4». 1879.
Maandag 10, Februari.
TersclUit Saplis, nitiezonfleri DiJsflaj.'
Nationale Militie.
J', 460#
X> r i e en. I> e r> t i Ji" t e Jaargang.
iBONNBHBNTSPRIJS, per kwartaal
9»
ranco per post, door het geheele Rijk.
jionderlijke
jy deic Courant behoort een Bytocgscl.
COURANT.
1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BCK.Eik.IJi MARKT, E124.
Advertentieprijs; van 110 gewone regels
met inbegrip van eene Courant1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10,
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schiedam
Gelet hebbende op Art. 9 van Z. M. besluit van den
17 December 1861 Staatsbhd No. 127):
Roepen bij de?e op, lien die genegen mogten zijn
Is VRIJWILLIGERS l.y de NATIONALE MILITIE
o dienst, te treden, om tich te dien einde vóór den
Maart aanstaande ter Gemeente-Secretarie aan te
nelden.
De bepalingen 'der Wet van den 19 Augustus I8G1
Staatsblad No.'- 72) betreffende de, Nationale Militie
ijn ten aanzien der Vrijwilligersde volgende:
«Art. 11. Om Vrijwilliger, bij de Militie te zijn,
imoet men ongehuwd ut kinderloos weduwnaar en
nagezeten wezen','voorts ligchnmulijk voor de dienst
igesehikt, ten minste."1.56 'el lang, op den 1 January
ivan liet jaar der op'tredïng als Vrijwilliger het 20ste
ijaar ingetreden zijn en hot 35ste jaar niet volbragt
inebbentot op het tijdstip der optreding aan zijne
sverpligtingen ten aanzien van de Militie, zoover die
ite vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk gedrag
[hebben geleid."
«liet bezit van die vcreischtenmet uitzondering
tveni^do ligchamalyke'goschiktheid en van do gevor
derde lengte wordt bewezen door een gctuigschiift
nan den Burgemeester der woonplaats."
«Dat getuigscluilt is ingciigt in den door Ons te
«bepalen vorm."
«Ait. 12. 1lij, die voor de Militie is ingeschreven,
«wordt slechts als Vrijwilliger toegelaten, voor de
«gemeente in welke hij ingeschreven is, tenzij hij
igtene verpligtingen ten aanzien van de Militie meer
ite vervuilen hebbe."
vïArt. 13. Mijdie bij de zeemagtlij hel leger hier
lie vjande of bij het krijgsvolk in 's Rijks over/eesche
«ijèzitjingeii heeft gediend, woidt niet als Vrijwilliger
Militie toegelaten, tenzij hij bij het verlaten van
tit dienstbehalve een bewijs van ontslag van den
«bevelhebber, onder wien hij laatstelijk heeft gediend,
«een getuigschrift hebbe omvangen, inhoudende, dat
«hij zich gedurende zijn diensttijd goed heeft gedragen."
«Hij kan, heeft hij dit ontvangen, totdat zijn veer-
«hgsto jaar volbragt is, als Vrijwilliger bij de Militie
«worden toegelaten."
Burgemeester en Wethouders biengcn vvijdeis ter
kennis van de belanghebbenden, dat tot het opmaken
van het getuigschrift, bedoeld bij bovengemeld Alt.
11 dagelijks ter Secretarie de gelegenheid is opengesteld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort,
don 8 Februari) 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
A. W. MULDER.
Schiedam, 8 Februari '1879.
De lieer Bismarck, die sedert eenigen tijd
'te Friedrichsruhe vertoefde, heeft deze plaats
der ruste verlaten. Misbruik heeft hij van de
bem zoo noodige ontspanning niet gernnakt.
Uit deze plaats toch werden zijne brieven aan
•den Rijksraad verzonden betrekkelijk de her
vormingen op het gebied der belastingen, en
die op de parlementaire discipline. Ue vorst
heeft waarschijnlijk geoordeeld, dat de plaats,
waar hij in de gegeven omstandigheden be
hoorde te vertoeven, de hoofdstad des ïyks is,
waar zijne ontwerpen van wet in den Rijksdag
een tamelijk levendige 'oppositie ontmoeten.
'Toen de Duitsche Bondskanselier meende, dat
ajjn voorstel tot 'regeling «Ier pailementaire
discipline met instemming zou Wórden begroet,
vergiste hij zich zeer. Niet alleen hebben
^eieren ,en Raden liet ontwerpen zyu geheel
>j.' "t
onvoorwaardelijk afgekeurd, maar de rechts
kundige commissie uit dea Rijksdag heeft er
mede belangrijke wijzigingen ingebracht, ener
geheeie hoofdstukken eenvoudig van geschrapt.
Onder anderen heeft zij uit het ontwerp de
artikelen doen"verdwijnen, waarbij de verwijzing
van een redenaar, naar den gewonen straf
rechter werd bepaald, en waarbij hem in zekere
gevallen en voor.een bepaald tijdsbestek het
recht werd ontnomen, zich bij de verkiezingen
candidaat te stellen. De openbare meening
schijnt deze \vyze van behandeling van het
ontwerp des. kanseliers zeer toe te juichen.
Zoo spreekt de Nationale Zeitung met zekere
voldoening van den filterdoor welken, de
commissie van den Rijksdag de ontwerpen van
den kanselier heeft laten druppelen, en vaude
stukkeu, die er bij deze operatie in zijn blijven
hangen. Hetzelfde blad stelt voorts de mogelijk
heid, dat de Rijksdag liet ontwerp nog aan een
nauwkeurige zifting zal onderwerpen, en dat
andere staten het voorbeeld van Beiereu en
•M.S. A-rS-».* t -
Baden zullen volgen.
De Rijkskanselier is er de man niet naar,
om op eenmaal opgevatte denkbeelden terug
te komen; het beste zou anders zijn, het ge
heele ontwerp maar in de dooste stoppen.
Wjj weten het, de Rijkskanselier is reeds van
de dagen van den Frankforter Bondsdag af een
vijand van parlementaiie breedspiakigheid. De
bijtende spot en de onverholen minachting
waarmede hij de veelsprekende leden vau den
Pruisischen Landdag bejegendeliggen nog
in ieders geheugen. Maar toch, hij had zich
niet zoover door zijn afkeer moeten laten
medesleepen. De man van eerlijke beginselen
vreest het woord van den tegenstander niet,
behoeft hut niet te vreezen. De kanselier kon
uit de parlementaii e geschiedenis van Engeland
eu Nederland, niet het minst ook van Belgie
hebben geleerd, dat de vrijheid van het woord
nimmer schaadt, en dat altoosdurende spot of
diepe verachting het loon zijn van hen, die
zich in parlementaire kringen vergeten.
Van pai lementaire kringen spiekende, is het
wel niet mogelijk Frankrijk voorbij te zien.
Daar heeft Albert Grévy den presidialen zetel
verlaten, om op het Elysée als President der
Republiek zijn intrek te nemen. In zjjne plaats
treedt Gambetta als president der kamer van
afgevaardigden op. Gambetta, de vurige Gam
betta, president van een Frausche vergadeiing!
Wie had dat ooit durven denken? Een pre
sident, dat moet een man zyu van meer dan
gewone bedaardheid; een man zonder harts
tocht of die deze weet te beheerschen; onver
stoorbare kalmte moet in de eerste plaats zyu
deel zijn. Zoo was Grévy; zal Gambetta ook
zoo zijn? De wetenschap komt met het ambt,
wordt wel eens gezegd; maar of het gewicht
van den presidentshamer de gemoedsgesteldheid
van den ex-dictator zoo zal wijzigen, dat hy een
tweede Gjrévy wordt, valt te betwijfelen. Reeds
inde eerste zitting van de Kamer werd hy
rood van toorn; nu, daar is op .zichzelf niets
tegen te zeggen. Als u het hart tot spreken
dringt, zoo spreek, zegt De Génesietmits men
maar geen voorbeeld' van zelfbedwang moet
geven, gelijk elke president behoort te doen.
Men zegt niets ten nadeele van Gambetta, als
men .hem een anderen werkkring had toege-
wenscht dan dien van voorzitter eener Kamer
van Afgevaardigden.
Overigens mareheeren de zaken in Frankrijk
met de meeste orde. Een nieuw ministerie is
opgetreden. De leden daarvan zijn reeds ge
wogen en nog eens gewogen, en sommige bladen
zijn tot de verrassende uitkomst gekomen, dat
vijf dezer heeren Protestanten zijn en twee
anderen vrijdenkers.
Laatstgenoemd woord is" een soort van kunst-,
term, waaraan.elk een beteekenis hecht,- aji
naarmate hem die voor zijn doel tepas komt.
Wanneer er nu van een paar pas opgetreden
ministers wordt gemeld: ze zijn vrijdenkers
dan moet dat iets heel veischrikkelijks betee-
kenen, en aan liet volk moet de angst om het
hart slaan, bij de gedachte door zulke lieden
geregeerd te worden, 't Wapen der verdacht
making is echter al zoo dikwijls gebruikt, dat,
het ook bij deze gelegenheid wel zal blijken»
een weinig afgestompt te zijn. Of het protes-,
tantisme vau de vijf audere Ministers aan;
Frankrijk tot schade zal strekken, is een zaak,
met wier beschouwing men zich, bij het weinige
politieke nieuws van deze dagen, naar hartelust
zal kunnen bezighouden.
Zien we wel, dan is de stand van zaken in
Frankrijk thans doze: bij een krachtig bestuur,
en bij een groote mate van wijsheid in den
boezem van de Kamer en den Senaat, zal
de Republikeinsche regeeringsvorrn voor goed
in Franktijk gevestigd zijn, en is het er met
de oude partyen gedaan.
Gambetta zal dan gerust den weder in de
Kamer gekozen Cassagnacjuist een individu,
om door Bismarck achter slot en grendel te
worden gezet zonder vrees voor de gevolgen
kunnen laten doorslaan.
In Rusland heerscht nog nltyd een zekeie
opgewondenheid. Van de voor eenigen tijd
gevangen genomen studenten is een tamelijk
groot getal met verbanning naar Siberië gestraft.
De studenten van Petersburg wilden zich ten
gunste dezer ongelukkigen tot den Grootvorst
troonopvolger wenden, maar dit werd hun niet
toegestaan. Het adres, dat zij hadden willen
overreiken, is niettemin openbaargemaakt. De
laai der jonge lieden is waardig. Zij wijzen er
op, dat de gevangengenomen studenten niet
volgens de wet zjjn veroordeeld, doch dat twee
en dertig hunner, by wyzevaaadministratieven
maatregel, naar de yzigs vlakten van Siberië
zyn gezonden.
Wij wenschen, vragen de onderteekenaars
aan den Grootvorst, de overtuiging te erlangen,'
dat gij ons recht suit verschaffen, en "dat" gy