BUITEMLAlWDSCHE bebiohtem.
Zaterdag 2© October.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
A o. 1872.
M 2888. H
BIHNERILAMOSCHE BERICHTE®.
ABONNEMENT:
Abonnementsprijs, per Drie Maandenf 1.85.
Franco per Posl, door liet gelicele Kijk2.50.
Te Cardiff (Zuid-Wales) heeft meu Dinsdag besloten
den prijs der steenkolen zes shillings per ton te verlagen.
Men leest in de Globe (Eng.): Tenvijlhet gebrek
aan graan zich op verschillende plaatsen in. Europa, en
voornamelijk in Engeland, sterk doet gevoelen, zijn groote
hoeveelheden in de Fransche havens aanwezig die te ver
geefs op gelegenheid tot verscheping wachten. Dit is een
gevolg van het hooge recht, dat vreemde schepen moeten
betalen, volgens de wet die door de nationale vergadering,
op aandrang van den heer Thiers, is aangenomenen zoo
lijden de belangen van den handel in het algemeen en die
van den landbouw in het bijzonder, door een verderfelijke
wetgeving, die het vrije verkeer belemmert.
Zaterdag-avond is er te Gemblourseen vreeselijk onge
val op den spoorweg voorgevallen. Een locomotief die te
rugkeerde uit Ramillies is een koopwarentrein in de zijde
geloopen, welke van Fleurus naar Gemblours ging. Die bot
sing, welke op zichzelve genomen reeds ernstig genoeg
was, werd echter weldra nog vergroot door een derde aan-
looping. De reizigerstrein uit Brussel botste op de in wan
orden liggende waggons, daar men in de verwarring had
vergeten den wissel te veranderen. De locomotieven lagen
verbrijzeld, zoowel als een deel der koopwaren en reizigers-
waggons. Verscheidene reizigers werden gekwetst, docli
vooral een inwoner van Saint-Servais wiens aangezicht en
keel zeer erg gehavend zijn. De reizigers zijn door een an
deren trein naar Namen teruggebracht.
-Zaterdag 11. is door den commissaris van politie te
Namen een persoon gearresteerd, die, slechts weinige dagen
te voren, een diefstal van 4000 francs in geld en 2500 francs
in twee schuldbekentenissen had gepleegd. Hij was nog in
het bezit van bijna de geheele som, uitgenomen zeker
bedrag dat hij, op denzelfden -dag dat hij den diefstal ge
pleegd had, aan een slachter te Pussemange, tegen 5 pCt.
rente had geleend. Deze dief gaf dn° b!!jk beter de waarde
van het geld te kennen dan vele eerlijke lieden en meer op
de toekomst te rekenen dan personen van zijn slag gewoon
zijn te doen.
De werkstaking in eenige kolenmijnen in het bassin
du centre in België, is geëindigd en heeft zich gekenmerkt
door vreedzaamheid. Dit is gemakkelijk te begrijpen, zegt
een Belgisch blad: om dezen tijd des jaars heeft de aard
appelenoogst plaats en daar deze vrucht door het meeren-
deel der arbeiders, voor eigen gebruik verbouwd wordt,
maken zij grève om in dien tijd hun aardappelen te rooien
en binnen te halen. Nu dit werk is afgeloopen zijn zij allen
weder aan hun gewonen arbeid gegaan.
De aartshertog Heinrich is den 19 dezer te Pest aan
gekomen, om zijn keizerlijken neef dank te betuigen voor
de bemoeiingen in den onzekeren toestand, waarin hij zich
bevond sedert zijn huwelijk. Een herinnering aan de oor
zaken tot deze verhouding, achten wij niet onbelangrijk.
In Februari '1868 was de aartshertog iu den echt getreden
met Frl. Leopoldino Hoiïmann, die tot bet jaar 1861 ver
bonden was geweest aan het stads-theater van Grittz. Deze
echt was echter niet, zooals misschien gedacht wordt, mor
ganatisch, daar de proost van Botzen, met voorkennis van
zijn kerkelijke overheid den aartsbisschop van Salzburg,
Msgr. Tarnoc/y, Frl. Hoffmann met den aartshertog met
den rechterhand verbond. Aan het hof werd dit kwalijk
opgenomen en bestreed men niet alleen de echtheid van het
huwelijk, maar ook liet recht van den aartshertog een der
gelijk huwelijk aan te gaau. Tengevolge daarvan legde de
hertog al zijn militaire waardigheden neder en vertrok mot
zijn gemalin naar Zwitserland, waar hij vier jaar lang te
Lucern gelukkig leefde
Ofschoon hij op politiek gebied geen partij bepaald was
toegedaan, _iiam hij in dien tijd toch geregeld aan de ver
kiezing deef en bracht hij zijn stem altijd uit ten gunste van
do grondwet partij, heigeen voortdurend door zijn ultra-
montaansche tegenstanders bestreden werd, daar een zoo
genaamde banneling niet het recht heeft zijn burgerlijk
recht uit te oefenen. Met liet afleggen van zijn millitaire
waardigheden, had hij ook afstand gedaan van zijn iu
komsten, zoodat hij van de opbrengst leefde van zijne
landen, die echter in 't laatste voorjaar veel geleden hebben
van de geweldige overstroomingem van de Etscli. Toen
de aartshertog Eainer, in Mei van dit jaar, ter gelegenheid
va-, de begrafenis van graaf Girgenti, die zichzelve van
het leven beroofde, te Lucern kwam, ontmoette hij daal
den uit hot land verbannene. Bij deze ontmoeting maakte
de hertog Heinrich laatstgenoemde daarop opmerkzaam,
dat hij volgens verzekering van zijn arts noodwendig
Zwitserland moest verlaten en dat zijn terugkeer naar zijn
vaderland noodzakelijk was, ter oorzake van een keel
ontsteking. De aartshertog Rainer, die «ich tegenover den
Keizer dienstvaardig had betoond met de overname van
het commando over de landweer, waagde het thans den
Keizer tot een terugroepiug van den aartshertog Heinrich
over te halen, een stap die noch graaf van Beüst, noch
graaf Taaffe gedurende hun minister-presidium hadden
durven doen. Keizer Frans Joseph keurde den terugkeer
CBrleveB Franco.)
AIVEBTENTIBN:
Prijs: van 1 te' 10 gewone regels fi.OO; icdcio regel meer /0.10.
Voor den werkenden sland en voor weldadigheidde helft van den prijs.
van den aartshertog goed en richtte een kabinetschrijven
aan den minister van oorlog, die hem iu al zijn militaire
waardigheden weder herstelde.
Te gelijkertijd wees hij'hem liet Botzenerslot tot woon
plaats aan en verhiefzijn vrouw, onderdennaam van vrouwe
von Waldeck, tot den adelstand zonder er echter bij te
bepalen dat zij naar Weeneu !«m gaan en toegang tot de
hofkringen mocht hebben. Zoo eindigde dan dit familie
drama op bevredigende wijs en in elk geval veel sneller dan
de verzoening met aartshei tog Jolianin 1839, omdat er
toen' een streng statuut bestond, waarbij aan den keizer
macht gegeven werd over alle leden der fan lilic.
De Wiener Weltausstollungs Zeitung maakt op een
nieuwe industrie opmerkzaam, die voorzeker voor Euiopa
van het allergrootste gewicht is en die, eens gegrondvest,
'H korten tijd grooteu opgang zal maken. Het is liet gebruik
van konijnenhaar in stede van wol en katoen voor spinne
rijen. Konijnenhaar wordt thans gebezigd door hoeden
makers om er dusgenaamd vilt van te bereiden; het geldt
6 11. por pond. Bij behoorlijke toebereiding bezit het alle
eigenschappen, om een goed en duurzaam garen op te leve
ren, dat in vergelijking met wol daarvoor in het minst niet
onderdoet. Maar om het gebruik van konijnenhaar moge
lijk en algemeen te maken, moet de konijnenfokkerij, die
thans nog op beperkte schaal wordt gedreven, zich uitbrei
den. En als men nu nagaat, dat geen diersoort zich gemak
kelijker eigent voor de teelt in het groot dan het konijn,
een dier, zoo vruchtbaar, dat het spreekwoordelijk is ge
worden; als men bedenkt, dat dit dier in enge ruimte en in
elk klimaat leven kan, dat het zich met de meest uiteen-
loopende en goedkoopste stoffen voedt, en minderzorgver-
eischt dan elk ander dier, dan moet men de mogelijkheid
erkennen, om de noodige hoeveelheid konijnenhaar te pro-
duceeren, tot een prijs, lager dan die van wol en van katoen.
Monsters, inhetbezit van de redactie van genoemde Zeitung,
laten aan weekheid, elasticiteit en fijnheid niets te wen-
schen over, zegt zij.
De haren, die ongeschikt zijn tot spinnen, vinden bij d°
hoedenmakers voor vilt gereeden aftrek. Het vleesch van
het konijn is smakelijk en voedzaam en zou, bij de hooge
prijzen van andere soorten van vleesch, onze arbeidende
klassen zeer te stade komen als goedkoop, gezond en goed
voedsel. Wat dan van 't konijn nog overblijft, kan dienen ter
bereiding van gelatine en lijm.
De redactie van gezegde Zeitung deelt nog mede, dat zij
de industrieelen, die in dezen nieuwen tak belang stellen
en aan het oprichten der eeiste fabriek deel willen nemen,
met berekeningen van deskundigen en uitvoerige gegevens
gaarne wil bijstaan.
SCHIEDAM, 25 October-1872.
Bij de overwegingen in de afdeelingen der tweede
kamer van de staatsbegrooting voor 1873 in haar geheel,
trail men in sommige dier alileelingen iu beschouwingen
van politieleen aard. Vooral kwam de aanslaande eensus-
herziening ter sprake. De meeuiug werd uitgedrukt, dat
de verklaringen van sommige ministers, den 24 September
in een zitting der kamer gedaan, moeilijk zijn overeen te
brengen mot de troonrede, waar die spreekt van een in te
dienen wet tot uitbreiding van het kiesrecht, daar waar het
binnen te enge grenzen is beperkt. Die woorden deden
denken aan een herziening der kiestabel op beperkte
schaal. Ook uit andere zinsneden van de troonrede maakte
men op, dat er toeu geenszins een electorale hervorming
werd beoogd. v
Maar den 24 September stelde het kabinet de herziening
van het kiesstelsel meer op den voorgrond, en oordeelde
dat die censuslterziening allo belangrijke wetsontwerpen
van politieke richting moest voorafgaan, ofschoon het
kabinet dit tijdens de opening der kamer blijkbaar nog niet
van plan was.
Tegen een dcrgelykon gang van zaken nu hadden de
meeste leden in die afdeelingen, waar dit punt werd be
sproken, zeer groote bedenkingen.
Men vreesde dat, indien alles achter de eensus-herzicning
werd geschoven, er niet slechts in dez.e zitting, maar ook
gedurende 1873 geen enkele groote maatregel van wetge-
venden aard zou worden tot stand gebracht.
In strijd met dat gevoelen werd beweerd, dat nit de ver
klaringen van de ministers verkeerde gevolgtrekkingen
werden gemaakt. Dit bleek voldoende daaruit, dat de
regeering sommige belangrijke ontwerpen niet had terug
genomen.
Door zeer enkelen werd de meening verdedigd, dat het
zeer wenschelijk was liet vraagstuk der census vóór alle
anderen of zelfs bij uitsluiting tot oplossing te brengen.
Daarin kwamen de gevoelens overeen, dat een spoedige
indiening van het ontwerp tot uitbreiding van het kiesrecht
zeer wenschelijk was.
Bij zooveel verschil van opvatting is de commissie van
rapporteurs in overleg getreden met de regeering, ten einde
zekerheid te verkrijgen omtrent haar bedoeling. Zij vroeg
ligt hot in de bedoeling dei- regeering, om gedurende het
onderzoek en naliet tot stand komen van de aangekondigde
ccnsus-her/iening nog andere voorstellen ook van gewich
tiger aard iu te dienen en met do kamer te behandelen?
Bij de conferentie, die daarop plaats vond, stelde de
minister van justitie, als tijdelijk voorzitter van den minis
terraad aldaar aanwezig, op den voorgrond, dat naar de
meening van den raad van ministers een commissie van
rapporteurs, volgens art. 37 van liet Reglement van Orde,
wel het recht heeft met don minister in overleg te treden
o\er een bepaald voorstel, maar niet over het geheele
regeeringsbeleid. De commissie van rapporteurs daaren
tegen trachtte aan te toonen, dat die opvatting van art. 32
veel te beperkt is.
Wat de zaak zelve belieft gaf de minister te kennen,
dat zijne woorden zoo moesten worden opgevat, dat wel
aan de census-herziening den voorrang zal worden ge
geven, maar gedurende de behandeling van dat voorstel
ook andere gewichtige zaken door de kamer tot afdoening
kunnen worden gebracht. Zijn rede was juist een piotest
geweest tegen het denkbeeld, alsof men in het tegenwoor
dig kabinet, een kabinet van stilstand had.
Nadat de minister aan de woorden van de ministers van 7
financiën en van koloniën een nadere uitlegging had gege- II >1
ven, bleef hem nog over de beantwoording van de door^e
commissie gestelde vraag, of ook na het tot stand komen
der census-herziening nog andere voorstellen met deze
kamer zouden worden behandeld. Op die vraag, zich oplos
sende in de vraag of de kamer na de census-herziening zou
worden ontbonden, kon de miuistergeen antwoord geven.
De ministerraad had daaromtrent nog geen besluit ge
nomen. c
Verder gaf de minister nog te kennen dat, indien het
ontworpen wetsvoorstel nog niet bij de kamer was inge
diend, dit daaraan te wijten was, dat het voorstel nog in
onderzoek was bij den raad van state.
De minister merkte nog op, dat het kabinet, wanneer
het census-ontwerp eenmaal was aangeboden, niet bij
machte was den loop der daaraan verbonden werkzaamhe
den te bepalen.
Ket was denkbaar, dat de kamer deze zaak in hare te
genwoordige zitting niet afdeed of zich niet met het regee-
ringsvoorstel vcreenigde. In elk geval had de kamer reeds
nu getoond niet te aarzelen ontwerpen van gewiclitigen
aard in behandeling te nemen en had do regeering getoond
daarin evenmin bezwaar te zien. Menige wetgevende maat
regel was denkbaar, die niet in zoodanig onmiddellijk ver
band tot de ceusus-quaestie stond, dat tegen het afhande
len daarvan onder de bestaande omstandigheden moest
worden opgezien. Als regel kon wel worden gesteld, dat
do indiening van eenig wetsvoorstel van de zijde der regee
ring genoegzaam aanduidde, dat zij de afdoening daarvan
door deze kamer en hare tegenwoordige zitting wensche
lijk achtte.
De commissie van rapporteurs is van oordeel, dat het
mondeling overleg met den minister van justitie de zaak,
die het hier geldt, niet tot klaarheid heeft gebracht. Zij
moet verdere waardeering der gedane mededeelingen aan
de kamer overlaten.
Over verplicht onderwijs schrijft de heer Laurillard,
in no. 42 van het weekblad de Monitor, o. a. het volgende:
Wat ik eigenlijk zeggen wilde, is dit, dat er vele men-
schen zijn, die nooit hunne stom verheffen tegen de con
scriptie, maar die, zoodra er van verplicht omhnoijs sprake
is, een geweldig alarm maken over szullt een geweldig in
grijpen in de vaderlijke vrijheid en macht" Op die tegen
strijdigheid wilde ik wijzen. Dezelfde personen die vol
komen kalm blijven, als cle staat tot een jongen zegt: wees
soldaat, worden vreeselijk driftig, als de staat er nok- mam-
van verre aan denken durft, om tot een jongen te zeggen
wees menseh: Wat is dat? Mag de staat wel zeggenik zai
uw kind u tijdelijk afnemen, om het te loeren exerceeren?
En mag de staat niet zeggen: ik zal uw kind u laten, maar
ik eisch, dat het onderwezen en opgevoed worde? Mag de
staat wel zeggenik bedank voor burgers met ongeoefende
armen aan het lijf? En mag de staal niet zeggen: ik bedank
voor burgers met oen ledig hoofd op hun-romp en met een
ongevormd hart in hunne borst? Dat begrijp ik niet. Op deze
tegenstrijdigheid alzoo wilde ik wijzen. Eu dan, wat die
ouderlijke vrijheid betreft, waarvan velen zoo'n kruidje- j'!
roer-mij-niet maken, 't komt mij voor, dat men die vrijheid
dood-eeüvoudig aan bandon behoort te leggen, ikze<*:
aan banden behoort te leggen, als een vader of een moe- M
der goed vindt, het kind te laten worden een oorzaak van
niets dan last voor de maatschappij, en een bron van niets f
dau smetstof voor anderen. jj
De Standaard laat zich aldus ove>' de verkiezing voor
een lid van de tweede kamer te Amsterdam uit
De uitslag der stemming te Amsterdam heeft onze ver
wachting verre overtroffen.
De lieer van Berkhout verkreeg '155 stemmen; een getal
aanmerkelijk hooger dau weleer.
^De heer Ilovy bekwam 434 stemmen.
De heer Glazener 322 stemmen.
We dorsten niet hopen, dat de invloed onzer richting
COURANT.
i'.'t