■jj\ 1876.
r>
Kennisgeving.
Vrijdag 7 Juli.
YerscMjat Ssplijts, ritiuM DiiÉu.
BniteulaiiösclieBer-ichtei!.
M 3936.
JjMülaflscte Bïriclifei
ertigste J aar g-a
TURKIJ E.
Men verzekert, dat de regeering, onder dag-
teekening van 30 Juni, aan den Khédive van
Egypte heeft gevraagd, of deze, in geval van
oorlog, troepen ter hulp kon zenden. Het ant
woord op die vraag moet geweest zijn, dat,
volgens Keizerlijke hatt van den vorigen Sultan,
de Khèdive alleen verplicht is, hulptroepen
aan Turkije te zenden, wanneer het met eene
vreemde mogendheid in oorlog is. Daar Servie
nu geene vreemde mogendheid is en de Porte
alleen een opstand heeft te onderdrukken, kan
de Khédive aan het gedane verzoek om ti oepen
te leveren niet voldoen.
Blijkens particuliere tijdingen uit Konstan-
tinopel, te "Weenen outvangeD, heeft vorst Nikita
van Montenegro per telegraaf op de telegram
men, die de grootvizier hem vóór acht dagen
zond, geantwoord met de oorlogsverklaring,
nedasteekend van den 2 dezer. Gemelde vorst
betuigt zijn dank voor de erkenning zijner loyale
houding tegcuover de Porte, maar verklaart
de verzekeringen der Porte niet te kunnen
aannemen. Zij is door leugenachtige berichten
harer agenten misleid. De blokkade bestaat
feitelijk. De Turksclic troepen aan de grenzen
van Montenegro ziju in den laatsten tijd wel
degelijk versterkt. Vorst Nikita heeft, op raad
der mogendheden, zijn volk, hoewel met moeite,
van deelneming aau de beweging der opgestaue
provinciën afgehouden en het pacificatie-werk
ondersteund, maar hij ziet thans in, dat de Porte,
niet bij machte is, een einde aan den strijd te
maken. Ilij zelf deelt de inzichten van zijn volk
en verklaart daaiom openlijk aan Turkije den
oorlog.
FRANKRIJK.
De ministerraad is den 4 dezer weder ver
gaderd geweest cn daarm'heeft men zich hoofd-
gr-
zakelijk met de berichten omtrent het Oosten
bezig gehouden. Uit alle tot dusver ingekomen
berichten blijkt, dat de politiek van onthouding
en niet-tusschenkomst de meeste kans heeft
van te worden aangenomen en in praktijk ge
bracht door de Europeesche mogendheden
tegenover de Oostersche verwikkelingen. Ook
de Fransche regeering huldigt die politiek en
zal daaraan getrouw blijven.
De kwestie omtrent de gemeentewet is
nog geene schrede vooruit., Het kabinet schijnt
besloten om niet toe te geven. Jl. Dinsdag beeft
de minister Dufaure aan de gedelegeerden der
linkerzijde het antwoord van den raad van
ministers medegedeeld op de voorstellen, door
de commissie in hare bijeenkomst van Zaterdag
geformuleerd. De heer Dufaure heeft hun doen
wetendat het ministerie zich in geen geval
met een eenvoudig terugkeeren tot de wet van
1871 kon vereenigen, maar daarbij tevens te
verstaan gegeven, dat liet zich niet zou ver
zetten tegen eene verdaging, indien men er
niet in slaagde een terrein tot verzoening te
vinden,-Als vergelijk zou hij wel willen aan
nemen de goedkeuringals voorloopige maat
regel, van zijn eigen ontwerp.
De benoeming van generaal Cialdini tot
Italie's gezant te Parijs maakt de clericaleü.
woedend, s Italië" schryft de Univers, skan zich
alles jegens Frankrijk veroorloven, zelfs de
onbeschaamheid om den held van de «hinderlaag"
van Caste!fidardo tot gezant bij ons te benoemen.
ITALIË,
Eerst eenige dagen geleden heeft de Re
geering geantwoord op de uitnoodiging der
Zwitsersche bondsregeering om deel te nemen
aan de internationale conferentie ter zake van
den St. Gothard-spoorweg. Naar men verneemt,
luidt liet antwoord afwijzend en wordt er in te
kennen gegeven dat Italië niet geneigd is eene
nieuwe subsidie te verleenen.
O OSTENRIJK.
Het regeeringsblad van Pesth behelst eene
aanschrijving van den minister van bïnnen-
landsche zaken aan de autoriteiten, waarin
deze nadrukkelijk en onder hare persoonlijke
verantwoordelijkheid worden aangespoord, alle
woelingen tegen den met Oostenrijk in vrede
verkeerenden Turkschen staat te keer te gaan
en volgens de wet te straffen.
Naar men verneemt zal Z. M. na terug
keer van het Loo op '10 dezer slechts eenige
dagen hier verblijven en waarschijnlijk den'15
wederom naar het het Loo vertrekken, waar
Z. M. tot in het begin van Augustus zal vertoeven.
Men moet wel volkomen menschenlmter zijn,
als men gister namiddag in den tuin derOfü-
cieren-Yereeniging niet volop genoot. Honderden
i
UusSESiKNTSi'UiJb, pei kwartaal .1 1.85.
p,a!1co per post* doc het geheele Rijk - 2.50.
Jtaderlijke Hommers- 0.10.
Be Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Doen te weten:
Dat door den RAAD dier Gemeente, in zijne Yer-
pdenng van den 23 Junij 1870, is vastgesteld de
talgende
VERORDENING betrejfisde de Algemeens her
ziening der Plaatselijke Verordeningentegen
welker overtreding straf bedreigd.
De Raad der Gemeente Schiedam,
Overwcgendo dat, ingevolge Art. 178 der AVet van
iO Junij 1851 Staatsblad no. 85), de Raad, ten minste
eenmaal in de vijf jaren, moet verklaren, welke Ver
ordeningen, tegen welker overtreding straf is bedreigd,
oog als geldende zullen worden aangemerkt;
Overwegende dat het, na onderzoek wenschelijk is
gebleken, de.na te melden Verordeningen voortdurend
te handhaven;
Heeft besloten:
Te verklaren dat de Verordeningen, tegen welker
overtreding straf bedreigd is, die voortdurend en met
uitsluiting van alle andere geldend blijven, zijn de
volgende
1. De verordening op het bouwen en betrekken van
nieuwe, alsmede op het ontruimen van ongeschikte
en voor de gezondheid schadelijke woningen, van 2G
Febniarij ,1855
5. De verordening van 22 iuriij 1857, houdende
wijziging van de artt. 1, 5, 7, 9, 10, 12 en 13 der
r i'rordaning op'het bouwen en betrekken van nieuwe
alsmede op het ontruimen van ongeschikte en voor de
gewildheid schadelijke woningon, van den 20 Februari
1855;
3. De Algemeene Policie-Verordening voor deze Ge
meente, vau den 27 Mei 1858;
•i. De verordening op het gebruik van Openbare
Secreten en Waterbakken of Urinoirs, van den 22 Sep
tember 1858;
5. De verordening van 22/27 October 1858, houdende
wijziging van de ortt. 27, 337ien 409 der Algemeene
Policie-Verordening, van den 27 Mei 1838;
6. De verordening vr.n 9/29 Junij 1859 houdende
wijziging, van art. 315 der Algemeene Policie-Ver-
ordeiiing van den 27 Mei 1838;
7. De vei oidening op de Brandweer, van den 22
February 1860;
8. De verordening van 28 Junij I860, houdende
wijziging der artt. 73 en 93 van de Verordening op
de Brandweer, van den 22 February 18G0;
9. De verordening van 29 Mei 1861, houdende wijzi
ging en aanvulling dor artt. 1, 2, 3, 4, 6, 44, 45bis,
68, 82, 338339 en 409 der Algemeene Policie-Ycr-
onlcning, van den 27 Mei 1838;
10. De veiordening vnn 28 Julij 13 Augustus 18G2,
houdende wijziging der artt. 135 en 136 der Algemeene
Policie-Verordening van den 27 Mei 1858;
11. De verordening van 28 Julij 13 Augustus 18G2,
houdende wijziging der artt. 203, 204, 209,210,211,
212, 213, 217, 219, 220, 221 en 409 der Algemeene
Policie-Verordening van den 27 Mei 1838;
12. De verordening van 29 October 1862, houdende
wij-iging der artt. 127, 128 en 131 der Algemeene
Policie-Yeiordening van den 27 Mei 1858;
13. Do verordening van 29 October 1862, houdende
wijziging van art. '180 der Algemeene Policie-Verorde
ning van den 27 Mei 1858
„11. De verordening van 27 November 1362, houdende
wijziging en aanvulling der mtt. 15a en 28a van de
verordening op de Brandweer, van den 22 February
1800:
15. De veroidening van 1 Julij 18G3, houdende
wijziging van art. 82 der Algemeene Polieie-Ycroide-
uing, van den 27 Mei 1858;
16. Do vcroidoning vnn 25 Augustus 1864, houdende
wijziging van art. 325 der Algemeene Policie-Ycioide-
ni"& van den 27 Mei 1858;
17. Do verordening op het reinigen en opderzelver
breedte en diepte houden van do Wateiingen en llein-
slootcn in hot Oud- en Nieuw Wostfrankenlnnd, van
®J 24 Maart/25 Apiii 18G5;
18. De voroidoning van 5 September 1863, houdende
w'jriging van mt. 337 dor Algemeene Policie-Yerorde-
nin8, van den 27 Mei 1858;
19i De verordening op het vervoer van Lijken in
Bytuigen, van den 4/17 October 1807;
20. Do verordening op de Algemeene Begraafplaats,
«n den 20 October 18G9;
r
JIVR'EAV HARKT, E, 124.
21. De verordening op de Huizen van Ontucht, van
den 29 Maart 1870;
22. De verordening van 13 Mei 1870, houdende
wijziging van art. 267 der AlgemeenePohcie-Veroide-
ning van den 27 Mei 1858;
23. De verordening betredende de afkondiging van
Plaatselijke Verordeningen tegen wier overtreding straf
is Gedreigd, tengevolge Ier Wet van 22 December
1867 (Staatsblad no. 162), in verband met liet bepaalde
bij ait. 133 der Wet van 29 Juny 1851 Staatsblad
no, 85) van den 3 junij 1870;
24. De verordening op het vervoer van lijders aan
besmettelijke ziekten naar-het ziekenhuis of naar hunne
woning in;de. Gemeente Schiedam,van 23 ApriilB73.
Aldus vastgesteld te Schiedam ter Openbare Vergadering
van den Gemeenteraad den 23 Junij 1876.
De Burgemeester
P. J. VAN DIJ IC VAN MATENESSE.
De Secretaris,
A. W. MULDER.
Zijnde bovengenoemde Verordening aan Gedeputeerde
Staten van Zuid-HolSand, volgens hun bei igt van 27/30
Junij 1870, B, No. 1751, (1 Afd.) G. S,, No. 19, in
afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 4 Julij 1876.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
P. J. VAN DIJ IC VAN MATENESSE.
De Secretaris,
A. W. MULDER.
D O
COURANT.
Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels. 1.00»
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Drjehaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
SCHIEDAM, 6 Juli 1S7C.