Donderdag 15 April. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Ao. 1871 M 2589. -B1MHEHLAHDSCHE BERICHTEN. o„ dat die ontkennende beantwoording op de gestelde vraag niet kan worden gegeven, maar dat integendeel is aan te nemen, dat ook bjj de lading en lossing van schepen die, op stroom voor anker liggen, niet getrokken wordt uit IjeJ- geen ten behoeve van de scheepvaart door da gemeente is daargesteld of wordt verstrekt, zy bet dan ook indirect door de lichters, die worden gebezigd, of ten gevolge van de ge makken, die het scheepsvolk bjj bet aan wal gagn of op andere wjjze ondervindt; a L v tt i 0 "i" 1 CIIBA1T. ABONNEMENT: Abcnn?B!CBi>s«ü«, per Dn» H««nd«n. 1.8S. Fsem P>r PofdoP' het gehtele Rgk t 9 6Q. (Brieven Franco.) ADVERTENTIE Nt Prij»: Tin 1 tot 10 gsirone regel» 1.00 tedere r.gel m«»r ƒ0.10. Yoor den werkenden etend en roor weldadigheid, de Ijlfl ren den prijt. SCHIEDAM, 12 April 187 1. By den penningmeester van bet hoofd-comité to tod de cotBpaissie der algemeone verloting van voorwerpen van kunst en smaak, ten behoeve van het Roode Kruis, in ver schillende stortingen ontvangen do som van ƒ50,000, zijnde de opbrengst van deze verloting, behoudens verrekening vpn eenige laler op te komen posten. Qe directie der Stoomvaart-maatschappij Nederland maakt, tegenover een mededeelingvanhet Handelsblad dat reeds 170 k 180 passagiers gecontracteerd zonden hebben om met de eerste stoomboot der maatschappij over Saez naar Oost-Indie te vertrekken bekend, dat het aantal beschikbare plaatsen 1ste klasse 90 is, en dal, hoewel de aanvrage dadelijk zeer groet was en dagelijks voortgaat, toch nog alle plaatsen niet bezet zyn en althans nn, 5 weken voor het vertrek, gelukkig qog geen passagiers behoeyen, afgewezen te worden, Als een bijzonderheid mag worden gemeld, dat, nu schier jn alle gemeeDten, ten gevolge der beersohende pok ken-epidemie, het sterftecijfer zeer ongunstig is, binnen de gemeente Vlaardinger-Auibacht, op een bevolking van circa 900 zielen, gedurende een tijdsverloop van ongeveer 8 maan den (13 Januari tot 5 April 1871), geen enkel sterfgeval heeft plaats gehad. (VI,Ot.) Men meldt uit het Westland: Da akkerboaw heeft een gunBtigen loop en alles ligt gereed in afwachting van groeizaam weer, waardoor van het veldgewaaeepe niet min der gunstige uitkomst mag verwacht worden dan andere jaren. Wel is waar doet eene Noord3che koude gïph serjert eenige dagen gevoelen ep zyn de meeste nachten njet vr jj yap vorst, doch een temperatuur, gelp sedert bet.laatst ypp Februari tot kort voor het einde van Maart heeft gebeerpqht, behoort, onder de zeldzaamheden, op 23 Maart (gph teekepde do thermometer 68 gr., gelyk staande met Jupi-warmte. De koude en de vorst komep echter nog niet te laat om op den plantengroei schadelijke uif werking te doen; na vroegtijdige, Boeïle ontwikkeling zou het gure weer integendeel veel meer schade betokkenen. De steenvruchten beginnen te bloeien; over bet algemeen is daarvap dit jaar weinig te wachten. Vpp perziken o. a. stalijnen «"'O'1 een geringon pluk voor, tegen den overvloed des vorigenjaars. Het jonge hotitschynt, dopr den zeer afwisselenden winter, vpp schrikbare nattig heid tot strenge koude plotseling overslaande, geleden te hebben. Appel- en perenbootnen daarentegen beloven naar bup, zwellende bloemknoppen te oordeelen, weder dit jaar hot uitzicht op een goeden oogst. Veel staat op het uitloopen als de Noordewind keert en het weer tot zoelte neigt, behoeft de maand Mei niet eens tg ?yn aangebroken om allerwege een bloementooi van boomep en planten te aanschouwen. De weilanden, die in Maart zich overal al» donzig groen fluweel vertoonden, zijn wat nobteruit, doch na eenige dagen warmte en zonneschyn herstelt zich dat spoedig, komt het gras te voorschijn en verlaat het vee de stallen. Van de wintergranen was het grootste gedeelte, ovenals elders, onherstelbaar dood gevroren, ton gevolge waarvan de ploeg door de akkers is gejaagd, om nieuwe voren te maken. Haver en gerst, op nieuw, gezaaid zijnde, zullen den gewonen oogsttijd niet be. eêbamen. Tarwe en Rogge, die wel niet op nieuw konden gezaaid worden, hebben den verbouwer misrekening ge geven. Men leest in de Goudsche Courant.- Drie jonge heeren, leerlingen der hoogere burgerschool alhier, stonden verleden Woensdag terecht voor den kantonrechter alhier ter zake van 't schieten met vuurwapenen, zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders. Uit het feitqlyk onderzoek der zaak is gebleken, dat een hunner ee» pistool-loop had gekocht, die door hem met behulp van een der anderen ge laden on ergens is vastgebonden in 't plantsoen tegeporer den Fluweeien Singel, waarop de derde het wapen door middel van zwam zou ontbranden. De vastgebonden loop geraakte los "en vloog door het plantsoen en over de sloot tegen den muur van een der huisjes. De bewoners van dat huisje had den de zaak aangegeven. De ejsch van den arnhiepaar van 't Openbaar Ministerie was voor ieder/2.50 boete of een dag subsidiaire gevangenisstraf en bovendien drie dqgen gevangenisstraf, alsmede solidair in de kosten. i De advocaat Kranenburg trad als verdediger der jonge lieden op, Hy bestreed de meening van het Openbaar Minis terie, dat ten deze aan medeplichtigheid kon worden gedacht, terwyl het koopen, vasthouden en laden van eenig vuur wapen in geen geval strafbaar was gesteld. BÜ concludeerde mitsdien tot ontslag vap rechtsvervolging voor de )>eida eersten, terwyl by voor den derde tot vrijspraak conclu deerde, danr dero door zyn leeftjjd (15 jaren) niet geacht kon worden,»pt oordeel des ppderaeheids.te hpbbep gehan deld on ook de getuigen 'het wettig en overtuigend bewjjs niet hadden geleverd. Na re- en dupliek stelde de kantonrechter de uitspraak vast op heden. Uit Dieren wordt gemeld: Het gerucht verspreidt zich hier hoe langs zoo meer, dat eene Hollandsohe Maatschappij, met den baron van Rbemen van den Gelderschen Toren in onderhandeling is over eenige bunders grond nabjj dit dorp, en wel, tusschen den straatweg, de kanaalsluis en den IJse), voor den asnleg eoner kom ter aankweeking van jonge zal men, welke, in do rivier den IJsel overgeplant, zullen strek ken om de vangst van dezen viacb, die zich sedert de laatste jaren weer hier en daar heeft vertoond, zooveel mogelijk te bevorderen. Wordt de overeenkomst tusschen genoemde heeren getroffen, dan zal waarschijnlijk zeer spoedig met de uitvoering van deze zaak begonnen wordeu. De commissie benoemd voor den bouw van een brug over de Scboldo voor Antwerpen, beeft ziob met eenparig heid van stemmen verklaard ten gunste van bet plan eeoer Engelsche maatschappij, die de zaak met zooveel kracht wil aanpakken, dat do brug er vóór 1 October a. s. liggen zou. Do bouw zal even stevig als stout en sierlyk zyn. De maat schappij verlangt van de stad een subsidie van 750.000 fre,, welke de Regeeringgcheel voor hare rekening genomen beeft. De brng zal niet bet minste bezwaar voor de scheepvaart opleveren, daar de hoogst getuigde schepen er zelfs bij spring vloed onder door zullen kunnen varen. De voetgangers zullen 2 centimes, vrachtwagens 10 centimes en rijtuigen van weelde, "vigilanten enz. 20 centimes voor den overgang der brug betalen. In een dezer dagen uitgekomen nr. van het Weekblad van het Regt lezen wy' een vonnis in hooger beroep door de Arrond. Rechtbank te Rotterdam, den 15 Februari jl., ge wezen, dat ook voor deze gemeente niet van belang ontbloot i'b het geldt de heffing van havengeld van op stroom voor de stad Rotterdam lossende en ladende zeeschepen. Oorspronkelijk eischer en geïntimeerde is S. Walker, gezagvoerder van de Edward Hawkinstegen den Burge meester der gemeente Rotterdam, oorspronkelijk gedaagde en appellant. De Rechtbank enz., Geboord par tij on in hare conclusion en in de gehouden pleidooien Gehoord de conclusie van den beer officier van justitie, bjj slotsom strekkende, dat des appellants eiscb zal wordeD toegewezen; Gezien de stukkon, allen voor zooveel noodig geregis treerd en daaronder meer bepaald de geregistreerde grosse van een vonnis van het Kantongerecht no. 1 te Rotterdam van den 2 Maart 1870, tusschen partijen gewezen, en waar tegen het hooger beroep van den app, is gericht; Overwegendedatdeoorspronkeiijkeeiseher, bij deurwaar- ders-exploit van den 2 Dec, 1869, feitelijk beeft gesteld, dat hjj, met zyn schip Edward Hawkins in de laatste dagen van de maand Nov. 1869 uit zee te Rotterdam aangekomen op de rivier de Mans, voor de gemeente het anker heeft ge worpen, en, na aldaar zijn aangebrachte lading in lichters te hebben gelost eu ballast te hebben ingenomen, op den 1 Dec. 1869 weder yan d&ar naar zee is vertrokken, met het gevolg, dat bedoeld schip, zonder eenige andere ligplaats aan te doen, uitsluitend op stroom van de Maas heeft gelost en geladen, wel is waar binnen het grondgebied der ge meente Rotterdam, doch omstreeks op het midden dor rivier en op meer dan 100 meters afstand van eenige der aan de gemeente Rotterdam toebehoorenda kade; O., dut de oorspronkelijke eischer, op grond yan die feiten en op grond tevens van zyn stelling dat bij voor zyn schip hoegenaamd geen gebruik heeft gemaakt van eenige havens, palen, kaden of andereten gerieve van do scheepvaart door do gemeente Rotterdam danrgeatelde gemeentewerken, met het oog op de artt. 238 en 254 der gemeentewet, in verband met art, 1 der wet van 7 Juli 1865 (Slbl. no. 79), hot recht der gemeente betwist heeft om havengeld van hem te vorderen, en bjj de aangehaalde dagvaarding, als onverschuldigd be taald, heeft teruggevorderd een bedrag van f 108.09, dat, met inbegrip van 21 cent voor zegelrecht, onder protest, op fle vordering van de gemeente, door hem nis havengeld, ter gelegenheid van zyn toenmalig verblyf te Rotterdam, was voldaan O., dat op deze vordering door den eersten rechter is beslist, dat de bepaling van art. 1 der verordening op het beffen ven havengeld fan de gemeente Rotterdam, voor zoover daarbij is vastgesteld, dat onder anderen havengeld Z»l gegeven worden van schepen, die op stroom binnen het gebied der gemeente lossen of laden, is in stryd met de artt. 238 en 254 der gemeentewet, in verband met art. 1 der wjet van 7 Juli 1865 (Stbl. no. 79); en dat dezelfde rechter, aan nemende do bevoegdheid van de rechterlijke macht om zoo danige verordening op grond van stryd mot de wet buiten toepassing te laten, de gedane betaling heelt geoordeeld onverschuldigd te zyn geschied, en de vordering des eischcra toegewezen heeft 0„ dat de oorspronkelijke ged. van dit vonnis is gekomen jn hooger beroep on by zyn conclusie in appèl, onder erken tenis van de feitelijke stellingen, waarop de vordering door den eischer was gebaseerd, de geldigheid van do aangevallen bepaling der gemeente-verordepjng volgehouden en daar enboven de bevoegdheid van do rechterlijke macht om een wettig tot stand gekomen gemeente-verordening, wegens be weerden strijd met de wet, buiten toepassing te houden, ontkend heeft; terwyl de oorspronkelijke eischer van zijn iff ...A ZTilf, Jv ca 'pHiy 4 X\*' kant natjer heelt opgemerkt, dat een heffing van, havengeld van schepen, die alleen op stronm ladep en lossen, by,ver ordening niet kon worden bevolen, en tot bevestiging yan het vonnis van den eqrsten rechter heeft geqonglpdeerd Ia rechten: O., dat het tusschen partijen i? in confesso, dat het schip van den geïotin de laatste dagen van Nov, J869 Hit «ee te te Rotterdam aangekomen, op de rivier de Mees voor die gemeente en onder haar gebied bot anker geworpen heeft, ep, na aldaar zyn aangebrachte lading in lichters te hehbey ge lost en ballast te hebben ingenomen, op den 1 Dop, lf)g9 weder van dadr naar zee is vertrokkent (t O., dat de app. in hooger beroep modo heeft erkend de juistheid van de feitelijke stelling van dqp geïnt,, d#t djeps schip geer, direct gebruik beeft gemankt ypn aqnige bayqp, palen, kaden of andere ten gerieve van de scheepvaart dqor de gemeente Rotterdam daargesteldegemeentewerken, <}oqh datde al of niet gegrondheid van dip stelling op de beslissing ten deze van geenerlei invloed zyn kan O., toch, dat de bepaling van art. 254 der gemeentewet, in verband met art. 238 van dezelfde wet ep met aft, 1 der wet'van 7 Juli 1865 (Stbl. no. 79), alleep in diep zjp kan worden 'verstaan, dat onder anderen tep aspzion van da rechten, loonen en gelden, die door een gemeente ypn de scheepvaart worden geheven, het tarief by do verordening zoodanig moet worden geregeld, dat het bedrag van detotAie ontvangsten niet te boven gaat het cjjfer, dat vereischt wordt om de kosten van aanleg en het qnderhqud van de gemeente» werken, benevens van de diensten, door de gqipeepte ver strekt, een en ander ten nutte van do scheepvaart, te dekken, opdat niet de gelden, die alp scheepvaartrechten worden ge heven, ten deefe ook tot voorziening ip andere gemeentelijke behoeften worden aangewend en aldus de scheepvaart boven matig worde beiast ten faveure van andere takken, tot de gemeentelijke administratie behoorende Odat daarentegen in die wetsbepalingen niet kan wor den gelezen, dat ieder, die van zoodanige gemeentewerken gebruik maakt, of vao door de gemeente verstrekte diensten nut trekt, juist in evenredigheid tot dat gebruik of dat nut in de kosten, door de gemeente aangewend, behoort te dragen en dat evenmin uit die bepalingen iB af te leiden, dat hy, die zich van het gebruik van de daargestelde gemeentewerken onthoudt, daardoor zou ontheven zyn van do verplichting om de by verordening vastgestelde rechten te betalen, indien anderen, in dezelfde omstandigheden verkeerende, in bet algemeen, nut van de daargestelde werkep zoudep hebben getrokken; O., dat het mitsdien ten deze niet de vraag is, of de geïnt. voor zyn schip genot van de gemeentewerken heeft gehad, maar dat het eenigljjk bier op aan komt, of, in bet algemeen schepen, die op stroom in da Maas onder het gebied van de gemeente Rotterdam Iaden en lossen, kunnen gezegd worden een meerder of minder gebruik van de gemeentewerken te hebben, of een meerder of minder genot van de door de ge meente verschafte diensten te trekken j en dat alleen bjj een ontkennende beantwoording van die vraag met den eersten rechter een stryd zou kunnen gezien worden tusschen de be palingen van de gemeentewet en de varordening van Rotter dam, waarbjj ook de heffing van havengeld is bevolen aan schepen, die aldus op stroom laden en lossen, sopder de haven binnen te loopen of een ligplaats pqp de kaden in te nemen 0., dat er dus geenerlei stryd bestaat tusschen de bepaling van art. 1 der verordening, krachtens welke het havengeld van den geïnt. is gevorderd, en de aangehaalde bepalingen van de gemeentewet, en dat de ten deze gedane heffing vol komen wettiglyk ie geschied; 0., dat de eerste rechter mitsdien ten onrechte heeft aan genomen, dat de door den geïnt. gedane bepaling on verschul digd heeft plaats gehad, en dat alzoo, met te-niet-doening van het vonnis a quo. de oorspronkelijke eiscb tot terugvordering van dat betaalde alsnOg mocht worden ontzegd; Gezien artt. 56,339.343, 846 en 354 B. R., en de reeds aangehaalde artikelen der gemeentewet; Doet te "niet het appèl, benevens het vonnis, op den 2 Maart 1870 door den heer Kantonrechter van bet Kanton gerecht no. I te Rotterdam tnssohen parljjon gewezen; En, doende wat die rechter had behooren te doen) Ontzegt aan den oorspronkeljjken eischer, thans geïnt., zyn in eersten aanleg gedanen eisch en veroprdeelt hem in in do kosten, zoo in eerste instantie als in hooger beroep ge rezen. In onze editie,vao beden offreeren de Hoeren Isenthal «fc in Amsterdam, de Loten van de KpjoipklykeHon- Igaarscbe' Premie-Leening van 1870, voor*de trekking H 11 l V.' -

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1871 | | pagina 1