A". :1878.
Donderdag 21 Maart.
M 4376.
YerscMjat laplijb, aitpzoierS IMair.
Bnitenlandsclie Berichten.
Two© 11 I) e r t i s t e Jaargang.
COUR INT.
Abonnementsprijs, per kwartaal. 1.85.
Franco per post, door het geheele Rijk. - 2.50.,
Afzonderlijke nommcrs- O.lö,
«ÜBEllfi DtAKKï, E, 124.
Advertentieprijs; van 110 gewone regels,
met inbegrip van eene Courantf 1.10<
Iedere gewone regel meer- 0.10,
Driemaal, plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
Schiedam, 20 Maart 1878.
In de Tweede Kamer heeft het onderzoek
van het wetsontwerp Kappeyne tot regeling
van liet lager ouderwijs, Maandag ji. reeds een
aanvang genomen. De afdeeliiigen hebben tot
rapporteurs over dit ontwerp benoemd, de
heeren Van Delden, De Bruyn Kops, Geertsema,
Lenting en Moens.
En terwijl zoo de vertegenwoordiging" zich
met de behandeling van deze gewichtige aan
gelegenheid bezig houdt, laten zich buiten de
kamer tal van stemmen hooren, oin het voor
en het tegen van dit ontwerp te bespreken.
Een daarvan is van te veel gewicht om die
met stilzwijgen; voorbij te gaan.
Onder den titel: ïAanteekeningen op het
Wetsontwerp Kappeyne tot regeling van het
Lager Onderwijs is door den heer ür. M. J. De
Goeje, schoolopziener in 3e district van Zuid-
Holiaud eene brochure in het licht gegeven,
die vooral daarom van beteekenis is, wij 1 de
schrijver sedert jaren met hel toezicht over een
schooldistrict is belast, en dus met kennis van
zaken over het onderwerp kan oordeelen." In
vele opzichtenzegt de S,, bevredigt hot
Wetsontwerp mijne verwachtingen. liet man
nelijke non 2>osswnus, waarmede het wordt in
geleid, zaihoop ik, eindelijk de schadelijke
schookvelagitatie doen bedaren. De ontwerper
is diep doordrongen van den plicht en het belang
van den staatvoor goed en algemeen ver
krijgbaar onderwijs te zorgen. Uil het geheele
ontwerp spreekt liet oprechte streveu om met
bedachtzaamheid te verbeteren en te ontwik
kelen. Maar hier en daar zijn wijzigingen aan
gebracht, die ik op grond mijner veeljarige
ervaring, bedenkelijk of verkeerd acht, terwijl
jk elders eene toevoeging wensehelijk vind."
Een der eerste bedenkingen van den S, is
deze, of bij het ontwerp de algemeen gelden
den regel wel is behartigd: Maak de -voor
uitzichten voor den man goed, en de jongeling
aal, ook zonder het lokaas van een hoog salaris,
de bctrcMcing wenxchenDaarom wenscht de S.
dat art. 26 van het ontwei p zóó worde ge
wijzigd dat de jaarwedde van het hoofd der
school in geen geval minder dan f700 zal be
dragen, die van een onderwijzer met hoofd-
onderwijzersacte, (geen hoofd_der school zijnde)
niet minder dan f (500, die van een onderwijzer
met hulponderwijzersacte niet minder dan f 400.
De plaats, die de kweckelingen onder de
tegenwoordige Wet aan verschillende scholen
innemen, is af te keuren. Maar zegt S., wil
men voor de school mannen hebben, die de
kunst van onderwijzen verstaan, dan moet de
leeftijd van '16—'18 jaar hoofdzakelijk bestemd
7.ijn om deze kunst te loeren. Ik heb meer
malen kweekelingen van 16 en 17 jaar aan
eene vrij talrijke klasse onderwijs zien geven,
zooals men het van den hulponderwijzer haast
niet beter zou wenschen. Terwijl zij aldus
zeiven de praktijk luoren, komt hun werk tevens
de school ten nutte. En bij de berekening van
het personeel mag," volgens S., op deze hulp
wel degelijk gerekend worden.
Voordat echter jongelieden als kweekelingen
in de schooi worden toegelaten,'is hetnoodig,
dat zij de bewijzen geven van met vrucht ge-
iioteu onderwijs. Daarom wenscht S,, dat in
elk schooldistrict te dien einde tweemaal'sjaars
eene commissie van onderwijzers waartoe
in de eerste plaats de directeuren en leeraren
van kweekscholen en normaallessen zullen moe
ten benoemd worden onder voorzitter
schap van den Schoolopziener de candidaten
zullen examineeronm. a. w. de Schrijver
wenscht tot zekere hoogte het herstel van den
vierden rang naar de Wet van 1806. Deze
kweekelingen nu, naar den geest van het Wets
ontwerp Kappeyne steeds onder opzicht wer
kende, liebbeii aanspraak', op bezoldiging. De S.
wenscht die .Bp eeu minimum te steijen van
f 200, en tevens, dat voor één hulponderwijzer,
telkens twee kweekelingen mogen worden aan
gesteld. Het getal dezer laatstee mag echter
slechts zo6 groot'zijn dat de-bepaling stipt kan
worden gehandhaafd, volgens welke zij slechts
onder toezicht kunnen werkzaam zijn.
De schrijver verheugt er zich zeer over, dat
de Regeering er niet op bedacht is de opleiding
der kweekelingen geheel naar de Rijkskweek
scholen over te brengen. Omdat de gemeenten
over meer scholen te beschikken hebben en dus
aan de kweekelingen een ruimer arbeidsveld
kunnen aauwijzen, ligt de gevolgtrekking voor
de hand, dat men stellig veel nut zal stichten
door, met ondersteuning van het Rijk, nog meer
gemeente-kweekseholeu te openen.
Dat de geneeskundige inspecteur uitsluitend
over den toestand der schoollocalen zei oor
deelen, vindt S, niet wensehelijk. Ook aan het
schooltoezicht wenscht hij, en terecht het oor
deel daarover vei bleven le zien.
De S. zou verder wenschen, dat in buiten
gewone gevallen een hoofdonderwijzer eeuer
school in 'eene gemeente naar eene school eeuer
andere gemeente zonder vergelijkend examen
kon overgeplaatst wordeu. De vergunning
daartoe zou dan op voorstel van Burgemeester
en Wethouders, door den Minister, met de uit
voering der wet belast, moeten worden ver
leend, den inspecteur gehoord. liet vergelijkend
examen toch, zegt S. kan soms een hinderpaal
zijn voor eene benoeming, die zoowel door het
gemeentebestuur als door liet schooltoezicht ge-
weuscht wordt; voor die gevallen kon derge
lijke bepaling van groot nut zijn.
Zeer juist is het, dat de schrijver ook de
medewerking van den schoolopziener verlangt
bij de benoeming van het hulppersoneel. Deze
medewerking is in liet ontwerp niet opgeno
men en toch alleszins gewenseht. Ook in ge
val van schorsing wil de S, des schoolopzie
ners medewerking.
De bepaling vau den leeftijd van zestien
jaren, waarop vrouwelijke kweekelingen vol
gens het onlwerpexamen als hulpondeiwijzeres
kunnen doen, ontmoet bij den S. bedenking',
hij acht die bepaling uoeh billijk, noch raadzaam.
Ook de bepaiing, dat men, om voor speciale
vakken, b. v. vreemde talen, examen te kunnen
afleggen, eerst in het bezit móet zijn van een acte
'als hoofdonderwijzer, voldoet-dea schrijver niet.
Hij wenscht dengene, die zoodanig examen wit
afleggen, aan geen tijd te binden en voorziet,
dat genoemde bepaling tot allerlei moeielijk-
heden aanleiding zal geven. liet kostelooze
van de examens lacht hern ook niet aan. De
man, die twaalfmaal achtereen de proef nam,
of hij bij het examen den graad van hoofd
onderwijzer kon verkrijgen, zou zich wel heb
ben bedacht, als hij daarvoor telkens zekere
som had moeten betalen.
Eindelijk is den S. de verhouding van school
opziener. tot adjunct schoolopziener niet duide
lijk en heeft hij vrees, dat dit gemengde stel
sel tot moeielijkheden zal leiden.
Dit zijn de voornaamste opmerkingen van
een ervaren schoolopziener, die in zijn oordeel
niet alleen slaat; in gelijken zin toch hebben
zich reeds meer personen, die recht van mee
spreken hebben, uitgelaten.
Ingenomenheid met het geheel, maar over
tuiging, dat wijzigingen noodzakelijk zijn, zoq-
danigen indruk heeft liet ontwerp Kappeyne
op ervaren schoolmannen gemaakt.
Uit het buitenland bijna niets dan geruchten.
Engeland, overtuigd dat liet met liet Turksche
Rijk in Europa eigenlijk gedaan is, zou nu de
Grieksche eischen ondersteunen om de vestiging
van eeu Grieksch Rijk, als tegenwicht tegen
de Russische macht voor te beieideu.
Verder schijut het, dat iedere stap \au een
Russisch soldaat in de richting van de zee van
Marmora eeu Eugelschen stoomer in beweging
brengt.
Dan heet het weer ergens auders, dat Bis
marck ijverig iu de weer is, een soort van
voor-cougres te organiseeren, waarop de punten
van bespreking op het congres zelf zouden
worden vastgesteld, Eugeland moet dezen
voorslag niet hebben aaugenomen, terwijl Rus
land, naar gemeld wordt, een twintigtal nieuwe
divisiën, te zameu 2GO,000 man teliande,
organiseert, om er ingeval van nood de Gostzee-
vestingeu mede te bezetten,
Eu toch, de vrede is geteekend
KKGEIAKI),
In het Lagerhuis zeide Doutke iu antwoord
op eene vraag vno Sir R, Peel, dat als een
stemmigheid verkregen is over do door den
Minister Norlhcote genoemde yooi waarden, on
der welke Engeland aan liet congres wil deel
nemen, de bijeenkomst^ vau het congres tegen
het einde van deze maand verwacht mag
worden.
in het Lagerhuis verklaarde Sir S. North-