A„. 1878
laic 4' Juli.
M 4449. I
J a a i
M
J, a»
rI? w o e
a n g-.
ïvt; li ii i .8 15; u s i ii
m
Abonnementsprijs, per kwartaal1.83.
Franco per post, door hot geheele Rijk- 2.50.
Afzcii'Puliike nominees- 0.10,
BURBAHi RARHT, E, 124.
Adveutentieprus: van 110 gewone regels,
met inbegrip van eene Courant1.10/
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
De Burgemeester van ScuienXM,
Brengt bij dé/.e ter kennis tan de Ingezetenen
Dat de Kohieie» van het Pateiitregt Nos. 4 en b
dezer Gemeente over het Dienstjaar 187Sd>. door do»
Heer Provincialen Inspecteur der Directe Belastingen
te Rottcidain op den f Julij 1878 oxecutoii veiklaaid
en op lieden aan den Ontvanger dei Directe Belastingen,
ter invordering vijn overgemaakt.
Voorts wordt bij deze'herinnerd, dat een ieder ver-
pligt is zijnen aanslag op dun bij de wet bepaalden
voet, te voldoen; alsmede, dat, van lieden af, de teimijn
van drie maanden ingaat, binnen welken de reclames
tegen dezen aanslag behooren tè worden ingediend.
En js hiervan afkondiging geschied, waar het be-
Jiooit, den 3 Julij S87S.
De Jlurgemeester voornoemd
P." J. 'VAN DIJK VAN MtTKNESSE.
'AI i i.'
Schiedam, 3 Juli 1878.
In Het Vaderland vau Maandag jl. komt eene
merkwaardige correspondentie voor uit Berlijn
^-over-de-lsraölicterj.^-idodzWflo-aniTwezigheid 'der—
gedelegeerden van de Alliance lsi aélitt» te Bei lijn
en de wanordelijkheden, die te Kalisch hebben
plaals gehad, worden de Joden in deze dagen
weer duik besproken, aldus vangt gemeld
artikel aan, dat ten doel heelt de anti-Joodsche
beweging te besprekeu, ïdie reeds bijna twee
jaren geleden in Duitschland losbarstte, en die
door UUiamontanen, Prolestantsche piëtisten
en socialisten levendig wordt gehouden, ten
einde het Joodsche element in een hatelijk
daglicht te stellen." Vei scheidene brochures
zijn tegen hen in het licht vei schenen, waarin
wordt beweoid, »dat de Joden een staat in
den staat vormen, dat zij geen vadeiiand hebben
dat zij woekeiaais zijn, dat zij de pers beheer,
eclmn, dat zij de kapitalen ceulialiseereu. Men
noemt liet samenwonen van Christenen en
Joden maatschappelijk onmogelijkmen zegt
dat de beide assen nimmer in vrede kunnen
leven, dat de Jood den Duitscher zal verdrin
gen, als men hem laat begaan. En dus? Wat
moet men doen om dit te vooikomen? Wij
men de Ghelto's der middeleeuwen hei stellen,
de Joden vet branden, hun goud hun ontrooveu.
Dat zegt men er niet bij, en toch zou men
gaarne de conclusies kennen, - waartoe de
sehnjveis der brochures zijn gekomen.
»Do ultiamonlaausclie bladen beweren, zoo
vervolgt" het aitikel, dat de maatschappij ten
slotle onder de pink komt van he.t kapitaal,
dat langzamerhand iu handen van Joodsche
bankieis geiankt." Zie dn Rothschilds, zeide
eens üe „Gnrmania, zij zijn reeds vijf milliarden
francs lijk. In '1800 hadden ze niets. Ze heb
ben telkens in minder dan vijftien jaar hun
kapitaal verdubbeld, sedert hun huis werd op
gericht. Zij hadden vijf milliards in 1875; in
1890 zulleii zij 'tien, iu 1905 veertig eu iu 1920
driehonderdf twintig .milliards 'bezitten, V f,
4"Vooi":ilictr-5oogenblik-?echter, kan men zich
troostom De' Jood der ^Koningen, die te Friink-
fui t troont,moet het nog maar tot vijf en
dei tig imlltökn thaler hebben gebracht. Dat is
nog heel v$at mulder dan een milliard, "Vol
gens Bi-itriarcks berekening bezitten doJe/uïeten
'190 imllioeïji fiaucs meer dan de Rothschilds,
en toch belioit de wereld hun nog met. Nooit
was liet kapitaal minder geceutiahseerd dan ia
onzen tyd. '|Er zijn meer dan duizend milliouairs
in Pruisen tjby thalehs rekenende), dat is meer
dan ooit tejvoreu."
Tot zoover het.con'.espoiidautie-artikel ia liet
Vaderland, ffle schrijver deed wet, deze zaak
eens te berde te brengen't is goed, datdevve-
ïeld wete, \Velke deukbeeiden uien onder 't miu-
I
dere volk tracht te brengen, vooial omtrent eene
zaak, die inj een beschaafde eeuw niet eens bij
name moest genoemd wenden. Jaien lang scheen
deze kwestie; (lood. De gruwelen te Damaskus, in
1840 bedreven heugen misschien nog onkelen
evenals men zich de eneigieke wijze "zal' her-
inneien wafcop Fransehe Israëlieten als Fould,
Crcmieus audeieu toen ten gunste vuu
—hunne veieSjskte.»geloolvgemioteu.opLra.den. De
Joden, zoo heette liet, zouden hun droog Paasch-
biood in het bloed vau eenChiiéten', hebben
willen bevochtigen, en tot liuu slachtoffer een
ouden Capucynei main.ik, hebben gekózen. De
Turk die wel gaarne den Jodenbeul door
den Ghiistenhond zag vernietigen, .stelde met
de meeste bereidwilligheid pijnbank en beul,
ter beschikking van de aanklagers, 't Was een
afschuwelijke historie.
Voor de laatste jaren der negentiende eeuw
was het weggelegd, een nieuwen kruistocht tegen
het uitvei koren volk te zien piediken, tegen het
volk, welks aaitsvaders Abraham, Izaak en
Jakob, de eeuwen door voorwerpen van der
Clnistenen vereeiiug zijn geweest! De geschie
denis is te mei kwaai dig, dan dat we ze bij
deze gelegenheid niet aan onze lezers zouden
mededeeleu.
't Is een week of drie geleden, dat de heer
Istoczy zijn naarri worde in eeie gehouden!
dat de lieer Istoczy, lid van het Huis der Volks-
ve> tegenwoouligeis in Hongarije, het voorstel
deed, de loden uit Ilougarijft te vei drijven en
hen naar Palestina te zenden. Of de Agenda
der Kamer niet veel stof ter behandeling aanbood
of dat de heeien afgevaardigden wel eens een
vioolijken dag wilden doorbrengen, genoeg, men
stond den verlichten voorsteller toe zijn,motie
toe te lichten, en de 2/ie Juni '1878 gaf aan
liet beschaafd Europa liet volgende te hooren.
Hongarije telt thans, volgens den afgevaar
digde Istoczy, zeven honderd tien duizend J oden.
Ilij ziet in zijne verbecldiug het kroost van
Abiaham toenemen als het zand der zee; in
'1900 zegt hij, zal' het tot één millioc-n een
honderd duizend gestegen zijn iu' 1930 tot
iwee miïïiocn Itoee honderd duizend, en als de
Christenen eenmaal het jaar 2020 schrijven,
zuilen zcvmUien millio'en zes honderd duizend
Joden over den llongaarschcj' bodem/vei spreid
zijn.' een getal, dat 'meer dc.nhet'dubbele van,,
de gansche bevolking van onzen tijd bedraagt,
i ,/Meent nu niet, dat de geachte afgevaardigde
Istpczy onbeslagen tea ijs komt; zijn cijfers
zijn niet uit de lucht gegrepen; de statistiek
heeft hem hare onschatbare diensten verleend.
.De statistiek toch toont aan, volgens den heer
Istoczy, dat de cholera vooral weinig slacht
offers onder de Joden maakt. Zelfs de zwarte
pest spaarde hen ia 1548; terwijl de Christenen
in massa vielen, bleven de Joden gespaard; ja,
zoo voegde de heer Istoczy er imet aandoening
bij, terwijl die geesel de Laura van Potrarca
wegmaaide, bleven Jodinnen en 'Joden er
van bevrijd!
Ja, de Joden hebben een laai. leven; ze zijn
als liet ware geharnast tegen epidemie, be
smetting en vervolging. De statistiek van Pesth
bewijst het alweer, dat zij een zeer hoogen
ouderdom beieiken. Wie zou er zich ook over
verwonderen? Slechts weinigen onder hen
wijden zich aan den militairen staud, en tcrwyl
wij, Chiisteneu, ons opofferen in den oorlog;
.zijn zij,bezig zich te-Tverrijketj_U
Het valt daarom aaustonds in het oog, dat,
nog maar twee of drie geslachten verder, de
eigenlijke Hongaren groot gevaar ioopeu door
de Joden te worden'overheerscht. En zoo is
het ook in ieder ander deel van Europa.
Door Joodsche belangen, Joodsche politiek,
Joodsche staatsiiedeu, Joodsche journalisten en
Joodsche financiers worden de groote staten
en de regeeiingeu bestuurd.
Conclusie: »De Joden moeten uit Europa
verdreven worden; de gelegenheid is thans
gunstig. Men zende hen naar Palestina terug
iu naam van het beginsel der nationaliteiten.
Zy mogen daar een nieuw koninkrijk der Joden
vestigen. liet is buitendien zeer gemakkelijk,
hen te verplaatsen, liet voornaamste gedeelte
van hunne bezittingen bestaat uit roerend goed.
De heer Istoczy rekende daarom een tydvak van
acht en veertig uren voldoende om hen te doen
emigreereu. De redeuaar deed een beroep op de
vadeilandsliefde der Isiaëüeten; zij alleen zijn in
staat het oude koninkrijk der Joden weer op
te richten,vleen koninkrijk, dal, de redenaar
was er van overtuigd, voorspoedig' en gelukkig
zijn zo.u. '*s Heeren Istoczy's beste en innigste
wenschen zouden hen op hun^tocht naar het
Beloofde Land vergezellen?
De zaal weergalmde" van den gullen lach'der
Hongaren, zoowel onder het aauhoorenrials
na liet eindigen dezer ïede. De heer Tréfort,
Minister \an Eeredienst moest toch wel 'een
eukel woord op al dezen bombast autw'oor-
den, -Ilij deed het koit en krachtig-: de
beginselen van den geaebten afgevaardigden
waren even strijdig met den geest'des tails als
met die der Karnen, die, naar hlj^lVdrfpte.'de
motie eenparig „vei werpen zou. jDejheer Istoczy
wachtte deze verwerping cclHer^mielafhij
trok; zijn beminnelijk voorstal in^i'm^t .de.mp-
meiking, dat hij toch zyn "doel, had Be'reikt
-"Mi..? i m fr'
-^namelijk de aan
£ht op deze ernstige zaak te