut er te Weencn geen verzoenende
gezindheid meer bestaat. Zij bobben, niettegenstaande'skei-
zers theoretische liefde voor den vrede, doen blijken, dat de
zucht naar oorlog in zijno gehcele raadsvergadering dc over
hand over elke bedenking heeft, zelfs bij diegenen welke zich
vroeger tegen den oorlog hebben verklaarder. dat do zucht
naar oorlog nu ook bij den keizer zeiven bepaald ovenvigt
heeft verkregen.
Niet alleen blijkt bot, dathetgeheol ontbrak aan geneigd
heid om in onderhandelingen, ook maar van vertrouwelijkcn
aard, te treden en om do mogelijkheid eener dading te be
sprekenmaar er zijn ook uitdrukkingen van invloedrijke
Oostonrijksche staatsmannen en raadslieden des keizers uit
'een authentieke bron ter kennis van onzen koning gekomen,
dat 's keizers ministers oorlog willen tot eiken prijs, deels in
do hoop op overwinningen te velde, deels met het doel om
btnnenlandsche moeijclijkhoden to boven te kot,,en, ja zelfs
met hot uitgesproken voornemen, om Oostenrijks schatkist
met Pruissisehe oorlogsschattingen of met een zoogenaamd
eerlijk bankroet uit den nood te heipon.
Met zoodanige uitdrukkingen zijn de daden van liet Oos-
ionrykscbe kabinet maar al te zeer in overeenstemming.
Zyne jongste verklaring in de bondsvergadet ing betrekkelijk
de Sleeswijk-Holsteinscbe zaak kun geen anderen zin dan
een uittarting hebben. In con andere zaak isdouitschrijving
der gedwongen goldlecningin het Vcnetiaanscho, die de ge
steldheid van dat gewost nog meer verbitterend voor do Ita-
lianen maakt, een blyk dat Oostenrijk ook jegens Italic do
gewelddadigste middelen wil bezigen.
Daarmede strookt Oostenrijks antwoord op de uitnoodi-
ging tot do conferentie, hetwelk door al do drie onzijdige
mogendheden is beschouwd als gelijk staunde met een wei
gering.
Zulk eén gedrag kunnen wij ons enkel verklaren uit een
bepaald opzet aan Oostenrijks zyde, om oorlog met Pruissen
te bewerken en om hoogstens met onderhandelingen over
bet beleggen van con congres tijd te winnen voor zijno nog
niet voltooide toerustingen, en inzonderheid voorde toerus
tingen zijner bor.dgcnooton.
Kn hiermede was do penncstrijd tuasehen Duitseblands
beide groote mogendheden geëindigddc strijd der wape
nen was op het punt van uit te breken en zoude do kwestie
verder beslissen.
Tevergeefs drong Pruissen by Ilnnnover aan, dat het zich
onzijdig zoude verklaren, en ging zelfs zdó ver, te dreigen
dat liet dien staat wilde beletten zijn leger te mobiliseren,
waarop Hannover beslootde onderhandelingen met liet Ber-
lijnscho kabinet niet verder voort te zetten. Ten gevolge
daarvan verklaarde de liannoverscho regei ing dut zij, zich
willende voegen naar do bepalingen van de boudsoveieen-
koinst, hare nadere besluiten zou doen afbangen van de uit
spraak van den Bond.
Spoedig verspreidde zich daarop de meening, dat de oor
log zou beginnen mot liet bezetten van llanuover; en dat
men goed bud gezien, werd weldra door de uiikomat bevcs-
tigd. -
Pruissen zond aan do Duitsche regeringen een ontwerp
houdende de grondtrekken vooreen nieuwe bondsregeling;
het bevatte onder anderen de volgende bepalingen: De Oos-
tcnrijkscheen Nederlundsehegewesten worden van den Bond
uitgesloten. Om tot een oorlogsverklaring over te gaan wordt
de toestemming der souvereinen van minstens twee derde
gedeelten der gezamenlijke bevolking des Bonds vereischt.
Verder werd de ooriogsmarine in de Noord- en Oostzee
onder do leiding van Pruissen gesteld, en Kiel alsmede do
inrigting aun de Jahde tot krijgsliavens van den Duitschcn
Bond verklaard. Do legermagt des Bonds zoude bestaan in
een Noordcrleger, onder liet bevel van den koning van Pruis
sen, en in een Zuiderlegor, onder bet bevel van den koning
van Beyeren.
Deze laatste bepaling was voornamelijk daarom gemankt,
ten eindo Beijercn voor liet plan van Pruissen te winnen;
dit gelukte echter niet. In do Beijerschc kamer werd hevig
te velde getrokken tegen de houding dor groote mogendhe
den, die slechts eensgezind waren om hunne positie tegen
over de Duitsche staten beter tot hun voordeel te kunnen
exploiteren. Zoo was het toen, cn zoo was liet steeds. De
zelfstandigheid en individualiteit van Duitschinnd werden
intusschen, zoo heette het verder, niet bedreigd door Oosten
rijk, liet gevaar kwam van Pruissendie regering verbeeldde
zich dat zij een byzondere hoogere roeping te vervullen had
in Uuitschland, en was do meening toegedaandat Pruissen
zich moest vergrooten ten koste van het overige Uuitschland.
Nog werd het vigerende regeringstelscl in Pruissen met
de donkerste kleuren geschetst en genieend dat,zoolang dit
van kracht was, Duitschinnd geen vertrouwen in Pruissen
kon stellen. Het Duitsche volk verlangde wel een parlement,
maar geen parlement uit de handen van von Bismarck. Geen
Duiiseh parlement zou zich vergenoegen behandeld te wor
den als do Pruissisehe volksvertegenwoordiging. Men zou
zich aan geen von Bismarcksch purlcmcnt wagen, uit vrees
dat de leden verbannen of in den kerker geworpen zouden
worden. In dien droevigon tijd dvdon zich slechts tivoe ver
blijdende verschijnselen voor: de vredelievendheid van het
Duitsche volk en de vaderlandsliefde der bewoners van de
Rijnlanden.
Zag men in het eono do zaak zeer juist in, in het
andere werd dio moening bitter teleurgosteld.
Vervolg hierna).
Een belangrijke tyding is uit Frankrijk overgekomen en
wel in den vorm van een keizerlijken brief, waarbij een de.
ciect tot invoering van al de hervormingen in het binnen-
lundsche bestuur, waarvan in den laatston tyd sprako was.
Bij dat decreet wordt het regt der kamers, om een adres
van antwoord vast to stellen, vervangen door het regt van
interpellatie, mits in den sonant,twee bureaux en in liet wet
gevend ligeiianm vier bureaux daartoe toestemming geven.
Dc kamer zal bij de interpellatie de eenvoudige orde van den
dag aannemen, of voor een verzending aan de regering stem
men, waarbij de aandacht der laatste op het doel der inter
pellatie gevestigd wordt. Elk minister kan by speciale vol
magt van den keizer geroepen, worden,om de regering in den
senuatofin bet wetgevend ligclmum te vertegen wooidigen.
liet decreet wordt voortgegaan door een brief des keizers
aan den minister van stnut, waarin aangekondigd wordt,
dat een wet zal worden voorgedragen, om uitsluitend do cor
rectionnclc regibanken uitspraak to laten doen over dediuk
pcrsdelicten. In dien brief wordt gezegd, dat hot evenzeer
noodznkclyk is bet regt van vcreeniging, binnen de perken
die do oponburo veiligheid vordert, wettig te regelen.
De keizer herinnert bij deze gelegenheid aan hetgeen hi
hei vorige jaar gezegd heeft, toen hij do woorden sprak „ik
wil op een vasten bodem gaan, die in staut is om het gezag en
de viyheid te dragen." Die woorden nu, zegt do keizer,
worden door de bovengenoemde maatregelen verwezeniykt
ik ondermyn don bodem niet, die door vyftien jaren van
kalmte cn voorspoed hecht is goworden,maar maak dien nog
hechter, maak de betrokkingen tusschen do groote staats
magton nog inniger, door nieuwe wettelijke waarborgen aan
de burgers te geven. Op deze wijze voltooi ik eindelijk do
krooning van het door den nationalen wil opgetrokken ge
bouw.
Al de ministers hebben den keizer hun ontslag aangeboden.
Do heer Uouher zal de Junutienblijven wuarncmon van
minister van staat en is tevens benoemd tot minister van
(inanticn, ter vervanging van den heer Fould, wious verzoek
om ontslugdoor den keizer is aangenomen.
Maarschalk Niel is benoemd tot minister van oorlog, Ri-
gnult do Genouilly tot minister vun marine en Foreado de la
lioquetlo lot minister vun landbouw.
De lieer Bo'hic is benoemd tot lid van den senaat en tot
grootkruis van het legioen van eer.
Het ontslag door de ministers van justitie, van hot huis dos
izers en voor de aangelegenheden van binnen- en buiten-
1
landscho zaken, alsmedo dat door den president van den
siuatsraud gegeven, is niot door den keizer aangenomen.
Wy behouden ons vuor later op dit decreet terug te komen,
doch kunnen niel voorbij uit de Kölnische Zoitung het vol
gende over te nemen: De ontevredenheid in Frankrijk is
zoozeer toegenomen, dat de keizer iets heeft moeten doen om
de bevolking voor zich te winnen. De druk der belastingen
is groot in bet land; liet volk is verbitterd over het feit dat
Frankrijk zoo weinig succes en zijn nabuur in het Noord
oosten cn het Zuid-oosten zooveel succes heeft gehadbet
ergert zich over do banden die de drukpers zyn aangelegd;
en liicrby komt dut het zich bekommerd maakt over de las
ten, die de nieuwe legei organisatie in het leven zal roepen.
In den senaat rusten de clericalen zich voorts toe om oppo
sitie te voeren in de Romeinsche kwestie. Dit alles nu heeft
den keizer doen besluiten om bovenbedoelde hervormingen
in te voeren.
Uit Miramar wordt medegedeeld, dat do keizerin Char
lotte geheel was hersteld en er reeds aanstalten warden ge
maakt voor haren teiugkeer naar Mexico.
De in der tijd zoovcol gerucht gemaakt hebbende aanslag
op hot leven van den keizer van Oostenryk, blykt van allou
grond ontbloot te zijn, duar de gevangen genomen klcer-
makersgezol, als vei dacht van dien aanslag te hebben willen
volvoeren, dezer dagen op vrye voeten is gesteld, ten gevolge
van het gehouden onderzoek.
Omtrent den tegenwoordigen toestand van Spanje ver
neemt men, dat de regering voortgaat mot de meest mogelijke
sttenge maatregelen te nomen, cn niemand meer veilig in
zijn huis is, die maar cenigzins als verdacht wordt be
schouwd, tegen het ministerie te zijn. Desniettemin is er
echter een nieuw protest verschenen waarin de handelingen
der regering op scherpen toon worden geluakt, en op ver
zet der natie daartegen wordt aangedrongen.
Ook zullen er muatrogelen worden genomen door bet
kabinet tegen den hertog en de hertogin de Motitpensier, die
zich, zoouls men weet, met de zienswijze der koningin niet
kannen vercenigen. Waarin die maatregelen editor zullen
bestaan, is nog onzeker.
Als tegenstelling van bet met zooveel ophef door het
Fransclio gouvernement verspreide berigt, omtrent do expo-
dilic in Korea, wordt de volgende brief van een Franschen
militair, die do expeditie heeft bijgewoond, medegedeeld
Wij hebben Korea ontruimd, tot groot verdriet voor al de
officierenwant de omstandigheden, ten gevolge waarvan wy
vun daar vertrokken zyn, gaven geen genoegzame reden tot
een zoo overhaast vertrek. Nu eenige ontmoetingen die min
der gelukkig voor ons afliepen, omdat uan onze zyde uiterst
onvoorzigtig gehandeld en de vyand al te weinig geteld werd,
keerden wij terug naar hot eskader uan den mond der rivier,
zonder een poging te doen om degeleden tegenspoeden weder
goed te maken. Den volgenden ochtend lazen wy met verba
zing een dagorder van onzen vlootvoogd, waarin bet eindo
der expeditie werd aangekondigd mot verklaring, dat wij
roem hadden verworven, en dat deze onderneming in ver-
eerend aandeuken zou blijven. Des avonds van dien eigen
dag, terwijl wij nog aan den mond der rivier lagen, vervoeg
den zes Christenen uil Korea zich bij onsdie ongolukkigen
verhaalden den vlootvoogd, dut al de andere Christenen van
hun dorp met vrouwen en kindoren zoo even vermoord wa
ren. Dat is een jammeriyke uitkomst onzer expeditie.
liet spoorloos verdwy nen van menseken, zoowel man
nen als vrouwen, is te Parijs in den laatstcn tijd zoo dikwijls
voorgekomen, dat een Parijsch dagblad zich genoopt voelt,
er een uitvoerig artikel over op te nemen, waarin het do
politie gispt, die tot dusver niets uan don dug vermogt te bren
gen, en het publiek waurschuwt, zich 's nachts niet ligtvnur-
dig op straat te wagen en vooral niot zonder zekere voorzorg
maatregelen een bijeenkomst aan te nemen. Dezer dagen is
woder een jongo Araerikuansche dame verdwenen, die met
hare kinderen in de Champs Elysées woonde en wier man
zich te New-York bovindt. Zy ging 's morgens uit onder
voorwendsel een dringende boodschap te tnoelen doen én is
niet teruggekeerd. Men meent, dat zyVdio zich met die
nieuwe industrie bezig houden, hunnoslagtoffers door valscho
voorgevens op een eenzame plaats lokken, om hen dun te