7erscliijnt: Japlijb, nititzmiri Irian.
Bimifiiilaiiütlc Beritliien.
A0. «878.
Maandag 11 November.
A* 4542.
u»
T e e e 11 X> r t i s t c J ji a r «r a 11
con
Abonnementsprijs, per kwartaalf 1.R5,
Franco per post, door het gehee'.e Rijl,- 2.50,
'Afzonderlijke nominers0.10.
BVIlEAtli MAUKT, E, 124.
Advki!Ti:ntikimiijs: van 110 gewone regels
inet inbegtip van eene Courant1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Diuumau. plaatsing woidt tegen tweemaal berekend.
By «leze Courant behoort een Bijvoegsel.
Schiedam, 9 November 1878.
Onder degenendie voor eenige jaren het
beschaafde Nedeilandsche publiek de lange
winteravonden veraangenaamden, behoorde ook
de »Oude lieer Smits". Deze redenaar had een
bijzonder voorrecht: ofschoon h'y namelijk nog
al eens niet door zijn beschaafd gehoor werd
begrepen, telkens als hij optrad, was de gehoor
zaal met belangstellenden gevuld. Nu is het
waai", dat de «Oude heer Smits" niet alleen in
dit geval verkeerde; de heer Ten Kate, die
jaarlijks een litterarische winterreis pleegt te
ondernemen, ondervindt precies hetzelfde. In
zekere stad, we zullen haar voor het gemak
X noemen, droeg hij, niet lang geleden, een
juist door hem vervaardigd dichtwerk, voor;
vergisseu we ons niet, dan was het getiteld:
«De Nieuwe Kerk te Amsterdam." Het publiek,
(beschaafd kunnen we gerust weglaten, in den
kring toch, waarvoor Ten Kate sprak, worden
alleen beschaafden als leden aangenomen) het pu
bliek was iu buitengewoon grooten getaleopgeko-
men; 't Was immers Ten Kate die optrad! Hij las,
las lang, en bracht zijne hoordeis iu dezelfde sooit
van spanning, als waarin men doorliet hooren van
een sympbonie van Beethoven geraakt, die aan
een op hel programma vermelden wals van
Straus-1,of aau een Fantaisie over motieven
uit «La fille de Madame Angot," voorafgaat.
Die spanuiDg zocht in de pauze een uitweg.
De weldadige geest der kritiek was in tal van
hoorderen gevaren, en het was wezenlijk treffend
deze heeren, met de kokende punch of het
schuimende «Beiersch" gewapend, de onhan
digheid van den spreker, io al hare naaktheid
te hooren malen. Dat was nu geen onderwerp
voor eene gemengde vergadering: de Nieuwe
Kerk te Amsterdam! Waarom niet? Was het
onderwerp benedeu de hoorders, of waren de
hoorders beneden het onderwerp? Dit laatste
bleek niet recht uit de gevoerde debatten in
de koffiekamer; we zullen er ons dan ook maar
niet in verdiepende zaak toch is eenvoudig
deze: ais Ten Kate weer leest, zal 'took weer
vol zijn; misschien stelt hij dan Ilieronymus
van Alpheu-'weer zoo aardig aan de kaak als*
hy in'1 de bijdrage deed. Zie, dat kon iedereen
begrijpen! --.Maar, om op den «Ouden Heer
'Smits" terug be komen, die was in zijn leven
Opk aKvnn den'goeden weg.afgedwaald. «Over
tót -'sentirnenteele in de Letterkunde", zoo
luiddè de titel der laatste verhandelingdie
hg' 'geschreven heeft. Ja. die,-was ook wel
mooi! zei men, maar toch, één kleinigheid ont
brak''^»- aan, maar men kón haar zoo hier en
daaiv-mét volgen; ja juist, zoo hier en daar;
sit "is lastig; bepaald^ onaangenaam zelfs 1
lyröeg$->-in, een ver verwijderd tijdperk, toen
Sas djre sfelfde Smits over geheel andere onder-
Wêrpetfe Eenmaal lfeeft hij zich gezet tot de
?;Bcllfiftteiyke behandeling van »üe Lóf dei- Voor
zichtigheid,".. Toen 'werden er meer deugden
op deze wijze behandeld. De vaderlandsliefde
werd vooral na '30 duchtig onder handen ge
nomen, enjliet muitcrenrot had het eeuige sei
zoenen achtereen hard te verantwoorden. Dat
waren eerA redevoeringen! Men splitste ze, tot
gemak der' hoorders, in drie deelen. Het eerste
handelde b, v. over den aard en het wezen dei-
vaderlandsliefde, in het tweede werd het god
delijke van den oorsprong dezer deugd uit
Griekschej' Romeinsche en Nederlandscho schrij-
veren fn helder licht gesteld; het derde ein
delijk bevitte de noodige opwekking om deze
deugd bij'kinderen en kindskinderen toch vooral
aan 'te kweekeu. Tot besluit kwamen dan eenige
toepasselijke dichtregelenzooalsde «Vier-
daagscheJ'Veldtocht van Witimys." met het
even róejende als ware slotwoord: «God! ik
heb genoeg geleefd 1" en men had een heerlij
ken avond doorgebracht. Dat is alles voorbij,
onherroepelijk voorby; zelfs die-®Lof der Voor
zichtigheid" van den Ouden Heer Smits was al
buiten alle regelen der kunst. Zoo raar, men wist
niet of dè tnau het meende of niet. Hoormezoo'n
begin :,1«J)e voorzichtigheid is eene echt Neder-
landsche deugd!" Alleen ouvoorzichtige men-
schen, die het onvoorzichtig zou zyn te noemen,
heeten deze deugd «gebrek aan ondernemings
geest!" Dat zijn menschen, die den gulden
middenweg niet bewandelen, zooals wy, en die
geen besef hebben wat de aurea mediocritas is!
Dat weten wij echter zeer goed, en daarom
prijzen wy haar hemelhoog, eu laten de electro-
magnetische telegraaf hier te lande, en onze
voornaamste spoorwegen eu dergelijke gewaagde
speculatiën meer, aau die waanzinnige Engel-
scheu over!
Gijgeachte heer en vriend, dien ik het niet
geraden acht hier te noemen, gij gelooft, dat
de Engelscheu groot zyn geworden door dien
onderuemenden geest! Mijnheer, wij roepen
«Oranje boven!" en blijven thuis zitten, en zijn
er toch niet veel erger aan toe dan onze voor-
vadeien. Dat is de ware voorzichtigheid!"
En verder heet het: «Daar wordt nu heel
voorzichtig en langzaam, dat moet men be
kennen, een ijzeren-spoorweg aangelegd tus-
sclieu Nederland en Pruisen; maar gelooft
gij, dat ik, of eeuig goed burger en voor
zichtig menseh, or een actie iu zou willen
'hebben? Wel neen'! Gebrek van eneigie! zult
gy zeggen. «Slaapkoppen!" zult gij uit
roepen. Best, mijnheer; inaar als de
Keizer van Rusland het in de hersens kreeg
geheel Pruisen naar Siberië te zenden; of de
Frausche Keizer,maar het zou niet voor
zichtig zijn van hem te spreken;waar
bleef dan' ons goed geld, dat uu zoo netjes, in
zakken gepakt, in onze brandkasten bewaard
blyft." "En "zoo gaat het vooit, altijd'op die--
zelfde manier; die geldzakken, zoo goed1 in-'dte--
brandkasten„Ai, het doet zeer er vau'ttó hooren
f)
Neen, dat was toch ook al geen Nédorlaodscha-
1yr' 4 t i
verhandeling 'meer, hoewel het onderwerpt zelf*
'een kosteip* onderwerp "blijft!
Het leesseizoen is weer daar! Wie doet onze
groote en kleine gehoorzalen op nieuw van
den lof der voorzichtigheid weërgalmen? Want
wezenlijk we zijn niet voorzichtig meer: be
spaarden onze voorvaderen een deel van hunne
overwinst, verborgden ze dat deel in een oude
kous gewikkeld, onder het bedstroo, en noe
men we dat kleingeestig gehandeld, wij kiezen
de brandkast van een commissionair tot berg
plaats onzer spaarpenningenen dat is voor
't minst genomen zeer onvoorzichtig. Wij sprin
gen met onze kapitalen voor Peru in de bres,
voor Peru, weleer om zijn zilvermijneu beroemd,
en we verblijden ons op het vernemen van he}
bericht, dat de Peruaansche regeering een hoop
guano, een hoop mest als waarborg voor de
betaling barer achterstallige coupons heeft be
schikbaar gesteld. Wij hebben het onze byge-
braeht tot het bederf van den maatschappelijken
atmosfeer, die van Noord tot Zuid, van Oost
tot West verpest is, omdat de volken niet voor
zichtig zyn geweest.
Wij, Nederlanders! keuren af, ber' pen en
kritiseeren al, wat voor de hand ligt. In ver
schillende talen kan men het afkeurend woord
van Nederlanders over Nederland, zyn instel
lingen eu zyn bewoners vermeld vinden. Die
een trede of wat hooger op de maatschappelijke
of wetenschappelijke ladder staat of meent te
staan dan anderen, geeft een trap aan zijn
buurman van lager orde, die op zijn beurt een
schram geeft aan een derde, die nog wat lager
staat. De een verklaart de ander onmondig,
dood, maar kan zelf die woorden door aemach-
tigheid niet eens goed uitspreken.
Is dat voorzichtig gehandeld? Is dat wijs,
tegenover onze landgenooten, tegenover het
buitenland?
Ziehier zoo enkele punten voor een «ver-
nieuwden Lof der Voorzichtigheid" 1 Ze worden
ieders overweging bescheiden aanbevolen.
SCHIEDAM, 9 November 1S78. 1
Wij herinneren de kiezers voor de Knmer
van Koophandel eu Fabrieken aan de verkiezing
die. Dinsdag den 12den dezer zal plaats hebben.
De aftredende leden zijn de heeren T. P.
Jansen, P. J. Wouterloo-1, J. T. Wittkampfen
mr. A. K. J. Van der Drift.
Het kiescollege der Ilerv. gemeente alhier,
heeftin zyn gisterenavond gehouden vergadering
tot-ouderlingen benoemd, de heeren :.J. De Kroes,
iaftredend,pa J. Meijster, in' plaats van. den
■heer.J,. Fonteine,,die verzocht had niet mêei;
in^aanmerking te komen. Tot diakenen werdenj
.benoemd'!, de.heeren: J. Kloos, aftredend', én,.
JA jjljlajjdt, in plaats van.den heer A, Van Buysen}
Voor „de te-.'s Hage zitting houdende
camipissiii. hebben, gisteren akte bekomen, in,.^
vrouwelijkehandwerken onze .stadgenooten^
de juffrouwen, J. B. O. Elberg, voor nut en