op schriftelijke aanvrage door de afzenders of
geadresseerden van het postkantoor te Rotter
dam kunnen gereclameerd worden, komt o. a.
voor B. de Waard te Delfshaven.
Be Minister van Oorlog heeft bestemd
om met ingang van 1 Mei a, s. te worden
belast met het toezicht over de militaire
>-.'i administratieve inrichtingen te Amsterdam den
onder-intendant 2e kl. S. C. Rijnbende, thans
toegevoegd aan den kommandant der 2de
divisie infanterie, en om met 1 Mei te worden
toegevoegd aan den kommandant van even-
benoemde divisie, den onder-intendant 2de kl.
J. Gruijs, thans belast met het toezicht over
het hospitaal eu de garnizoensbakkerij te
,I£T" Maastricht, benevens over het nachtleger in
Limburg.
Eindelijk is door den Minister van Finan
ciën bepaald, dat gezegelde briefomslagen, welke
in handen der belanghebbenden in dier voege
beschadigd of bedorven zijn dat zij niet gebruikt
kunnen worden, op de postkantoren zonder
eenige bijbetaling tegen nieuwe kunnen verruild
worden.
De verzending der correspondentie naar
Konstantinopel, door tusschenkomstderDuitsche
Postadministratie, vindt gedurende het tegen
woordig jaargetijde plaats z' ,r Igt
a. Over Odessavan Ai uterdam, eiken
Dinsdag en Vrijdag per 2den trein Rijnspoor
weg van Breslau, eiken Donderdag en Zondag
ten 12.15 's avonds, te Konstantinopel, eiken
Maandag en Donderdag
b. Over Lemberg, Bucharest en Varna: van
Amsterdam, eiken Dinsdag en Zaterdag per
2den trein Rijnspoorwegvan Breslau, eiken
Donderdag en Maandag te 12.15 's avonds;
te Konstantinopel, Zondag en Donderdag daarop
volgende.
De verzending over Odessa vindt alleen
plaats wanneer het verlangen daaitoe op het
adres is uitgedrukt.
Naar wij vernemen, heeft de bisschop
van Haarlem een raad van bestuur ingesteld
over het bisschoppelijk museum te Haarlem,
bestaande uit den hoógeenv. heer P. M. Snickers,
vicaris-generaal van* het bisdom, ais president
den weleerw. hooggel. heer J. \V. L. Smit,
■prof. aan het Seminarie te Warmond, en de
weleerw. heeren G. Schoonderbeek, pastoor te
.Overveen, J. J. Graaf, bisschoppelijk secretaris,
en L. A. P. Gompertz, kapelanu te Amsterdam,
als leden. {Tijd.)
De Tijil vermeldt onder haar reeds tot
boven f 15000 gestegen giften voor »do nood
lijdende priesters" (in Duitschland), een bijdrage
van f 25 uit Zeeuwsch Clinge met bet bijschrift:
»Tot boeting der nationale zomie, bedreven to
gen mgr. van Paderborn."
Het totaal der tot dusver bij de hoofd
commissie te Amsterdam ontvangen gelden
voor den watersnood bediaagt f 151,883,18.
In de week van 26 Maait tot '1 April,
kwamen in Zuid-Holland, benoorden Maas en
Lek, 28 gevallen voor \an longziekte onder
jiet i'undvec, bij -14 veehoudeis, verdeeld over
10 gemeenten. Bovendien werd een sta! van
15 verdachte runderen te de Lier onteigend
en afgemaakt.
Ter kennis van belanghebbenden wordt
gebracht, dat de jongste looding in het Hellegat
29.5 decimeter met laagwaler aangeeft. Ilot is
daarom raadzaam de schepen, die \an Rutter-
,dam binnendoor naar Brouwei shaven of Zieiik-
zee willen vertrekken, niet dieper dan tot 43
decimeter te beladen.
Directeuren der Nedei land«che Maat
schappij ter bevordering van Nijverheid hebben
een adres aan Z. II. den Koning gezonden be-
.trefiende de Noordpoolvaart, waarin zij doen
uitkomen dat de,uitkomsten van die ontdekkings
reizen de uitbreiding hunner kennis aangaande
de noordelijke zeëenhare bewoners en hare
Jkusten, moet ten gevolge hebben en die ver
meerderde kennis reeds zal noodzakelijk leiden
tot uitbreiding en ontwikkeling van visscherij,
handel en scheepvaart in die streken.
Om deze en meer andere redenen vestigen
zij de aandacht van Z. M. den Koning er op
om zeetochten door de Nederlandsche marine
ondernomen tot oefening van het personeel,
bevorderlijk te stellen aan de natuurweten
schappen, als ook om binnen een niet ver ver
wijderd tijdbestek een expeditie van één of
meer schepen naar de noordelijke en zuidelijke
IJszeeën uit te rusten en aan de officieren in-
structiën te geven tot het doen van al die
onderzoekingen, die kunnen dienen om onze
reederij en visscherij in die streken een ruim
veld te openen.'
De stoomboot Vesuviusvan de Kon.
Nederlandsche stoombootmaatschappij, van Gi
braltar naar Rotterdam bestemd, is in het
Kanaal door eene Engelsche stoomboot aange
varen en gezonken. Naar men zegt is, op één
man ua, de equipage gered.
De Nederlandsche Regeering wordt met
een verschrikkelijk proces bedreigd! Twee
honderd zeven-en-zeventig miliioen gulden...
neen, dollars (zegge 277,000,000 dollars of
692,500,000 gulden) zal de Staat moeten uit-
keeren, als hij het proces veriiest. Volgens het
Tafjliches Cincinnati VolJesblatt heeft Hermann
Markworth, Duitsch advokaat te Cincinnati, de
noodige stappen gedaan om de Nederlandsche
Regeering te dwingen tot uilkeering van de
nalatenschap van Theobald Metzger, in December
'1626 te Kettenheim in Rhein-Hessen geboren
en in 1691 te Schaumburg overleden, aan de
rechtmatige erfgenamen. Genoemde Metzger
was volgens het blad, dat voor ons ligt, opper
bevelhebber van de cavailerie en stadhouder
van de vrije heerlijkheid Breda en Brabant.
Hij noemde zich gewoonlijk Webérheim de
plaats, waar zijn moeder geboren werd ook
wel Weibenheiin, ook Weibnom. Met den iaat-
sten naam onderteckende hij op 29 October
1687 een koopcontract wegens landbezit Zijn
testament, dat op 2 Februari "1691 door den
stadsschrijver van Breda werd geschreven, is
geteekend: Metzger van Weibnom. In Mei 1691
werd de nalatenschap van 20 milüoen gulden
door do Regeeriug aanvaard, on met de be
rekening van rente op rente over li: 5 jaren
bedraagt het kapitaal de som, die nu wordt
gevorderd, ja reeds altijd volgens liet blad
heihaaldelijk, maar steeds tevergeefs gevorderd
is. De aanverwant Markworth zal den diploma-
tieken weg bewandelen en heeft zich reeds tot
den Staatssecretaris Fish gewend. Vad
Het Handelsblad deelt het volgend extract
mede uit een brief Goor den majoor van het
O.-I. leger, niet vei lof hier te lande, F. W.
Meijer, ontvangen van zijn broeder, den luite
nant-kolonel II. F. Meijer, chef van den staf
der expeditionaire troepen te Atsjin, ia wiens
armen generaal Pel "den geest gaf.
Kwai.a GiGiics29 Februari 1876.
De telegraaf zal in Holland wel de treurige
mare ïeeds hebben overgebracht van het over
lijden van den generaal Pel. Ge kunt nagaan
hoe die noodlottige gebeurtenis hier een ver-
schiikkelijken indruk maakte, te meer als ik u
mededeel de omstandigheden, waarouder die
dood plaats had.
We waien deu 21 dezer gekomen tot een
kampong Touga, nabij een modderaclitige rivier
gelegen, die we over moesten. Het leggen van
een loopb.ug onder vijandelijk vuur hield lang
aan, zoodat eerst 's avonds een bataljon infan
terie met twee stukken geschut .over waren en
de genei aal bciel gaf om aan beide zijden van de
rivier te blijven bivakkeeren. Daar we van alle
zijden beschoten svenlcn, bleef de generaal in
een vouwstoel, gekleed zitten, met zijn beenen
op een •'andereu voor hem staanden stoel uit
gestrekt. Dat deed hij trouwens meer te velde.
De generaal was dien dag meer dan gewoonlijk
opgeruimd, had 's avonds goed gegeten i
vroolijk gesproken, en my, die eeu wein
onwel was en niet gegeten had, aangeradi
om maar te gaan liggen. Ik vleide my nan
hem op den grond neder, doch kon niet slape
en woelde heen en weer. Om 11 uur'snack
richtte ik mij op, om wat frissche lucht
scheppen, toen ik eensklaps zag, dat de genera
van zijn stoel opstond en op den tegenovei
staanden ging zitten, het hoofd op de Borst lii
hangen en kermde: »God, God wat een pijn!
Hij klaagde over pijn op de borst en bovei
armen. Met behulp van den luit.-adj de Jon»
trok ik den generaal de uniform uit en vlek
hem op een veldbed neder, waarop onmiddelli,
om den dokter werd gevraagd. Eer deze w
gekomen vroeg de generaal mij zijn wolle
hem.d uit te trekken, opidat hij het al mei
en meer benauwd kreeg. Ik richtte hem op ra
zijn hoofd tegen mijn borst geleund, hij kermr
nog eenige woorden van pijn en gaf ko
daarop in mijn armen den geest. Een beroer
had een einde gemaakt aan zijn leven. G
kunt nagaan hoe wij gisteren waren in
ellendige bivak.
Te Amsterdam heeft zich op uitnoodigin
van den Burgemeester van Keulen een commi
sie gevormd om werkzaam te zijn tot het inzet
den van voorwerpen naar de tentoonstelling va
historische kunst, die in den a. s. zomer t
Keulen zal worden gehouden. De commissi
bestaat met den burg. als voorz. uit de heers
,S. W. Josephus Jitta; vice-voorz., Fr. Discl
secret., C. Becker, jhr dr. J. P. Six, A. Willi
en J. J.'Boas Berg.
De eerste aflevering van het Nederlandse
rundvee-stamboek voor 1875, uitgegeven doe
de vereeniging van dien naam en thans vet
schenen bij de firma Tjeenk Willink te Zwoll
(die als gewoonlijk voor een keurige uitgas
zorg droeg), bevat behalve een beschrijvioj
van 95 puike exemplaren van *t inlandsch vee
ras, een inleiding van den heer G. J. Henge
veid, hoofdinspecteur der vereeniging, t
Utrecht, waarin hij lezenswaardige mededee
lingeu doet omtrent de uitwendige kenteekene:
en deugdelijke eigenschappen van 't terecht zo
wereldberoemde Nederlandsch rund.
Uit Mastenbroek meldt men, dat de aan
vragen voor hooi naar Engeland en Schotlam
in de laatste dagen zoo ontzettend zijn toe
genomen, dat sedert de heropening der vaat!
reeds p. m, 4000 pakken geperst hooi, elk
van 100 kilo, uit die streek per scheeps
gelegenheid zijn verzonden. De buitengewosf
ontwikkeling der weilanden en de hooge prjjs
van het hooi doen de boeren besluiten zich
van hun voorraad te ontdoen.
Maandagmorgen heeft de stoomboot Slat
Middelburg no. 1, van Rotterdam naar Middel
burg varende, op de hoogte van Feijencord
averij aan de machine gekregen, zoodat zij da
reis heeft moeten opgeven. De reizigers zijn
opgenomen door de Bossche boot en een sleep
boot.
Tlanrdingen. In de avondgodsdienstoefe
ning van Zondag jl. bij de Herv. gemeente
alhier hield haren predikant, de heer Dr.
E. H. van Leeuwen, beroepen bij die gemeente
te Zutfen, zijn afscheidsrede naar aanleiding
van Joh. 19 vers 30b. »Het is volbracht I"
Een talrijke schare was in het kerkgebouw
samengekomen om van hare belangstelling in
deze plechtigheid te getuigen; zij zong haren
geachten leeraar bij 't einde der Godsdienst
oefening als afscheidsgroet toe, de woorden
van Psalm 121 vers 4.
Rotterdam. Gisteienavond te '11V* ure had
een drieëntachtigjaiige vrouw, die alleen op een
kamer van den Scliiedamschendyk woonde, het
ongeluk te dicht bij de vlam harer petroleum
lamp te komen, waardoor haar kleederen vuur
vatten en zij, ondanks de dadelijk door de buren