A". 1878.' Vrijdag 19 Juli .As 4460. TuaiHid laplijls, litiszuM Inslat. rI? w ee e n I> i- t i ss 1; o Jaarsraug1. B u -i. COURANT. Abonnementsprijsper kwartaalf 1.85. i Franco per post, door het geheele Rijk. - 2,50. Afzonderlijke nommers- 0.10. IHJHKAUSniltKT, B184. Advertentieprijs: van 410 gewone regels, met inbegrip van eene Courant1.40. Iedere gewone regel meer. - O.IO. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. Schiedam, '18 Juli JS78. Te midden van al het strijdrumoer en al het wapengekletter ter zake van liet ouderwijs, klinkt het uit den mond van een even diep denker, als geniaal dichter zoo liefelijk zoet: ïToen ik een kind was, las ik graag in deu bijbel." "t Is oiue Aait Admiraal, die ais in leiding tot een stuk getiteld sMiskenning" op eenvoudige, roerend eeuvoudige wijze een huise lijke bijbellezing op Zondagmorgen in zijn ouderlijk huis teekent. En als bij dan dien goeden vader heeft 'beschreven, kiezende uit de gewijde bladeren, wat voor liet verstand der kiudereu verstaanbaar, voor hun gemoed heilzaam was, als hij de geestdrift heeft afge maald, welke zich meester maakte van die jeug dige harten bij die lezing, dan vraagt hij eindelijk: »hoe' komt het toch, dat er van die boeken zoo weinig werk wordt gemaakt? Ën bij ver volgt: aEn als ik «aar opheldering over dit punt zoekdan ontdek ik aangaande deze zelfde kostbare verzameling wonderlijke zaken.,. Ik ontdek dat er in gelezen wordt door honderden mensehen die niet kunnen lezen en wien men met hetzelfde gevolg den oorsproukelijken tekst in handen zou kunnen geven. Ik ontdek dat honderden kinderen er in lezen zonder eenige leiding, wat erger is dan in't geheel niet, want 'tis hieiin met hen als met de wilden die uit diamant en stukjes glas eu koralen de laatsten kiezen en zicii niet zelden er mee sieren. Ik ontdek dat honderden predikanten er voor de ininout- wikkelden uit lezen maar rneer bij wijze van scharen- en messenslijper), dau om het haitte veredelen en te versterken. Voor zulke strijd lustige Smouten, Triglands en Bogennans is natuurlijk de bijbel een tuighuis, ^oodia de bijbellezer verzuimt te zoeken naar bet écne Noodige, d, i. de Liefde; de reine liefde van roensehen voor meuschen als grondslag en band voor 't maatschappelijk, leven; dan vindt hij wapens bij menigte in die boekenniet omdat de woorden dier oude schrijvers tot wapens bestemd waicu maar omdat het kijfachtig humeur van bovenbedoelden ze daartoe smeedt. Ik ont dek dat de bijbel op de scholen niet meer wordt behandeld. Dit is een gevolg van T twist- zoeken der Smouten, Zijue vooi treffelijke boe ien wordeu niet op de Gymnasia behandeld. Dit is een tieurig verzuim dat door niets te verdedigen is. Eindelijk ontdek ik dat Jan Rap eu zijn maat iets uit den bijbel welen aan te halen om redenen van spot en om eigen ge brek aan geest tegemoet te Ivomeu. Voorts haalt de zoogenaamde man van beschaving de schou ders op over de Üijbelboeken of over een vriend, die ze hoogschat eu 'lieüieeft. Wie uit die boeken iets als leerstof wil aanwijzen, wordt bespot door de vellichte heeren uit de kroeg; geminacht door duizend.kalvinisten; met eenige vraagteekeusnaiigestaimi door zijn geleerde vrien den; verketterd dooi de Smouten." 4 De schrijver beklaagt zich verder, dat de Bchoone stof voor vergelijkend taalonderwijs, die de liêhreeuvvsche schriften bevat, onge bruikt blijft, omdat men het godsdienstig ge voel niet1 kwetsen wil. Ilij voegt er evenwel aanstonds ;aan toewij oogsten wat wij ge zaaid hebben. Geheel onze staat wording was rjf n een spel ijnet bijbelteksten, een steekspel van schrift verklaarders en sclmftvertroebeiaars, één groot bijbeltournooi, dat begon met Marnix ibijenkoifyjder roomsche kerk," voortgezet is door Bogerman en Gornarus in een heel ande ren geest, r— eu geëindigd door ililderdijk neen. nietf* geëindigdnog altoos voortgezet door Groen Van Prinsterer en zijne jongeren. Marnix had^ recht van sprekener was een macht te grondvesten tegenover snood geweld. Gelukkig dat hijgesproken heeftmaar het teekent on^ wezen als volk dat zijn eu Oranje's grondlegging van onzen staat onmiddellijk werd vooialgegaan door genoemden bijenkorf en ge volgd door ziju bijbelvertaling. Wij waren een nbijbcl^aat"Geestig teekent de schrjj veij,^^e^vr(^ere_Jboogescholen joeersan- hedrin dan leerschool, waai- de grens bepaald werd, waariu de denkwijzen blijven moesten op straf van uitwerping. Daar werd het gods dienstig gevoel gemaakt. Van Daar ging de bedeeiing van dit artikel uit.Zoo zijn wij siuts ons volksbestaan fijn geworden op dat punt en er is wellichtgeen volk ter we- ïeld als 't onze waar, ouder de laagste klas sen en de hoogste, nog heden zooveel Qomari en Armhui zijnwaar zulk een stipte keu nis bestaat aangaande den graadmeter van 't godgeleerd gevoelwaar de kennis zoo juist is eu zoo algemeen omtrent het snij- en kerfvermogeu van sommige bijbelteksten; waar derhalve het individueel recht van schriftver klaring zoo gehandhaafd wordt. Dit welig op schieten van het zaad tier zeventiende eeuw houd ik voor de oorzaak van de voorzichtige eu ik moet, met het oog op dien geuoemtlen rijken oogst bekennen: wijze schoolwet van '1S57. Maar tevens is er door ontslaan: een kinderlijke oi' liever hofjcsaciitige omzichtigheid jegens de godgeleerdheid van bakker en schen ker, die niet uoodig is eu op nadeel voor onze volksontwikkeling zou uitloopen. Men loopt gevaart de dwaling in T leven te loepen en wot tel te doen schieten, dat de bijbel niets nutlets dau een wapenkamer is. Men sluit zoo doende een heerlijke bron van taalkennis af eu onthoudt nan de jonge lieden in 't middel baar onderwijs eon schat van dichtkunst." Oirze jeugd, zegt de S., wordt inzonderheid sedert de oprichting der hoogere burgerscholen meer dan vioeger met onze dichteis bekend gemaakt. Hooit, Vondel, Breero, Poot, Cats, Iluygéns, Ëoith, Bilderdijk, Beets, Da Costa, De Ge nes te t. Potgieter, zells Gooruhert eu Mailiix, deze allen ziju onzen jongelingen geen vreemdelingen urieer. Maar ook Schiller en Goethe, LuumrtïSe, 'Milton, Shakespeare, lezen -ze." En altoos, leven -zij met hunne jonge, fris se!*: ziel ?iu -choone wereld van poëzie, waar zij heden de harp van Eoius, morgen de lier van Apollo.straks den donder van Zeus, dan weder het suizen der zefiers vernemen die de windharp niet konden roeren." Op de gymnasia worden de oudere ea nieuwere dichters vaak vrij uitvoerig behan deld. Met Iloratius, Ovidius, Vivgilius kunnen'?'' de leerlingen goed te recht komen: de poëzie van Mozes, Job, David kennen zij niet, en te recht merkt de s. aan: Dr. Van Vloten heeft bijna een scheepslading stukken uit onze vader- landsche letterkunde bijeengebracht, maar ver talingen uit Ilebreeuwsche dichters heeft hij achtergelaten, hoewel hy menige proeve van overzetting heeft opgenomen. De schrijver laat liet niet bij betoogen, maar staaft zijne beweringen met proeven. Ter Haar, zegt hij, Ter Haar heeft in zijn AMelkaier een beschrijving van een Arabischen strijd hengst gegeven, wier- schoonheid haar weerga in onze letterkunde niet heeft.'Abdelkaders verzuchting tot het .edelq, dier is_roerend en verheft het dichtstuk tót1 een blijvend kunstwerk?" s Maar waarom verschijnt die van Job 39 niet in onze leerboeken-? «Zult gij het paard sterkte geven? Kunt gij zijn hals met donder bekieeden? Zult gij het beroeren als een sprinkhaan? De pracht van zijn gesnuif is een verschrikking. j Het graaft in den grond en het is vroolijk in zijn kracht en trekt uit den geharnaste te geinoet. Het belacht de vrees en wordt niet ontsteld en keelt niet om van wege het zwaard. Tegen, hem ratelt de pijlkoker, liet vlainmig ijzéf der spiets en der lans. Met schudding eu beroering sioUt het de aarde op en gelooft niet dat het is liet geluid der bazuin. In het volle geklank der bazuin zegt het. Heati! en riekt den krijg vene, den donder der voisten en liet gejuich. ,<gi Schoon is Abilelkaders strijd hengst, maat* 't schooner is deze zijn voorvader Zoo vindt ge ook in ouze bloemlezingen vele Dstormen op zee" op rijm en niet berijmd» maar den storm uit psalm '107 vindt ge er niet. «Die met schepen ter zee afvaren, handel doende op giooto wateren; Die zien de werken des Hoeren en zijn wonderwel'* keu in de diepte. - Als hij spreekt zoo doet hij een stormwind opstaan die de golven omhoog' drijft. Zij rijzen op naar den hemel, zij dalen neder tot in de afgronden; de zielen versmelten van angst. Zij dansen en waggelen als een dionkon man 011 at hun wijsheid wordt verslonden., Doch roepend tot den Heer in de benauwdheid die zij hadden, zoo vcferde Hij hen uit hun angsten. Ily doet den storm stilstaan, zoodat hun golven stilzwijgen. Dan zijn zy verblijd, omdat zij gestild zijn. Tot ons leedwezen kunnen we niet meer van deze heerlijke proeven overnemen; maar eene plaats moet toch ingeruimd aan hetg krachtige woord, waarmede de*schrijver besluit en dat de overpeinzing van onderwijzers en niet onderwijzers dubbel waardig is. VI Al- - s A 9B3 is

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1878 | | pagina 1