Zaterdag 25 April. A». 1874. ,W 3372. BUITENUNaSGHE BERICHTEN. BINNENLARIDSCHE BERICHTEN. STEDELIJK NIEUWS. ~-.r-T ÖDRAIT. ABONNEMENT: Ahonnomenlsprijspor Dno M.i.mdcn Franco per Post, door hot gelieelo Ilijk f 1.85 2.50 Brieven Franco.) A D V E B T E N T I E N Prijs: van 1 lot 10 gewone regels /I 00; tedere regel meer f 010, Voor den werkenden sl.mil en voor weldadigheid, de hclll van den prijs. De stormen van verleden week schijnen bijzonder hevig te zijn geweest. Enkele schepen, die te Liverpool en Plymouth werden binnengesleept, dreveu, met masten en tuig gekapt, in volle zee rond. Vele schepen zijn vergaan en zelfs vuurtorens aau de oostkust liepen groot gevaar. De vuurtoren op Bishops Rock, een i ots voorbij de Scilly eilanden, ver in den Atlantischen Oceaan, was gedurende den orkaan van Dinsdag 14 dezer zijn ondergang nabij. Do toren werd in snelle opvolging door reusachtige golven getroffen, die een geluid als van kanonschoten veroorzaak ten, en het hechte, zware steeneu gebouw heen en weer deden waggelen. Een buitengewoon hooge zee sloeg over den toren en brak de groote lens in verschillende stukken. Een tweede zee brak de andere lensen en doofde alle lichten uit, terwijl zand van den bodem der zee, die hier dertig vademen diep is, werd opgeworpen en opgehoopt op de galerij, die den top van den toren omringt. De wachters op den toren, achten het b'jna een wonder, dat zij niet gedood zijn. Uit Plymouth bericht men, dat Zaterdag jongstl. de grootste opgewondenheid heerschte toen aldaar door de stoombooten Spray en JE1. T. Barry binnengesleept werd liet transatlantische stoomschip Amerika, dat den 14 dezer maand op 100 mijlen afstand van Brest, door het volk ver laten werd. Voor de transatlantische compagnie, die bin nen weinige maanden drie prachtige vaartuigen verloor, was dit een alleraangenaamste tijding. Zij werd in Frank rijk juist op het oogenblik ontvangen, toen de gezagvoerder van do Amerika, Roussan, aan den raad der compagnie ver slag deed van het vergaan van zijn schip. Toen de arme man vernam, dat het vaartuig, hetwelk hij had verlaten in de gedachte, dat het aanstonds zinken zou, door anderen behouden was binnengebracht, scheen hij als door den donder getroffen. Tot zijn verontschuldiging diene, dat hij zijn schip het allerlaatst heeft verlaten. De Fransche Bresse bevat het volgende bericht. ïMeu weet, dat een aantal buitenlandsche bladen, o. a. de Duitsehe en Engelsche, dagelijks aanvallen richten tegen de uitgestrektheid en den duur der macht van maar schalk Mac-RIahon; liet zijn aanvallen van denzelfden aard als die, welke, volgens de termen van den staats-secretaris, do Fransche bladen aan gerechtelijke vervolging zullen blootstellen." De Qonstitutionnel bericht tevens, dat de invoering dezer dagbladen in Frankrijk weldra aan een strenge contróle zal onderworpen worden en bepaald aan ieder dier bladen zullen ontzegd worden, welke artikelen behandelen van dien aard als waarop ile circulaire van den Minister Depeyre doelt. Er zou oa. ook bepaald zijn, dat de Fransche bladen die uit buitenlandsche bladen stukken overnemen met aanvallen op het Soptennaat aan dezelfde gevolgen zullen blootgesteld zijn, als hadden zij ze van hun eigene redactie. "Woensdag jl. was in den Duitsclien Rijksdag aan de orde de eerste beraadslaging over het wetsontwerp, hou dende maatregelen om de onwettige uitoefening van ker kelijke function te beletten. De heer Förster, bonds-commissaris, directeur van het Pruisische Ministerie van Eeredienst, verklaart met beroep op de wet, dat de Rfgcering geenszins een stryd wil onder nemen met de Katholieke Kerk, maar wel met die partij, welke zich, sedert do vaststelling van het dogma der pau selijke onfeilbaarheid, overgeeft aan politieke agitatiën, die voor de veiligheid van den staat gevaarlijk zijn, Tegen deze partij zijn de confessicneele wetten in Pruisen gericht. De heer Leonhardt, Minister van Justitie, houdt het feit staande, dat de elericale agitatiën een buitengewonun toe stand in het leven geroepen hebben, waartegen een buiten gewone wet noodzakelijk is geworden, liet gouvernement zou zich liever niet genoopt gezien hebben dergelijke wetteu voor te stellen, maar heeft besloten nog andere voor te dragon, zoo de noodzakelijkheid zicb deed gevoelen. Alleen de leden van het centrum en de sociaal-demo craten hebben gestemd, om het wetsvoorstel naar een commissie te verzenden. Men schrijft uit Rome dato 15 April aan het Journal des Dalais het volgende »De feestdag vau St. Agues heeft aanleiding gegeven tot talrijke ïeceptiën op hetVaticaan. De Paus heeft danrbij "verscheidene toespraken gehouden, waaronder de volgende zinsneden nogal opmerkelijk zijn ïllet ligt misschien in de orde der Voorzienigheid, dat zij het tegenwoordig kwaad toelaat, om de Katholieke maatschappij in al hare kringen te zuiveren, en den geest des geloofs, die op veel plaatsen kwijnend, op andere ge heel uitgedoofd was, te doen herleven. »God oordeelt, dat het oogenblik nog niét gekomen is, om den wil te leiden van zekere mannen, te meer omdat de wil der lieden, die ik bedoel, nog niet vrij is. Dat die wil niet meer vrij is, is hunne schuld nietdie wil is niet meer vrij, omdat zij bedreigd worden door woeste raadslieden. - ïlndien dieraadsliedenwellicht het ophitsen, hetdreigen eu het dwingen moede werden, dan zouden de mannen, die ik bedoel, betere besluiten nemen. Maar voor het oogen blik zijn zij gedwongen uit te roepenVideo meliora pro logue/ (ik zie wat beter is, eu ik keur het goed!) En de vergiftige hydra uit den diepsten afgrond der helle opge doemd dringt hen er by te voegen; Deteriora seguor (wat slechter is, stieef ik na.) De correspondent zegt verder: de personen op wie de Paus hier zinspeelt, zijn zonder twijfel de Keizer van Oos tenrijk, maaischalk Mac-Mahon en wellicht ook Koning Victor Emanuel zelf. Volgens een telegrafisch bericht aan de Times heeft het gouvernement van Madrid besloten, met geweld an wapens den Cailistischeu opstand te gaan onderdrukken, eu de Rcgeeiing heeft ook openbaar en officieel alle denk beeld van compromis van de hand gewezen. De gouver- neuis der provinciën hebben bevel ontvangen, om alle gedachteuwisselingen ten gunste van dit denkbeeld te weren. Negentien bataljons, bestaande uit zes bataljons gen darmen en vier earabiniers, te zamen '12000 man, zijn te Santander ingescheept, om zich naar Suredo te begeven, teneinde het 3de coips van het leger te vormen, dat op deze plaats georganiseerd wordt evenals te Santona. Zij zullen mede staan onder genei aal Coucha, die dan een uit stekend en goed gewapend jeger van 24000 man onder zijn bevel zal hebben. V Generaal Concha en maarschalk Serrano zullen in veree- niging tegen den vijand optreden, maar op verschillende liuiën. De Cariisten trekken al hun beschikbare troepen te Catalouie samen en doeu alle pogingen om zich eenige nieuwe kanonnen te verschaffen. Zij maken ook nieuwe verschansingen tusschen Balmaseda en Zamales. Meu twijfelt geenszins aan 't toekomstig succes van Serrano. SCHIEDAM, 24 April 1874. In een brief uit den Ilaag aau de JSf. Midd. Gt. wordt o. a. geschreven, dat van al de onderstelde huwelijken van den kroonprins met freule A. of B. niets aan is, ook al zal Z. K. H. hierin aan ieder ander jong mensch gelijk, wel ecus deze of geene jeugdige schoone onderscheidend be jegenen. Echter moet er ernstig sprake zijn van een huwe lijk van deu kroonprins met de dochter des konings van Denemarken. Voorts meldt die corr. nog, dat de heer Nierstrasz, lid der tweede kamer, zijn ontslag uit den zee dienst zou nemen. Eerlang zou hij voor verhooging in aanmerking komen, maar hij verlangt zulks niet en treedt daarom terug. lletllll. zegt bij het bericht omtrent het huwelijk van den kroonprins: De eenige Decnsche prinses, die hier bedoeld kan zijn, isH. K. II. prinses Thyra Amelia Carolina Charlotte Annageboren 29 Sept. 1853. Hare twee oudere zusters zijn reeds gehuwd; de oudste met den prins van Wales, de tweede met den grootvorst-troonop volger van Rusland. De lede, dezer dagen uitgesproken door Z. K. H. Prins Hendrik bij gelegenheid der vergaderingen in het Zeemanshuis to Rotterdam, is zoo belangrijk, is zoo waar, slaat den spijker zoojuist op den kop, dat we niet kunnen nalaten den hoofdinhoud, zooals de N. 11. Gt. dien opgeeft, onder het oog onzer lezer te brengen. De tijdsomstandig heden zijn ernstig. Er is schijnbaar toenadering tusschen de nationaliteiten, maar iu het wezen der zaak bestaat er de grootst mogelijke zelfzucht bij iedere nationaliteit. Nederland alleen maakt daarop een uitzondering. Neder land heeft altijd kennis ca kapitaal veil voor den vreemde, en wat doet de vreemdeling voor ons? Het antwoord op die vraog kan niet gunstig luiden. Iedere vreemdeling is ons lief en trekt voordeel van onze overzccsche bezittingen en van het moederland, terwijl de vreemdeling ons zijn hulp niet schenkt. Schatten Ilollandsch geld worden in allerlei vreemde, niet zelden uiteist gewaagde ondernemin gen gestokeu. Vraagt men daarentegen den Nederlander geld voor Nedcrlandschc ondernemingen, dan is schier geen kapitaal te vinden, al blijkt het dat zij aan dringende behoeften voldoen en op solide grondslagen rusten. Het gebeurde met de dokken in Indio moge daarvan tot bewijs strekken. liet nationaliteitsgevoel, in de laatste maanden gelukkig meer opgewekt, is niet levendig genoeg. Er is gemis aan nauwe aaneensluiting van plaatselijke krachten. Nederland is klein, het kan aan grondgebied niet grooter worden gemaakt dan het is, maar het kan grooter worden dan het is, wanneer de keunis eu het kapitaal, die hier aanwezig zijn, zich verbinden tot bevordering van het eigen belang van het gemeenschappelijk vaderland, waar door het vanzelf eiken individu beter zal gaan dan thans. Vriendschap en vrede met den vreemdeling, maar onze kennis en ons geld aangewend tot bevordering vau plaatse- lyket belangen. Zóó kan, beter dan thans, nyverheid, handel eu scheepvaart tegelyk met het algemeen vollts- welzijn in Nederland oneindig beter worden bevorderd, dan, gelijk in de laatste jaren het geval was, hulp en steun aau Ncderlaudsche belaugen te onthouden, om die, niet zelden met jammerlijke uitkomsten, aan den vieemdeling te schenken. Op een schrijven van Burgemeester en Wethouders van Roilerdam en van den Ptesident der Kamer van Koop handel ca Fabrieken aldaar, aan den Minister van Binnen- lamlsche Zaken, strekkende om bij do Regcering aan te dringen op een spoedige voltooiing van den Nieuwen Waterweg, opdat weldra door schepen van het grootste chatter eu door ti ansatlantische stoombooten van dat ka naal gebruik zal kunnen gemaakt worden, is door den Mi nister geantwoord, datnaarhet gevoelen van den Inspecteur Caland aan dien wensch zal kunnen voldaan worden spe ciaal door verlenging der beide dammen, en dat de Mi nister bereid is, op de begrootingen van de beide volgende jaren tea behoeve vau de voltooiing van het werk de ver- eischte sommen op 's lands bcgrooting uit te trekken. De arrondissements-rechtbank te's Ilertogenbosch had voor kot ten tijd de volgende zaak te behandelen. Nabij het kanaal te Schijndel bevindt zich een steen bakkerij, waai langs een zestal woningen voor de arbeiders. Een dezer werklieden, C. genaamd, een overigens oppassend huisvader, had een driejarig zoontje, Arnoldus. Onder de arbeiders bestond een gebruik om op verschillende tijd stippen voor gezamenlijke rekening jenever of bitter te doen haleneen van hen ging dan met de flesch rond en schonk ieder een glas in. "Velen hadden de afkeurens waardige gewoonte om, wanneer er nog eenige droppels in het glas waren overgebleven, ze door den driejarigen Ar noldus te laten uitdrinken, die langzamerhand verzot werd op sterken drankzelfs de vader gaf, iu voege voorschreven, jenever of bitter aan het kind. Voorts bleek het ook, dat liet knaapje ïeeds herhaalde malen in beschonken toestand naar huis moest worden gedragen. Toen op 3Februarijl. weer volgens gewoonte jenever- bitter was voor de arbeiders gekocht, ging een hunner, S. genaamd, met de flesch en een bierglas rond, om in te schenken. De jeugdige Arnoldus, hopende zijn deel te krijgen, volgde hem op den voet, steeds om drank vragende. S. schonk in gedachten het bierglas halfvol met bitter en liet dit door het knaapje uitdrinken. Kort daarop viel het kind bewusteloos neder en moest naar huis worden ge dragen. De spoedig ingeroepen hulp van deu plaatselijken geneesheer mocht niet batenhevige stuipen verergerden de ziekte, en daags daarna volgde de dood. Twee dokters, die de lijkschouwing hadden bewerkstelligd, verklaarden eenstemmig, dat, zoowel blijkens de verschijnselen, kort vóór den dood waargenomen, als naar hetgeen bij de lijk schouwing zelve was gebleken, het overlijden door jenever vergiftiging was veroorzaakt. De voorzitter der correctioneele kamer bracht in kern achtige bewoordingen den beklaagde, alsook den vader, onder het oog, hoe verkeerd zij het dan ook zonder kwade bedoeling zy hadden gehaudeld, door aan een nog zoo jeugdig knaapje sterkeu drank toe te dienen, waar door het hoogst waarschijnlijk, al wave het in leven ge bleven, toch voor de maatschappij zou zijn verloren geweest immers, bij een dergelijke opvoeding zou er niet veel meer dan een liederlijke dronkaard van gegroeid zijn. De offi cier van justitie requireerde schuldigverklaring aan het wanbedrijf van manslag door onvoorzichtigheid, strafbaar gesteld bij art. 319 Code Pénal, en veroordeeling tot een cellulaire gevangenisstraf van drie maanden. Den 31 Maart jl. deed de rechtbank uitspraak, en veroordeelde S. tot een cellulaire gevangenisstraf van veertien dagen. De lezing van den lieer Loyson (pater Hyacinthe) in de Walekerk te Amsterdam is bepaald op Woensdag 29 April, 's avonds ten 8 ure. Yoor eenige dagen stond in de Standard te lezen, dat op 1 April te Islington een groote tentoonstelling van ezels zou zijn. Tal van nieuwsgierigen, niet denkend aan do npoissons d'Avril" togen er heen en waren zeer teleurge steld, toen er geen enkele viervoetige, maar destemeer tweebeenige ezels te zien waren. Op hei uithangbord van een wijnhuis, op korten afstand van den hoofdingang vau het kerkhof van Saint- Ouen, leest men het volgendet>Bij den terugkeer van het kerkhof. Gelegenheid voor hen, die hun geliefde afgestor venen in eenzaamheid toenschen te leiueenen. Wijnen en liJceu/rcn van de leste kiualiteit Wat voert men toch uit met de jonge vossen, die hier te lande voor goed geld worden opgekocht? Men voert ze naar Engeland, waar men ze op de uitgestrekte land goederen der Engelsche grondbezitters de vrijheid hergeeft, ten einde zich later het genoegen van de vosseryacht te kunnen verschaffen. Ill) R 6 E R L IJ K E STAND. Geboren: 21 April. Eleonora Ilendrica, dochter van F. J. Broekhals en W. F. yólkert, Hoogstraat, 1 jl Ada

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1874 | | pagina 1