SCHIEDAMSCHE COURANT Per Tel e g r a a f. van 16 September 1S78. Buitengewoon N°. Vereenigde Zitting der beide Kamers, op Maandag 16 September 1878, tot opening mn de geiuone vergadering der Staten-Generaal. (Zittingjaar 18781879.) De heer mr. J. A. G. baron de Vos van Steenwijkdie den Voorzittersstoel bekleedt, opent, nadat de leden der beide Kamers zich in de zaalbestemd voor de zit tingen der Tweede Kamervereenigd hebbentegen half één ure de vergadering en laat een Koninklijk be sluit vau den 6 September '1878 no. 14, houdende ziine s benoeming tot Voorzitter der Eerste Kamer gedurende het aanstaande zittingjaar, door den griffier dier Kamer voorlezen. De Voorzitteraan wien dientengevolgeovereen komstig het voorschrift van art. 103 der Grondwet, liet bestuur der vergadering is opgedragenbenoemt eene commissie van 48 leden uit de beide Kamers die Zijne Majesteit den Koning, bij Hoogstdeszelfs aankomst in het gebouw der Staten-Generaal, ontvangen en in- en uitgeleide zal doen. De Ministers, hoofden van Ministerieele Departementen, de kauselier der beide orden en de leden van den Raad van State vervoegen zich mede ten één ure in de vergaderzaal. Zijne Majesteit de Koning, die zich met de Prinsen op de in liet programma voor de opening van de ver gadering omschreven wijze naar het gebouw van de Tweede Kamer begeven heeft, wordt na een kort tijds verloop aldaar aangekomen, in de vergaderzaal binnen geleid. Zijne .Majesteit de Koning plaatst zich op den troon en houdt, terwijl de Priusen naast Hoogstdenzelve gezeten zijn, de volgende openingsrede: Mijne Meer en! Het verheugt Mij bij de'opening dézer zitting aan de Staten-Geneiaal gunstige mededeelingen te kunnen doen aangaande den toestand des lands. Ik waardeer de levendige belangstelling in het geluk van Mijnen beminden Broeder allerwege betoond en de ontvangst, door de liefde der natie voor Mijn Huis aan Zijne Gemalin bij Hare komst op den Nederlandsehen bodem bereid. Mijne betrekkingen met lie buitenlandscbe Mogend heden zijn van den meest vrieudschappelijken aard. Zee- en landmacht onderscheiden zich bij voortduring door ijverige plichtsbetrachting. De inspanning verdient allen lof, waarmede onze krijgslieden in het Noorden van Sumatra zich kwijten van hunne moeielijke taak. De meeste takken van volksbedrijf leveren stof op tot dankbare tevredenheid. Vooral de landbouw bloeit en verblijdt zich in het vooruitzicht op een ruimen oogst. De staat onzer.financiën wijst aan, dat het oogenblik gekomen is om op versterking der Rijksmiddelen ernstig bedacht te zijn. Voorstellen, in dien geest ontworpen, zullen U worden voorgelegd en verband houden met de plannen omtrent eene hervorming der bestaande belastingen, welke wordt voorbereid. Het onderzoek van een wetboek van strafrecht is zoover gevorderd, dat de indiening van het ontwerp nog in deze zitting mag worden tegemoet gezien. Op de belangen van het openbaar onderwijs blijft Mijne aandacht aanhoudend gevestigd. Tot uitvoering der wet op liet hooger onderwijs en tot invoering der nieuwe wet op het lager onderwijs zal op Uwe mede werking beroep worden gedaan. De algemeene gesteldheid onzer Oost-Indische be zittingen mag bevredigend worden genoemd. Werd de rust elders niet verstoord, de goede verwachting werd niet verwezenlijkt, die in het vorig jaar scheen te mogen worden gekoesterd omtrent den loop der zaken n het Noorden van Sumatra. De handhaving van ons gezag aldaar vorderde op nieuw buitengewone maatregelen. Voor Suriname werd voorloopig de gelegenheid tot het vermeerderen der werkkrachten weder geopend. Zoowel hier te lande als in Nederlandsch-Indië bracht de wel dadigheidszin milde offers tot leniging der ramp, welke het eiland Curajao getroffen heeft, dat zwaar door een orkaan werd geteisterd. Wetsontwerpen van verschillenden aard zullen U worden aangeboden. Belangrijke werkzaamheden, Mijne Heeren, wachten U. Mogen Uwe beraadslagingen, onder Gods zegen, in het algemeen belang tot gewenschte uitkomsten leiden. Ik verklaar de gewone Vergadering der Staten-Generaal geopend. Zijne Majesteit de Koning verlaat, na het uitspreken dezer rede, met de Prinsen, begeleid door de commissie, de vergaderzaal, om zich, op de bepaalde wijze, naar het Koninklijk Paleis terug te begeven. De Voorzitter sluit, nadat de commissie teruggekeerd is, de vereeuigde zitting der beide Kamers. Gedrukt bij J. Odé, te Schiedam. stÉk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1878 | | pagina 7