van paarden, vee en pluimgedierte en zoo mogelijk ook van eene harddraverij van paarden. De Parijsche Cronique des arts et de Ja curiositè van i Februari spreekt met groote ingenomenheid over het door de Vereeniging voor geschiedenis en kunst opgerichte Museum bovea de Beurs te Rotterdam, en maakt hare lezers opmerkzaam op de twee aldaar aan wezige hoogst" zeldzame portretten van Ilenri IV „eu zijne gemalin. "Wordt soms tot iemand de vraag gericht Kent gy Delft? dan rijst bij de beantwoording dier vraag onwillekeurig de gedachte op bij sommigen of aan de in den laatsten tijd op gerichte polytechnische school, óf aan de even eens zoo opgerichte en bloeiende tapijtfabriek, bij de meesten echter aan het familiegraf der leden van liet vorstelijk huis van Oranje, en aan de drukte, gepaard inet de droevige plechtig heid, als er weder een van dezen in de rust plaats der vaderen wordt bijgezet. Op andere tijden is er in Delft, behalve op de marktdagen, weinig bedrijvigheid. Dit was in vroeger jaren anders. Delft was toen eene allerwege om zijne neringen en handteei iugen bekende stad. Fabrieken van allerlei aard biociden daar en hun debiet was ovei al heen. Om slechts enkelen te noemen: de lakenfabrieken. Deze zijn opge ruimd. De bierbrouwerijen, met die van Breda en Haarlem zoo beroemd, dat de dichter go- waagde van: sBreda's en Haerletns sop en uit de Delfsche kuypeVi" zijn tot een minimum teruggebracht en last not lenst ook de vroeger zoo bei oemde Delftsche plateelbakkerijen behoorden tot de geschiedenis. Wij zeggen behoorden, want daarin is verandering gekomen. Als niemand soms wist, wat Delftsch aarde werk, vroeger in de zoogenaamde plateel bakkerijen vervaardigd, was, dan zou hij dit in het brcede kunnen vernemen, uit het werk van den bij ons welbekenden en vruchtbaren Franschen schrijver Henri Havard, uitgegeven onder den titel van VArt Ciramique. InUissehen weeti iedereendie er mede te maken heeft, „.wel,".iwelke prijzen voor hetgeen nog daarvan ^overig is besteed worden. Of .dit werk doaan- dejdende oorzaak is, of wel eene andere, kunnen ^W(j" niet bepalen, maar zooveel is zeker, die zffo lang verwaarloosde tak van Nederlandsehe nijverheid heeft weder de aandacht gewekt en men is er in geslaagd, nog den laatsten werkman van de laatste plateelbakkerij op te sporen en weder leven in de zaak te brongen. Eene fabriek '4te|Delft is opgericht, maar om in die nijverheid jivtélMr het vroegere leven terug te brencen, ra J Toartkto men van liet middel van den hedendaag- scheu tijd gebruik, de publiciteit, en dat wel door openbare voordrachten aan belangstellenden. Zoo vernemen wij van een openbare voordracht te Haarlem, door den lieer J. Thnoft, van Delft, op den '15. Deze zal daar spreken over de ver vaardiging en versiering van Deltsch- en ander aardeweik en hij zal zijne voordracht toelichten met platen en voorwei pen uit het rnuseum van kunstnijverheid aldaar, waar deze in ruime mate te vinden zijn. Zal dit voorbeeld elders navolging vinden Ziedaar eene vraag wel dei- overweging waard. Voor alles toch geldt het hier eene zaak van practisch belang. Jacob Wolff, de gewezen directeur der gefailleerde Overijselsche Bank, is, ca circa 4y3 jaar 'n de gevangenis te hebben doorge bracht gisteren o. htend ontslagen. Hij beeft zich terstond naar Amsterdam begeven. Zijn mede directeur Scheurleer, die indertijd weer- spanning aan de wet werd verklaard, is nog steeds voortvluchtig. -Men schrijft uit Utrecht: De heer Hansen had buiten den waard of liever de studenten gerekend, toen bij meende, dat hij hier evenveel succes^ zou hebben bij zijne tweede voordracht g alstbjj^de eerste. .Men heeft hier zijne kunsten geheéWófitrmskerd, Van de '13 personen, die zich aaubodeu, kon hij er slechts twee onder zijn invloed krijgen. Vooral een sliep zeer vast, die meende dat zijn haar in brand stond, wist niet meer hoe zijn naam was, stak de voeten rechtuit, waarop H. dan ging" staan enz. De auder, die met de studenten in betrekking staat, was wel wat minder onder zijn invloed, maar toch wel geschikt om proeven mede te nemen. Hij zou met beiden gelijk proeven nemen, dat was wel zoo mooi. Op zijn wenk komen de beide slapers naar hem toe; gaan rug aan rug staan, leggen het hoofd op de schouders van den anderen en2totdat eensklaps de eene persoon zegt, mijnheer! ik slaap niet. Geacht publiek (zich tot het pubtiek wendende) ik heb niet geslapenook niet de vorige maaltoen - de heer PI. heel wat kunsten met mij heeft uitgevoerd. Ik heb mij dit alles laten welge vallen, om te kunnen bewijzen, dat de heer II. niet kan btologeeren en dat hij hier komt om de lui wat wijs te maken. Ik althans geloof niet aan de biologie eu ik stel mij nogmaals beschikbaar om mij in slaap te maken. De andere persoon was intus«chen weder op zijn stoel gaan zitten. Niemand kende hem. Eindelijk na veel draaien, kwam het hooge woord er uit, hij was de bediende uit »de liggende Os", waar de heer H. gelogeerd was. Om toch te bewijzen, dat de heer II. behalve den knecht 'uit »de liggende Os", ook nog andere personen kon biologeeren, wenschte hij daartoe in de gelegenheid te worden gesteld. Zeventien personen boden zich aan, niet een kwam er onder zijn invloed. Hij deed dan ook verstandig met gauw zijn biezen te pakken, anders bad hij misschien kans gehad u t de zaal geworpen te worden. De de houding van den Bommelschen Gemeenteraad tegenover de Bommehche Courant hebben wij medegedeeld. Wie meenen mocht dat do zaak uit was, beeft buiten de boeren van Bommel gerekend. Deze hebben in hunne raads vergadering nogmaals d:t- voor de gemeente zoo hoogst ongewichtig onderwerp tot een punt van behandeling gemaakt en een besluit genomen, waarin verklaard wordt, dat hunne handelingen op leugenachtige wijze waren voorgedragen, door verdi aaiing der .waarheid, verzwijging der gehcele waarheid'.verzwijging van datgeue wat de strekking vau liet aitikel, verdacht making van het college 111 het oog van het- publiek, zou hebben doen missen. Om weike redenen de ambtenaar Brunings, die gezegd wordt de bouwstoffen voir dat artikel te hebben verstrekt, of uiet belet te hebben dat zijne vrouw dergelijke o'owaie voorstelling ten nadeele zijnet- superieuren van een hem be treffende zaak, het»'pijbliek ter lezing aanbood, wederom 44 dagen geschorst is met verlies van traktement en bedreiging van ontslag, als bij vroegere gelegenheid, uit stads dienst. Zulk een kijverij is oen gemeenteraad on waardig. Acht een raad het inderdaad noodig, om officieel op te komen tegen hetgeen een dag blad gezegd heeft, dan ware een koit exposé van hetgeen heeft plaats gehad voldoende en het publiek bad kunnen oordeelen. Schorsing kón-* men er altijd aan verbinden. Maar die groote woordenleugenachtige voordracht, verdraaiing - der waarheid, verzwijging der waarheid enz., zijn geen woörlegging van heigeen da Bommeï- sehe Courant schroef en geven geen grond, om aan de voorstelling van deze te twijfelen, wat de hoofdzaak betreft. De redactie dier courant vinagt thans, in welk opziciit zij de waarheid te koit heeft gedaan. Zij meent "dat zij recht heeft dit te weien. "Wij deelen die meening, maargeiooven daarom toch niet, dat haar dit recht zal weder varen. liet is veel gemakkelijker te beweren, dan te bewijzen dat iemand onwaarheid heeft gesproken, en openbare eollegiün zijn vrijmach tig om te zeggen wat zij goedviuden en kunnen niet gedwongen wordenom te bewijzen wat zij aanvoeren. Dat gekibbel van een raad met een dagblad, is echter een treffend voorbeeld van Neder- landsche kleingeestigheiden doet geen goed aan het prestige van een gemeentebestuur, {Arnh. Ct.) De Bredasehe Courant bespreekt een op staatsrechterlijk gebied zeer belangrijke kwestie, nl.Is in Nederland eeu Eerste Kamer uoodif of O wenschelijk? Na te hebben betoogd, dat de Eerste Kamer slechts één kiasse van ingezete nen vertegenwoordigt, terwijl de wil der Tweede Kamer als de volkswil zal wordeu beschouwd, zegt het blad »Ouze Eerste Kamer is thans niet anders- dau eene vertegenwoordiging der geldaristo cratie en baar voortbestaan is een onbillijk privilegie van het verkregeu bezit. ïMen heeft ter haver verdediging ook nog' aangevoerd, dat zij een tweede aanleg of instantie der wetgeving is. Maar op welke redelijk® gronden kent men enkel aan den rijksten in het land deze hoogste rechterlijke macht toe? Zijn de hoogst aaugeslageuen in de directe rijksbelastingen, oin het feit alleen dat zij meerl: belasting dau anderen opbiengen, de kunpstë^ juristen, de meest bezadigde mannen Nederland, knapper en bezadigder dan "a# Ministers, de Raad"van State en de leden deF'-, Tweede Kamer? \%f »En waaraan oiilleenon zij hunne machts- volkomenheid Zijn zij opperrechters, omdat- zij door de Provinciale Staten gekozen worden ea bezitten de leden der Tweede Kamer minder recht in wetgeving, omdat zij rechtstreeks door het Nederlandsche volk zijn aangesteld? ïNeeu, eene Eerste Kamer is in Nedeilund noch noodig, noch wenschelijk. De beide Kamers- moesten tot ééu tluis van aigevaardigden samen gesmolten worden, en m die algemeene, eeuige vertegenwoordiging van bet volk moesten de belangen der gausclie Nedeilandsche gemeen---- schap, zonder onderscheid vuu stand of bezit, met gelijk recht ea gelijke belangstelling, be jegend worden. Werd dat Nedei landsche par lement dan samengesteld uit de vei tegen woor- digers van alle groote politieke eu sociale groepen der Nederlandsehe maatschappij hetgeen alleen door uidicale hervorming vau ons kies stelsel kan geschieden dau zouden daar evenzeer de hoogst aangeslagenen in de belas tingen; de grootste grondbezitters en kapitalisten, als' "dé laagst aangeslagenen, de middelklasse, kooplieden, fabrikanten, winkeliers, werklieden ea smal bedeelden vertegenwoordigd worden, ïOf hebben deze laatsten als Nederlandsehe staatsburgers, juist niet evenveel recht om ver tegenwoordigd te worden, als de1-mannen van geld en hoog aanzien? Het kapitaal heeft in ons oog" evenzeer zijne onbetwistbare rechten als de arbeid de zijne. Maar noch het kapitaal, noch de arbeid moeten voorrechten genieten. De gelijkheid van de wetin ons staatsrecht gecodificeerd, rnoet in alle opzichten eene waar heid worden en het in practijk doen brengen van onze staatsburgeilijke gelijkheid moet het schibboh-tb zijn van alle mannen, die aanspraak makeu op den eeretitel van liberaal." Delfsliaven. Alhier is in de Sehie drijvende gevonden het lijk van een manspersoon, ver moedelijk tussehen 20 en 25 jaar, gekleed i« een^ overjas met een zomerjns daaronder, don kere broek en kaplaarzen. Schiebrock. Door den Raad dezer gemeente is benoemd iot secretaris do heerA. Bolk, ambtenaar ter secretarie te Overschie. Leiden.. In het nieuwe gebouw van de Leidsche kweekschool voor de zeevaart wordt in den voormuur een nis gehouwen, waarin het borstbeeld .van Prins Hendrik zal prijken. De nieuwe school, die als "een, stichting van deh edelen'Vorst mag aangemerkt worden, zat'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1879 | | pagina 2