Naar wy vernemen, «al, volgens het ge voelen van zijn geneesheer, de ongesteldheid van den Minister van Oorlog, die zich een oogenblik vrü ernstig liet aanzien, spoedig zijn geweken, en zou de optreding van den Minister binnen weinige dagen kunnen worden verwacht. "Volgens het Dagblad is de Minister van Oorlog lijdende aan een ingewandziekte. Baron Gericke van Herwijnen, buitenge woon gezant en gevolmachtigd Minister van Nederland te Brussel, heeft dezer dagen in eene audiëntie aan Z. M. den Koning der Belgen een brief overhandigd, waarbij Koning "Willem III der Nederlanden Z. M. kennis geeft van zyn huwelijk niet H. D. 11. Mevrouw de Prinses Adelaide Emma Wilhelminn Theresia van Wal deck en Pyrmont. Door de jury voor de Soestdijkfonteiuen (huldeblijk aan wijlen Piins Hendrik) is be kroond het model, door den heer Mclkenboer te Leeuwarden vervaardigd naar zijne onder het motto Constar.tia iugezontlen teekening. De Tijd heeft reeds f 10,847.851/2 als vrijwillige bijdragen voor Paus Leo NIH ont vangen. Volgens het jaarboekje voor het notaris ambt 1877 waren erin Nederland 1231 kandidaat- notarissen en volgeus dat van 1878 1151. Uit Keulen "wordt aan de N. B. Ct. gemeld, dat Maandag aan liet huis in de Grosse Mitschgasse no. 1, op welks plaats indertijd het gebooi tehuis van Vondel gestaan heeft, een marmeren gedenksteen is aangf- ht met het volgende opschrift in gulden lettn.n: T>Ber Niederlandische Dichter Joost van den Vondel, gcstorlm in Amsterdam den 5 Felruar 1679, tuurde hier im llausegenannt ytZur Fiole geborenden 17 November 1587." In de Nijmeegsche Kroniek van Smetius vinden wij aangaande het vroeger henschen der pest in ons vaderland onder andereu aan- gèteekend »Den 11 Augustus 1635 lagen rondom Nij megen omtrent 10,000 man voetvolk in de Buitenwerkenonder dezen bevonden zich zeer vele zieken, meerendeels Franschen en Italianen. Het weder was in het voorjaar lauw en vochtig ■geweest, in den zomer zeer heit en droog; men was gekweld met eene vei bazende menigte van vliegen en apdeie bloedelooze dieitjes. Reeds in Juli begonuen te heeischen koortsen, boven alle voorbeeld verderfelijken andere kwaadaardige ziekten: in November openbaarde zich de pest, allereeist in een huis aan de Paulsliaat. In het laatst van Apiil 1636 begon de pest ullei hevigst te woeden en heeft die in ijselijke woede blijven na'.houden tot het einde van October: den vijlden April had men 62 lykeu op één dag begraven, en onder deze drie bruidegoms; 's wekelijks stierven '178, 200 en 270 menscliuD, staande de lijkbaren door alle straten geplaatst: ook werden dikwijls drie of vier lijken tevens uit een en hetzelfde huis gedragen; zijmie toenmaals de besmetting alge meen veispieid en bijna geen een huis van de pest bevrijd. In den tijd van zes dagen stierven drie praeceptoren van de latijnsche school. De scholen waren gesloten en over de honderden tachtig loei ringen begiaven. «Alzoo de keikhoven mot lijken vvaien opge vuld, is de openo inunte op Maiienbuig en de plaats hij de obsenanten geschikt tot het he graven der dooden. Doch de reuk der begraven menigte in de kerken is aan velen besmettelijk en doodelijk geweest. Volgens aanteekeninpen is bevonden, dat sedeit den Inatsten Juli *1633 tot den lsten Augustus 1636 binnen Nijmegen gestorven zijn 6009 rnenschen, behalve die door verzuim der kosters zijn vergeten. Wegens deze woedende pest en sterfte was toen in Augustus zeer verlegen om maaiers te vinden, hel gras werd voor do helft gehooid en een maaier vpi-- diende een rijksdaalder daags, behalve den drank. De vergaderingen der Gedeputeerde Staten des kwartiers waren ook te dezer tijd naar Bommel- verlegd.-In het begin vaif Maari begon de verschrikkelijke plaag der pest op te houdeu." (Deze ziekte werd beschreven door Diemerbroek in een werk de.peste Novioinagensi.) Uit de Arnhemsche Kroniek van.tnr. J. W. Staats Evers blijkt, dat,de pest reeds.iu het jaar 1614 in die',stad>heerschte. De magistraat bepaalde toen aldaar, «dat allen, die in besmette huizen woonden", gedurende .zes weken een onbedekten witten stok, ter lengte van ander half el, moesten dragen en een stroowisch voor de deur hangen, op boete van twee goudguldens, Ook hadden zij bij liet bezoek der markten alleen van verre aan te wijzen wat zij noodig hadden en bij liet halen van water, den emmer op straat te zetten en den buren te verzoeken dien te vullen." {Artth. Ct.) Hi.t Dagblad schiijfl: f De nieuwe pre sident der Republiek is geen ridder van het Legioen van Eer; een wonder in een land, waar rnen de gedecoreeiden bij dozijnen op de straat tegenkomt. Het Dagblad vraagt, of lij, onder de gegeven offieieele omstandigheden, zich/elven liet grootkruis zal ten geschenke geven van de orde door Napoleon I gesticht, of wel zich anu den decoratieviijen zwarten rok houden." Geen beter antwoord past op die vraag, don het volgende schetsje uit Grévy's jeugd: In alle beschrijvingen der drie «glorierijke" Julidagen, die in 1830 den val van Karei X tengevolge hadden, wordt veihaald, dat in een kazerne der Rue de Babylone zich een bataljon Zwitsersche gardes had vei scha est, die .tot het laatste oogenblik den stiijd tegen liet van alle zijde aanrukkende volk volhielden, tot zij ein delijk door gebrek aan kiachten den ongelijken kamp moesten staken. Toen nu de Parijzenuars, na zware vei liezen, eindelijk de poort der kazerne genaderd waren, en een aanvang maakten om haai te vei breken, zag men een jeugdigen knaap met een i euzen- gestalte en stalen spieien, wiens hoog voorhoofd en schrandere gelaatstrekken toonden, dal hij misschien wel van gebooi te maar niet van ver stand een boer was, eu die met zijn gevveeikolf zoo haid tegen de poort beukte, dat spoedig eene opening ontstond, waardoor de insurgenten naar binnen drongen, om vol woede over de slagtoffers, die onder hen gevallen waren, al de Zwitsers over de kling te jagen. Ongeveer drie maanden later, toen in de uni versiteit te Parijs de lessen weer een aanvang genomeu hadden, wendde de beroemde professor Vzich, na het eindigen zijner voordracht, tot een zijner toehoorders met de wooiden: «Waait gij -niet bij de kazerne in de Rue de Babylone?" Do student antwoordde«Jaen ik reken mij dat tot eer." «Dan zijfc gij het, die met een geweerkolf de eerste bres gemaakt hebt. Gij schijnt een kinchtigu vuist te hebben. Hoe oud zijt gy?" «Achttien jaiuu." «Zeker uit het gebeigte?" «Ja, uit de Juin." «Dat kan men zien studeeit gij al lang?" «Ik volg den eeislen cuisus." «En gij heet?" «lules Giévy." De professor haalde zijn zakboek te voor schijn. «Ik zal uw naam opteekenen en mijn vriend, den Minister van Ondeiwijs verzoeken, u op de lijst der gedecoreerden te plaatsen." «Ik verzoek u dat niet te doen." «Waaiom? twijfelt gij aan mijn invloed?" hei nam de professor. «Volstiekt niet, maar ik ben republikein en kan als zoodanig geen ot den aannemen of dingen." En de insurgent van 1830, de tegenwoordige President der "Republiek, is zichzelf in elk op zicht geüouw gebleven. Ilct vi angst uk, hoe geschriften en teek e- niogen op de eenvoudigste :en kortste kunnen wordetr vermenigvuldigd, ,is thans ojk; gelost en de hektograaf, die dit bewerkstelligt," zal binnen kort, evenals de naaimachine in het huishouden, een behoefte worden in bureaux, kanselaryen, enz. De voornaamste vereischten van een verrnenigvuldigiiigstoestel zijneen-1 5 voudigheid in de behandeling, -zuiverheid en juistheid vnn de afdrukken, de minst mogelijke I omslachtigheid en eindelijk goedkoopheid. De bij Jozef Levvitus (Weenen I. Babenbnrgerstrasje No. 9) vervaardigde hektograaf voldoen aan al deze eischen op eene wijze, wiardoor hij weldra op alle kantoren en bureaux zal worden inge- voerd. Met deze toestellen wordt als volgt gewerkt: op gewoon papier schrijft of teekent men meteen bijzonderen inkt en legt de beschreven 'zyde gedureude een minuut op eene in een platten schotel vervatte geleiachtige massa die vooraf met eene spons nat gemaakt is. Deze geleiachtige massa zuigt het schrift gretig op, maar geeft het j ook dadelijk met groote duidelijkheid aan 1 elk nieuw daarop gelegd blad papier terug, en zoo kan men op de eeuvoudigste wijze, zonder behulp van eene -machine of pers, en zonder I op nieuw nat te maken, 40 a 80 volkomen i leesbare kopieën in minder dan één kwaitier vei krijgen. De hektograaf kopieert ook ga- schriften en teekeningen in rood en donker- blauw. Tevens kan het oorspronkelijke stuk ten tweedemale op dezelfde wijze worden gebruikt, en geeft dan nog '15 20 bruikbare afdrukken. Na het gebruik, wanneer men ongeveer 50 k 80 kopiëu heeft verkregen, wordt het schrift van de massa afgevvasschen, en is deze daardoor weder voor nieuw werk gereed. Sioomp Rotterdam. Er heeft zich hier ter stede f een sub-cominissie gevormd tot liet oprichten van een gedenkteeken voor Stieltjes. Voorzitter is de heer Joost van Vollenhoven, burgemeester, secretaris mr. M. Th. Goudsmit. Bij het tweede Kantongerecht zijn gis teren een tiental alhier wouende tappers of tapsters, die des nachts om twaalf unr hunne tapperij nog niet gesloten hadden, veioordeeld* tot boeten van f 8 tot f 25 of subsidiaiie ge vangenisstraf van 2.tot 5 dagen, naar gelang van het aantal bezoekers, die na 12 uur in de tapperijen wareu aangetroffen. Amsterdam. Voor de noodlijdenden is bj den burgemeester dezer gemeente ingekomen f 30,828.751/2. De Vondel-tentoonstelling, die gisteren middag is geopend, is, gelijk wij reeds gezegd- hebben, mede eene merkwaardige hulde aan den vorst onzer (lichters. Zij is ook eene meer duurzame, al zal de expositie slechts gedurende een maand te zieu ziju. Was de tijd kort, die den heeren A. D. De Vries Az. en D. G. Meijer Jr. gegeven was, om die tentoonstelling teoigani- seeren, zij hebben zich dubbel ingespannen eof met de bereidvaardige hulp van den aichitecf C. Muysken, den hear jhr. dr. J. P. Six etf mr. J. G. De Maiez Oyens, een 647 voorwerpen ver/amchl, die er niet weinig toe zullen bij dragen om Vondel en zijn tijd nog beter tff doen kennen, De verdeeling dei tentoonstelling, is voor het publiek bijzonder leen ijk en ge makkelijk tevens. De lubrieken zijn: Vondel':? persoon eu leven, met zijn handschriften eit herinneringen: Vondel's werken; geschriften naar aanleiding van Vondel's weiken; Vomlel's: omgeving (üloedverwautenvriendenkringen); personen en kunstweiken uit Vonilel's tijd door' hein bezongen. De catalogus der heeren De Viieff' eu Meijer is een uitnemende gids door al dio aldeclingen. Hij is gemaakt door mannendif het tijdvak kennen, waarin zy zich bewogen, en daaruit hoogst belangrijke aan teekeningen/; geven, ter-voorlichting bij het tentoongestelde,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1879 | | pagina 2