o onderdag 98 D e c e in b e r.
M 3283.
3INNENLANDSGHE BERICHTEN.
ito.. 18(3.
vi*
CBrteven Franco.j
iBONSSUlllT:
Abonnementsprijsper Drte Maanden
Franco per Poit, door het geheele Rijk
Het oorspronkelijke voorstel van den heer Melchers
heeft ons volstrekt niet bevreemd. Nooit hebben wij van
die zijde eerbiediging verwacht van het recht van vrije
critiek. Over die zaak kunnen wij veilig het stüzwi'gen
bewaren.
Iets anders is het echter met het raadsbesluit van
15 December. Dat besluit vereischt bespreking en wij
hebben hel recht en den plicht er vrij en openlijk onze
meeningover te zeggen. Er zijn in den Raad personen,
die wij hoogachten; dit is echter geen reden om de
daden dier mannen niet te beoordeelenwanneer wij
dat om -voor ons gewichtige redenen noodzakelijk achten.
De Raad heeft het noodig geoordeeld, ons een be
risping toe te dienen.
Daar heeft de Raad zich belachelijk mee gemaakt.
Eenige gemeenteraadsleden zeiden, dat zij niet geroepen
waren om over de Schiedamsche pers het toezicht te
houden. Zeer waar. Maar wanneer men nu toch in een
publieke vergadering plechtige berispingen aan couran
ten gaat toedienen, dan begint men immers veel te
gelijken op een college van censuur, dat eerst berispt
en dan kastijdt.
Het votum is echter meer dan belachelijk: het is
tegen den geest onzer instellingen. Een gemeenteraad,
die recensent van couranten-artikelen wordt, treedt zeer
zeker buiten den kring van zijn natuurlijke werkzaamheid.
Behoort censuur werkelijk tot de eigenaardige werkkring
van den gemeenteraad, waarom dan geene afzonder
lijke raadscommissie voor drukperszaken, opgericht?
Waarom dan niet alle Nederlandsche dagbladen door
gekeken of er hier en daar niet iets in voorkomt
waarover de Schiedamsche gemeenteraad z'y'n oordeel
moet uitspreken?
Het spreekt vanzelf, dat iedereen, dus ook een raads
lid over onze artikelen denken mag wat hij wil. Het
is echter vreemd, dat sommige raadsleden, die voor
hunne nbeleedigde" collega's opkwamen, geen beschul
digingen konden vinden zoo laag of zij durfden die ons
naar het hoofd gooien.
Moeten wij de verklaring van dat feit daarin zoeken,
dat een gemeenteraadslid nieteen Schiedamsch
dagblad wel beleedigd mag worden? wij weten het
niet. Zooveel is zekerdat een dergelijke voorstel
ling wel passen zou in het stelsel van diegenen, die in
onze beoordeeling van eenige gemeenteraadsleden een
verkorting van de rechten van den ganschen gemeente
raad gezien hebben.
Is het 't recht van een gemeenteraad dan, dat hij
boven de beoordeeling der gemeentenaren verheven is?
In het debat hebben wij o. a. de meening hooren
uiten, dat wij door onze artikelen oproer verwekken
zouden.
Dit is waarlijk nog wel iets anders dan een belee-
diging; dit is niets dan laster, dan laster, die voor de
strafwet vervolgbaar zou zijn, wanneer men zich niet
achter de onschendbaarheid van een lid van den ge
meenteraad meende te kunnen verschuilen.
Die laster echter deert ons volstrekt niet. In de
meening onzer eerlijke en fatsoenlijke medeburgers kan
hy ons niet schaden. En de meening van anderen is
ons volmaakt onverschillig.
„Wy komen tot onze artikelen zelf. Wy vragen met
het volste vertrouwen, waarin hebben wij misdaan?
Wij hebben raadsleden beleedigd. Best mogelijk. Wij
hebben niet geschreven om te beleedigen, .ook niet orn
niet te beleedigen. Wij hebben aan die gansche kwestie
van beleediging niet gedacht; die kwestie is in ons oog
volstrekt geen kwestie van publiek belang. De een voelt
zich daardoor beleedigd, de andere weer door iets anders.
Wat deze of gene bij de lezing van onze artikelen ge
voelen zou, was voor ons geen vraag. De eenige vraag
was, in het publiek belang te trachten de waarheid te
zeggen.
Hebben >wij de waarheid gezegd? Nog herhalen wy
,het voor iedereen, na alles wat er gebeurd is:, Ja. In dat
vooral «geïncrimineerde artikel van 10 November hebben
,wy niets gezegd, dat wy niet rechtvaardigen kunnen,
Ifcr i %J. V
Wij zeiden dat er onder onze Raadsleden ultiamon-
tanen zijn.
Mag er in Schiedam niet meer gezegd worden dat
de zon schijnt?
Maar ultramontaan is een scheldwoord,
Is het zóóver met het ultramontanisme gekomen?
Maar ultramontaan is een scheldwoord is uw ket-
terschea mond.
Wie is in staat te bewijzen, dat een woord in onzen
mond een andere beteekenis heeft dan gewoonlijk. Wie
kan ons overtuigendat wij de zondo begaan van ïstil-
zwijgend voorbehoudl
Wij zeggen het overluid, dat ultramontaan in onzen
mond niet anders beteekent dan in den mond van ieder
een, die het woord begrijpt: iemand, die de staatsleer
huldigt van den Syllabus.
Verwerpt de heer Melchers dien Syllabus? Hij verklare
het; onze kolommen staan voor hem open en wij zullen
plechtig die benaming terugtrekken.
Wij hebben gezegd, dat het ultramontanisme de ze
delijke en de verstandelijke ontwikkeling der natiën
ten gronde richt.
Mogen wij dat niet zeggen? Staan wij in dis meening
alleen? Is er geen enkel bewijs voor die meening aan
te voeren?
Wij hebben gezegd, dat het ultramontanisme wel
eens minder rechte wegen bewandelde? Is dat ook al
onwaar?
Wij hebben als onze meening te kennen gegeven,
dat de Schiedamsche ultramontanen het eigenlijk op het
Openbaar Onderwijs gemunt haddenmaar dat zij zijwe
gen boven den rechten weg verkozen. Wij meenden,
dat zij ultramontanen zijnde, zich liefst niet als zoo
danig voordoen.
Doet men hen met eei^ dergelijke meening onrecht
"Wat beteekent het dan, dat aanhangers van den Syl
labus een kiesvereeniging »de Grondwet'' oprichten,
terwijl het toch bekend genoeg is, hoe onze Grondwet
in hare gewichtige beginselen door den Syllabus ver
oordeeld wordt.
Verklaren de leden van de Grondwet, dat zij den
Syllabus niet aanhangen, wij trekken terug.
'tls een vreemd verschijnsel; een verschijnsel, dat
echter niet hier alleen zich wordoet.
Het ultramontanisme roept: hier hebt gij den Syl
labus, mijn programma, en als men dan dat
programma gaat lezen, en men tracht hen uit eigen
vaandels te leeren kennen, dan worden zij boos en praten
zij van beleediging.
Dit is het wat wij gezegd hebben, en wat wij hebben
meenen te moeten zeggen in het algemeen belang. Is
het onwaar, men toone dat aan. Zoolang men dat
echter niet gedaan heeft, heeft men eigenlijk geen recht
iets op ons aan te merken. Wil men het dan toch doen,
ons is dat onverschillig. Wanneer men beschuldigt en
men houdt die beschuldiging vol, zonder iets tot staving
daarvan te willen bijbrengen, schaadt men niets dan
zijn eigen* fatsoen.
S O HIE D A M17 December 1873.
Heden middag ontvingen wij uit 's Gravenhage het
volgende telegram:
In de zitting van de Tweede Kamer heeft de Minister van
Koloniën het volgende ter kennis van de leden gebracht
Heden morgen is bij het Departement van Koloniën
een depêche ontvangen van den Gouverneur-Generaal,
mededeeling doende van een telegram van den generaal
van Swieten, van Siboija, Sumatra's Westkust, van 15
dezer, waarschijnlijk dus van den 13 uit Atsjin: alle
troepen waren gedebarkeerd en vereenigd te Gighen.
Do beoosten de Atsjin-Rivier gelegen benting Moesapie,
was genomen. Het hoofdkwartier derwaarts verplaatst.
De dag van afzending van het bericht zou de opperbevel
hebber naar Moesapie gaan. Zuid- en Oostwaarts werden
verkenningen uitgezonden. De toestand der troepen was
bevredigend ener waren onzerzijds geen verliezen door den
vjjand. v
A D V E B T E H T I E Ns
Prijs: van 1 tal 10 gewone regels fl 00; iedere regel tacer 0.10
Voor den werkenden stand en voor weldadigheidde helft van den pry».*
Do luitenant van Helden was het die aan de cholera
is overleden. De Minister zal aan de Kamer of in de Staats-
courant mededeeling doen zoodra hij tijding ontvangt.
Men zij dus niet ongerust noch verspreide valsche ge
ruchten, zeide de Minister.
In den Haag loopt het gerucht, dat eenige leden .der
Tweede Kamer voornemens zijn, om bij de behandeling 5
der wet op de middelen, een amendement in te dienen
tot afschaffing van den zeep-accijns.
Het rapport der commissie van advies ter zake eener
reorganisatie van kerk enkeikbestuur, benoemd door de
Alg. Syn. der Ned. Herv. kerk, is dezer dagen aan de, leden
der Synode toegezonden. Het maakt een boekdeeltje uit
van 146 bladz.
Imposant is de indruk, dien men ontvangt van het
kolossale standbeeld van den gouverneur-generaal van
Nederl. Indie Jan Pieterszf Coen, den stichter van'Bata
via, dat thans inde Kon. Ned; fabriek van den heer J. M.
van Kempen te Yoorschotën ter verzending naar'Batavia
gereed staat. Met de uitdrukking van onwrikbare wils
kracht op het gelaat is Coen voorgesteld, staande'op de
puinhoopen van Jacatra, en in de hand houdende het plan
der stad Batavia, welke hij beveelt dat gesticht zal worden.
De krachtige kop gevolgd naar het authentiek portret, te
Ilooin berustende, en de geheele manhafte, vastberaden
houding geven volkomen het karakter terug, dat uit dit
beeld tot den toeschouwer moet spreken, en als zoodanig
is de aibeid van den beeldhouwer Eugène de Plyn uit
muntend geslaagd te noemen. Ook de détails dragen er
zeer toe bij om aan het kloeke beeld een behaaglijk aanzien
te schenken, waartoe deteekenachtige kleedij van dientjjd,
het Spaansch kostuum, zich bij uitstek leende.
Het bestuur der vereeniging voor de volksgezondheid
te Leiden, heeft bij gemotiveerd adres begrepen teü
sterkste te moeten ondersteunen het voorstel van burg. en
weth.tot verdere toepassing van het Liernur-stelsel en op
te Jiomen tegen het plan, om op de Marendorper Achter
gracht een proef met het tonnenstelsel te nemen. Het acht
het Liernur-stelsel beter voor'de gezondheid en goedkooper
in exploitatie. Daarom verzoekt het bestuur dringend, dat
des noodig wat meer tijd worde besteed aan de invoering
van het Liernur-stelsel in Leiden.
De gezondheidscommissie te Deventer heeft dezer
dagen groen gordijnpapier .onderzocht, dat schweinfurter
groen (vergif) bleek te bevatten, ten gevolge waarvan zij
het publiek waarschuwt voor het gebruik van zulke pa
pieren gordijnen.
Men meldt uit Amsterdam van 15 dezer:
De Arrondissements-Rechtbank (kamer van burgerlijke
zaken) alhier heeft bij vonnis van heden, overeenkomstig
de conclusie van het openbaar ministerie, toegewezen de
door den burgemeester van Amsterdam tegen den heer
Victor Driessens, pachter van den stadsschouwburg, inge
stelde vordering, en alzoo ontbonden verklaard de tusschen
partijen op 27 Juni 11. gesloten pachtovereenkomst, op -
grond van wanpraestatie des pachters, en den laatste ver
oordeeld tot schadevergoeding deswege. Da rechtbank
heeft dat vonnis uitvoerbaar verklaard bij voorraad, niet
tegenstaande verzet op hooger beroep.
Donderdag 18 dezer zal In het Vosje, Rokin, te Am
sterdam, een vergadering gehouden worden, ten einde van
gedachten te wisselen over de bezwaren, welke, met het 1
oog op de belangen van den grondeigendom, bij adres
kunnen worden ingebracht tegen de aanneming door de
Tweede Kamer van het voorstel der heeren Oldenhuis
Gratama c. s.tot intrekking van de bijzondere bescher
ming van de jacht en het jachtwezen.
Het centraal bestuur van het Algemeen Nederlandsch
Werklieden-Verbond heeft zijn oproepingsbrief rondge
zonden voor de tweede algemeenejaarlijksche bondsver
gadering, welke zal gehouden worden op 25 en26 Dec. a. s.,
in het gebouw van den Amsterdamschen Werkmansbond,^,
in de Spuistraat, te Amsterdam.
Een proefneming met het overbrengen van bevroren
vleesch van over zee is dezer dagen uitnemend geslaagd.
Zoodanig vleesch van ossen, schapen en kalkoenen per
Scandinavian uit Canada te Londen aangevoerd, is in allen,
deele voortreffelijk van smaak en hoedanigheid bevonden.
Het plan bestaat nu, een maatschappij op te richten, niet
slechts tot invoer van bevroren vleesch uit Canada, doch
ook tot het opkoopen van grond aldaar, ten einde er vee
voor het speciale doel der maatschappij aan te fokken.
Naar men berekent, zal het vleesch, dat in Canada 3
stuivers per Eugelsch pond kost, met billijke winst te
Londen voor 6 stuivers kunnen geleverd worden.
Voor huisgezinnen waar veel kinderen zijn, is het Eau
d'Anvers onontbeerlijk. Indien men er-'s morgens vin in
het water giet waarmede men de kinderen wascht, ver- 3p|
sterkt het degezoniheid. Om een heerlijken geur in ver
trekken te doen ontstaan, waar het zeer warm is, is het
uitnemend geschikt. Het Eau d'Anvers bevordert, daar het
oparomatischeenzuiveréplanten gestookt is, de gezondheid
zeef
-<
<f
COURANT.
'1 ,i V -v