Sjiienlandulie BmcïteiL van Maandag 7 Augustus 1876. Het vergaan van het stoomschip Luit. Generaal Krot sen. Bijvoegsel van de Scliiedamsche Courant (Vervolg.) SCHIEDAM, 5 Angnslns 1876. De Slants-courant van gisteren bevat de vcrvolg-opgave van gesneuvelde en gewonde Europeesche militairen van de expeditionaire macht te Atsjin, sedeit den 4den Juni '1876. (05ste vervolg.) De Ned. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid heeft een adres aan den Koning ge richt, waarin zij, erkennende dat, zooals de toestand thans is, er voor Nederland niets an ders overblijft, dan tot den gouden standaard over te gaan, den wensch uitdrukt dat zooveel mogelijk beschaafde landen zich zouden ver slaan om den dubbelen standaard, met dezelfde waardeverhouding tusschen goud en zilver aan le nemen, waartoe die van '15'/. tot 1 haar voor komt de meest aanbevelenswaardige te zijn. In de algerneene aanneming van zoodauigen maatregel ziet zij het meest afdoend middel om tegen de voortdurende waardevermindering van liet zilver een dam op le werpen en dit metaal langzamerhand tot zijne vroegere waarde te zien terugkeeren. Mocht het blijken, dat die muntconveutie van geuoegzaam alle beschaafde landen niet tot stand zou kuuuen komendan meent de Maatschappij, dat alsdan met eenïgeu spoed aan den tegeuvvoordigen toestand van overgang een einde gemaakt en den gouden standaard alhier definitief vastgesteld zou behooren te worden. liet- muuLvvezon-van Indiü zou, zonder de po gingen tot internationaal overleg af te wachten, aan de orde gesteld dienen to worden, en wel in den geest der provisioneole wet van 7 Juni 1875 (mid. uo. 117.) In geen jaren zijn de aardappelen zoo gezond geweest als dit jaar, daar nagenoeg geene sporen ontdekt worden van de bekende ziekte; men schrijft dit vooral toe aan den weinigen regen, die gevallen is, waardoor do vrucht echter klein van stuk zal blijven. De vei bouwers maken, in weerwil daarvan, dooi de zeer hooge prijzen, goede zaken. Amsterdam. Het bijgeloof, dat alleen de po litie verhangeuen mag afsnijden of drenkelingen op het droge halen, eischte dezer dagen alhier weder een slachtoffer en was oorzaak, dat een levensmoede uitdrager in deGoudsbloemdvvais- straat ongestoord aan zijne zucht lot zelfmoord gevolg kon geven. Zijne vrouw vermiste hem des ochtends bij haar ontwaken en vond lmren man hangende in de keuken, waarna zij de deur terdege sloot en vervolgens hare maatregelen teo goed nam, dat de verhangene eerst bijna 2 uren later door lusschenkomst van de politie werd afgesneden en 2ijn dood voor goed kou worden geconstateerd. Ooststcllingvverf. Alhier zijn verschillende winkeliers opgelicht door een vreemd persoon, die hun, zooals hij voorgaf, eclite Ilaarlemmer- olie verkocht, die echter bij onderzoek bleek zija niets dan water, vermengd met een hmiue stof. Ilij stelde iederen kooper aan als depothouder, waai door hij een groot aantal leschjes heeft verkocht. De oplichter heeft hch ten spoedigste uilAle voelen gemaakt en met een aardig sommetje uit deze gemeente «'trokken. Wij maken hiervan melding vooral tot liet 'doel, dat men op andere plaatsen kgeu den bedrieger op zijn hoede zal zijn. In liet Dugbl. van Ned.-lndie komt een zeer lezens waardig verslag voor, omtrent het vergaan van bo vengenoemd schip, dat van den volgenden inhoud is: Hedenmorgen to half twaalf is de Bami lien find; hier aangekomenmedebrengende van Telok Belong mevr. Bosch met oen kind on de hoeren Edeling, Braam, Sehultz, Roscnrnaten maj. Booms. Hadden sommigen nog gehoopt, dat dit schip nog andere geredden zou meebrengen dan de reeds beken den, zoo is die hoop teleurgesteld. Van maj. Booms wcot men, dat hij van allen liet langst op liet water drijvende heeft rondgezwalkt. Er is slechts den kind van mevrouw Bosch gered. Do huisjongen \nn maj. Booms, dio to water was ge raakt, zag hel drijven op oen beddekusconwaarover eon mat gebonden was; hij had het geluk liet te berei ken en aan de bemanning der boot, die ook bom redde, over to geven. Hot blijkt, dat de passagiers, althans sommigen onder hen, en daaronder inovr. Bosch, plaats genomen hadden in een dor booten langs het achterschip. Mevr. Bosch bad toen haai-jongste kind bij zich de andere kindoren waren nog niet in de boot, toen bet achterschip zonk. De boot, die nog vast was in de davids, dreef, totdat het schip diep genoeg weg gezakt was om ook de boot naar beneden te sleepen in dien tusschentijd waren de passagiers op de tent over het achterdek, toen dio gelijk kwam met de boot, uitgestapt en zonken met het schip ineo. Het kind dat mevr. Bosch bij zicii badkwam daaibij om. Weder bovenkomende, waren sommigen, do gered den, zoo gelukkig iots te grijpen, waarop zij zich boven konden houden, en drijvende met behulp van een plank, een stoel, bank of eenig stuk van 't schip, zng men liet donker worden en bracht men een vreeselij- ken nacht door. De beer Scliultz moet het eerst aan land gekomen zijn. Mevrouw Boschdrijvende op een plank, zag, toen hot licht werd, een inlander op een der houten scliecps- roosters drijvende, wist daarheen le komen en bad daardoor een veel steviger steun dan te voren. Toen duurde het tot twee uren in den middag liet was toen Donderdag eer /ij aan land kwamen, twee maal door do branding teingge1 lagen, maar weldra geholpen door den heer Scliultz en een inlander, die daar in de nabijheid waren aangespoeld. Het eerst wat men deed, was in iietbosch drink water opzoeken. Men had bet geluk dit spoedig te vinden, en, aan Tstrand teruggegaan, zag men daar ook weid in den lieer Edeling en voorts den beer Ro- senraat aan land drijven. Eten had men niet anders dan enkel een blik gedroogde labberdaan en con vaatje boter, dal daar word aangespoeld en waarvan de in houd door eonige geredde matrozen bij lepels vol werd gegeten; voorts de vruchten, die men In 't boseh kon vinden. Dien nacht bracht men aan liet strand door. Bet gezelschap word nog metccnige inlanders en matro zen, die eveneens gered waren, vermeerderd. De plaats waar men z.icli bevond,was een pun taan dcPeporbaai. Den volgenden dag beweerden do inlanders,dat het Juin gelukken zou een kampong tc vinden. Eenigcn van het gezelschap, bij wie de hoop op die uitkomst sterker was dan du afmatting, ondernamen een tocht In bot b'.scli, waar zij uren lang vergeefs zochten, Movr. Boseh bevond z.icli onderdozen. Toen liet donker werd, bleef er niets anders over dan den nacht (van Vrijdag op Zaterdag) in bet boseh door te brengen. Den-volgenden morgen besloot men het strand weder op to zoeken, en op dien licht bad men bot geluk don controleur van Telok Betong mot de inlanders, dio naar schipbreukelingen waren gaan zoeken, togen to konion. Dezen voorzagen de ongelukkig™ van eenig voed sel en lieten ben naar Poeloe Lananga brengen, waar sommigen, waaronder ook majoor Booms, aangeland waren en dat tot vereenigingspunt diende, van waar men gozamonlijk naar Tclok-Bclong ging. Hetzelfde blad meldt in zijn nommer van 30 Juni Naar wij vernemen, is do hoor Edeling als deskttn- digo door den officier van Justitie uitgenoodigd, hom een rapport in to zonden omtrent do schipbreuk. Do hoor Edeling, die op een luik, oen stoel on con roeiriem twintig uur heeft, rondgedreven, is op liet uiterste oogenblik gered geworden dooreen inlander, die gedurende de eerste uren na do schipbreuk in zijn nabijheid bad gedreven, maar een uur of vier voor Item, omstreeks Vrijdagmiddag, reeds aan wal geko men was. De lieer Edeling, Vrijdag den 23slen to 4 uren bet land naderende, geraakte in do branding en was reeds viermaal door de golven vooruit en achter uit geslagen en bedolven, toon d!e inlander, dio reeds weder eonigsz.ins bij krachten gekomen waszich zoover mogelijk in do branding begaf on liet geluk had juist intijds eon liand te grijpen, die de heer Edp- ling, op bot punt van te verdrinken, boven water uit stak. De tocht door bet biwcb, dien de heer Edeling op Zaterdag mot mevrouw Bosch, den lieer Scliultz en eanige inlanders mede maakte, moot buitengewoon bezwaarlijk zijn geweest. liet terrein bestond afwis selend uit bergjes van twee en driebonden! voet hooglo on moerasgrond tusM-lien de wortels der rizo- phoren waar men somtijds tot aan liet midden inzakte. De lieer Rosenraat, dio ook oen groot aantal uron in 'tvvater heeft doorgebracht, heeft zich, naar wij vernemen, een bank, waarop bij in vei ooniging met nog een ander stuk hout dreef, zien ontnemen door een ander drenkeling. Daarentegen kwam hora nt spoedig oen Engolscli machinist achterop drijven, die op zulk oen zwaar stuk bout zat, dat bij geen bezwaar maakte den ander daarop plaats te verleonen. Na nog eenmaal daarvan afgeslagen te zijn door den golfslag, heelt de boei' Rosenraat zijn plaats daarop weder kunt.en bereiken en is waarschijnlijk do cenige ge weest, behalve zijn metgezel, die drijvende de lange reis naar land in gezelschap heeft, afgelegd. Na deze vonrloopige berichten deelt het blad om trent de schipbreuk zelf, alsook omtrent de redding van enkele personen, de volgende nadere bijzonder heden mede Hot diner was afgeloopen. Alle kajuitpassagiors hadden zich naar boven begeven, behalve mevr. Wog- liako, den lieer Welters en den Madurceschcn luite nant, die in hun tintten waren gegaan, on behalve de vier hoeren Pét, Rosenraat. Thicme en Boom, die juist begonnen waren een partijtje te maken, toen zich een schok deed gevoelen. De opmerking werd gemaakt, dat het zeker de schroef was dio brak, en op voorstel van den lieer Pet kwam men overeen de kaarten even neer te leggen en naar boven te gaan kijken. Pas waren deze hcoren boven, of het schip begon van achteren over stuurboord over te bellen. Kapt. Thieme, dadelijk ziende, dat or gevaar was, stelde ter stond voor om movr. Bosch met bare kinderen in de naaste boot langs het achterschip te zetten. Men Het geen oogenblik verloren gaan, doch door het bellen van het schip hing de boot in de davids een eindweegs van do verschansing af. Men nam bet dochtertje en wierp hot om zoo te zeggen in de boot, daarna het oudste zoontje, daarna op dezelfde wijze met allo krachtsinspanning mevr. Bosch zelf; doch toen was de afstand tusschen de boot en bet boord zoo groot geworden, dat men het jongste kind niet meer in de schuit kon krijgen. Op dat oogenblik kwam een tweede veel heviger stoot, waai door do personen op het dek tegen do daar aanwezige voorwerpen gesmakt worden en het ach terschip geheel overzij ging, zoodat de kajuit vol water liep. De hoeren Pet, Edeling en Boom liepen naar de hooge zijde van 't schip en beproefden daar eon bank los en overboord te werken.De heer Thieme was intusschen bozig zich van zijn kleedoren te ont doen. Gedurende al dien tijd was nccii van de manschap pen noch van de scheepsofficieren iemand op het ach terdek geweest. Doch op dat oogenblik kwam kapitein Verloop aan, riep»liij zinkten ging daarop terug naar zijn hut. De lieer Pet, op eenigcn afstand ziende, dat do kapitein iets was komen zeggen, vroeg aan maj. Boom: is alles reddeloos verloren'" en het antwoord behoefde weldra niet moor gegeven te wor den. Luitenant Alm, zittende in een grooten langen stoel, waarschijnlijk dit voor een goed drijfmiddel houdende, vroeg nog aan maj. Boom, of hij zwemmen kon, en toen dezo kon antwoorden»nls een rat," feliciteerde hij hem, zeggende»ik ben zoo gelukkig niet, ik zal mij moeten laten verdrinken." In liet volgend oogonblik ziet maj. Boom, over de verschansing aan do hooge bakboordzijde heenziende, een sloep met zes man er in, onder welke een Euro- peccr, langs zij van het schip. Zonder bedenken springt liij overboord, gevolgd doorzijn inlandschon bediende, aan wiens zorg mevr. Boom bij hot vertrok van haar oclilgenoot naar Atjeli do veiligheid van zijn meester had aanbevolen. De majoor zwemt naar de sloep, tracht die to bereiken, waarop con der matrozen er waren slechts zes man in do sloep een boom tegon het schip steekt, afhoudt en, onder het geroep van sdajongdo rooiers zich mot de boot verwijde ren. «Mijnheerroept maj. Boom don Europeaan in do boot toe, »ik hen maj. Boom, denk om mijn vrouw en acht kinderen,'' docli vorgeefs. Aldus afgewezen, greep maj. Boom, steeds vastge bonden door zijn bediende, oen touw on, half door du

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1876 | | pagina 5