A®. 1867.
S A m g ii s t a s.
Verschijnt laandag ,t Woensdag en Vrijdag.
e nn i s g e v ii g.
Si
e n u i s g e v i n g.
ALGEMEEN 0VER2IGT.
BUlïEHLAiDSGSéE SERIGTEK.
li
G«!Kr^ÖÖ^?r^efr«r48füIyn850 [StaorslUid HÖ737J s
SCIIE1AHSCI1
C10 B A It
ABONNEMENT:
Abonnementsprijs per Urio Maanden,
Franco per Post t door hel gelicclo Kijk
f 1.85.
- 2.25.
(EBrictt'il EVtineo.)
ASVIBl'DKTIEK:
Prij. .on den (jewonon regelƒ0.10.
Tot 10 regels f 1 00. Zegclrogl Toor iedere plaatsing
0.85.
PROCES- VERB AAL van de opening dor Stembriefjes, die,
ter benoeming vttn tweo Leden voor den Gemeenteraad
/van Schiedam, den dertig sten Julij 1800 zevenenzestig
zijn ingeleverd.
Op beden den cenendertigaten July 18Ü0 zevenenzestig, in de Gemeente
Schiedam is door bel bureau ran stemopneming in do ter inlevering ran
stembriefjes hesterndc zaal plaats genomen de» morgen» ton negen «re
Het bureau is tamengcsield uit den Hoor P1LTER JACOB VAN DIJK
VAN MATENESSE, UiirgcmcestcrVoorzitter, cn de llecren JOANNES
BALTIIAAAlt NOLET en JAN MAKGARETliUS VAN DEK SCHALK,
Leden van den Gemeenteraad, sleraopncmcrs.
De Voorzitter plaatst op de tafel de stembus bij hem den dcrligston
Julij 1800 zevenemesttg overgebragt.
Dcïcgels ran do bus worden onderzocht en bevonden ongeschonden te zijn.
l)c bus wordt geopend en betonden driehonderd zestien stembriefjes
tc bevatten.
Uit gctnl met de lijst dor kiezers, die briefjes hebben ingeleverd, vergo
kken zijnde, is gebleken te zijn men groot als bel getal dier kiezers
Nadat de briefjes zijn ondereen gemengd, worden zij dour den Voorzitter
oen voor een geopend en overluid voorgelezen
Hel bureau hoeft van onwaarde verklaard zeven briefjes, waarvan
zus niet vaten ingevuld en een het zegel uuste
Het getal der geldige uitgebragte stemmen is mitsdien geweest drie
honderd negen.
Van dit getal ïijn uiigebragt op:
Den Heer J Leclincr171 stemmen.
J. F. Legner 172 s
d P. J vu» Dijk van Matencsse 114
t Mr. K. A. Poortman 143
Hebben olzoo de meeste stemmen verkregen de llecren J, LEC1INER
cn J. F LEG NEK
La zijn derhalve vcikozcn tot loden van den Gemeenteraad de Hoeren:
JOI1AN FKEDKlUk LEGNER cn
JOHANNES LECHNEK.
En zijn tegen deze opening van «tcmbnefjes, door de in de zaal aanwe
zige Kiezers gcene bezwaren ingebragt.
En na aUuop van dit een cn onder Proces-Verbaal opgemaakt, in
tegenwoordigheid van allen die zich in de zaal bevonden.
Gedaan te Schiedam den 31 Julij 1800 zevenenzestig.
P J VAN DIJK VAN MATENEöSE, Voorzitter
J. B NOLET, c,
J, M. VAK DER SCHALK Slemoimamars.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Brenge."; bij deze ter kenms van de Ingezeieiicndat de Processen-
Verbaal van de op den 30 Julij jl plaatsgehad hebbende verkiezing van tweo
Loden voor den Gemeenteraadter inzage zijn nedcrgelegdopde Secretario
cn dal een afschrift daarvan is aangeplakt aan het Kaadhuis.
Eu is hiervan afkondiging geschud, waar het behoort, den I Aug. 1807.
liurgamcatcr en Wethouders voornoemd
P. J VAMIIIK. VAN MATENE&M5.
Do óccrotans,
A. \V. MULDER.
De Burgemeester van Schiedam,
Brengt bij deze ter kennis van dc IngezetenenDal de Kohieren voorde
Belasting op hel Personeel No 5 en *nn hel Patcntrrgl, wijk A cn B, dezer
Gemeen to. over het dienstjaar 18G%P, door den Heer Commissaris des
Koning» m deze Provincie, oj> den 23 Julij 1807 executoir verklaard
en op heden aan den Ontvanger der Directe Belastingen, ter invordering,
zijn overgemaakt.
Wordende voorts bij deze herinnerd dat een ieder verpligl is zijnen
aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen; alsmede, dal, van
heden af, de termijn van drie maanden ingaat, binnen welken de reclames
tegen dezen aanslag behooren te worden ingediend.
En is hiervan of kontliginggcschicd, waar bet behoort, dcnl Aug. 1807.
Do Burgemeester voornoemd
P, J. VAN DIJK VAN MATEN ESSE,
De ministeriele Berlynsche Norddoutsche Allgemeinc
Zoitung antwoordt op het jl. Zondag door den Ptvrijschen
Moniteur medegedeelde, en in onsnommer van Woensdag in
hoofdzaak overgenomen artikelwaarin do berigten der
Buitsclio bladen aangaande bet overhandigen eener Fransche
nota to Berlijn voor valsch verklaard worden „Blijkbaar
moeten de door den Moniteur aan de Dnitsche drukpers ge
dane verwijten op een misverstand van dat officiële blad be
rusten. De Duitscho dagbladen hebben, zoover wjj welen,
nog nooit van een nota, maar van een depêche gesproken, cn
wel zoo ondubbelzinnig, dat wy tc dier zake zelfs door do
Oostenrijksclie dagbladen aangetast zijn geworden. „Zoo zegt
o.a. de Weener Presse„Het heeft lang geduurd eer do
Pruissischo bladen er toe konden besluiten to erkennen, dat
er een Fransche depêche bestaat waai in de Noord- Slees wij k-
scbe kwestie behandeld wordt. Zy zouden ook nu nog de be-
teekenis van den door Franki jjk godanen stap gaarno willen
verzwakken; zij spreken daaiom niet van een nota of de
pêche, maar van een Frnnsoheinloipellatie. Iu het wezen
der zaak maakt dit echter geen onderscheid; het bestaan
eener Fransche depêche betreffende deze zaak is een feit,het
welk niet langer ontkend kan worden."
Na'vervolgens opgegeven te hebben wat sommige Wee
ner bladen uangnande den inhoud der bedoelde depêche
raecnen te kunnen mededeelcnvervolgt het Berlijnseho
ministerieleblad;
„Indien do Moniteur zich herinnert, dat wy in ons no.
van jl. Zaturdag ten aanzien van deze roededeelingen vor-
klaaidon niet in het geval te verkeeren van iels naders daar
omtrent en omtrent den inhoud der depêche te berigten, dan
schynt do wensoh geregtvaardigd, dat de Duitsche drukpers
niet beschuldigd worde van het „staande houden vnn vol
strekt onware feiten."
„De voiontrustendo beweringen, welke do Moniteur in zyn
nummer van jl. Maandag besnijdt, zijn ie dezer zake weer
uit Deenscho dan uit Duitsche bronnen afkomstig on vinden
weerklank en ondersteuning in de taul, welke de Frunscho
pers teeds te lang tegen Duitschlund en inzonderheid legen
Pi uissen voert.
,,'L'en gevolge van dit tweede" artikel van den* Moniteur
schijnen voor hot overige allo combinatiën to vcrvnllen,
waartoe de vermeende diplomatieke stap van Frankrijk aan
de dagbladen aanleiding gegeven heeft. Wij achten het
daarom overbodig in een nadere beschouwing te treden van
hetgeen met nasnoeenigc Weener dagbladen beweerd hebben
aangaande de bedoelingen, met welke Frankrijk een bemid
deling in do Noord-hleeswykscho kwestie beproefd zou
bobben. Ook schynt liet niet noodzakelijk de waarde to
onderzoeken van het weder uit Kopenhagen afkomstige be
ligt, dat de lieer Béhic ceistdangs met een diplomatieke
zending aldaar zou aankomen, Zoodanig onderzoek zou
hoogstens kunnen bijdragen tot vertraging van bet resuitunt,
hetwelk de Moniteur door zijn vei klaring hoopt te vot krijgen:
geruststelling der publieke opinie.
„Dat resultaat schijnt iniusscben niet met de bedoelingen
der Fransche oppositio te strooken, want deze gaat voort
bet vuur der hartstogten op een in het oog vallende wijze
aan te blazen. Nadat aan do vijanden van Pruisson in liet
wetgevend ligchaum de gelegenheid ontnomen is om aan
hunrieu wrok lucht te geven, hebben hunne medestanders in
den senaat het woord opgevat, waar de hoer Dupin als pre
diker van den kruistogt tegen Pruissen is opgetreden op een
wijze, die eer in den Charivari dan in een zitting van den
senaat schynt te voegen."
Uit Puiys wordt daarentegen aan de Kölnische Zeïtung
geschreven, dat men aldaar den groeten ophef dien de ollici-
ouse Berlynsche bladen v,m oen in zeer algemeone bewoor
dingen vervatte mondelinge mededecling desFransehen zaak
gelastigden maken, eenvoudig beschouwt als een manoeuvre
om invloed uit te oefenen op do kort aanstaande verkiezingen
voor den Noordduitschen rijksdag.
Inmiddels meende do Norddeulsche Algemoine Zeitung
nog nador op doze zaak te moeten terugkomen en wyst te
genover de diplomatieke bemoetjenis van Frankrijk in de
Noord-Sloeswijkscho aangelegenheid op de in Duitsckland
heeischende eenstemmigheid van aile partijen ter afwering
van elke vreemde inmenging in do Duitsche aangelegenheden.
Niettegenstaande het nationaliteitsgevoel in Duitschiand
thans krachtiger dan ooit opgewekt is, heeft toch bezadigd
heid niet opgehouden hot rigtsnoer van het volken destaats-
mannen in Duitschiand te zijn, Dit is gebleken in de Luxom-
burgsche kwestie, waarin Duitschiand toegegeven heef;, daar
niemand ontkende, dat Frankrijk, uithoofde van de ligging
en bot strategisch ge wigt dier vesting, belang had bij de re
geling van het toekomstig lot van het groothertogdom. Maur
zoo veel te meer regt heeft Duitschiand te vorderen, dat bet
ongemoeid blyve in zaken, waarbij Frankrijk geenerlei be
lang heeft. Uit dien hoofde verklaart het ministeriele blad
groote waarde te hechten aan de vredelievende verzekeringen
van den Moniteur, maar tevens te hopen, dut aan do vooit-
durende uittartingen van de Fransche pers een perk gesteld
zal worden.
Tegenover dit een en ander stollen w ij de beweringen van
een ander Fransch ministerieel dagblad van Parys, de Patrio,
dat zich aldus uitlaat; Wij hebben depêches uit Berlyn,
welke doen zien hoevee! overdrijving er is in hetgeen wordt
gezegd naar aanleiding der ondei handeling tusscben Pruis
sen en Denemarken over de uitvoering van art. 5 van hot
Pragor vredesverdrag en over de zaak van Noord-Sleeswyk.
Zelfs do meest gezag hebbende dagbladen van Berlyn zyn
misleid door do kuiperijen, welke ten doel hebben het publiek
in den waan te brengen, dat er in den tegenwoordigen staat
dor zaken iets bedenkelijks iJigt voor Piuissens goede be
trekking met de mogendheden, die zich mot de oplossing
van de tusscben Berlijn cn Koponhugen aanhangige kwestie
bomoeyen.
Het is zeer waar, dat de uitvoering van bctPrager vredes-
vei drag aanleiding tot gesprokken en mondelinge gedachten-
wisselingen tusscben het Bcrlijnsche kabinet en de vertegen
woordigers der andere groote mogendheden heeft gegeven;
doch dat is reeds sedert omstreeks twee maanden, dat is te
zeggen, sedert do eersto depêches, die Pruissens inzigten te
Kopenhagen bekend gemaakt en de bedenkingen van het
Dcensclie kabinet naar Berlijn overgebragt hebben.
liet is insgelijks waar, dat in den lautsicn tijd inzonderheid
Frankrijk cn Rusland mededecling hebben gedaan van hunne
indrukkenwolko trouwens in overeenstemming waren
mot dc- vredelievende gezindheid der regering van koning
Wilhelm.
Ook is hot, eindelijk, volkomen waar, dat weinige dagen
geleden de lieer vooTbiele de vertegenwoordigers van Frank-
ryk en Rusland bij zich heeft ontvangen, goiyk dikwyls is
geschied, en dat in een van dio ontmoetingen de hoer Le-
febvro do Behaine, onzen roet verlof afwezigen gezant Bcne-
delti vervangend, gelijk de heer von Thiele den graaf von
Bistnarck vervangt, oen moor bepaalde opgavo beeft kunnen
doen van do inzigten zyner ïogorir.g, die kennis van Deno-
markens jongste antwoord had ontvangen.
Doch buiten dat een cn ander is er niéts, geen diploma
tieke stap, geen door Frankrijk of Rusland aangenomon
houding, wat tot regtvaardiging der verspreide geruchten of
ook maar tot verklaring der be weringon, van zekere dag
bladen zou kunnen strekken. t r
Kortom, zeggon de by ons ontvnngeffdÖpè'ehea, in de di
plomatieke klingen van Duitscliland'"1Svh'ef~dc"algcmeep.o
overtuiging, dut do zaak van Noord-Slees wyle geen moeyo-
lykhedon gebaard hoeft noch baren kan tusschon de tweo
daarbij betrokken partijen, cn cronmin tusschon haar of een
van huur,en do mogendheden welko onder's hands medewer
king tot de vereffening dier zaak verlcenon,
Uit Bamberg scliryft men, dat de laatsto levensuron
van don ex-kotiing Otto van Griekonland zeer pynlyk waren,
en dat zijn krachtigligchaatn een zwnren doodstrijd lmd door
te stuan. Kort voor dat do vorst hot bowuslzyn verloor, lmd
by nog een kop bouillon gebruikt, hoigocn men als een gunstig
verschijnsel aanmerkte. Eenige uren later blies hij den adem-
togt in do armen zyner gemalin uit, die niet van het ziekbed
govrekcn'was. Do klokken van den dom worden geluid, om
do bevolking mot het overlijden bekend temaken; de vorst
was zeer bemind wegens zijn goedhartigheid on weldadig
heid. Prins Elimar van Oldenburg, neef van koning Otto,
ligt thans ook aan de mazelen, aan welke zieklo laatstge
noemde stierf. Beide vorstelijke personen hebben to Bremen
f Lubeck toevallig iemand ontmoet, die door deze ongesteld
heid wns aangetast, en weldra doden zich ook bij hon do
verochynBelen der ziekte voor.
Het stoiïelyk overschot van den ex-koning zal van Bam
berg naar Munehon worden overgebragt en jn den konink
lijken grafkelder in de kerk der Theutyncn worden bygezet.
De Mcxicano Libre zegt, dat do buitonlandsche gezanten,
dio zich uit de stud Mexico naar Querotaro hadden begaven
ora te trachten de wachthebbende soldaton om te koopen,
naurTucubaynzijn verbannen, terwijl aan prinsosSalm-Salm
San Luis als verblijfplaats is aangewezen.
Gedurende het regtorlyk verhoor word aan Maximiliaan
de volgende vraag gestold„Zijtgy bereid te erkennen, dat
gy verantwoordelijk zyt voor al den twist en tweedragt, die
in Mexico hebben geheersobt, sedert do Franschen liet land
ontruimden waarop do keizer antwoordde„Neen, slechts
Juurez is daar voor verantwoordelijk. Toen de Franschen
vertrokkon, deed ik Juarez een depêche toekomen en stelde
hem voor, dat hij een algomecre amneavie zou proclameren
voor hen, die met mij en do imperialisten waren geweest.
Jumez weigerde dit en mij bleef niets ander3 over dan a! hot
mogelijke te doen ora een groot gedeelte van hot Mexicaan-
sclie volk te beschermen."
Toen de dood van Maximiliaan te Querotaro cn San Luis
bekend werd, zug men menige dame in rouwklcoderen ver
schijnen. liet ligchanm werd gebalsemd en aan den Pruis-
sisciien gezant, baron Mugnus, toevertrouwd.
Er waren nog 49 gevangenen bestemd om te worden ge
ëxecuteerd. Do meeste hunner zyn zeer bekwame officieren.
Zij zouden drie aan drie worden doodgcschoion.
Maximiliaan, zoo meldt men, was slank van taille; zyn
gelauthadeen aangename uitdrukking;zijn mond was groot,
de lippen dik, do oogan blaauw, en zijn prachfig hoofdhaar
was in het roiddon gescheiden. Hy besteedde zeer voel zorg
aan zijn baard cn was er onophoudelijk mede bezig, voor
namelijk wanneer hij in een gesprek gewikkeld was. Hij had
een zeer goed humeur, en misschien kan men van hem zeg
gen, dat hy wat ligtvanrdig was. Hij had oen afkeer van
staatszaken, en zoolang du keizerin zich in Mexico bevond,
liet liy aan haar het grootste gedeelte der staatszorgen over
zelfs vertoonde liy zich zoo min mogelijk in het publiek,
Hy hield veel van tuinieren en waudolen en leefde over
'talgomcen hoogst eenvoudig Intusschcn was hy een aller
aangenaamst menscb, openhartig en vrolyk, een man dio
voor de zijnen steeds leefde. Zyn luchthartigheid was zyn
oenig gebiek, dut tevens oorzaak was van zyn dood; want
zonder dit zou hij de kroon van Mexico niet nun vaurd hebben.
Uit Geestemündo schrijft men: Dezer dagen verliet
oen Amcrikuansch schip Bremei haven, aan booid hebbende
tweo jongelieden, dio zich aan hunne militaire vcrpligltngen
wilden onttrokken door naar Amerika over te steken. De
kapitein van bet vaartuig weigerde hen uit to leveren aan do
Pruissischo autoriteiten. Hieropnadeide een sloop, bemand
met solduten, den Amerikaan, om op nieuw do uitlevciiug
teeischon. Do Amerikaan wilde weder weigoi en, doch de
Pruissischo officier wees hero op do kanonnen der forlen, die
zijn Bchip in den grond zouden boren, indien hy nog langer
tegenstand bood. Hierop gaf do kapitein toe.
Volgens berigten uit Berlijn is tlnins door den koning
van Pruisson het model dor vlsg voor de oorlogsmarine vun
den Noordduitschen bond vastgesteld. Do vlag hoeft een
witten grond en wordt door oen zwart kruis in vier gelyke
vakken afgedeeld. In het midden, waar do armen van het
kruis elkander doorsnijden, is een rond wit vak of medaillon,
wantin dc Pruissischo adelaar staat. Van de vier door het
kruis gevormde vakken vertooncn drie de witte grondkloor
tcrwy 1 het vierde, in den linker bovenhoek, in horizontale
1