A". 1878. Maandag 22 April. Jtë 4398. int Kennisgeving. Kennisgeving. M "4, T w ee en D«© r t i s t o J a a r sr a n. Abonnementsprijs, per kwartaal.1.85. •Franco per post, door het geheele Rijk, - 2.50. Afzonderlijke noramers- 0.10. BUREAU: KABHT, E, 124. Advertentieprijs: van 110 gewone regels, met inbegrip van eene Courantf 1.10. Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. Inrlgtlngen welk' gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Buroem eest er en Wethouders van Schiedam; Gezien de ingekomen verzoeken lo. Van P. VAN DER VELDEN Cz., om vergunning tot plaatsing vau een stoomwerk tuig met ketel, van 2 paardenkracht, in zyne b r a n d e r ij, geiegen aan de Willemskade, kadaster Sectie E. No. '1692; 2o. Van H. A. M. KOELANTS, om vergun ning tot plaatsing van een stoomwerktuig, met ketel, van 2Vs paardenkracht, in Zijne Boekdrukker ij, gelegen aan.de Korte Haven, wijk A nos. 148 „okada'ster Sectie C, no. 303. V Gelet op da artt. 6 en 7 der wet van den 2 Juny 1875 Staatsblad no. 95); Boen te weten: Dat genoemde verzoeken met de bylagen op de Secretarie der Gemeente zijn ter visie gelegd dat op Donderdag den 2 Mei a. s,, .des middags tcn-42 ure,~ ten" Raadhuizc'ge legenheid zal worden gegeven oin bezwaren tegen het plaaisen dier stoomwerktuigen in te brengen en die mondeling of schriftelijk toe te lichten; en dat gedurende drie dagen vóór het tijdstip hierboven genoemd, op de Secretarie der ge meente van de schrifturen, die ter zake mog- ten zijn ingekomen, kennis kan worden ge nomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 18 April 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd P. J. VAN DDK VAN MATENESSE. Dó Secretaris, A. W. MULDER. Inrlgtlngcn welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam; Gelet op Art. 8 der Wet van den 2enlunij 1875 Staatsblad no. 95) Geven kennis aan de ingezetene.., dat bij besluit van Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provjocie, dd. 9/16 dezer, B. no. 920(leAfd,) Gt. s. 110. 36, aan J. G. VAN OTTERDIJK alhier en zijne i egtverkrijgenden, vergunning is verlceud tot plaatsing van een stoomwerk tuig met ketel,, van 2 paardenkracht, in zijne branderij, gelegen in den Nieuw- laudschen polder kadaster sectie F no. 911. Schiedam, den 19 April 1878. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, A. W.. MULDER. I v Schiedam, 20 ApriUl878. De .zaak des heeren Winkler Prins en diens Voordeel' over*"nationale en militaire eer was,( meenden- we,^afgeKandeld. Hoe meergenoemde ;)heer.ie i uitliet, Vhoewe^der by zich van,den rechteia^veg e'j/zyne ideeën in dezo^ zaak zijnf veroordeeld, dat is zeker. Dat we echter nogmaals op deze zaak terugkomen, geschiedt om onze lezers in kennis te brengen met hetjjkorte, bondige en waardige artikel, dat het dagblad De Tijd in zijn nummer van Woeusdsa j.l. naar aanleiding van het gebeurde leverde. 'We namen het'artikel in zijn geheel over, lie onze plaatsruimte het toe; men ver- genoege zich echter met een overzicht vaa dit echt Nederlandsche stuk. De Tijd noemt het gevoerde debat treurig. Niet alleen omdat daaruit blijkt, dat er ver schil van' meening kan bestaan over dingen, die boven alle party verdeeldheid moesten ver heven zijn. Neen, ook om den loop, dien het debat in sommige organen genomen heeft. Niet over het' krijgswezen, niet hierover of men zich militairist'of anti-mi litaii is t zal heeten, zelfs niet de- vraag of men het land verdedigbaar over acht. De?e laatste is een technische vraag, die wel jneer dan tweeuiteenloopende ant woorden Can vinden. Indien zij geen technische vraag is, dan kan zij slechts in éen zin be antwoord worden of men spreekt verraad tegen het vaderland. Bij gelegenheden als deze houde men geen betoogen over de gruwelen van den'oorlog en het vraagstuk van staande legerstelle men de koppen niet aan onze zijde en die over den Rijn, Hier is het de vraag of wij gelooven in ons eigen bestaan, in onze eigen vrijheid, ons eigen recht. Hier is het de vraag of wij onze historie hoog genoeg achten, om die te laten als een erfdeel aan onze kinderen. Niets meer en niets minder ontkent de heer Winkler Prins. Geen fraaie woorden kunnen die misère bedekken. Geen holle phrase over een volk, dat nooit zijne zelfstandigheid verliezen kan, doet iets af. Het is de vraag, of wij nog in iets anders gelooven dan in onze mnderen, onze zuivel, onze kaas, in iets hoogers dan onze weiden, onze rivieren, onze akkers vol koolzaad en graan en bloembollen. Het is de vraag, of wij dit alles kunnen opofferen, alles k'unnea zien verdwijnen ter wille van een idéé, ja, van een idöe, maar die de ziel is van ons be staan, de kracht onzer kracht. Eu dan doet het niets af of de inundation ons vette land voor jaren onvruchtbaar zullen maken, niets of de oorlog onze nijverheid zal schaden, niets of onze jongste lichting door de overmacht zal worden neergeworpen als de planken schutting door de aanstormende zee. Wanneer wij worden verslagen, dan redden wij onze eer en ons lecht. Wij redden ook ons zei ven en onze hoop. Want alleen de vol- ken die den overweldiger weerstonden, kunnen de vrijheid heroveren. De nationale onafhankelijkheid, die op het slagveld werd begraven, "neemt de kiem der onsterfelijkheid mede in het graf en de zeker heid der opstanding ook. Ziedaar de vraag. Alle geharrewar over nati onale of militaire eer, de eeuwige jeremiaden over den oorlog, en alle verdere betoogen zyu treurig, zijn schadelijk tevens. »Onze eeuw is al arm genoeg aan ideëen laat ons trachten de idealen niet te verminderen en ook het vaderland te'doodeu. Dat zou een misdaad heeten en zijn." En sdoodt men het niet, als men alles wat het vaderland isons verleden, ons heden en onze toekomst, ons recht en onze onaf hankelijkheid, maakt tot een vraag van stoffelijke mogelijkheden en boven alles stoffelijk nut, tot een vraag over meer of minder welvaart, grooter of kleiner inkom sten jiEen leger en een vloot zijn nog iets anders dan schepen en geüniformeerde menschen. Zij zijn symbolen, zij vertegenwoordigen de offer vaardigheid, de kracht, het geloof in vrjjheid en recht. Zijn deze dingen niets dan woorden Al stond het vast, dat op de vleugelen van den Pruisischen adelaar onze nijverheid een nieuwe vlucht zou nemenal kon onze veestapel slechts - winnen door een koppeling met den Engelschen luipaardal zou onze beschaving!^ hooger kraaien in hpt kot van den Fransclien haanwas het niet beter eerst onzen laatsten penning te verteren in den strijd dan deze weida den aan te nemen, pn tot ons volkslied te kie zen het versje van Van Alphen: nlloe dankbaar hen ik, kleine hond, Voor beentjes en wat brood" Daar is maar één woord onzer waardig Malo pericuïosam libertatem quant otiosum, ter- vitium (een hachelijke vrijheid verkies ik boven een rustige slavernij) voor een volk is zulk een leus nooit een grafschrift". Tot zooverre De Tijd. Hare gezonde, kloeke redeaeeriug zij een voorwerp van overpeinzing voor elk rechtgeaard Nederlander. Zóó W W levensbeschouwing der Nederlanders sföSsB# geweest, met haar bleven ze staande, zelfs ffjittf, den vijand in het hart des lands. Toen Pieter de Groot, met de vredesvoorwaarden van Lode- wijk XIV in de Staten-vergadering kwam, voor waarden, die ons volksbestaan zouden hebben vernietigd, waren ze aangenomen geworden! toen was volgens den geschiedschrijver tde Regeering radeloos, het volk redeloos, het land reddeloos." De afgevaardigden der steden ijlden huiswaarts om het gevoelen hunner lastgevers te vernemen, en waar er ook flauwhartigheid werd gevonden, daar bracht Amsterdam een advies uit, zooals we ons thans door De lijd zien gegeven, en Nederland bleef behouden. En toen het later zyne onafhankelijkheid had verloren, toen werkte toch een Gijsbert Karei Van Hogeudorp aan een Grondwet voor het volk, aan welks wedergeboorte hij niet v»an- a* hoopte, al was van het morgenrood der bevrij ding nog de flauwste gloor niet te ontdekken. Als het gevoerde debat tot verlevendiging van zulke echt nationale denkbeelden heeft meegewerkt, dan zal ook hier het, kwade, ten goede gekeerd zyn. '9

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1878 | | pagina 1