i°. 1879.
Vrijdag 28 Maart.
M 4637V "-'J
•A'
n
#w»deljjkerl werd 'geacht voor de gezondheid burgerleeraars,
gang.
'Jt-
h
*«p§
'rA
fjt-
dwingelanden, en zeker nimmer dé 'edele,
1 'V iv- f7'v,^,-rr
$i
^bo'nneskntsprijs, pei kvvaitaal
Franco per post, door liet geheele Rijk
jfeonderlijke nummers
A
- 2.50.
Oli
,n,
BUREAU:
HlltKT,
124.
Schiedam, 27 Maart -1879.
We bespraken iu een vorig nominer enkele
epkbeelden, door den lieer Van Dam van
s«elt in de Vereeniging tot beoefening der
trygswetenscliap ontwikkeld. Volgen we hem
thans in zijne verdere beschouwingen, over
ïrtgeeri in dit te verbeteren of t» ontwik-
ielen is.
Gemis aan eenheid en verband tusschen al
onze militaire instellingen wordt door den
schrijver allereerst genoemd. sDoor het gemis
aan verband, zegt hij, gepaard met behoefte
aan voldoende onderwijskrachten en onvolledige
lorg voor huiselijke welvaart gedurende de
eerste opleidiug. gaat jaadijks voor het leger
en groot gedeelte zeer bruikbare stof verloren,
en daarmede vele vruchten van een omvaug-
ryken examenarbeid. t
Van de adspii anten, dio voor de Militaire
leademie niet slagen, begeeft zich slechts een
eer klein gedeelte naar het lustructie-Bataillon: i
ten groot deel gaat dus voor het leger te loor.
la thans is dit het vreemde. Pat kleine ge-
deplte, *t welk'te Kampen aanlandt, eindaf,
Dit den aard der zaak, behoefte heeft aan eene
degelijke opleiding, ontvangt de zwakste hulp.
den vei sta mij wel. Mijn bezwaar geldt met
overeenstemming tusschen den aanleg van
den kweekeling met de hoedanigheid en de
hoeveelheid der kennis hem aangeboden. Neen,
maar wel, dat het pad naar den officiei srang
't moeilijkst is voor den zwakkeremaar wel,
dat men hem op dien moeilijken weg minder
lleun schenkt; maar wei. dat men hem daar
somtijds ernstige hinderpalen in den weg stelt
tot volkomen indivuiueele ontwikkeling. En dat,
alles geschiedt in liet vooruitzicht dat trien den
niet geslaagden adspirant-cadet met zijne overige
medeleerlingen eindelijk toch het officiersbievet
sa! uitreiken. Verreweg beter acht ik eeu
natumlijken toestand, waarin inen geene kunst
middelen behoeft te bezigen om den bloei van
oeue inrichting ten koste eener andere te ver
zekeren. Eo zoolang het offieierskader zoowel
bet onderofilcierskader gebukt gaat onder een
indrukwekkend incompleet, zoolang is liet een
weinig steekhoudend argument, dat men, ter-
wille van de kadei kwestie, de bevorderiug van
den onderofficier drukken moet. Door de sliem-
raende opleiding blyft dezelfde peisoon iu het*
teger langer met minder bekwaamheden. En
dit is, geloof ik. eene fout met een waren
toeUteen gevonden. Als men gebrek heeft, aan
twee verschillende soorten, dan mag het ver
keerd worden geacht, om liet gebrek van ij«
laagste soort te verminderen ten koste van de
betere. ?-»n gebruikt dan zijn .halfvolwassen
sikestammee' als brandhout, om naderhand
telhout te bekomen. Zoo werden sonis 'aan de
Militaire Academie, tengevolge eener strengere
lichamelyke keuring, vrijwilligers afgewezep, die,
®?5t y ®[ders aannam. Zulks, geschieddetoch
Wker niet, omdat het verblijf aan die Academie
"t Art -iï 1
f w v 1 l M >*±1 n t ,r.
g -y 11xi" a v j v'1
dan elders. Wat was nu 't gevolg? Of het
volkomen verlies van zeer kostbare stof, óf de
komst van denzelfdcn peisoon op dezelfde
plaats den officiei srang maar langs een
omweg, waaróp in langer tijd minder ont
wikkeling geschonken wordt. Aan het einde
kwam dus den staat deze handeling te staan
óf op het verlies van een goed, óf op het
bezit van een minder volkomen ontwikkeld
ambtenaar. Verlies was er dus in elk geval,
en het werd geleden zoowel door den staat
als den burger, gewis de meest ongunstige
uitkomst, die men vei krijgen kan.
Dat het door gemis aan eene volledige rege
ling vau het onderwijs mogelijk blijft, dat een
adspirant voor den olficiei srang iu de koloniën
mèt slaagt wegens onvoldoende kemiis vau
vakken, die Voor hem niet' allien onuoodig,
maar zelfs volkomen onbruikbaar zijn, roer ik
slechts even taan. Ik ga thans over om u te
wijzen op het'isoleinent van het militair onder
wijs in den staat, met aile schadelijke gevolgen
daarvan. En, zoo ergens, dan toch zeer zeker
is,~Ttf~,trfdeile' leger-varrcms-kleinyvolk, eene
nauwe aansluiting van het militair bij het
algemeen openbaar onderwijs eene ware levens
behoefte. Ik wits slechts terloops op de verliezen,
welke men zonder die aansluiting vi ij willig en
noodeloos lijdt.
lie mei k vooi ts op dat nagenoeg alle vruchten,
die 't Ilooger Onderwijs lechtslieeks afweipt,
voor bet leger grootondeels verloren gaan. En
met die viuchten bedoel ik niet de schoolsche
geleerdheid, de veelweteiij; maar dien zin voor
gezond wetenschappelijk ondeizoek, die vrije
ontwikkeling der geestvermogens, en bovenal
die veredelende beschaving, die hoogere Waiak-
tervorming welke 't vrije leven aan de Academie
schenkt onder den invloed van een aanzienlijk
gedeelte der meest begaafde mannen in den
lande.
En juist daaiaati hebben wij behoefte, want
geheel liet militair schoolwezen draagt met zijn
Steik geteekeml realisme den onmiskenbaten
stempel, daarop vele jaren lang gedrukt door
den volksgeest met behulp van vlijtige beoefe-
naais der wiskunde on militaii c industrie.
Vooral de infanteiie en da cavnleiie hebben
daaionder langen tijd geleden de kweekelingen
dier wapens hebben bijvoorbeeld, gedurende
hunne opleiding, tal van teekeningeu gecopiêerd,
en daaiaau zooveel tijd besteed, als men be
hoeft tot het aanleeren eener taal en het be
oefenen haier letteikunde. De humanioara, d.
w. z. die wetenschappen, welke den. menseh
lot meusch vormen, zijn dan ook in het leger
zeef, schaars vertegenwoordigd. Te weinig zin
bestaat er voor historische lectuur, te weinig
smaak voor eene dergelijke beoefening der
letterkunde. Tegen vier onderwijzers in de wis-
en riatuüi kunde, tie ft men ter nauwernood
één aan voor de geschiedenis, terwijl nagenoeg
al het taslonderwys gegeven moet worden door
Advertentieprijs van 110 gewone regels
met inbegrip van eene Courant 1.10.
Iedere gewone regel meer - O.IO
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
i.
t - - - -
Over de kazerneering sprekende, redeneert.
4< I.fi
v'
de schrijver aldus: i
Met het oog op onzen volksaard, acht- ij^',
hier te lande kazerneering zelfs een hinderpaal^»
die tot nadeel van het leger, en daarmede vau'
de algemeene zaak, zeer kostbare elementen
buiten de gelederen houdt. Ik betreur dit slechts
ten deele, want het getuigt niet tegen Ons-volk.
Daarbij ben ik van oordeel, dat kazerneering
geen onmisbaar element is, noch iu het militaire
wezen, noch iu de militaire opvoeding. Ik weet
wel, dat tegen deze stelling zich zeer Vele en -
zeer bevoegde stemmen verheffen zullen. 'Njet-
temin heb ik gemeend, dat het dienstig-,zjju
kaa, als ik mijne overtuiging omtrent - dit
belangrijk punt niet vei zwijg, maar haar onr
beschroomd in het openbaar uitspreek.-,Üit
eerbied voor het oordeel mijner tegenstanders
zoowel als ter. wille van het hooge belang, dat
ik aan de zaak toeken, geefik, oin mijne rneening^ "V
te verdedigen, het woord aan de geschiedenis, l'l
Zulks kan eenigszins uitvoerig zijn, maar de zeker?
heid. der uitkomst isdie uitvoerigheid dubbel.
,,^vaarddDg..ee;chiedeiiis.werpt boveudion^een zeer -
eigenaardig licht over liet vei baud tusschen,ae
V <1
*1
algemeene volksopvoeding, den aard vau het
krijgswezen en de vorming van den krijgsman.
In de eerste plaats leert zij ons, dat meest
alle groole wetgevers en opvoedeis der volken
Mozes, Solon, Pythagoras, Plato, Aiistolfles, -
in de oudheid, en latei Rousseau, Fichte, Sehlêagfc;
macher, Van lleusde, Speucer gewild of bedeeld
hebben de opvoeding ik spreek niet van het"S
onderwijs vau den zoon door den vader, o£
althans den persoonlijken omgang van knapen
en jongelingen beueden de 18 jaar met mannen
van eens gerijpte levenservaring. Allen van hen,
die het onderwerp, voor zoover ik kon nagaan,
hebben behandeld cn daaronder liehoorl
Spinosa waren voorstanders van algerneenen
persoonlijken dienstplicht. Het kazerneleven
daarentegen heeft in de oudheid slechts gebloeid
in de Aziatische slavenstaten, in Kaïthago, in
Spaita, doch in zeer bijzouderen vorm: later
na Iphicrates van Athene, die gedurende den
Corinthischen oorlog omstreeks 390 v. C. het
krijgswezen hervormdestrekte het zich uit
over geheel Griekenland, In Home waren de,
kazernen aanvankelijk onbekend. Zij verbreiden
zich 'teeist, toen onder de Keizers de Piaeto-,
riaansehe benden optraden en Romes zedelijke;
grootheid verdwenen was. In de middeleeuwen
ontlook 'p/it kazerneleven gelijktijdig met de ver
schijning van de Hoofdmannen der Condottieren,
als Albarik da Baibiano, Hawkwood,'I3accio,
Gannagnola en Sforza, wier rooverbenden Italië',
plunderden. Twee dezer hoofdlieden, Braccio*
di Montone en de oude Sforza stichtte»4eder
eene schoot^voor krygslieden. j
Natuurlyk breidde het kazerneleven zich uit,
met het toenemend gebruik'van huurtroepen 4
en staande legert, waarvan de soldenieren veelal
slechts werktuigen waren in handen van enkelef
WL
Hl
V
•-V-éi. 1
^1 l
V I
-»«I