D onderdag IS Mei.
A". 1873.
M 3129.
BUITEÜILANDSCHE BERICHTEN.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
Abonnementsprijsper Drie tanden
Franco per Pott, door het gehcele Rijk
f 1.85
2 50
(Brieven Franco.)
Te St. Petersburg is kortelings de R. K. hoofdkerk,
op kosten van keizer Alexander II gesticht, ingewijd.-De
metropolitaan Fialowski, aartsbisschop van Mohilew, hield
bij die gelehenheid een toespraak, waarin hij in de warmste
bewoordingen voor dit aan het Katholicisme gedaan
groote 'geschenk hulde aan den Keizer bracht, die, zooals
hij verder zeide, reeds zooveel voor het geluk zijner onder
danen gedaan, aan lijfeigenen de viijheid en het besef van
menschenwaarde, en aan het land een verlicht en onbe
krompen bestuur geschonken, de rechtsbedeeling op libe
rale grondslagen gevestigd, en het gemeentewezen vrij
zinnig gereorganiseerd had. vSire I" aldus besloot voor
noemde "prelaat, »er ontbreekt slechts een enkel pronk
juweel aan uw kroonde vrijheid van geweten, die uw
naam tot aan het einde der eeuwen zou doen zegenen."
't Ontbreekt in Londen niet aan groote hólels. De
voornaamste spoorwegmaatschappijen hebben 'daaivoor
gezorgd. Reeds meende men dat het Charing Cross hótel
en dat van Cannonsti eetstation aan comfort en uitgebreid
heid niets te wenschen ovei lieten, thans is echter het hótel
geopend aan 't eindstation van den Midlandspoorweg, en
dit overtreft alles wat van dien aard in de groote wereld
stad bestaat. Het gebouw heeft 454 millioen gulden gekost.
Om zich een denkbeeld van de inwendige pracht te maken,
zij het genoeg te vermelden, dat aan 't ameublement is be
steed 1,800.000 gulden. Er kunnen 600 personen gelijk
tijdig logeeren. De kamers kosten van f 4.50 tot f 12 per
dag. Een Duitscher staat aan 't hoofd der keuken-afdeeling
en dit hótel biedt een der weinige gelegenheden in Londen,
om een zoogenaamde rFransche tafel" te gebruiken.
De Engelsche bladen bevatten een statistiek van de
ongelukken in Londen door tijtuigen te weeg gebracht.
"Van 1866 tot 1871, dus in vijf jaren tijds werden er 533
personen gedood, 7944 verminkt of gekwetst.
Het blijkt, dat de gereserveerde houding, welke de
kroonprinsen van Duitschland en Denemarken tot dusver
tegenover elkander in acht genomen hebben, gedurende
hun samenzijn te Weenen met den prins van "Wales, van
gedaante veranderd en van meer vriendschappelijken aard
geworden is. Zoowel te Berlijn als te Kopenhagen is dit met
genoegen vernomen en leidt men er de gevolgtrekking uit
af, dat die verandering in houding tusschen voornoemde
kroonprinsen wel aanleiding zou kunnen geven, tot een
meer intieme verstandhouding tusschen de Duitsche en
Deensche hoven, en ten gevolge van dien ook later een
loyale en rechtvaardige oplossing van het nog aanhangig
Deensch-Duitsche geschil mogelijk zou zijn.
Men heeft uit Duitschland naar New-York 500,000
zalmeieren gezonden, die in gezonden staat zijn^ aange
komen. In Engeland heeft men uit Noorwegen een zeer
groote hoeveelheid vischeieren ingevoerd ten einde de
voornaamste rivieren te bevolken.
Een depêche uit Weenen bevat, dat de regeeriug ge
neigd is, als het werkelijk noodig mocht zijn om het geld
verkeer,gemakkelijker te maken, de statuten der nationale
bank te wijzigen. Reeds heeft zij zich tot dat einde met de
Hongaarsche regeering in betrekking gesteld en die heeft
haar goedkeuring daaraan gehecht. Verder verneemt men
dat de waarde, die in de laatste acht dagen door de beurs-
crisis te Weenen te loor is gegaan, minstens 300 millioen
fl. bedraagt
OverdebeurscrisisinWeenenschrüfthet Vaterland.
De hoofdzaak is en blijft:"
Is de tegenwoordige catastrophe het gevolg van onge
lukken, die niet te vermijden waren, of is zij de natuurlijke
reactie tegen een systematische zwendelarij? Het beste
antwoord daarop geeft een vergelijkende blik op de koers-
lyst zelf.
De solide fondsen daalden of niets of weinig, of ten
minste niet veel meer dan bij gewone daling; slechcs
de eigenlijke speelfondsen van dikwerf weinige of veron
derstelde waarde werden zwaar getroffen en sleepten an
dere goede papieren mede. De speelwoede was reeds zóó
groot geworden; de eerlijke arbeid die zich met een drage-
lijke winst tevreden stelde, was reeds in zulk een min
achting dat een crisis, al was die dan ook nog zoo nijpend,
welkom mocht heeten als een zedelijk reinigingsmiddel. Is
dit standpunt het juiste, en wij gelooven dat het dit inder
daad is, dan blijkt boven alles: dat de groote kassiershuizjn
onrechtmatig worden aangevallen, omdat zij verdere zwen-
delarijen niet ondersteunen; zulke inrichtingen, en in de,
eerste plaats de thans het meest besproken inrichting, zijn
geroepen den soliden handel- en nijverheidsstand, maar
niet een geslepen opgeschroefde beuyszwendelary te
steunen. "Van hetzelfde standpunt uit kunnen we echter
ook niet gelooven dat het eenigermate aannemelijk zou
kunnen zijn, dat de regeering zich in deze zaak mengt, de
beurs sluit, of wellicht reeds gesloten koopenwernietigt en
met staatsmiddelen zoo menig reeds zinkend scheepje van
een totalen ondergang redt. Boven alles zou dit, zooals wij
gelooven, een inbreuk zijn op burgerrechtelijke verhoudin
gen, welke in een goed geordenden staat door niets te ver
ontschuldigen zouden zijn, verhoudingen welke in het ge
geven geval denzelfden loop moeten hebben als andere, of
dien zij anders 'onder den stiengen dwang van de wet
nemen moeten.
Na zijn verwondering te kennen gegeven te hebben dat
de regeering. naar het schijut, deze zwendelarij met ge
vouwen handen heeft aangezien, zegt het bladDe ziekte
moet en zal haar natuurlijken loop nemen. Hoe smartelijk
de crisis heden énkelen ook treffen mag, voor velen is zij
een heilzame les.
SCHIEDAM, 14 Mei 1873.
Bij de, overweging in de afdeeling van de Tweede
Kamer van het wetsontwerp tot verhooging van hoofdstuk
V der begrooting van staatsuitgaven voor 1873 met
f300,000 voor onteigening van longziek vee, verklaarden
zich eenige leden zeer voor de afmaking, als het beste
middel tot bestrijding der longziekte, terwijl andere leden,
die niet zoo ver gingen, toch op verschillende gronden be
reid waien de aangevraagde som toe te staan. Tegenover
de volstrekte en betrekkelijke voorstandeis der afmaking
openbaarde zich een derde gevoelen, door de meerderheid
omhelsd, die schroomde de regeering verder op den inge
slagen weg te volgen.
De ïegeering schijnt voornemens de afmaking bij voort
during en toeneming toe te passen, ook op verdacht vee.
Volgens de door de regeering verstiekte opgaven blijkt,
dat in 1872 f460,000 benoodigd was en ïeeds half April
van het loopende jaar werd een bedrag van f650,000
aangevraagd.
De meerderheid was van oordeeldat absolute toe
passing der afmaking niet wenschelijk was, zoolang het
bewijs niet is geleverd, dat andere middelen niet afdoende
zijn. Men vroeg, of door betere verpleging van het vee het
kwaad niet te stuiten was, en ook werd in overweging ge
geven het verdachte vee in de stallen of weiden te be
waken. Door sommige leden werd opgemerkt, dat de in
enting geen onschuldig middel is.
Aangenomen, dat het stelsel van afmaking tot den einde
toe moest worden volgehouden, dan meende men, dat de
regeering dit wetsontwerp eerder had moeten voordragen
of reeds bij de begi ootiug een hoogere som had moeten
aanvragen.
Naar aanleiding van \erschillende vragen van de com
missie van rapporteurs, heeft de ïegeering eenige opgaven
overgelegd, waai ouder een betreffende het getal beslagen,
die, volgens berichten der districtsveeartsen, in het begin
van Mei in verdachten toestand verkeerden; als: 1 in Noord
brabant, 62 in Zuidholland, 37 in Noordholland, 22 in
Utrecht en 25 in Friesland. Volgens berekening verkeert
in Gelderland slechts één beslag in verdachten toestand.
Van goed ingelichte zijde vernemen wij het volgende:
De deskundige, voor een deel van het vooijaars-examen
voor lager onderwijs in de Fransche taal in deze provincie
(Zuid-holland) gebruikt, had de zwakheid of slechtheid
gehad, eenige zijner ieei lingen vooraf in te lichten over het
schriftelijk werk, dat zou worden opgegeven. De ontdek
king hiervan was onaangeuaain voor de exameu-commissie,
maar nog meer voor de geslaagde can Jidaten, die het onder
wijs van bedoelden deskundige genoten iiadden. Onder
deze laatsten behoorden uit Leiden de hh. 3. W. Segaar,
O. V. van Noppen, J. J. West en M. van Gelderen. Toen,
deze het gebeurde van den districtsschoolopziener ver
namen, betuigden zij eenparig hun onschuld en verklaarden
zich op zijn voorstel onmiddellijk bereid door nieuwe
proeven van bekwaamheid te bewijzen, dat zjj in staat
waren geweest, het opgegeven werk zonder eenige voor
lichting te maken. Donderdag ji. is dit te 's Gravenhage
voor de commissie geschiedt met dezen uitslag, dat er,niet
de minste twijfel overbleef aan de onschuld dezer heeren,
noch aan de billijkheid hunner aanspraak op de acte van
toelating voor de Fransche taal. Allen kwamen terug, vol
van de vriendelijke bejegening der oxamen-commissie, die
het onaangename van de gehcele zaak zooveel mogelijk voor
hen verzacht had. en gelukkig in het gevoel van volkomen
rechtvaardiging.
Ais blijk van groote activiteit kan gemeld worden,
dat reeds twee van ie stoombarkassen, die van gouver-
nementswege naar Indié zullen gezonden worden, in een
t'y'dsbestek van slechts 14 dagen op de rijkswerf te Amster
dam zijn aangemaakt en eeistdaags naar Indië zullen
worden geëxpedieerd, terwijl terstond weder twee andere
stoombarkassen op stapel zijn gezet
Een op den 3 April uitgegeven buitengewoon nommer
der Javasche Courant bevat de oorlogsverklaring aan
Atsjin.
De commissaris van liet gouvernement van Nederl. Indië
voor Atsjin
overwegende:
dat op het gouvernement van Nederl. Indië de verplich
ting rust, om de algemeene belangen van handel en scheep
vaart in den OosHndischen archipel tegeu belemmeringen
te beveiligen;
ADVEBTBNTIENi
Prijs. van 1 tol 10 gewone regels f 1 00; iedere regel «eer /"0.10,
Voor den werkenden stand en voor weldadigheid, de lie!ft vin den prys.
dat die belangen door <le onderlinge gescliillec én 'vijan-
delijkheden der aan het rijk van Atsjin onderhoorigé staat
jes, waarvan enkelen bij herhaling de bescherming van het
Ned.-Indisch gouvernement hebben ingeroepen, bij voort
during zyn geschaad; i 'i i
dat de herhaalde vertoogen van de zijde van dat gouver
nement, om aan zóodanigeu toestand een einde te maken,
en een goed bevestigde verstandhouding van Atsjin tot
hetzelve in het leven te roepen, steeds zijn afgestuit op'dén
onwil en de volslagen onverschilligheid van de bestuurders
van gemeld rijk, en op hun machteloosheid om in de 'onder;
hoorigheden van Atsjin de rust en orde naar eisch té
handhaven; 1
dat die pogingen onlangs zelfs zijn beantwoord met ver
regaande trouweloosheid op een tijdstip, dat het Ned:-
Indisch gouvernement met de meest welwillende bedoeliriL
gen zich in nadere verbinding met Atsjin heeft gesteld;
dat de Sultan van Atsjin, deswege nadrukkelijk om op
heldering gevraagd, eerst bij het schrijven van den com
missaris van den 22 dezer, en daarna bij dat van 24 daar
aanvolgende, niet alleen geheel in gebreke is gebleven'die
te verschaffen, maar zelfs de tegen hem ingebrachte grieven
niet heeft weersproken, en daarenboven er toe is overge
gaan, zich zoo in het oog loopend mogelijk ten strijde toe te
rusten, dat daaraan geen andere beteekenis kan worden
toegekend, dan dat Atsjin het gouvernement van'Ned.-
Indiê moedwillig heeft gehoond, en zich op het daardoor
ingenomen vijandig standpunt wenscht te handhaven
dat de bestuurders van dat rijk zich daardoor hebben
schuldig gemaakt aan schennis van het tusschen hetzelve
en het Ned.-Indisch gouvernement op den 30 Maart 1857
gesloten traktaat van handel, vrede en vriendschap, en het
mitsdien overtuigend is gebleken, dat geen staat kan wor
den gemaakt op de goede trouw van die bestuurders;
dat het der regeering van Ned. Indië onder déze om
standigheden niet langer mogelijk is, zonder krachtdadige
middelen, een zoowel door het algemeen handelsbelang als
de eischen van hare eigen veiligheid in noordelijk Sumatra
gevorderden staat van zaken te waarborgen
Verklaart uit kracht van de macht en bevoegdheid, aan
hem door de regeering van Ned. Indië verleend, in naam
van diè regeerihg, den oorlog aan den Sultan van Atsjin,
waarvan hij'overigens bij dat manifest mededeeling doet
aan elk j wien zulks mochtaangaan, en een iegely k aandachtig
maakt 'aan alle mogelijke daaruit voortvloeiende gevolgen
en aan de verplichtingen, welke in oorlogstijd op iederen
burger'van den staat rusten.
Gedaan aan boord van Zr. Ms. stoomschip Oitadel van
Antwerpen, liggende voor'Groot-Atsjin, op heden, Woens
dag den 26 Maart 1873.
Nieuwbnhuijzen,
In de eergisteren gehouden vergadering van boek
houders en reeders is ten opzichte van de haringjagerijge-
meenschap het volgende besloten
Als lste jagerzal dienstdoen de logger Maria Wilhelmina,
stuurman 3, van der Chijs, van Maassluis, ff f900; als 2de,
de logger Willem BetiJceUzocm, stuurman 3. van Dorp,
f1060; als 3de, de hoeker Vlaardimgs Hoop, stuurman
D. van der Pijl, a f 107O; en als 4de, de sloep de Vütcher,
stuurman A. van Keulen, ff f 105g huur.
De eerste zal den 3, de tweede den 6, de derde den 10, en
de vierde den 123 uni tot vertrek gereed moeten' zyn. 'f
Het overnemen van den haring wordt gerekend te ein
digen op den 10 3uli, terwijl 10 dagen later de schepen met
eigen vangst zullen mogen binnenkomen. 1
Onder de schepen, die van de jagery'gebruik zullen
maken, worden de baten en schaden omgeslagen.
Als super-carga is voor de drie laatstgenoemde jagera
benoemd de oud-stuurman 3an Venve'yvóór den' lsten
jager zal door commissarissen nog een benoeming moeten
geschieden. 1 -
Alle bestaande reederyen en maatschappijen hebbenzich
verklaard deel te nemen aan de jagery,•behalve'de maat
schappij nRegtdoorzee", de reeders M. Parser Co., al
hier, A. Boonacker te de Rijp, en R.< P. Regtdoorzee,
Amsterdam. j
De heer J. Eigeman, predikant te Delfahayen, heeft
voor het beroep als zoodanig bij de Hervormde gemeente
naar Maassluis bedankt.
De hondententoonstelling, die te 's Hage den 17 en 18
Mei a. s., in den Kon. Zoblogisch-Botanischen tuin zal wor
den gehouden, belooft zeer luisterrijk te worden. Reeds
zyn ruinr vierhonderd exemplaren van het edele ras toege
zegd, waaronder zich veel prachtige dieren moeten bevin-
deu. Dit zal deeerstemaal zyn, dat een dergelyke expositie
te 's Hage plaats vindt, een reden te meer om de loffelijke
pogingen van het bestuur van den Dierentuin aan te moe
digen. De eerste hondententoonstelling in Nederland werd
het vorige jaar te Rotterdam gehouden.
Uit Oud-Vossemeer wordt geschreven: op hooger
gezag is sedert eenige dagen de bijzondere school gesloten,
aangezien door den onderwijzer aan de voorschriften der
wet op de vaccinatie geen gevolg was gegeven.
De uitkomst van de gecombineerde verkiezing van
den eaudidaat voor de Tweede Kamer in onderscheiden
COURANT.
ABONNEMENT: