BniteulanAsche Berinnen.
A°. 1878.
Donderdag 31 Januari.
M 4341.
Jagt en Yisscherij.
c 1
T w <3 e e li X> ©rtig-ste J a a r g* a n
COURANT.
O-.
Abonnementsmijs, per kwartaal1.85.
t
Franco per post, door het geheele Rijk. - 2.50.
Afzonderlijke nommers- 0.10.
BUREAU: MARKT, E, 124.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels,
met inbegrip van eene Courant 1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal beiekenp.
DE COMMISSARIS DES KONINGS IN DE
PROVINCIE ZUID-IIOLLAND
Gezien liet besluit van do Gedeputeerde Staten
van den 22sten Januarij -1878, no. 3
Gelet op art. 11-der Wet van den 13den Junij
1857 Staatsblad no. 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat bij
voornoemd besluit door de Gedeputeeide Staten
is bepaald:
1. dat de uitoefening der jagten op waterwild,
opgenoemd in art. 15, litt. d. f en h der Wet
van den 13 don Junij 1857 Staatsblad no. 87),
Wordt gesloten op ZATURDAG den 16den Maart
aanstaande
2. dat de uitoefening van het weispel van kwar-
telen met steekgaren of vliegnet (art. 15, litt. c
der bovengenoemde Wet) is toegelaten van den
29sten April aanstaande tot en met den 13den
Julij daaraanvolgende, doch dat het vliegnet in
geen gevai tot het tirasseren van hwartelen mag
worden gebruikt;
3. dat do visscherij in de binnenwateren, waar
onder ook worden verstaan rivieren door sluizen
afgesloten, zal zijn gesloten van den 17den Maart
aanstaande tot on mot den Ssten Mei daaraanvol
gende, met uitzondering:
u. van do visscherij door middel van fuiken,
aalscharen, aalkorvcn, dobbers en door peuren
naar aal en paling;
6. van de visscherij met de gebbe om kleine
vischjes te scheppen tot aas voor de dobbers
4. dat het vissclien met kuilnetton, waaronder
ook behooren ankerkuilen en staalboomen, van den
lsten April aanstaande tot en mot den 15den
Junij daaraanvolgende, is verboden;
5. dat de kooilieden hunne kooieenden in dit
jaar moeten opsluiten of ophokken van den !7den
Maart tot en mot den 27sten April en van den 14den
Julij tot de opening der jagt op waterwild.
En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt,
worden afgekondigd cn aangoplakt, waar zulks te
doen gebruikelijk is, alsmede in liet Provinciaal
Blad en in de Acderlamlsche Staatscourant worden
geplaatst.
's Gil a ven li a se, den 24sten Januarij 1878.
Do Commissaris des Koninqs voornoemd,
FOCK.
Schiedam, 30 Januari 1878.
Niet zoo spoedig, als men recht had voor
,enkele dagen te verwachten, vorderen de on
derhandelingen tusschen de oorlogvoerende par
tijen in het Oosten. Nog altijd schrijden de
Russische legers vooit en trachten Rumenië,
Servië en Montenegro, vóór de wapenstilstand
hun daaitoe de gelegenheid beneemt, den buit
te vergrooten. In afwachting van de dingen,
die komen zullen, kan naar aanleiding van de
vermelde vredesvoorwaarden echter de aandacht
op enkele ..punten worden gevestigd, en dan
./kómt'.wel helzeerst in aanmerking de zaak der
.jDardanellen. Gelijk bekend is wordt de Zwarte
Zee- van de Miildellandsche of liever van het
gedeelte daarvan, dat de Aegeische Zee heet,
gescheiden door de Zee van Marmora, wier
Zuidelijke engte den naam draagt van Straat
der Dardanellen.
De kwestie of deze straat voor oorlogsbodems
abóf niet toegankelijk zal zijn, heeft reeds ine-
higmaal de hoofden en petit)en, der diplomaten
beweging gebiacbt. In deze eeuwen, nu
de viees niet ongewettigd schijnt, dat Ruslands
macht in het Zuidoosten van Europa zoodanig
zal toeuernen, dat de Zwarte Zee eenvoudig
eeu binnenzee van dezen colossus word.
deze kwestie reeds meer dan eenmaal behan
deld. Deu 8 Juli 1833 werd bij het verdrag
van Hunkiar Stelessi bepaald, dat de straat
der Dardanellen voor alle mogendheden zou
gesloten zijn ten behoeve van Rusland. In
•1841 werd bij een nader verdrag de sluiting der
zeestraat voor, alle mogendheden zonder uit
zondering vastgesteld.
Thans schijnt Rusland te vorderen vrij ver
keer door de Dardanellen voor alle mogendheden.
Reeds in de grijze oudheid was dezelfde
kwestie aan de orde. De liépubliqtte Franraise
levert hieiover ee zeer belangrijk aitikel. De
schrijver gaat hierin terug tot den tijd van
Philippus van Macedonië.
In 341 voor Christus werd Byzantium, thans
Constautiuopel, door dezen vorst bedreigd, en
daar de noordelijke kusten de korenschuren
van Griekenland waren, zonnen de Alheners
op middelen, hoe zij den Macedonischeu vorst
zouden beletten zich van den Pontus Euxinus,
de tegenwoordige Zwarte Zee, meester te
maken.
Demosthenes, de beroemde redenaar en be
strijder van Philippus' staatkunde, wees er
met den incesten nadruk ophoe een wijze
staatkunde er de Grieken toe moest nopen,
den Macedoniër van Byzantium en de Zwarte
Zee af te houden; want dat was volgens hem
Griekenlonds hoogste belang.
Eeuwen zijn sedert Demosthenes' dagen
voorbijgegaau; volken verrezen, bloeiden en
gingen weder teniet, maar de zeestraat der
Dardanellen is een punt van kwestie gebleven,
en thans een kwestie, waarbij ons geheele
werelddeel belang heeft eu die daaiorn ook
slechts door geheel Europa mag worden beslist.
Eu de zin, waarin de/.e oplossing dient plaats
te hebben, kan wel geen'andere zijn als: de
volstrekteafsluiting der Zwarte Zee voer oorlogs
schepen van welke natie ook. Het komt tamelijk
wel op hetzelfde neer, de Dardanellen voor
Ruslands pot logsschepen open te stellen of
Constantino pel in handeu van den Czaar te
geven.
De openstelling der Dardanellen heeft geen
miudeie beteekenis dan dat Turkije voortaan
de vazal van Rusland wordt, dat Egypte en de
landengte van Suez iu eeue niet ver verwij
derde toekomst evenzeer van Rusland afhanke
lijk worden, dat de zeeweg naar Indie voor
de Russische vloten geopendhet evenwicht
in de Miduellandsche Zee voor immer verbro
ken is.
Deze hoog ernstige zaak houdt dau ook
zeker thans de diplomatie in gespannen ver
wachting, en zeker zal geen der groote machten,
willen toestaan, dat Rusland, gebruik makende
van Tuikijes ornmacht, dit rijk zou dwingen
in een zoo diep ingrijpenden eisch toe te stemmen.
In het Engelsche Parlement zijn de beraad
slagingen in gang over het buitengewone kre
diet, door de Regeering aangevraagd. Veel
nieuws verspreiden zij niet over den toestand;
men weet er echter dit uit: Oostenrijk is met
Engeland van gevoelen, dat de vrede niet af
zonderlijk door de oorlogvoerende mogendheden
behoort te worden gesloten.
Uit Frankrijk kwam het bericht dat de
negen verkiezingen voor de Kamer, noodig ge
worden door de nietigverklaring van evenveel
keuzen, allen in iepublikeinschen geest zijn
uitgevallen. Waarlijk, de reactionaire partijen
hebben redenen in zak en asch te zitten.
ITALIË.
Het protest, dat een aantal geestelijken
openbaar gemaakt hebben tegen het artikel
van de Milnneesche Osservatore Cattolico,
waarin de nagedachtenis ,van Victor Emmanuel
beschimpt is, doch waarvoor het blad van den
Paus, zwichtende voor den aandrang der Curie,
bij wijze van breve een pluimpje heeft gekre
gen, is geteekend door 22 prelaten, die den
titel voeren van Monseigneur, door 24 pastoors
in het kerspel te Milaan en door meer dan
100 coadjutoren.
De Italië stelt, naar aanleiding van dat ar
tikel, opnieuw het vvate karakter van de Curie
in 't licht en wijst op de liefderijke taal, die
de aartsbisschop van Milaan, na het overlijden
van Victor Emmanuel, tot zijne geestelijkheid
heeft gevoerd. De godsdienst, zeide hij, schrijft
eerbied jegens de dooden voor. Men vervloekt
de dooden niet; men bidt voor hen. Maar,
laat de Italië er op volgen, dat is niet de
geest der Reik, en er behooit dan ook moed
toe voor een priester, om aan da geestelijk
heid te herinneren, dat het haar plicht is goede
burgers te zijn van het vaderland. Men
heeft door den Syllabus en de onfeilbaarver
klaring van den Paus gemeend aan den Hei
ligen Stoel eene buitengewone kracht te geven.
Men heeft zich hierin in zoover vergist, dat
die macht niet uitgeoefend wordt door den
Paus, maar door de hem omringende partij,
die hem gansch en al beheerscht en die de
vertegenwoordiging is van de coalitie aller cle-
ricalen in Europa. Daarom ook gelooven wij,
dat ondanks alle pogingen van het welden
kende gedeelte der Italiaansche geestelijkheid,
het onverzoenlijk eu onbeschofte element altijd
de leiding op het Vaticaan zal behouden.
E iH E I I li 1).
Ouder den titel tThe peace to come," zal
in het Februari-nornmer van The Nineteenth
öentury een nieuw artikel van den. heer Glad-
stoue verschijnen over de Oostersehe kwestie.
Het voornaamste wat daarin betoogd wordt,
Js, dat de vraag betreffende het openstellen van-