An. 1871.
JW '2595.
V r ij da g 21 April.
Verschijnt dagelijksuitgezonderd Dinsdag.
Waarheidszin eö Vaderlandsliefde.
ra.
Historische tumteekealugen op eenlge uitspraken vau
Professor QUACK.
De antr-Duilsche politici bij ons te lande hebben in
hun polemieken of waarschuwingen van die vaste, altijd
maar weer mei nfetiwen moed in practijk gebrachte,
„loopers", die telkenmale, als er weder eens een krachtig
protest of zoo iets in de wereld moet gezonden worden°
als verpletterende argumenten, als wapenen uit eigen
tuighuis tegenDuilschiands aanmatigingen moeten dienst
doen. De voornaamste van die loopers zijn: von Stein
ais antipode van von Bismarck, maar vooral Jacoby (en
die niet ten onrechte), Gervinus en, lest nol ieasl, ook
JaC'óo Grimm. Ook prof. Quack neemt thans tot die
loopers zijn toevlucht; alleen Grimm Iaat hij wijselijk
achterwege, en dat is maargoed ook, want degroote
taalvorscher was volstrekt geen vijand fan een annexatie'
van den Elzas en Lotharingen, (men zie slechts de voor
rede zijner „Geschichte der Deulschen Sprache") ja, uit
zijn geschriften zijn zooveel belachelijke uitingen over
onze nationaliteit én taal op te diepen, dat onze vader
landlievende pers er wel dagwerk aan hebben zou, wan
neer zij tegen al die dikwijls kinderachtige uitvallen
eener vergedreven stelselzucht de noodige vaderland
lievende verklaringen wilde afleggen. Maarvon Stein,
de antipode van von liismarck, en Gervinus, de tegen
stander van Duitschlarids politiek, doen toeh dienst, en
wij willen daaromdiebeidesclioonschrjnendebeweringen
rtet een enkel woord ter toetse brengen.
Von Stein was waarlijk geen Pruiszegt prof. Quack!
Ei zoo. Wat schande stak erin, in 1809 waarlijk een land
genoot van Fichte en Gneisenau te wezen Dat is ons
wezenlijk te hoogMaar hoe kan men zeggen, dat von
Stein geen Pruis was de Bijksridder, die zich met
groote voorliefdeaandenPruisischen staatsdienst wijdde?
Pertz zegtin de biographie van von Stein (I, p. 18)
„Uit oude aanhankelijkheid aan het huis des Keizers,
zouden zijn ouders liever gezien hebben.dat hij in Oosten-
rijkschen staatsdienst getreden was; hij echter, na ken
nisneming en onderzoeking der grootere (üuitsche)
hoven, besloot in Pruisiscben dienst te gaan" enz. Wan
neer men zülk een man geen Pruis kan noemen, in den
zin waardoor het door prof. Quack werkelijk alleen be
doeld kan worden, dan zouden wij toch wel eens willen
weten aan welke vereischten iemand voldoen moet, om
binnen het bereik van het scheldwoord „Pruis" te vallen.
Zoo is de uitspraak: von Stein was waarlijk geen
Pruis, niet veel meer dan een holle phrase. Maar ook
de voorstelling, dat de Minister von Stein als een anti
pode van von Bismarck moet worden aangemerkt, is
ook alles behalve volkomen juist. Al aangenomen, dat
de man, die aan Duitschland een volksvertegenwoor
diging gaf, zooals het nimmer voor dien tijd bezat, een
tegenstelling vormt met den Rijksridder, die een op
meer verlichte grondslagen gebaseerde standenregeling
wenschte ingevoerd tezien,is het tochin allé gevallen
zeer onjuist von Steins hoofdzakelijke werkzaamheid op
het gebied von binnenlandsche staotsreorganisatie te
zoeken (fWij hebben allen eerbied voor den wezenlijk
verlichten Rijksridder, maar gelooven toch, dat liet
vooral de uitwendige eenheid en kracht van Duitschland
was waarop hij hot meeste lot stuud heeft gebracht; en
nu op dat terrein heeft hij met den grooten Rijkskanse
lier van, onze dagen een veel te groote overeenkomst,
dan dat zij elkanders antipoden wezen zouden.
Wat is het, dat aan von Bismarck het meest door de
anti-Duitsche politici verweten wordt? Liet is zijn an
nexatie van den Elzas en Lotharingen. Welnu, bij den
tweeden Parijschon vrede heeft niemand meer zijn best
gedaan voor een herovering dier verloren gewesten dan
juist die tegen von Bismarck opgeroepen von Stein.
Hemel en aarde bewoog hij, om zijn meening dóór te
drijven, doch hij stuitte af op de halslarrigheid van Enge
land en Rusland. De Nederlondsche gezant von Gagern
evenwel, stond vou Steiu in die zaak met ui zijn krachten
ter zijde. Nederland wilde toen den El/as en Lotharingen
aan Duitschland doen afstaan, gelijk het voor zijn eigen
veiligheid eenige Noordelijke vestingen van Frankrijk
eischte. Onze staatslieden verkeerden toen onder den
indruk van Napoleons inval, en vonden er toen niets in,
dat Duitschland zich door de annexatie van Fransche
vestingen tegen verderen Franschen overmoed in veilig
heid bracht. Zij wcnschten integendeel ook voor Ne-
land een dergelijke garantie te erlangen. Ter loops wil
len wij vragen, of wij nu wel zooveel recht hebben, zoo
over die annexatie van den Elzas en Lotharingen te
schreeuwen,terwijlwijtoch, toen wij zelf in het geva
van Duitschland waren, daar blijkbaar niet zooveel in
gevonden hebben?
En nu Gervinus. Men amuseere zich met zijn voorrede
voor zijn Deutsche Lutcraturgeschichte,als getuige legen
de annexatie van den El/as en Lotharingen, kan men van
dezen geschiedschrijvergcenpartij trekken hoegenaamd.
Gervinus bespreekt in zijn „Geschichte des 1 9en Jahrh.
I. p. 245, diezelfde eischen van von Stein, om den Elzas
en Lotharingen terug te krijgen, en ofschoon hij zeer
terecht de onhandigheid en brutaliteit van vele Pruisi
sche staatslieden berispt, erkent hij toch, dat het „voor
het Duilsche gevoel zeer kwetsend is, dat Frankrijk toen
nog zoo ontzien werd, dat het geen der meest billijke
straffen onderging" (Pag. 24b. Men zie ook de gehecle
bespreking van die annexatie-plannen in de vooraf
gaande pagina's). Iemand, die zóó spreekt, kan cr niets
tegen hébben, dat von Bismarck dat kwetsende voor het
Duilsche gevoel heeft weggenomen. Wezenlijk, de
annexatie van den Elzas en Lotharingen is slechts in zoo
verre af te keuren, dat von Bismarck de meerdere veilig
heid van DuifSchtand niet aan het beginsel ten offer ge
bracht heeftdat cr Diet over het lot van een provincie
mag beslist worden, zonder eerst de bevolking dier pro
vincie, bij algemeen stemrecht, te raadplegen.
Tot zoover over de historische uilspraken van prof.
Quack. Zijn hooggeleerde eindigt, na eerst nog, juist
terwijl in Parijs een zinneloos oproer woedt, aan de
Duitschersde Franschen als voorbeelden in liet uitwer
ken van politieke denkbeelden te hebben aangewezen.
Wij nemen afscheid van 's tloogleeraars artikel, Of
schoon er hier en daar nog wel wat in voorkomt, dat
billijke redenen tot aanmerking geven kan, gelooven wij
toch, dat hetgeen wij gezegd hebben reeds voldoende
wezen zal om onze lezers in de overtuiging te bevestigen,
dat moge al prof. Quack in ziedende vaderlandsliefde
een heel eind braver zijn dan het Handelsblad, het Vader
land, prof. Opzoomer en dergelijke onverlaten de
ontwikkeling toch van zijn waarheidszin wel liet aller
minst zal kunnen gezegd worden gelijken tred met die
zijner edele liefde voor het vaderland gehouden te
lebben.
BU1TEHLANPSCHE BERICHTEN.
croupiers werden gevangen gehouden. - -
CODBAIT.
ABONNBMBNT-^
AbOBRtmt rmpryi, ptr Drie Hatndta,
Franco per Post, door bet gehcele Rijk
f 1.85.
- 2 50.
(Brieven Franco.)
A D V 3! E T'E NTIB IJy
Prij.: nn 1 tot 10 e err one regel, f 1.00 iedere r-gel meer 0.10,
Voor den werkenden it.nd en roor weld.dtgbeid, de lelft e.n den prij».
In Uie voort edo 'an Gervinus zegt Grimm:
Lotluringon. EUtós, die Sclmcisz, Belgien and Holland sind unscrin
Heien, wir sagén noeli nicht unwsderbrmglicli entfremdét.
(f) Gervinus zegt van vou Slein: Stein war, wie. die metsle Preus-
sischen Staatsmünner jenar Zeiten, eiw Slann tier Venoallmg, den
Verfmsungsfragen nicht gelatifig (1 - 295) waren.
Wanneer prof. Quack verhaalt, Uil von Stein tijdens zyn ministerschap
in Pruisen *.»iles op do grondslagen van »rijheidcnzelfiogeering(|i)
gereoigamseerd had", d.m is dat oen kolossale overdrijving. Onder von
Steins ministerie werden er üij'v. Verscheiden maatregelen genomen tot
verheffing van den boerenstandook word er eed nog al vrijzinnige ge
meentewet uitgevaardigd. Verder «as von Slem van plan ook de l.mds-
stinden te herscheppen en rijkssiandcn in liet loven to toepen. Het is
echter zoover niet gekomen Wij «eten zelf» met eens precies iu «ei
ken zin von Stem die instellingen «ïldo gereorganiseerd hebben. Alleen
betreffende de landsstandon bobben wij eemge nauwkeurige konnis en
«eten wij bijvooibeeld, dat von Stom do bezittois van een flink grond
eigendom kiezers ea verkiesbaar wilde maken. Al erkennen wij nu
gtarne de waarachtig vCihchte inzichten van den groolen Fretherr,
zuO gelooved wij toch, dat ais vón Itismarck eens een dei gelijke kies
wet voorstelde, de Rijkskanselier bezwijken Zou onaer do krachtige
protesten van prof. Quack en andere vrijheidlievende geesten. Nu geven
Jij loe, dat Von Uisrn.ircks tijd ecu andoYe'tijd is.dan die van von
Stein, maar maken toch do opmerking, dat inon dan ook nieneggeu
kan, dat von Sioin do moóslqn uit zijn omgeving s^óó boven het hoofd
Hi. U t l k, 1 - v, [m iI
jewassen «as, d.it do beginselen van viijlioid en volksregccring vol
tooien duor Item worden gehuldigd.
Ook pref. Quacks uitspraak: «Nimmer is dm ook zoozeer de vrijheid
iu Pruisen en DuiU.clil.md gehoond als in dis jaren en nimmer is zoo-
zeer liet icchtshcginsel \cikracht dan in die weinige jaren" (gedurende
het Ministerie van Von Bismarck), is onjuist en Int zirlt reeds met ecu
eenvoudige verwijzing naar de tijden van het Heilig Verbond wederleggen,
Dezer dagen 'arriveerden van Odessa te Pera waar
lÜ hun inlrek namen in een particulier liótol in de Grande
Roe, de prime en prinses X., dieoen reis door Europa maak
ten. Dp prins was nauwelyks aangekomen, of hy vervoegde
'zich by den Russiachen gezant, en gaf zyn verlangen te ken-,
pen, de prinses aan mevrouw Ignatiel voor te stellen. Er was
(iets in den bezoeker, dat den argwaan des gezants gaunde
maakte, en hy ontweek dus het verzoek, zeggende, dat hy
zich eerst het genoegen zou geven, de prinses een bezoek te
brengen. Toon h|j zulks den volgenden dag deed, vond hij
het echtpaar omgeven door de blyken der uitgezochtste
weelde. De prinses was jong, bevallig, uitmnntend opgevoed-
maar oen tweede gesprek met haar echtgenoot bevestigde
generaal Ignatief in zyn vermoeden, dat deze niet-was waar
voor hy zich uitgaf. De telegraaf op Odessa en St. Petersburg
werd «an 't werk gesteld en binnen een paar dagen bad men
de zekerheid, dat da prins een Armeniër was, die onder ver
schillende namen in Kusland had gereisd, niet minder dan
vier vrouwen gehuwd en er drie van weer verlaten had na
zich van haar huwelijksgoed te hebben meester gemaakt
De vierde was de dutne, die met hem naar Pera was gekomen''
Ay was de dochter van een ryken grondeigenaar by de zee
van Azoff en was nog slechts drie maanden geloden met hem
gotrouwd, bij welke gelegenheid zy een bruidschat aanbracht
van 80,000 roebels, die door don schurk worden ®ereatiseer#
alvorens by opreis ging. Generaal Ignatief nam onmiddellijk
na het^ ontvangen van deze berichten maatregelen om den
„prins" te doen arresteeren maar deze had de lucht er van
gekregen, liet achter al zyn bagage in den steek en ont
snapte mot de dame naar Rodosto, van waur by naar Adriai-
nopol verder zou reizen. Door bemiddeling van den-Russi-
schen consul werd by echter, in dat pian gestoord en is nu
wel bewaakt, op weg miar Odessa, waar hy *t verder met de'
Uus9ische politie zal moeten uitmaken.
Het is bekend dat de landweer in Pruisen nit alle
volksklassen is samengesteld, en dat de voorname en geringe
heden, wat de disoipitne betreft, allen geljjk zyn. Deze gelijk
heid heeft dikwyis aanleiding tot aardige voorvallen gegeven.
Het volgende ia zeker zonder voorbeeld.
Gedurende den laatslen oorlog kwam or ann een station
in t rankrjjk een trein met levensmiddelen aan, en eenio-e
manschappen van de landweer werden door den fourier uit
gekozen, om de granen naar een pakhuis-over te brengen.
Daaronder bevond zich de zoon van een groothandelaar
to granen uit Keulen, en da kommandeerende onder-offi
cier was juist zyn zakdrager. De meester waa derhalve
onderhoorige, en de knecht was bevelhebber.
Deze zagden hijgenden jongeling, dieonder den last gebukt
ging, en geheel met zweet bedekt was, mot een verborgen
glimlachje aan. Nadat'de jongeling drie zakken naar het
pakhuis gebracht had, beval de foerier halt; bij nam zijn
helm af, en zotte hem zyn jongen meester op hot hoord en
lerwyl hij hem zyn sabo! omgordde, zeide hy tot hem;* Ik
heb mij het genoegen niet willen ontzeggen, u eens'mijn
dagelyksch werk tezien verrichtenmaar laten wij de zaken
nu orokeeren, wees gij voor een uar myn fourier. Gy rnoefr
weten dat uwe werklieden, ondanks hun militairen ran»
even gaarne op het veld als in uwe magazijnen de zakke°n
voor u dragen."
Toen het werk geëindigd was sprak de eenvoudige soldaat
zyn meerdere aldus aan: „Fourier Michel! dit is de laatste
maal dat gij zakken gedragen hebt, ik benoem u thans tot
magazijnmeester.
Beide zyn dezer dagen naar Keulen teruggekeerd. De
eenvoudige landweerman heeft zyn plaats op het kantoor
weder ingenomen, terwyl de fourier thans by hem als maeu-
zijnmeestergeplaatst is. 6
De Diretto^vnn Florence vermeldt een voorval dat
verleden week na den schouwburg van Prins Humbert?
gebeurd was. Meteen ballet-pantomime bezig zijnde, waarim
een ontmoeting plaats had tussohen rooverseo soldaten, werdt
er een vau de eersten, waarop geschoten werd, doódelnk
gewond. Een kogel was in zyn hoofd geraakt en tot in de
hersens doorgedrongen. In het eerst werd de man, die zoo-
natuurlyk viel en bloedde, levendig toegejuicht. Maar toen»
het bekend werd dat het ernst geweest was, werden de toe
schouwers zeer opgewondeo. Vrouwen snikten, mannen
sehreeawden ea velen sprongen op het toonee! om'te zien of
de man werkelijk dood was. De uitvoering, waarbjj de Ko
ning in zyn eigen loge tegenwoordig was, werd onmiddellijk
gestaakt en kort daarna kwam een magistraat op het tooneel
en schreef de namen op van alle tocneelspelers en figuranten
dis in het stak voorkwamen. De doode was geen gewoon'
speler, maar oen schilder, die dien avond als figurant was-
opgetreden. Hy was slechts zeventien jaren oud.
De gepensioneerde ambtenaren in Griekenland hebben
in een jaar niets van hou tractoment ontvangenbovendien
wordt nu by de wet op alle pensioenen nog 25 pCt. tekort.—
Men denkt unn een nieuwe leening.
Te Luik zyn een moederen haar dochter, die te zamen
een huis bewonen, op een en denzelfdên dag bevallen de1
moeder van twee jongens, de dochter van twee meisjes.
In New-York beeft do politie de hand gelegd op ver
scheiden geheime speelhuizen. Een vpal dier inrichtingen
werd op 31 Maart overvallen en de corpora delicti en da1
eigenaars en medespelers, in 't geheel een veertigtal per-
sonen, medegenomen. De rechter voor wien de delinquenten
gebracht werden, ontsloeg de spelers terstond met de waar
schuwing dat ze zich voor het vervolg zouden te wachteu
hebben daar voortaan alle in speelhuizen gearresteerden
als landloopers zouden gestraft worden. De eigenaars ea