A°. 1878.
Donderdag 6 Juui.
.M 4429,
fersiijBt M flitpzonM Diisdat
T >v ee e u Derstiarste J a a r sr a rt jar
£00'RU
Abonnementsprijs, per kwartaal
M s'
Franco per post, door het geheele Rijk.
1
Afzcuderliike ',ncmmers
1.85.
- 2.50.
- O.IO.
KUUEAU: HAKKT, E1Z4L.
Advebtentjepiujs: van 110 gewone regels,
met inbegrip van eeno Courantf 1.10.
Iedere gewone regei meer- 0.10.
Driemaal, plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
ïwSchiedam, 5 Juai 1878.
-fl'slands treurspel weer verjaart!"
j Het'waren bloedige maanden voor de Neder-
lamtéche gewesten geweest, die Grasmaand en
die Bloeimaand van 1568.
De moordschavotten hadden gerookt; vuur,
strop en zwaard, ziedaar de middelen, die met
verkrachting van der provinciën aloude rechten
en privilegiën, door den ijzeren Hertog van Alva
waren aangewend, om den Nederlander voor
goed aan Spanjes dwangjuk te onderwerpen.
Met de warmste geestdrift hadden velen den
weg naar het schavot ingeslagenhet trom
geroffel moest herhaaldelijk het laatste woord
van den veroordeelden edelman verdoovenen
waar galg of mutserd den nedeiigen burger
wachtte, was hom de mond met werk dicht-
gestopt of de spits der tong verschroeid, om
hem te beletten tot liet .ontzette volk een aan
sporing tot volharding te richten.
Hoe bloedig de beide genoemde maauden
„nok waren,geweest, in de laehenil&Zpmermaand
zou het woordwerk zijn meester kronen, en
gansch Nedeilanil nzou rillen en beveii onder
de verpletteiende zwaai te der onafgebroken
slagen, die op de marktpleinen van Brussel de
vertegenwoordigers van steeds doorluchtiger en
schitterender geslachten, inet het koelbloedigste
•opzet velden."
Wij duchten niet, dat men ons te gemoet
voeren zal, dat de zoogenoemde Spaansche tijd
al genoeg bekend is, en heen wijzingen naar die
bange 16e eeuw daarom overbodig zouden kunnen
heeten. Te verseh ligt nog de waarachtige
geestdrift in het geheugen, waarmede de eerste
triomf der Geuzen voor zes jaren wenl gevierd,
dan dat de Nedei lander zich niet gaarne
by herhaling den wmstelstrijd zijner vaderen
zou zien ;sHerinnerd, en de 5de Juui van
elk jaarde dagwaarop 's lands treurspel
weer verjaart, is een tijdstipdat ons als in
vlammend schrift de gerechtelijke moord weer
voor den geest brengt, waardoor Alva's naam,
meer nog dan om de duizenden andere moorden,
die op zijn last zyn geschied, tot in de verste
Eeuwen een wanklank iu het oor van den
Nederlander blijven zal.
Den 28 Mei *1568 waien de vonnissen tegen
Prins Willem Van Oranje, zijn broeder, gtaaf
Lodewijk, lleiuii ik Van Brederode, die echter reeds
drie maanden te voren was o vei ieden,en tegen nog
drie andere ingedaagde edelen gereed gemaakt. Zij
waren echter buiten bereik van den dwingeland,
die in zijn machlelooze woede bepaalde, dat het
Hof \au den graaf van Kuilenburg te Brussel^
moest geslecht worden, wijl daar het verbond
der edelen was gesticht, en dat op de ledige
plek een schandzuil zou worden opgericht, die
in een Latijnsch, Fransch, Spaausch euNeder-
duitsch opschrift het' feit, den tijd en de aan- 1
leiding der" verdelging zou vermelden. Dienzelf
den ^dgg*worden achttien doodvonnissen uitge-
vaa ligdtegen een gelijk'getal jonge edelen'
•en krijgersdie "op het slot te Vilvoorden
iugekerkenl waren. Voorspraak noch jeugd
rang noch stand vermochten hen te ledden.
Batenburg, Blois, Galama, Beyma, Blois van
Treslong, de bloem der Nederlandsche gewesten
werd op den eersten van Zomermaand te Urussel
onthalsd,Degenen onder hen, die tot de katholieke
kerk behoorden,werden in gewijde aarde be-
giavende lijken der andcieu werden te Schaer-
beek aan staken gehangen om er tot een heugljjk
en heilzaam schouwspel voor Goden meuschen
te blijven, tot zij vei teerd waren. Den volgenden
dag weiden nieuwe offeis gebracht, en had de
beul weder handen vol werk. Menzon wezeulijk
in verzoekiug kopten te denken, dat hetFransche
schrikbewind bij Alva en zijn raad iu de leer
is geweesten iiet schouwspeldat den
5 Juni 1568 biniien Brussel werd vertoond, geeft
aan dit vermoeden allen schijn van waarheid.
Sedert maanden,s werden te Geut de doorluch
tige graven vnu; Egmoud en lloorne gevangen
gehouden. Beider dood was leeds voor Alva's
komst hier te lAade bepaald. De dappere, maar
ijdele Egmond haÜ er niet aan gedacht te vluch-"
ten; Hoorne iiad zich echter afgezonderd ge
houden. De duivelsche Alva had liera echter,
kort na zijne komst hier te lande naarBiussel
weten te lokken. Daar had hij beiden gevan
gen genomen. Ais ridders van het Gulden Vlies
hadden zij voor l\et kapittel dier Orde terecht
moeten staan. Wat gaf een Filips, wat gaf een
Alva om privilegiën? Voor den vuigeu bloed
raad, door Alva ingesteld, werd, zonder dat hun
eeu verdediger werd toegestaan, hun von
nis gewezen.
Den vierden Juui 1568 werden de beide graven
ouder sterke bedekking van Gent naar Brussel ge
voerd. »Geen menscb, zegt een ooggetuige, de
Fransche gezant Mondoucet, die niet verbleekte
op 't gezicht van zoo droef een begrafenisstoet,
bij 't beklagelijk muziek van tamboers en pij
pers." Aan liet groulsche Broodhuis werden
de gevangenen afgezet, orn er hua laatsten
levensnacht door te breugeu. Ben waaidigen
bisschop van Yperen, Maarten Van Riethoven,
werd opgedragen, Egmont zijn geestelijken bij
stand te bi engende pastoor der kapel van
de Sa vel, had dezelfde taak bij Hoorne te ver
vullen. Te \ergeels poogde de bisschop Alva
te vermurwen; bits werd hij afgewezeu: hij
had geen tiiad te geven, slechts zijn plicht als
geestelijke te doen.
De vrouw van Egmont^ telg uit een
geslacht, dat Keizers aan het Duitsche rijk had
geschonken, viel den onbarmhartigen hei tog te
voet, om genade voor haar echtgenoot af te
smeekeu. Was het spot, dat hy haar ten antwoord
gaf: sMevrouw! Uw echtgenoot zal zeker morgen
uitgaan" zoo ja, dan woi dl hy er des te ver
achtelijker om. Maar genoeg... den 5 Juni
vielen de beide mannen. Reeds in den vroegen
moigen van den doodsdag, Zaterdag voor Piuk-
steien, waren in Brussel alle winkels gesloten,
alle werkplaatsen ledig; in alle kerken luidden
de klokken, en 't scheen naar een Spaansche
beschrijving uit die dagen, als ware de dag
des oordeels daarl" De droefheid, het krijten,
schreien, en weenen, zoo schrjjft eeu Brusselaar
aan een vriend, dat heden in deze stad is
geweest met de executie van den Grave van
Egmont, en is niet om zeggen noch om schrijven.
En wü men weten, hoe Alva over zijn werk
en over den indiuk, door de bloedige te
rechtstellingen teweeggebracht, daciit, zie hier^
wat hij den 9eu Juni aan deu Spaanschen Koning
schreef: nDe terechtstellingen der laatste dagen
hebben de gemoederen zoo beroe, d, dat men
voor een eeuwigdurend bloedbewind gaat vree
zen. De handel begint cr onder te lijden, daar
geen vreemdelingen hunne goederen den Neder-
jandschen kooplieden meer durven toebetrou-
wen, uit vreeze, dat men ze verbeurdverklaren
zal. Onder de burgers is' alle vertrouwen
zelfs tusscben vaders en zonen, broeders en broe
ders, uit. Hoe geduebter echter de werking,
des te vruchtdragehder ook het voorbeeld, dat
er gegeven té. Hét Nederlandsche volk toch
acht ik"zbo lijdzaam,'dat,'"zoo eenmaal de Koning,
waarvoor het thans nog niet de tijd is, aan
dat blocdbelieer een einde maken, en eene alge-
meene vergiffenis afkondigen zaldat volk zich
even gemakkelijk tot gehoorzaamheid zal nei
gen, als het zich thans nog weerbarstig toont."
Zoo was de meening van dén dwingelandmaar
de Landgraaf, die aan den Prins van Oranje
schreef, dat de dood der Graven van Egmont
en Hoorne de belangen zijner 'partij krachtdadig
in de hand zou werk en, had beter geoordeeld.
Hoe weinig hebben die Spaansche Koning en
zijn trawant vermoed, dat er eenmaal een an
dere 5e Juni zou aanlichten, die van het vredejaar
1618, waarop onder luid vreugdegejuich de geslo
ten pays met Spanje plechtig werd afgekondigd,
waai bij de republiek der Vereënigde Provinciën
als een onafhankelijke staat werd erkend. Het
bloed der martelaren was het zaad geworden van
het gemoenebest; en zijn er op dien gedeukwaar-
digeu 5en Juni 1648 geweest, die dien dag in
ernstig gepeins hebben doorgebracht, zij nlogen
dan met den blik op het krachtig volksleven,
op den noesten viijt der burgers dezer gewesten,
op de heerschende welvaart, wel daukbaar heb
ben uitgeroepen: YVij zien liet, maar wij be
grijpen het niet: liet is alles wonderlijk in onze
oogen 1
Heden vóór dertig jaren werd door het Ne-
derlaudsche volk een dankbare hulde gebracht
aan den groeten Zwijger. Deo ,5en Juni 1848
werd het standbeeld van Prins Willem I te
's Hage onthuld. Het opschrift vermeldt, dat
ihet dankbare volk" hem dit heeft opgericht
Terwijl gansch Europa rilde onder de stormen
der omwenteling, terwijl elders votsten vëijuagd
en troueu omvergeworpen waren, getuigde het
Nederlandsche volk \au de innige liefde, die
het voor Oianje koesterde. Het viedefeest
van 1648 werd gevierd^'ja, maar innig verbon
den met de hulde aan het Vorstenhuis!