Donderdag 22 Augustus.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
A0. 1872.
M 2941.
8UITEWLAWDS0HE BERICHTEN.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
Abonnementsprijsper Drie Maandenf 185.
Franco per Post, door liet gelicele Rijk 2.50.
(Brieven Franco.])
Uit officieele bescheiden blijkt, dat de keizer van Rus
land onder alle Europeesche monarchen degene is, die het
aanzienlijkst dagelijksch inkomen geniet, t. w. 25,000 thlr.
Op hem volgen dan de sultan van Turkije met 18,000 thlr.,
koning "Victor Emanuel met 8250 thlr., de keizer van
Duitschland met 8210 thlr. en koningin Victoria met
5250 thlr.
In den laatsten oorlog tusschen Frankrijk en Duitsch
land was een kapitein met twee compagniën en een ambu
lance wagen op marsch door een verlaten streek. De kapi
tein was een Pruis, en even als alle Pruisen streng op de
tucht, maai' tevens een vroolijke snaak en verzot op goed
eten en drinken, wat hij op zijn expeditiën niet altijd vond.
Juist nu had hij tot een der luitenants gezegd, dat hij op
dat oogenblik alles zou willen geven voor een glas bier,
toen hij hoorde dat een der trommen niet geroerd werd.
Onmiddellijk zond hij een sergeant er op af, om te zien wat
er aan haperde, en toen bekende de tamboer zeer geheim
zinnig dat hij twee gebraden kippen en twee flesschen bier
in zijn trom verborgen bad. De sergeant kwam terug en
fluisterde den kapitein in 'toor," wat hem was gezegd. Och,
dat is naar, riep de kapitein, medelijdend uit waarom
heeft hij niet eerder laten weten dat hij pijn in de beenen
heeft? Die arme man 1 Draag hem met zijn instrument in
den ambulance-wagenik zal zoo aanstonds zelf naar hem
komen kijken. De tamboer werd opgenomen en in den
ambulance-wagen gelegd; de kapitein droeg het kommando
tijdelijk over aan den eersten luitenant en klom daarna in
den ambulance-wagen, die daarop gesloten werd. Toen de
kapitein eh de tamboer een kwartier later weer te voor
schijn kwamen, veegde de eerste zijn lange snor af en kon
de laatste weer uitstekend de trom roeren. "Wat in dien
ambulance-wagen wel gebeurd was, heeft langen tijd
niemand geweten dan zij beiden. Slechts de sergeant
giste iets.
Het bericht betreflende het plaats hebben eener geest
verschijning in het keizerlijk paleis te Weenen, waarover
door de Oostènrijksche dagbladen met zoo veel ophef ge
sproken is, doch waaromtrent nog zoo veel duisters
heerschte, blijkt op een liefdesgeval neer te komen. Een lid
der keizerlijke familie, namelijk de groothertog Johann van
Toscane, een jongman van ruim 21 jaren en kapitein in
dienst bij de Oostenrijksche artillerie, had, naar men ver
neemt, e§n vertrouwelijke kennismaking met de gravin
Peen hofdame uit de hoogste aristocratie, aange
knoopt. Aan voornoemde dame wilde hij nu in het midder
nachtelijk uur, vermomd als een spook, een bezoek bi en-
gen, toen hij daarin, door het ontvangen van een bajonet
steek in de zijde van een der schildwachten in den liof burg,
verhinderd werd. Voornoemde groothertog ligt dan ook op
dit oogenblik nog werkelijk ziek aan de gevolgen zijner be
komen wonde in het Jezuïeten-klooster Kalksburg, nabij
"Weenen, waar hij zich heeft doen overbrengen.
De vermaarde Amerikaansche diergaarde van John
Robinson is den 3 dezei door een ijzingwekkende gebeurte
nis, op den'spoorweg van New-York naar New-IIaven
voorgevallen, bijna geheel vernield. De hokken, met de
vermaarde verzameling van wilde dieren en het overige
van het gezelschap waren te New-IIaven opgeladen voor
Bridgeport, en achter deze kwamen drie waggons door den
troep,' de bedienden en de bestuurders bezet. Op 't oogen
blik dat de trein onder een brug doorging, op twee mijlen
van de stad, stortte deze b) ug eensklaps in en verpletterde
in haar val twee waggons, terwijl al de hokken der dier
gaarde tot op verscheiden honderden voeten geworpen wer
den. Door den schok verbrijzeld, ontsnapten uit deze laatste
de verschrikkelijke gevangenen, die zich in alle richtingen
verspreidden. De apen waren het eerst verlostweldra ge
volgd door twee leeuwen en een wilde kat. Een konings
tijger en twee kanguroes werden alleen gedood. Verschei
den arenden en twee groote vogels verdwenen in de wolken.
De trein stopte zoo schielijk mogelijk, en men bemerkte dat
vier der bedienden van de renbaan gekwetst waren. De
'geldkas en de contrólo lngen verbrijzeld, en het geld dat zij
inhielden was langs alle zijden verspreid. De kasineester
had gelukkig maar lichte kneuzingen bekomen.
Het verlies der compagnie wordt op meer dan 5000
pd. st. geschat. Het schouwspel was terzelfder tijd belache-
lijken schrikwekkend. De apen Schreeuwden en huppelden,
aan een uitbundige vreugde overgegeven. De tijgers, na het
bloed van verschillende slachtoffers te hebben gelekt,
sprongen de schuinten af en verdwenen. De beer, alhoewel
verminkt, sprong woedend op de lijken van den stoker en
den machinist, die hij vaneen rukte.
Een hyëna vervolgde den geleider, die ei-plicht was,
v om zich te redden, op Óen telegraafstaak te klauteren. De
wolven, voor dit tooneel onverschillig, hadden onmiddellijk
do plaat gepoetst. Eindelijk was een ratelslang in tvsaëen
gesneden, maai' een overgroote boa eu twee andere kleine
serpenten namen hun richting naar de stad. Toen men de
gebeurtènis vernam, heerschte de grootste verslagenheid
in* de naburige stad. Den geheelen nacht werd door een
groot deel der bevolking, met geweren eu revolvers gewa
pend, het land tot vijf mijlen van het oord waar hot voorval
had plaats gegrepen, afgeloopen om een klopjacht te houden
op de ontsnapte roofdieren.
ADVEBTENTIBNi
Prijs: van t tol 10 gewone regels f 00: ieüero regel meer /"0.10.
Voor den werkenden shnd en voor weldadigheid, d« helft van don prijs.
SCHIEDAM, 21 Augustus 1872.
Aan het station van den Ilollaudschen spoorweg alhier
zijnjl. Zaterdag afgegeven 1100 kaartjes, waarvan 1014 in
de richting naar Rotterdam; Zondag 1587 kaartjes, waar
van 1303naar Rotterdamen Dinsdag "1617 kaartjes,
waarvan '1513 naar Rotterdam.
De Staats Qouvant bevat bet volgende verslag van
de verwachtingen omtrent den oogst in de provincie Zuid-
holland.
Tarwe staat bijna algemeen gunstig te velde, zoodat
daarvan een groot beschot met keurig gi aan kauworden
tegemoet gezien.
Bogge, wel niet zoó gunstig als bovenstaand gewas,
belooft evenwel een zeer bevredigende uitkomst.
Gerst. De berichten omtrent dit gewas loopen uiteen.
In enkele streken verwacht men een milde, in andere slechls
een middelmatige opbrengst.
Haver is bijna algemeen gunstig geslaagd eu doet een
ruime opbrengst verwachten.
Hoehrap staat in het land van Voorne en Putten weinig
maar goed te velde, zoodat op een voordeelig resultaat kan
worden gerekend.
'Plas mag onder de goed geslaagde gewassen genoemd
worden.
Kooleaad. De berichten omtrent dit product luiden nller-
wege uitmuntend. In den Iloekschen Waard prijst men
het als het rijkste gewas in dit jaar. Uit Yoorne en Putten
wordt gemeld, dat de oudste landbouwers zich geen zoo
groot en voordeelig gewin van koolzaad, als het dit jaar
geteelde, herinneren. In het land van Putten schat men de
gemiddelde opbrengst op 40 hectoliters per hectare; enkele
stukken gaven 50 hectoliters.
Hennep. In de Vijf Heerenhinden en den Alblasserwaard
staat dit gewas schoon te velde en belooft een rijke schoof,
zoo in quuliteit als quantiteit.
Aardappelen. Bijna al de berichten omtrent dit gewas
houden in, dat de ziekte zich daarin in meerdere of mindei e
mate vertoont; gelukkig tot dusver zich tot het loof bepa
lende. Bij gunstige en vooral droge weörsgesteldheid belooft
de opbrengst ruim en de qualiteit goed te zijn.
Erwten en boonen. Deze gewassen staan vrij algemeen
goed te velde en beloven een ruimen oogst. Uil het West-
land wordt gemeld, dat deze producten sinds onderscheiden
jaren niet zoo gunstig stondpn.
Boomvruchten. De boomgaarden zijn over het geheel
schaars van appelen en peren voorzien.
Hooi- en weilanden. De hooioogst, begunstigd door
prachtig weder, viel allenvege uitmuntend uit; crwerd
veel en goed hooi gewonnen. Ook de weilanden leveren tot
dusver overvloedig gras ter beweiding.
Aan de »Vlugmaren" die Elanor den lezers van de
Spectator aanbiedt, ontleenen wij het volgende:
»Ik noemde straks Thorbeckes standbeeld. Ik verheug
mij over den wakkeren geest die zich in deze zaak heeft
getoond. Dat is nu eens goed dat er wat entlioeziasme, wat
vuur, wat breeder opvatting van de zaken zich zijn gaan
openbaren. Thorbecke verdientdeze erkenning. Twee goede
besluiten zijn al vastgesteld; waarlijk wij zijn het niet ge
woon dat de zaken dadelijk zoo goed opstapel woi den gezet,
althans niet kunstzaken. Vooreerst is het prijslijk dat men
een standbeeld maakt. Dat is het eenige sterk sprekende
tecken. Het volk, zal het begrip krijgen van wat een kloek
man en een organizeerende geest beteekent in het leven,
moet zien hoe zulk een man openlijk, in de plaats van zijn
werkzaamheid, wordt gewaardeerd, en het moot geen sym
bool zien, maar den man zeiven. Thorbecke moet bier in
den Haag staan, overeind, .(geen zittend beeld) recht,
onwrikbaar, zooals hij was en zoo als ieder hem daar zag.
Hij is, lioe vreemd het sommigen schynt, een dankbare
figuur voor een beeldhouwer. Zijn hoofd, zijn gestalte had
iets monumentaals, en, met behoud van al zijn eigenaardig
heden van gedaante en kleeding, behoeft er maar een kleine
mate van idealisatie, naar de eischen der kunst, toe, om
van hem een indrukwekkend beeld te maken. Ik vertrouw
dat men de dwaasheid niet zal begaan, van die idealisatie
te overdrijven tot het bederven van het kantige, eigenaar
dige der figuur; dat men geen toga's, afhaugende mantels
en dergelijk ouluig in dit geval zal gebruiken, omtemas-
keeren wat men niet zou aandurven. Odat ik beeldhouwer
was;'de vingers zouden mij jeuken. De buste van Royer
bevat goeds, maar de mond moest geestiger zijn.
Het tweede besluit was, het beeld op te richten in 's Gra-
venhage, het hoofdtooneel van 's mans werken. Maar waar?
Ik weet het wel. Voor mij is er geen twijfel of hij behoort
te staan op het Binnenhof, het oude middelpunt der
regeering, de plaats waai' het parlement zit dat h\j gecreëerd
heeft, waar de geesten van Oldeabamevelt en Jan de "Wit
spoken, waar een klassiek ernstige omgeving een zoo voeg
zame plek aanbiedt."
De statuten van het santijschoolwetverbond", be
at'
vatten o a. het volgende
Het doel van het anti-schoolwet-verbond ishet ver
krijgen van een wijziging van artikel 194 der Grondwet,
waardoor het vrije onderwijs regel en het staatsonderwijs
aanvulling kan worden.
De leden verbinden zich tot samenwerking voor het in
likel 4 uitgesproken doel. Zij ondertcckcnen de volgende
verklaring:
De ondergetcekendewonende teverklaart dat, tot
verkrijging van eiken afdoenden waarborg van gewetens
vrijheid in zake het ouderwijs, onverwijlde wijziging van
artikel '194 der Grondwet noodzakelijk is, waardoor het
vrije onderwijs regel en het Staats-onderwijs aanvulling kan
wordendat eene nieuwe wet op het lager onderwijs, op
dit beginsel gebouwd, die het goede van de thans bestaande
wet behoudt en hare gebreken wegneemt, de wet van 13
Augustus 1857, Staatsblad no. 103, zal moeten vervangen,
en dat hij met de leden van het anti-schoolwet-verbond,
opgericht 25 Juli 1872, tot bereiking van dit doel: her
ziening van art. 194 der Grondwet, wenscht samen te
werken.
De leden betalen een jaarlijksche bijdrage van 50 cents.
Tot leden worden ook vrouwen aangenomen.
Er zal jaarlijks minstens een algemeene vergadering in
Utrecht gehouden worden.
Met de leiding der zaken van het verbond is een hoofd
bestuur belast. liet bestaat uit zeven leden, te verkiezen
door de algemeene vergadering. De zetel van het hoofdbe
stuur zal zijn te Utrecht waar minstens drie zijner leden
moeten gevestigd zijn.
Middelen door het verbond aan te wenden zijna. Het
bewerken der publieke opinieh. Het petitionnement bij
de overheid; c. Het oefenen van invloed op de verkiezingen.
Tot het petitionnement bij de overheid zal niet worden
overgegaan dan bij besluit van een algemeene vergadering,
en in geen geval vóór het aantal leden van het verbond
tienduizend zal-bedragen. Een voorstel daartoe zal niet
worden behandeld tenzij uitgaande van of overgenomen
door het hoofdbestuur.
Zondag ochtend ten omstreeks elf ure is in de rivier
de Maas voor het Rhijnspoor te Rotterdam drijvende ge
vonden het lijk van de vrouw, die zich op het onlangs
gezonken vaartuigje bevond.
Een vrouw ontdekte Maandag namiddag bij het uit
stijgen uit een waggon van den Hollandschen spoorweg in
den Haag dat haar knipje met geld was gerold. Zij deed
daarvan mededeeling aan een agent van politie, die een
zwarten livreiknecht, als door de vrouw verdacht, aanhield.
Inderdaad liet de gekleurde bediende spoedig het knipje op
straat vallen, waarop bij gevankelijk naar het hoofdbureau
vau politie werd gebracht.
Men schrijft ons: Het bestuur der domeinen heeft in
1870 bij inschrijving gedurende tien jaren verpacht aan
R. J. en J. J. Loots, visscherlieden te Zoltkamp, voor de
teelt, de aankweeking en de visscherij van oesters, twee
plaatsen in de Lauwerzee, gelegen de eene tusschen de ton
van Babbelaar, westnoordwest in het Dokkumerdiep, en
van de ton van den Babbelaar tot aan de ton van het Dok
kumerdiep, ter lengte van 2500 en ter breedte van 1800
meter, en de andere noordelijk van Oostmahorn, halfweg
den Band, ter lengte van 2500 meter langs het vaarwater
en ter breedte van 500 meter binnen het vaarwater, zooals
beide op het terrein zijn afgebakend door gewone steek-
bakens. Blijkens net verslag van den stand der onderneming
in 1871 kwam het klein getal oesters, in 1870 geplant, niet
alleen door den strengen winter, maar konden van dit
getal, schoon in kleine mate, mede ten gevolge van de
ongunstige en koude weersgesteldheid van het geheele
seizoen, duidelijk sporen van geworpen en gehecht broed
worden ontdekt. Zuivering van mosselen behoefde niet te
worden gedaanbeide banken werden wederom met eene
genoegzame hoeveelheid schelpen op den bodem voorzien,
waarbij een deel ledige mosselschelpen .werden gemengd,
daar die, evenals de takkebossen bij hbjjorastaan van broed,
en de pannen tot hethechten, naar de ervaring der pachters,
bij? onder geschikt zijn, om den oesteraanwas te bevorderen.
Op de bankno.l, onder Oostmahorn,wérd successievelijk
in Augustus de aanplant bevorderd van 115,000 groote,
meerendeels zeeoesters, alle inde Noordzecen onder Hel
goland, met behulp van zes visschersvaartuigen gevangen,
terwijl op bank no. 2, tusschen den Babbelaar en het Dok
kumerdiep, den 30sten Aug. 15,000 kleine oesters werden
aangeplant, deels uit de zeeoesters en verder afkomstig
van de bank, die de pachters onder Wrangeroog hebben.
Oesterzaad en plantoesters van Schotland werdén, als
schaars te verkrijgen en.daarbij te kostbaar, niet aan
gewend.
Behalve de ervaring van het reeds verkregen broed, bleek
in het laatst van September en tijclensliet oogstseizoen
vooral ook de geschiktheid der grondenldaaruit, dat dé
geplante oesters er een weliger aardhadden én er zicffsnel
ontwikkelden.' Niettemin werd in den loop van het oogst-
COURANT.
ABONNEMENT'.